Wijziging Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 april 2006, nr. VGP/VV 676619, houdende wijziging van de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op richtlijn nr. 2006/34/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2006 (PbEU L 83) tot wijziging van de bijlage bij richtlijn 2001/15/EG wat betreft de toevoeging van bepaalde stoffen, alsmede op artikel 3, vierde lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding¹ wordt als volgt gewijzigd:

1. In Categorie 1: vitamines wordt

‘Foliumzuur:

Pteroylmonoglutaminezuur’

vervangen door:

Folaat:

Pteroylmonoglutaminezuur

Calcium-L-methylfolaat.

2. Categorie 2: mineralen wordt als volgt gewijzigd:

a. aan de opsomming onder Magnesium wordt toegevoegd: Magnesium-L-aspartaat*;

b. aan de opsomming onder IJzer wordt toegevoegd: ijzerbisglycinaat.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Richtlijn 2001/15/EG¹ stelt een limitatieve lijst van stoffen vast die voor specifieke voedingsdoeleinden mogen worden toegevoegd aan producten voor bijzondere voeding. Richtlijn 2001/15/EG is krachtens het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding ten uitvoer gelegd bij de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding.

Op 22 maart 2006 is gepubliceerd richtlijn nr. 2006/34/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2006 (PbEU L 83) tot wijziging van de bijlage bij richtlijn 2001/15/EG wat betreft de toevoeging van bepaalde stoffen. Ter uitvoering van richtlijn 2006/34/EG dient bovengenoemde Warenwetregeling te worden gewijzigd. Deze regeling zorgt daarvoor.

In richtlijn 2001/15/EG zijn bepaalde categorieën stoffen – en voor elk daarvan de chemische stoffen – vermeld die bij de vervaardiging van voor bijzondere voedingsdoeleinden bestemde levensmiddelen mogen worden gebruikt. De chemische stoffen die door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) zijn beoordeeld en waarvan de wetenschappelijke beoordeling positief is uitgevallen, dienen in de bijlage bij richtlijn 2001/15/EG te worden opgenomen.

De EFSA heeft onlangs een aantal nieuwe verbindingen van vitaminen en mineralen positief beoordeeld. Deze verbindingen zijn bij richtlijn 2006/34/EG toegevoegd aan de bijlage van richtlijn 2001/15/EG. Bij deze regeling worden die verbindingen ook toegevoegd aan de bijlage bij de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding.

Achter één verbinding in artikel I staat een * vermeld. In een voetnoot bij de bijlage van de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding is uiteengezet dat de met een * gemerkte stoffen slechts mogen worden toegevoegd aan producten voor bijzondere voeding die bestemd zijn voor speciale medische doeleinden. Alle overige stoffen mogen aan alle producten voor bijzondere voeding worden toegevoegd.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2006/34/EG en deze regeling.

Richtlijn 2006/34/EG	Deze regeling
artikel 1	artikel I
artikel 2 lid 1	artikel I en II
artikel 2 lid 2	– (geen implementatie vereist)
artikelen 3 en 4	– (geen implementatie vereist)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

• 1 Stcrt. 2001, 229; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 17 maart 2004, Stcrt. 60.