Vergunning voor opslag aardgas

10 april 2006

E/EP/5727074

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

- Akzo Nobel Salt B.V., gevestigd te Amersfoort heeft met een brief, gedateerd 5 oktober 2004, een aanvraag ingediend om een opslagvergunning als bedoeld in artikel 25 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) voor het opslaan van aardgas in zoutvoorkomens in een deel van het gebied van de concessie ‘Adolf van Nassau’. De aanvrager heeft de aanvraag op 9 mei 2005 schriftelijk aangevuld met een beschrijving van de begrenzing van het gebied waarbinnen de aanleg van opslagcavernes beoogd is;

- De Mijnraad heeft op 3 november 2005 over deze aanvraag adviezen uitgebracht over de aanvraag Zuidwending (kenmerk MIJR/5063128) en over de mogelijkheid om in de opslagvergunning een voorschrift met de verplichting van een afdracht aan de staat op te nemen (MIJR/5063129).

Overwegingen:

- De aanvrager is houder van de steenzout-, anhydriet- en kaliconcessie ‘Adolf van Nassau’ verleend bij koninklijk besluit van 30 augustus 1954, nr. 37 (Stcrt 77), zoals nadien gewijzigd;

- De concessie wordt op grond van artikel 143, tweede lid, onder a, van de Mijnbouwwet beschouwd als een winningsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Mijnbouwwet;

- Staatstoezicht op de mijnen en het Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO hebben desgevraagd gezamenlijk advies uitgebracht bij brief van 1 april 2005;

- Noch de technische of financiële mogelijkheden van de aanvrager noch de manier waarop deze voornemens is de opslag te verrichten geven aanleiding tot weigering van de gevraagde vergunning;

- De aanvrager heeft niet bij activiteiten onder een eerdere vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Mijnbouwwet, blijk gegeven van gebrek aan efficiëntie of verantwoordelijkheidszin;

- Niet is gebleken dat verlening van de vergunning in strijd is met het belang van de veiligheid of de landsverdediging;

- Evenmin is gebleken dat de voorgenomen opslagactiviteit de belangen van planmatig beheer van voorkomens van delfstoffen of aardwarmte schaadt;

- De vergunning is aangevraagd voor onbepaalde duur. Gelet op de door de aanvragers voorziene periode van opslag en de mogelijkheid van verlenging van de vergunning, die in de Mijnbouwwet is opgenomen, is een tijdvak van 30 jaren niet langer dan noodzakelijk om de in de aanvraag voorziene activiteiten te doen plaatsvinden. Deze termijn is voorts niet langer dan noodzakelijk om de benodigde investeringen met een redelijk rendement terug te verdienen. Dit is in lijn met het advies van de Mijnraad;

- De Mijnbouwwet kent de mogelijkheid van het verbinden van een voorschrift aan de vergunning voor een jaarlijkse afdracht aan de staat. In dit besluit is geen toepassing gegeven aan deze mogelijkheid, omdat thans gewerkt wordt aan een wijziging van de regeling van de opslag in de Mijnbouwwet, waaronder de bepalingen met betrekking tot afdrachten. De bedoeling is om de gewijzigde bepalingen in de Mijnbouwwet ten aanzien van afdrachten ook te laten gelden voor de onderhavige vergunning.

Gelet op:

De artikelen 25 tot en met 29, 32 en artikel 98, tweede tot en met vierde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede op artikel 1.3.4 van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245);

Besluit:

Artikel 1

Aan Akzo Nobel B.V., gevestigd te Amersfoort wordt vergunning verleend voor het opslaan van aardgas en andere stoffen, die direct verband houden met het aardgas dat wordt opgeslagen dan wel noodzakelijk zijn voor het opslaan van aardgas, in zoutvoorkomens.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het gebied dat wordt begrensd door de punten A, B,C en D en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van de genoemde punten zijn:

 

x-coördinaat

y-coördinaat

A

257 082,3

567 532,1

B

257 494,4

568 251,3

C

258 674,3

568 368,5

D

257 789,4

566 837,1

De coördinaten zijn weergegeven volgens het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoekmeting.

Artikel 3

Het aardgas en de andere stoffen die zijn opgeslagen moeten voor het einde van de looptijd van de vergunning volgens de stand der techniek van dat moment worden teruggehaald.

Artikel 4

De vergunninghouder is aan de provincie een eenmalige afdracht verschuldigd voor het in gebruik nemen van terreinen voor de opslag, voor zover de terreinen niet reeds voor de winning van steenzout, anhydriet en kali zijn gebruikt. De artikelen 77 tot en met 80 van de Mijnbouwwet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

De vergunning wordt verleend voor een periode van 30 jaar vanaf de dag dat deze vergunning in werking treedt.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag dat de winningsvergunning Adolf van Nassau niet langer van kracht is voor het gebied omschreven in artikel 2 van de onderhavige vergunning.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
J.C. De Groot,
directeur Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven