Wijziging Arbeidsomstandighedenregeling

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2006, nr. ARBO/M&A/2006/32470, tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 4.7, 4.8a, vierde lid, 4.8b, eerste en tweede lid, 4.11, onderdeel c, onder 2°, en 6.14b, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Besluit:

Artikel I

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.4, vierde lid, komt te luiden:

4. Tijdens het schoonmaken worden aan dek en in de ladingzone geen andere werkzaamheden verricht dan die welke verband houden met het schoonmaken, tenzij deze werkzaamheden plaatsvinden tijdens een gesloten schoonmaakproces en uitsluitend betrekking hebben op laden en lossen. Het schoonmaken en de laad- en loswerkzaamheden:

a. vinden volledig gescheiden van elkaar plaats;

b. beïnvloeden elkaar niet en

c. staan onder voortdurend toezicht.

B

In artikel 4.17b, tweede lid, wordt ‘of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte’ vervangen door: of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse bondsstaat.

C

In hoofdstuk 4 wordt na paragraaf 4.4A een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 4.4B

Aanwijzing kankerverwekkende processen

Artikel 4.20c

Als kankerverwekkende processen, bedoeld in artikel 4.11, onderdeel c, onder 2°, van het besluit worden de processen waarbij de volgende mengsels van stoffen vrijkomen aangewezen:

a. dieselmotoremissies;

b. een mengsel van N-[3-hydroxy-2-(2-methylacryloylaminomethoxy)-propoxymethyl]-2-methylacrylamide en N-[2,3-bis-(2-methylacryloylaminomethoxy)propoxymethyl]-2-methylacrylamide en methacrylamide en 2-methyl-N-(2-methylacryloylaminomethoxymethyl)acrylamide en N-(2,3-dihydroxypropoxymethyl)-2-methylacrylamide, of;

c. C.I. Basic Violet 3 met 0,1% of meer Michlers keton.

D

In artikel 6.3a wordt na het vierde lid een lid toegevoegd, luidende:

5. Een certificaat of een ander bekwaamheidsdocument voor duikerartsen dat door een lidstaat van de Europese Unie anders dan Nederland of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse bondsstaat is voorgeschreven en dat naar oordeel van de minister of, indien de minister een certificerende instelling heeft aangewezen, de certificerende instelling, qua vereist niveau van vakbekwaamheid ten minste gelijkwaardig is, wordt gelijkgesteld aan het certificaat, bedoeld in het eerste lid.

E

Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘artikel 4.9’ vervangen door: artikel 4.8b, eerste lid.

2. In voetnoot 22 wordt ‘bijlage VI’ vervangen door: bijlage VII.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

Algemeen

In deze regeling tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) is een viertal onderwerpen geregeld. Allereerst is een regeling opgenomen voor het gelijktijdig schoonmaken en laden en lossen van tankschepen. Ten tweede wordt een aantal processen aangewezen als kankerverwekkend proces, zodat ten aanzien van die processen de aanvullende voorschriften voor kankerverwekkende processen van toepassing worden. Ten derde is voorzien in een gelijkstellingsregeling voor in het buitenland afgegeven certificaten duikerarts. Ten slotte is Zwitserland ingevoegd in de wederzijdse erkenningsbepaling voor het certificaat van vakbekwaamheid professioneel vuurwerk.

Duikerartsen

In het Arbobesluit, artikel 6.14b, tweede lid, is de mogelijk geschapen om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen met de betrekking tot de gelijkstelling van in het buitenland afgegeven certificaten duikerarts met het Nederlandse certificaat duikerarts. Tot op heden was hieraan geen invulling gegeven. Naar aanleiding van een klacht van een buitenlandse duikerarts met betrekking tot de wederzijdse erkenning van duikerartsen en duikerkeuringen, is besloten om alsnog nadere regels te stellen.

De door de minister aangewezen instellingen voor de afgifte van het certificaat duikerarts zullen in voorkomende gevallen beoordelen of de systematiek in een land uit de EU, de EER of Zwitserland gelijkwaardig is met de Nederlandse eisen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat de opleidings- en keuringseisen in dat land net als in Nederland moeten zijn opgesteld in overeenstemming met ‘Guidelines for Medical Assessment of Working Divers’ van de ‘European Diving Technology Committee’ (EDTC).

Het heeft de voorkeur om per land de wederzijdse erkenning te regelen. Hierdoor is een medische keuring uitgevoerd door een Nederlandse duikerarts ook geldig in het desbetreffende land. Mocht de wettelijke systematiek onvoldoende gelijkwaardig zijn dan zal op individueel niveau de gelijkwaardigheid vastgesteld moeten worden. In ieder geval zal na vaststelling van de gelijkwaardigheid (per land of per individu) deze worden gepubliceerd op de website van de certificerende instelling.

De gelijkstelling van buitenlandse certificaten met Nederlandse certificaten voor duikersarts heeft geen financiële gevolgen.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

De wijziging van artikel 4.4, vierde lid, maakt het mogelijk dat tankschepen met de technische voorziening om gesloten schoon te maken sneller kunnen laden en lossen. Er hoeft nu niet gewacht te worden op de schoonmaakwerkzaamheden alvorens met laden en lossen van andere ladingtanks te beginnen. Dit is efficiënter voor de betrokken ondernemingen. De veiligheid voor de werknemer blijft geborgd aangezien alleen laad- en loshandelingen worden toegestaan die onder toezicht dienen plaats te vinden. Voor tankschepen zonder deze technische voorziening blijft gelden dat tijdens schoonmaakwerkzaamheden geen andere werkzaamheden uitgevoerd mogen worden.

B en D (Het toevoegen van de Zwitserse Bondsstaat)

Behalve de EU en de EER is ook Zwitserland opgenomen in de wederzijdse erkenningsbepalingen. De reden hiervoor is de op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen. Deze Overeenkomst regelt de vrije toegang van onderdanen van de lidstaten en Zwitserland tot elkaars grondgebied en tot economische activiteiten en vormt daarmee in feite een verruiming van de werkingssfeer van de bepalingen van titel III en IV van het Verdrag van Amsterdam tot Zwitserland en Zwitserse onderdanen. De Overeenkomst is door Nederland goedgekeurd bij wet van 14 september 20011 en trad op 1 juni 2002 in werking. Op grond van de Overeenkomst moeten Zwitserse onderdanen voor wat betreft het vrije verkeer van personen in Nederland op dezelfde wijze toegang kunnen krijgen tot economische activiteiten als EU-onderdanen en de onderdanen van de overige staten die partij zijn bij de EER-Overeenkomst.

Artikel 9 van de op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (Trb. 2000, 16) luidt als volgt:

Artikel 9

Diploma’s, certificaten en andere getuigschriften

Teneinde voor onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en van Zwitserland de toegang tot en het uitoefenen van werkzaamheden in loondienst en als zelfstandige, alsmede het verlenen van diensten, te vereenvoudigen, nemen de overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig bijlage III de nodige maatregelen met betrekking tot de wederzijdse erkenning van diploma’s, en andere getuigschriften en de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de overeenkomstsluitende partijen betreffende de toegang tot en het verrichten van werkzaamheden, al dan niet in loondienst, en het verlenen van diensten.

Dit betekent dat de erkenningsprocedure zoals omschreven in de in Bijlage III vermelde richtlijnen ook geldt voor de onderdanen van Zwitserland. In Bijlage III is onder andere vermeld de richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen. Bekwaamheidsattesten zoals het certificaat duikerarts en het certificaat van vakbekwaamheid professioneel vuurwerk vallen onder deze richtlijn. Dit betekent dat Zwitserland moet worden opgenomen in de wederzijdse erkenningsbepaling voor het certificaat duikerarts en in de wederzijdse erkenningsbepaling voor het certificaat van vakbekwaamheid professioneel vuurwerk.

C

Naast kankerverwekkende processen welke in de bijlage I van Richtlijn nr 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de in van artikel 16, lid 1 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad)(geconsolideerde versie) (PbEU L 158) worden genoemd zijn er nog andere processen gedefinieerd in artikel 4.11 onderdeel c onder 2° van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit zijn processen waarbij mengsels van stoffen vrijkomen. Deze mengsels zijn door de Gezondheidsraad dan wel de EU als kankerverwekkende geclassificeerd. Bij het onderhavige artikel worden de eerste stoffenmengsels aangewezen:

– dieselmotoremissies zijn door de Gezondheidsraad geclassificeerd als kankerverwekkend in 1995 (Scientific documentation on the Dutch list of occupational carcinogens (II) RA 2/95);

– de andere twee mengsels zijn geclassificeerd als kankerverwekkend bij aanpassingen van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1967 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (Pb EG 196).

D

In de arbeidsomstandighedenregelgeving is tot op heden geen invulling gegeven aan artikel 6.14b, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Met deze wijziging wordt een bepaling van wederzijdse erkenning opgenomen in de Arbeidsomstandighedenregeling. Een duikerarts, werkzaam binnen de EU, de EER of Zwitserland, wordt nu gelijkgesteld met een Nederlandse gecertificeerde duikerarts mits vooraf vastgesteld is dat de voorwaarden die aan de uitoefening van het beroep van duikerarts in dat land zijn verbonden gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden die in Nederland gesteld worden. Dit heeft ook tot gevolg dat de medische keuring verricht mag worden door deze gelijkwaardige duikerartsen, en dat duikers niet meer opnieuw een keuring hoeven ondergaan door een in Nederland gecertificeerde arts.

E

In Bijlage VI wordt abusievelijk niet verwezen naar artikel 4.8b van het Arbeidsomstandighedenbesluit, maar naar artikel 4.9. Verder wordt in voetnoot 22 van Bijlage VI abusievelijk niet verwezen naar Bijlage VII, maar naar Bijlage VI van de regeling. Beide gebreken worden hersteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven