Wijziging Regeling geluidemissie buitenmaterieel

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 april 2006, nr. LMV 200651319, houdende wijziging van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken,

Gelet op Richtlijn 2005/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 december 2005 tot wijziging van Richtlijn 2000/14/EG inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PbEG L 344) en op artikel 2, eerste lid, tweede lid, onder d, en derde lid, van de Wet geluidhinder;

Besluit:

Artikel I

De Regeling geluidemissie buitenmaterieel wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de huidige tekst wordt ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

2. Voor de toepassing van deze regeling wordt het gebruik van het in het eerste lid, onder i, bedoelde materieel in een omgeving waar de geluidsoverdracht niet of nauwelijks wordt gedempt als gebruik buitenshuis beschouwd.

B

In artikel 3 wordt ‘kan een ieder die het materieel voor gebruik buitenshuis in de Gemeenschap in de handel brengt of in gebruik neemt de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures van de bijlagen V, VI, VII of VIII van richtlijn 2000/14 voltooien’ vervangen door: moet een ieder, die het materieel voor gebruik buitenshuis in de Gemeenschap in de handel brengt of in gebruik neemt, voldoen aan de verplichtingen van de richtlijn 2000/14.

C

De in artikel 4, eerste lid, opgenomen tabel wordt vervangen door de volgende tabel:

Type materieel

Netto geïnstalleerd vermogen P in kW

Toelaatbaar geluidsvermogensniveau in dB/1 pW

 

Elektrisch vermogen Pel(1) in kW

  
 

Massa m van het materieel in kg

  
 

Maaibreedte L in cm

  
  

Fase I vanaf

Fase II vanaf

  

3 januari 2002

3 januari 2006

Verdichtingsmachines (trilwalsen, trilplaten, trilstampers)

P ≤ 8

108

105(2)

 

8 < P ≤ 70

109

106(2)

 

P > 70

89 + 11 lg P

86 + 11 lg P(2)

    

Rupsdozers, rupslaad- en graaflaadmachines

P ≤ 55

106

103(2)

 

P > 55

87 + 11 lg P

84 + 11 lg P(2)

    

Dozers op wielen, laad- en graaflaadmachines op wielen, dumpers, egaliseermachines, vuilnisverdichters van het ladertype, heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht, mobiele kranen, verdichtingsmachines (niet-vibrerende walsen), bestratingsafwerkmachines, hydraulische aggregaten

P ≤ 55

104

101(2) (3)

 

P > 55

85 + 11 lg P

82 + 11 lg P (2) (3)

    

Graafmachines, goederenliften, bouwlieren, motorhakfrezen

P ≤ 15

96

93

 

P > 15

83 + 11 lg P

80 + 11 lg P

    

Met de hand geleide betonbrekers en trilhamers

m ≤ 15

107

105

 

15 < m < 30

94 + 11 lg m

92 + 11 lg m(2)

 

m ≥ 30

96 + 11 lg m

94 + 11 lg m

    

Torenkranen

 

98 + lg P

96 + lg P

    

Las- en vermogensaggregaten

Pel ≤ 2

97 + lg Pel

95 + lg Pel

 

2 < Pel ≤ 10

98 + lg Pel

96 + lg Pel

 

10 > Pel

97 + lg Pel

95 + lg Pel

    

Compressoren

P ≤ 15

99

97

 

P > 15

97 + 2 lg P

95 + 2 lg P

    

Grasmaaiers, grastrim- mers/graskantensnijders

L ≤ 50

96

94(2)

 

50 > L ≤ 70

100

98

 

70 < L ≤ 120

100

98(2)

 

L > 120

105

103(2)

(1) Pel voor lasaggregaten: genormaliseerde lasstroom vermenigvuldigd met de genormaliseerde lasspanning voor de laagste waarde van de inschakelduur die door de fabrikant wordt opgegeven.

Pel voor vermogensaggregaten: primair vermogen overeenkomstig ISO 8528-1:1993, punt 13.3.2.

(2) De waarden voor fase II zijn voor de volgende typen materieel louter indicatief:

– trilwalsen met begeleider;

– trilplaten (> 3kW);

– trilstampers;

– dozers (op stalen rupsbanden);

– laadmachines (op stalen rupsbanden > 55 kW);

– heftrucks met verbrandingsmotor en contragewicht;

– bestratingsafwerkmachines met een verdichtingsbalk;

– met de hand geleide betonbrekers en trilhamers met een inwendige verbrandingsmotor (15 < m < 30);

– grasmaaiers, grastrimmers/graskantensnijders.

De definitieve waarden zijn afhankelijk van de wijziging van de richtlijn ingevolge het krachtens artikel 20, lid 1, vereiste verslag. Bij gebreke van een dergelijke wijziging blijven de waarden voor fase I van toepassing voor fase II.

(3) Voor eenmotorige mobiele kranen blijven de cijfers voor fase I tot 3 januari 2008 van toepassing. Na deze datum zijn de cijfers van fase II van toepassing.

Het toelaatbaar geluidsvermogensniveau wordt naar boven of beneden afgerond op het naaste gehele getal (bij minder dan 0,5 naar beneden, vanaf 0,5 naar boven).

D

In artikel 6, eerste lid, wordt na ‘bewaart die’ ingevoegd: alsmede een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming.

E

Artikel 9, vijfde lid, komt te luiden:

5. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde bewaart tien jaar lang nadat het materieel voor het laatst geproduceerd werd een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming tezamen met de technische informatie overeenkomstig bijlage VII, punt 2, van richtlijn 2000/14.

F

Artikel 12, zesde lid, komt te luiden:

6. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde bewaart tien jaar lang nadat het materieel voor het laatst geproduceerd werd een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming tezamen met de technische informatie overeenkomstig bijlage VIII, punten 3.1 en 3.3 van richtlijn 2000/14, alsmede de in het derde lid en in bijlage VIII, punt 4.3 en punt 4.4 van richtlijn 2000/14 bedoelde verslagen van de keuringsinstantie.

G

Aan artikel 13 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde bewaart gedurende tien jaar na het tijdstip waarop het materieel voor het laatst geproduceerd werd een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming tezamen met de technische informatie overeenkomstig bijlage V, punt 3, van richtlijn 2000/14.

H

In artikel 15, tweede lid, wordt na ‘in het bijzonder de technische informatie, bedoeld in’ ingevoegd: bijlage V,.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 3 januari 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 april 2006.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot implementatie in de Nederlandse wet- en regelgeving van richtlijn 2005/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 december 2005 tot wijziging van richtlijn 2000/14/EG inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis.

Voorts strekt de regeling er toe om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de Europese Commissie naar aanleiding van een onderzoek naar de implementatie van richtlijn 2000/14/EG in de Nederlandse wet- en regelgeving. De Europese Commissie heeft namelijk geconstateerd dat richtlijn 2000/14/EG op een aantal punten niet helemaal correct was geïmplementeerd.

Implementatie richtlijn 2005/88/EG

Richtlijn 2000/14/EG is door de door de diensten van de Commissie opgerichte werkgroep Materieel voor gebruik buitenshuis tegen het licht gehouden. In haar verslag van 8 juli 2004 heeft deze werkgroep vastgesteld dat een aantal grenswaarden voor fase II, die met ingang van 3 januari 2006 zouden moeten worden toegepast, technisch niet haalbaar zijn. Het is echter nooit de bedoeling geweest het in de handel brengen of ingebruikneming van dit materieel te beperken door het stellen van technisch onhaalbare eisen. Daarom voorziet richtlijn 2005/88/EG erin dat bepaalde typen materieel, die om louter technische redenen niet met ingang van 3 januari 2006 aan de grenswaarden voor fase II kunnen voldoen, vanaf die datum toch in de handel kunnen worden gebracht of in gebruik kunnen worden genomen.

Incorrecte implementatie richtlijn 2000/14/EG

Bij brief van 2 februari 2006 heeft de Europese Commissie een rapport toegezonden over de implementatie van richtlijn 2000/14/EG in de nationale regelgeving. In dit rapport is aangegeven dat de implementatie van richtlijn 2000/14/EG op het eerste gezicht voldoende lijkt. Het systeem van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel (Rgb) verschilt, aldus het rapport, iets van de richtlijn, omdat de Rgb aparte bepalingen bevat voor het materieel vermeld in de artikelen 12 en 13 van de richtlijn.Veel bepalingen zijn ofwel letterlijk overgenomen, ofwel correct in de structuur van de Nederlandse wetgeving ingepast. Op de volgende punten is, aldus het rapport, de omzetting incorrect of vermoedelijk incorrect:

a. De Rgb is op 20 augustus 2001 meer dan een maand te laat in werking getreden. Aan dit punt kan niets meer worden gedaan.

b. De Rgb implementeert niet alle elementen van de definitie ‘materieel voor gebruik buitenshuis’ (artikel 3, onder a, van de richtlijn).

c. Artikel 4, tweede lid, van de richtlijn geeft aan op wie verplichtingen van de richtlijn van toepassing zijn, indien noch de fabrikant noch zijn gemachtigde in de Gemeenschap zijn gevestigd. De Rgb geeft slechts aan dat een ieder de procedures van bijlagen V–VIII moet voltooien.

d. Hoewel er enkele verschillende eisen bestaan met betrekking tot het bewaren van bepaalde informatie voor 10 jaar, wordt het vereiste van artikel 8, derde lid, van de richtlijn over het voor 10 jaar lang bewaren van een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming nergens geïmplementeerd.

e. Bij de implementatie in artikel 15, tweede lid, ontbreekt een verwijzing naar de informatie van bijlage V van de richtlijn.

Artikelsgewijs

Artikel I, onder A

Met deze wijziging wordt de definitie van ‘materieel voor gebruik buitenshuis’ conform artikel 3, onder a, van richtlijn 2000/14, uitgebreid. Het gebruik van dit materieel in een omgeving waar de geluidsoverdracht niet of nauwelijks wordt gedempt, zoals bijvoorbeeld onder tenten of afdaken of in in aanbouw zijnde huizen, wordt als gebruik buitenshuis aangemerkt.

Artikel I, onder B

Met deze wijziging van artikel 3 wordt nu duidelijk aangegeven dat – ook als de fabrikant of zijn gemachtigde niet in de Gemeenschap zijn gevestigd – aan de verplichtingen van de richtlijn moet worden voldaan.

Artikel I, onder C

In dit onderdeel wordt richtlijn 2005/88/EG in de Rgb geïmplementeerd.

Artikel I, onder D, E, F en G

Met deze wijzigingen van de artikelen 6, eerste lid, 9, vijfde lid, 12, zesde lid, en 13, vierde lid, van de Rgb wordt tegemoet gekomen aan het hierboven genoemde punt d uit het rapport van de Europese Commissie.

Artikel I, onder H

Met de wijziging van artikel 15, tweede lid, van de Rgb wordt tegemoet gekomen aan het hierboven genoemde punt e uit het rapport van de Europese Commissie.

Artikel II

Om onduidelijkheid te vermijden over de vraag op welk tijdstip welke eisen gelden, is er voor gekozen om de onderhavige regeling met terugwerkende kracht tot en met 3 januari 2006 te laten gelden.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Naar boven