Regeling vergoeding beeldschermbril OCW 2006

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 april 2006, nr. HRM/2005/56524, houdende vaststelling van departementale regels met betrekking tot de vergoeding van een beeldschermbril (Regeling vergoeding beeldschermbril OCW 2006)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3, eerste lid, sub e, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en artikel 5.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Gehoord het Departementaal Georganiseerd Overleg van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. medewerker: medewerker van het ministerie die op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement in tijdelijke dienst voor een proeftijd of in vaste dienst is aangesteld;

b. ministerie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

c. dienst of dienstonderdeel: onderdeel van het ministerie;

d. beeldschermbril: een bril waarvan de sterkte is aangepast aan het werken met een beeldscherm, zijnde een oogcorrectiemiddel als bedoeld in artikel 5.11, vierde lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Artikel 2

1. De medewerker komt in aanmerking voor een geheel of gedeeltelijke vergoeding voor een beeldschermbril indien:

a. het lezen van het beeldscherm met de eigen bril, niet zijnde beeldschermbril, niet mogelijk is en

b. maatregelen ter optimalisering van de werkpleksituatie zoals de juiste afstand tussen ogen en beeldscherm, voorkoming van hinderlijke lichtreflectie op het beeldscherm e.d., de klacht genoemd onder a niet hebben kunnen verhelpen en

c. aan de voorwaarden genoemd in deze regeling is voldaan.

2. De kosten komen ten laste van het budget van de dienst of dienstonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

Artikel 3

1. De vergoeding bestaat uit:

a. een vergoeding voor de kosten van de glazen;

b. een vergoeding voor de kosten van de voorafgaande oogmeting;

c. een vergoeding voor de kosten van het montuur tot maximaal € 90,76.

2. Bij het verzoek tot vergoeding van de beeldschermbril of aanpassing van de glazen van de beeldschermbril moet het voorschrift van de oogarts worden bijgevoegd.

3. Een tegemoetkoming in de kosten van een noodzakelijk nieuw montuur wordt pas na een periode van vijf jaren toegekend.

4. Verlies of beschadiging van de beeldschermbril blijft voor rekening van de ambtenaar.

5. De kosten van leesbrillen of brillen met trifocale, multifocale of variluxglazen worden niet vergoed evenals een speciale coating zoals ontspiegeling en/of kleuring.

Artikel 4

De ‘instructie aanschaf beeldschermwerkbril’ (P&O/97/26627) wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoeding beeldschermbril OCW 2006.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 april 2006.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Artikel 3, eerste lid, sub e van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 bepaalt dat de werkgever een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid dient te voeren. Hierbij dient hij passende maatregelen te nemen ten einde te verzekeren dat de schade aan de gezondheid zoveel mogelijk beperkt wordt. Artikel 5.11 van het Arbeidsomstandighedenbesluit bespreekt de maatregelen met betrekking tot de bescherming van de ogen en het gezichtsvermogen van de werknemers. Zo dienen medewerkers in de gelegenheid gesteld te worden om een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan dat betrekking heeft op de ogen en het gezichtsvermogen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat een beeldschermbril noodzakelijk is, dan dient deze aan de medewerkers te worden verstrekt.

Deze regeling houdt de vaststelling van departementale regels met betrekking tot de vergoeding van een beeldschermbril in .

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven