Wijziging Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 april 2006, nr. TRCJZ/2006/898, houdende wijziging van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stb. 666);

Besluit:

Artikel I

De eerste zin van artikel 11, vijfde lid, van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren komt te luiden:

In afwijking van het derde lid is het toegestaan om buiten de Nederlandse wateren tijdens opeenvolgende tijdvakken van twee weken telkens ten hoogste negen etmalen buiten de haven te zijn met een vaartuig dat enig vistuig aan boord heeft geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon crangon).

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 april 2006.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van artikel 11, vijfde lid, van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren. Ter bescherming van de jonge platvis stelt deze bepaling beperkingen aan de garnalenvisserij buiten de Nederlandse wateren.

De oorspronkelijke bepaling is totstandgekomen na consultatie van de sector en sloot aan bij het advies van de sector over vorm en inrichting van de beperking. Vanaf 1 september 2005 heeft de sector ervaring opgedaan met de bepaling en zijn de praktische gevolgen voor de bedrijfsvoering duidelijker geworden. Teneinde een betere aansluiting tussen bedrijfsvoering en de gestelde beperking aan de garnalenvisserij te bereiken, heeft de sector in een advies een aantal wijzigingen voorgesteld. Aangezien het advies ziet op de inrichting van de bepaling en niet afdoet aan het effect daarvan, wordt artikel 11, vijfde lid van de Beschikking overeenkomstig gewijzigd. Het is een visser buiten de Nederlandse wateren toegestaan per twee weken maximaal 9 etmalen buiten de haven te zijn met een vaartuig voorzien van garnalenvistuigen. Dit hoeft geen aaneengesloten periode van 9 dagen te zijn. Dit aantal van 9 dagen per twee weken komt overeen met de visserijdruk in de Nederlandse wateren, zijnde 4½ dag per week. Tevens zal het regime van 2-wekelijkse blokken doorlopend gelden, in plaats van slechts 6 maanden van het jaar. Met deze wijziging blijft het totaal aantal visdagen gelijk en treedt er dus geen verhoging van de visserij-inspanning op. De onderhavige wijziging leidt niet tot toename van de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven