Wijziging Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (natuurbraak)

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 april 2006, nr. TRCJZ/2006/1176, houdende wijziging van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (natuurbraak)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op verordening (EG) nr. 1257/99 van 17 mei 1999 van de Raad van de Europese Unie inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op de artikelen 6, eerste en vierde lid, en 7 van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 21 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid kunnen de beheerspakketten, opgenomen in onderdeel 4 van de bijlagen 19 tot en met 22 en in bijlage 28b, op dezelfde oppervlakte worden ontwikkeld of in stand gehouden.

B

In artikel 24 wordt ‘bijlagen 29 en 30’ vervangen door: bijlagen 28b tot en met 30.

C

In artikel 26, onderdeel a, wordt ‘bijlagen 6 tot en met 28a’ vervangen door: bijlagen 6 tot en met 28b.

D

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘bijlagen 29 en 30’ vervangen door: bijlagen 28b tot en met 30.

2. Onderdeel d, subonderdeel 10, komt te luiden:

10°. hoofdstuk 4, paragraaf 2, van de Regeling GLB-inkomenssteun of hoofdstuk 2, paragraaf 5.2 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006, behalve ingeval de beheerssubsidie betrekking heeft op een beheerseenheid als bedoeld in onderdeel 4 van de bijlagen 19 tot en met 22, of in bijlage 28b.

E

Aan artikel 32, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. op het terrein een beheerspakket als bedoeld in bijlage 28b wordt ontwikkeld of in stand gehouden en de beheerder zich, ingeval op het terrein tevens een beheerspakket als bedoeld in de bijlagen 19 tot en met 22, onderdeel 4, wordt ontwikkeld of in stand gehouden, bereid heeft verklaard te voldoen aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdelen d en e.

F

In artikel 33a wordt ‘bijlagen 6 tot en met 28a’ telkens vervangen door: bijlagen 6 tot en met 28b.

G

In artikel 38, derde lid, wordt ‘opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22’ vervangen door ‘, opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22 of 28b‘ en wordt ‘desbetreffende pakketten’ vervangen door: beheerspakketten, opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22.

H

Na bijlage 28a wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 28b

Beheerspakket: Natuurbraak

1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.

2. In de beheerseenheid komt in elk jaar van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend de volgende begroeiing voor:

a. een natuurbraakmengsel dat bestaat uit ten minste twee grassoorten, een graansoort en twee kruidensoorten;

b. grasachtige vegetaties; of

c. kruiden.

Het natuurbraakmengsel wordt in ieder geval ingezaaid in het eerste en in het vierde jaar van het tijdvak, uiterlijk op 15 mei van het desbetreffende jaar. De grasachtige vegetaties en kruiden mogen ontstaan door inzaai of spontane ontwikkeling.

3. Het is niet toegestaan bewerkingen uit te voeren met als doel de beheerseenheid onbegroeid te laten.

4. De beheerseenheid wordt ten minste twee keer per jaar gemaaid, waarbij het maaisel niet wordt afgevoerd. De stoppellengte is ten minste 10 cm. 50% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt gemaaid in de periode van 15 juli tot en met 14 augustus en 50% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt gemaaid in de periode van 1 november tot en met 31 december. Buiten deze perioden is maaien niet toegestaan.

5. Het is niet toegestaan de beheerseenheid te beweiden, te bemesten of van bagger te voorzien.

6. Mechanische en chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze mechanische bestrijding van Akkerdistel, Jacobskruiskruid, Kweek of Ridderzuring.

7. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot en ten minste 5 meter breed.

Artikel II

De Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9i, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g wordt geletterd onderdeel h.

2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

g. € 100.000,– voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer ten behoeve van het beheerspakket, opgenomen in bijlage 28b.

B

Artikel 9j wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Aanvragen voor de ontwikkeling van het beheerspakket, bedoeld in bijlage 28b van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, kunnen worden ingediend in de periode van 15 april tot en met 14 mei 2006. De subsidie kan worden verleend met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2006.

C

In de tabel, opgenomen in artikel 9k, tweede lid, wordt na de rij die betrekking heeft op bijlage 28a de volgende rij ingevoegd, onder vermelding van de daarbij opgenomen gegevens in de daarvoor binnen de tabel onderscheiden kolommen:

28b

Natuurbraak

ha per jaar

€ 172,–

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Via de onderhavige wijziging van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (hierna: SAN) en de Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV kan voor het begrotingsjaar 2006 subsidie voor natuurbraak worden verstrekt.

Tot 2005 kon voor natuurbraak subsidie worden verstrekt via een koppeling aan de subsidieverlening op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen. Die mogelijkheid is evenwel per 2005 vervallen. Voor 2005 is daarom subsidie voor natuurbraak verstrekt op grond van de zogenoemde de-minimisverordening (verordening (EG) nr. 1860/2004 van de Commissie van 6 oktober 2004, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de de-minimissteun in de landbouwsector en de visserijsector (PbEGL 325)). De op grond van deze verordening toegestane maximale steunbedragen zijn gering (namelijk 3000 euro per agrariër per periode van drie jaar voor alle steun die op grond van de de-minimisverordening wordt verstrekt). De verordening biedt daarmee geen basis voor duurzame verstrekking van subsidie voor natuurbraak. De meerwaarde van natuurbraak ten opzichte van gewone braak wordt evenwel juist groter als de natuurbraak een duurzaam karakter heeft. Om die reden heb ik er dan ook voor gekozen om subsidie voor natuurbraak via de SAN te verstrekken en natuurbraak als aanvullende landbouwmilieumaatregel op te nemen in het aan de SAN ten grondslag liggende Plattelandsontwikkelingsprogramma (hierna: POP). Met het POP hebben de Nederlandse autoriteiten invulling gegeven aan Verordening nr. 1257/1999 van 17 mei 1999 van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (Pb L 160; hierna: Kaderverordening plattelandsontwikkeling). Het in 2005 ingediende wijzigingsvoorstel van het POP, strekkende tot steunverlening voor natuurbraak, is recentelijk goedgekeurd door de Europese Commissie. Met de onderhavige wijzigingsregeling is invulling gegeven aan de mogelijkheid om subsidie voor natuurbraak via de SAN te verstrekken.

Het thans in bijlage 28b van de SAN opgenomen beheerspakket Natuurbraak komt grotendeels overeen met het pakket dat is opgenomen in de Tijdelijke regeling natuurbraak 2005. Een belangrijk verschil is dat de subsidie thans enkel nog voor een periode voor zes jaar kan worden verstrekt. Op grond van de Kaderverordening plattelandsontwikkeling is het namelijk niet mogelijk om voor maatregelen als natuurbraak voor slechts één jaar subsidie te verstrekken.

Als gevolg van het feit dat natuurbraak als een nieuw beheerspakket van de SAN is opgenomen gelden de in de SAN opgenomen voorwaarden en voorschriften met betrekking tot de verstrekking van subsidie voortaan ook voor de verstrekking van natuurbraaksubsidie. Ten aanzien van enkele onderdelen gelden evenwel afwijkende regels. Allereerst kan subsidie voor het beheerspakket Natuurbraak ook worden verstrekt als de beheerseenheid ten behoeve waarvan subsidie is aangevraagd buiten een beheersgebied als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel n, van de SAN is gelegen. Daarmee geldt voor natuurbraak eenzelfde uitzondering als voor de beheerspakketten Snelgroeiend bos die in de bijlagen 29 en 30 van de SAN zijn opgenomen (artikel I, onderdelen B en D, eerste lid). Verder kunnen de maatregelen en vergoeding betreffende natuurbraak cumuleren met de maatregelen en vergoedingen met betrekking tot gewone braak en nestbescherming (artikel I, onderdelen A en D, tweede lid). Ten slotte geldt de keuze die de subsidieontvanger heeft gemaakt om bij de aanvraag van subsidie voor nestbeschermingsmaatregelen al dan niet een vergoeding te ontvangen omdat zijn terrein is gelegen in een probleemgebied, zoals omschreven in artikel 32, eerste lid, onder b, tevens geldt voor de aanvraag van subsidie voor natuurbraak (artikel I, onderdelen E en G).

Net als vorig jaar bedraagt het subsidieplafond 100.000 euro. De vergoeding bedraagt € 172,– euro per hectare per jaar. Dit bedrag is hoger dan de vergoeding in 2005. Dit is het gevolg van een aanscherping van de beheersvoorwaarden, waarmee de effectiviteit van het natuurbeheer is verhoogd.

Omdat er slechts één keer per zes jaar een aanvraag hoeft te worden ingediend zijn ten opzichte van de Tijdelijke regeling natuurbraak 2005 de administratieve lasten per saldo licht gedaald.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1999, 252; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 1 december 2005 (Stcrt. 235).

  • 2

    Stcrt. 2004, 100; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 maart 2006 (Stcrt. 65).

Naar boven