Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2006, 77 pagina 9 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2006, 77 pagina 9 | Besluiten van algemene strekking |
11 april 2006
Nr. 2006-0000116794
DGV/POL/O&L
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op art. 3, derde lid, Wet op het LSOP en het politieonderwijs;
Besluit:
Het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit, hierna aan te duiden als LECD, bestaat tot 1 januari 2010.
Het LECD maakt deel uit van het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politieonderwijs- en kenniscentrum, hierna aan te duiden als ‘Politieacademie’.
1. Het LECD heeft tot taak:
a. het ten behoeve van diversiteitmanagement leveren van ondersteuning aan de regionale politiekorpsen, het Korps landelijke politiediensten, de Politieacademie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
b. het binnen en buiten de politie verzamelen en verspreiden van actuele informatie, kennis en relevante ervaringen over diversiteitmanagement ten behoeve van de organisaties, bedoeld onder a;
c. het ontwikkelen van instrumenten ter bevordering van diversiteitmanagement bij de politie, waaronder een referentiekader diversiteit ten behoeve van de organisaties, bedoeld onder a;
d. het monitoren van diversiteitmanagement in de regionale politiekorpsen, het KLPD en de Politieacademie op basis van het referentiekader diversiteit, bedoeld onder c;
2. Het LECD kan zich bij de uitoefening van zijn taken laten bijstaan door derden.
3. Door tussenkomst van het college van bestuur van de Politieacademie kunnen aan het LECD, in aanvulling op de in het eerste lid genoemde taken, specifieke taken worden opgedragen, mits deze samenhangen met de in het eerste lid bedoelde taken. Het opdragen van specifieke taken aan het LECD behoeft instemming van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1. Het LECD staat onder leiding van een directeur.
2. Het college van bestuur van de Politieacademie benoemt, schorst en ontslaat de directeur van het LECD. Een voorstel wordt niet gedaan dan nadat de Politiediversiteitsraad als bedoeld in artikel 5, eerste lid, in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze hierover kenbaar te maken.
3. De directeur van het LECD rapporteert gevraagd en ongevraagd over de werkzaamheden van het LECD aan het college van bestuur van de Politieacademie.
1. Er is een Politiediversiteitsraad die tot taak heeft om zorg te dragen voor de verbinding tussen de activiteiten van het LECD en de activiteiten en ontwikkelingen met betrekking tot diversiteit binnen de regionale politiekorpsen, het Korps landelijke politiediensten, en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. Met het oog op het in het eerste lid gestelde is de Politiediversiteitsraad belast met het opstellen van:
a. het meerjarig LECD-beleidsplan;
b. het LECD-jaarplan;
c. het LECD-jaarverslag;
3. De stukken, bedoeld in het tweede lid onderdelen a tot en met c worden voorbereid door de directeur LECD.
4. De Politiediversiteitsraad geeft het college van bestuur van de Politieacademie dan wel de directeur van het LECD gevraagd en ongevraagd advies over de uitvoering van de activiteiten uit jaarplan en de verbinding als bedoeld in lid 1.
1. De Politiediversiteitsraad kent de volgende leden:
– mevrouw M.A. Berndsen, korpschef, regiokorps Gooi en Vechtstreek, voorzitter;
– de heer C.P.J.M. Boers, manager talent ontwikkeling Rabobank Nederland;
– de heer F. van Dalen, voorzitter C.O.C. Nederland;
– de heer H.B. Entzinger, hoogleraar migratie- en integratiestudies, Erasmusuniversiteit;
– de heer C.J. Heijsman, korpschef, regiokorps Utrecht;
– de heer G.H.P.K. Huijser van Reenen, korpschef, regiokorps Zaanstreek-Waterland;
– de heer B. van der Ploeg, plaatsvervangend directeur directie Politie, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
– mevrouw J.J. Sylvester, partner Senz;
– mevrouw M. Usta, directeur Colourful People;
– de heer R. Vreeman, korpsbeheerder, regiokorps Midden- en West- Brabant;
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorziet, in overleg met de Politiediversiteitsraad, in de tussentijdse vervanging van voorzitter en leden. Bij tussentijdse benoeming geldt deze tot 1 januari 2010.
1. De directeur van het expertisecentrum, bedoeld in artikel 4, treedt op als secretaris van de Politiediversiteitsraad.
2. De secretaris is verantwoordelijk voor de voorbereiding en de uitvoering van de besluitvorming van de Politiediversiteitsraad.
3. De secretaris is aanwezig tijdens de vergaderingen van de Politiediversiteitsraad, draagt zorg voor de verslaglegging en dient de Politiediversiteitsraad gevraagd en ongevraagd van advies.
1. Op de leden van de Politiediversiteitsraad, met uitzondering van de korpschefs en de plaatsvervangend directeur Politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is de Reisregeling binnenland politie van overeenkomstige toepassing.
2. Op de leden van de Politiediversiteitsraad, met uitzondering van de korpschefs en de plaatsvervangend directeur Politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zijn het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de Regeling maximumbedragen vacatiegeld 1999 van toepassing.
3. De vergoedingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden verstrekt door het expertisecentrum en komen ten laste van het budget, bedoeld in artikel 2, tweede lid.
1. Het college van bestuur van de Politieacademie stelt de in artikel 5, tweede lid, bedoelde stukken vast en neemt deze op in het meerjarig beleidsplan, respectievelijk het jaarplan en het jaarverslag van de Politieacademie. Wijziging van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde stukken door het college van bestuur van de Politieacademie behoeft instemming van de Politiediversiteitsraad.
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt jaarlijks een bijdrage aan de Politieacademie ten behoeve van de activiteiten van het LECD.
3. De Politieacademie neemt de ontvangst en de besteding van de bijdrage ten behoeve van het LECD op herkenbare wijze op in de begroting en de jaarrekening van de Politieacademie, onder de post bijzondere bijdragen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties draagt zorg voor een evaluatie van de werkzaamheden van het LECD eind 2009.
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
2. Dit besluit vervalt op 1 januari 2010.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Landelijk Expertisecentrum Diversiteit 2006–2009.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
In 2005 is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een evaluatie uitgevoerd naar de taakvervulling van het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit van de politie (LECD). Mede op grond van deze evaluatie is besloten het LECD te continueren tot en met 2009. Omdat het vorige instellingsbesluit van rechtswege per 1 januari 2006 is vervallen, is een nieuw instellingsbesluit vastgesteld.
Het LECD is een expertisecentrum op het gebied van diversiteitsbeleid ten behoeve van de regionale politiekorpsen en het KLPD. Het is mogelijk dat extra taken worden toegevoegd. Zo is het Landelijk Bureau Discriminatiezaken ondergebracht bij het LECD.
Het LECD is beheersmatig ondergebracht bij de Politieacademie. Bekostiging van het LECD vindt plaats via een (bijzondere) bijdrage aan de Politieacademie. Rekening en verantwoording over dit budget legt de Politieacademie af aan de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties door het op herkenbare wijze opnemen van de LECD begroting en het LECD jaarverslag in de reguliere rekening en verantwoording van de Politieacademie.
De Politieacademie is eindverantwoordelijk voor zowel het beheer als het beleid van het LECD. De beleidsstukken (het meerjarig beleidsplan, het jaarplan en het jaarverslag) worden echter opgesteld door de Politiediversiteitsraad alvorens ze worden vastgesteld door het college van bestuur van de Politieacademie. Indien het college van bestuur wijzigingen voorstelt, dan dienen deze de instemming te hebben van de Politiediversiteitsraad. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de vastgestelde beleidsstukken altijd de instemming hebben van de Politiediversiteitsraad.
De Minister van BZK verzorgt in het jaar 2009 een evaluatie van het LECD. Op basis van de uitkomsten daarvan wordt beslist over verdere prolongatie van het LECD.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.W. Remkes
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-77-p9-SC74708.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.