Instellingsbesluit SOVI

Besluit instelling van het Strategisch Overleg Vitale Infrastructuur

19 april 2006

Nr. 2006-0000096719

DGV/CB/BJZ

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Artikel 1

Er is een Strategisch Overleg Vitale Infrastructuur.

Artikel 2

Het overleg bestaat in ieder geval uit een voorzitter, een deelnemer per vitale sector, een vertegenwoordiger van de Vereniging VNO-NCW en een vertegenwoordiger van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie en Economische Zaken.

Artikel 3

Doelstelling van het overleg is het structureel borgen van overleg tussen overheid en bedrijfsleven in het kader van de bescherming van de vitale infrastructuur.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2006.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit SOVI.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Inleiding

Bij onderhavig besluit wordt het Strategisch Overleg Vitale Infrastructuur (hierna: SOVI) opgericht. In het kader van de bescherming van de vitale infrastructuur in Nederland moet het SOVI een publiekprivaat overlegorgaan worden, waarin zowel de overheid als het bedrijfsleven zal zijn vertegenwoordigd. Bij mijn brief aan de Tweede Kamer van 16 september 2005 (Kamerstukken II, 2005/05, 26 643, nr. 75) is de oprichting van dit overleg reeds aangekondigd.

Vitale infrastructuur

Er wordt gesproken van vitale infrastructuur als het gaat om producten, diensten en de onderliggende processen die, als zij uitvallen, maatschappelijke ontwrichting kunnen veroorzaken. Deze ontwrichting kan ontstaan doordat er sprake is van veel slachtoffers en grote economische schade, dan wel doordat het herstel zeer lang gaat duren en er geen reële alternatieven voorhanden zijn, terwijl Nederland deze producten en diensten niet kan missen. Omdat de gevolgen van de uitval van (delen van de) vitale infrastructuur voor grote delen van de Nederlandse samenleving ernstig kunnen zijn, vergt de bescherming daarvan extra aandacht. De bescherming is gericht op het voorkomen van discontinuïteit en betreft de bescherming tegen technisch-organisatorisch falen, overbelasting en extreme natuurlijke omstandigheden of onbewust en bewust menselijk handelen.

Oprichting SOVI

Een groot deel van de vitale infrastructuur wordt beheerd door het bedrijfsleven. Bescherming van de vitale infrastructuur is daarom een zaak van overheid en bedrijfsleven gezamenlijk. Het structurele overleg tussen de overheid en het bedrijfsleven is veelal sectoraal georganiseerd. In aanvulling hierop wordt, in overleg met VNO-NCW, besloten tot de oprichting van het SOVI. In het overleg zijn zowel de overheid als het bedrijfsleven vertegenwoordigd. Aangezien de intersectorale verbanden voor een belangrijk deel de kwetsbaarheid van de vitale infrastructuur bepalen, is het van belang dat sectoren elkaar aanspreken op prestaties. Het SOVI biedt een platform hiervoor. Deelnemers komen uit de top van het bedrijfsleven en de overheid en staan onder leiding van een onafhankelijke voorzitter.

Op de agenda van het SOVI staan overkoepelende, strategische onderwerpen die alle partijen aangaan, zoals de in september 2005 aan de Tweede Kamer gemelde bovensectorale maatregelen. Voorts zullen ondermeer onderwerpen aan de orde komen als, de bundeling van veiligheidskennis, de financiering van maatregelen, het structureel inbedden van veiligheidsmaatregelen, de noodzaak tot oefenen, en de informatievoorziening.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven