Besluit verlening mandaat en machtiging leden Raad van Bestuur Kadaster 2006
18 april 2006
Nr. 06.005821
Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,
Gelet op artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. de Dienst: de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;
b. het bestuur: het bestuur van de Dienst;
c. de portefeuille: het geheel van taken dat bij het Besluit portefeuilleverdeling Raad van Bestuur Kadaster 2006 aan een lid van het bestuur is opgedragen.
Artikel 2
1. Het bestuur verleent, onverminderd het tweede lid, aan ieder lid van het bestuur mandaat en machtiging tot het nemen van alle beslissingen die liggen op het terrein van de eigen portefeuille en op het terrein van de portefeuille van een medebestuurslid dat bij belet of ontstentenis door dat lid overeenkomstig het Besluit portefeuilleverdeling Raad van Bestuur Kadaster 2006 wordt vervangen. Het mandaat, bedoeld in de eerste zin, omvat mede de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift.
2. Van het in het eerste lid bedoelde mandaat wordt uitgezonderd de bevoegdheid:
a. tot het nemen van besluiten op grond van een bevoegdheid waarvan de aard zich tegen mandaatverlening verzet, tot welke bevoegdheden in elk geval behoort het beslissen op een bezwaarschrift door een lid van het bestuur dat zich richt tegen een besluit dat krachtens mandaat door dat bestuurslid zelf is genomen;
b. tot het stellen van regels waartoe het bestuur op grond van een wettelijk voorschrift verplicht dan wel bevoegd is.
Artikel 3
Het Mandaat- en volmachtbesluit leden van de Raad van Bestuur van het Kadaster wordt ingetrokken.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlening mandaat en machtiging leden Raad van Bestuur Kadaster 2006.
Bezwaarclausule
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst een bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van het Kadaster door tussenkomst van mr. J.G. Brouwer, bedrijfsjurist bij het Bureau Raad van Bestuur, postbus 9046, 7300 GH Apeldoorn. Het bezwaarschrift moet van een datum en van uw naam en adres zijn voorzien. U moet duidelijk aangeven waarom en tegen welk besluit u bezwaar maakt en zo mogelijk een kopie van het besluit meezenden. Op het bezwaar zal een besluit worden genomen door de Raad van Bestuur van het Kadaster.
Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
Apeldoorn, 18 april 2006.
Raad van Bestuur, Th.A.J. Burmanje.G.J.M. Barnasconi.A.P.G. Groothedde.
Toelichting
1. Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (hierna ook: de Dienst) is op grond van artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster als geheel belast met het besturen van de Dienst. Het is om redenen van doelmatigheid wenselijk dat het bestuur van de Dienst aan elk lid van het bestuur mandaat en machtiging verleent tot het nemen van alle beslissingen die liggen op het terrein van de eigen portefeuille en op dat van de portefeuille van een medebestuurslid waarvan hij overeenkomstig het Besluit portefeuilleverdeling Raad van Bestuur Kadaster 2006 vervanger is.
2. In het eerste lid, tweede zin, wordt buiten twijfel gesteld, dat het in de eerste zin bedoelde mandaat tevens omvat de bevoegdheid tot het beslissen op een bezwaarschrift.
Het besluit houdt in artikel 2, tweede lid, rekening met artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bepaalt namelijk dat een mandaat als bedoeld in artikel 2, eerste lid, niet de in voornoemd tweede lid, onder a en b, bedoelde bevoegdheden omvat, waarbij voornoemd onderdeel a aanhaakt bij artikel 10:3, eerste lid, Awb en onderdeel b bij artikel 10:3, tweede lid, onder a, Awb.
Bij ‘wettelijke voorschrift’ als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b, kan gedacht worden aan de Kadasterwet en de daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften, de Organisatiewet Kadaster en aan het Archiefbesluit 1995.
In artikel 2, tweede lid, van het onderhavige besluit zijn de bevoegdheden, bedoeld in artikel 10:3, tweede lid, onder b tot en met d, Awb, niet opgenomen, omdat deze soorten van bevoegdheden niet aan het bestuur zijn toegekend.
3. Dit besluit voorziet niet in het verlenen door het bestuur van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen aan ieder lid van het bestuur. De bevoegdheid van ieder lid van het bestuur tot vertegenwoordiging van de Dienst in en buiten rechte, welke bevoegdheid uitsluitend betrekking heeft op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, is immers al geregeld in de Organisatiewet Kadaster. Artikel 8, eerste lid, van die wet bepaalt namelijk – als hoofdregel – dat het bestuur de Dienst in en buiten rechte vertegenwoordigt en dat die bevoegdheid mede toekomt aan ieder der bestuurders.
4. Ten slotte is in artikel 4 aan dit besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2006 omdat het in de pas moet lopen met het (definitieve) reorganisatiebesluit van het bestuur d.d. 7 februari 2006 en de op 28 maart 2006 genomen beslissing van het bestuur houdende vaststelling van het Reglement inrichting organisatie Kadaster 2006, aan welke beslissingen terugwerkende kracht is verleend tot en met 1 januari 2006.
Raad van Bestuur,
Th.A.J. Burmanje
G.J.M. Barnasconi
A.P.G. Groothedde