Wijziging Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage voortgezet onderwijs 2005 en 2006 en Regeling subsidies voortgezet onderwijs

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2006, nr. VO/S&O/2006/14433, houdende wijziging van de regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 2006 en houdende wijziging van de Regeling subsidies voortgezet onderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 85a, eerste lid, en artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel I

De Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 20061 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

De aanvullende bekostiging bedraagt per school:

a. € 15.000,– in 2005, en

b. € 18.000,– in 2006.

B

In artikel 4 wordt ‘€ 3.950.000,–’ vervangen door: € 8.730.000,–.

C

Artikel 7, onderdeel b, komt te luiden:

b. het bevoegd gezag een korte tussenrapportage opstelt. Voor deze rapportage wordt gebruik gemaakt van een standaardformulier dat wordt vastgesteld door de minister. De minister stelt dit formulier beschikbaar.

D

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De subsidie wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet geoormerkte subsidie.

Artikel II

De Regeling subsidies voortgezet onderwijs2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14, onderdeel a, wordt ‘ƒ 50.000,–’ vervangen door: € 25.000,–.

B

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘ƒ 100.000,–’ vervangen door: € 50.000,–.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage die bekend wordt gemaakt op de internetsite van de Centrale Financiën Instellingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Algemeen

In deze regeling worden twee regelingen gewijzigd: de Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 2006 en de Regeling subsidies voortgezet onderwijs.

Wijziging van de Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 2006 is ingegeven door de motie van het kamerlid Verhagen c.s. (Kamerstukken II 2005/06, 30 300, nr. 9). Deze motie is bij de algemene politieke beschouwing voor de Rijksbegroting 2006 aangenomen. Daarmee komt vanaf 2006 structureel € 5 miljoen extra per jaar beschikbaar voor de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs. Verder wordt er in artikel 7 van de Regeling een wijziging in de voorwaarden voor aanvullende bekostiging aangebracht.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De aanvullende bekostiging per school per jaar wordt verhoogd. De aanvullende bekostiging was € 15.000 in 2005, en wordt voor 2006 € 18.000 per school. Hiermee krijgen scholen meer ruimte om de maatschappelijke stage daadwerkelijk in te bedden binnen de school. Evenals in 2005 wordt uitgegaan van een vast bedrag per school.

Onderdeel B

Dit artikel geeft de hoogte van het bekostigingsplafond aan. Voor 2006 wordt een nieuw plafond vastgesteld, ter hoogte van € 8.730.000. Hiermee kunnen in totaal 485 scholen voor aanvullende bekostiging in aanmerking komen.

Onderdeel C

Aangezien in 2006 meer scholen aanvullende bekostiging zullen ontvangen, wordt afgezien van tussentijdse bijeenkomsten. Als voorwaarde voor aanvullende bekostiging wordt in plaats daarvan een korte tussenrapportage opgesteld. Voor deze korte tussenrapportage wordt door OCW, via de internetsite van SenterNovem (www.senternovem.nl), een standaardformulier ter beschikking gesteld.

Artikel II

In de Aanpassingsregeling euro OCenW is de Regeling subsidies voortgezet onderwijs destijds niet meegenomen. In de onderhavige regeling wordt deze omissie hersteld.

Hoofdregel voor de omzetting van de guldenbedragen in eurobedragen is een omrekening volgens de op Europees niveau vastgestelde regels waarbij het resultaat wordt afgerond op hele eurocenten. In dit geval is echter toepassing gegeven aan een van de, in de beleidsbrief (brief van de ministers van Financiën en Justitie van 7 februari 2000, Kamerstukken II 1999/00, 27042, nr.1) opgenomen, aanvullende regels waarbij van de hoofdregel wordt afgeweken. In onderdeel A is sprake van een drempelbedrag. In onderdeel B is er sprake van een bedrag waarboven een accountantsverklaring vereist is.

De bedragen worden in lijn met de aanpassingen in de andere onderwijssectoren in de Aanpassingsregeling euro OCenW omgezet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

  • 1

    Stcrt. 2005, 94.

  • 2

    Gele Katern 1999, nr.18b.

Naar boven