Wijziging Subsidieregeling jonge agrariërs

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 april 2006, nr. TRCJZ/2006/1139, houdende wijziging van de Subsidieregeling jonge agrariërs

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling jonge agrariërs1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onderdeel h, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. vestiging: stichten van een nieuw landbouwbedrijf of het overnemen van een bestaand landbouwbedrijf, waarbij een natuurlijke persoon, die niet eerder een landbouwbedrijf volledig in eigendom, pacht of erfpacht heeft gehad voor eigen rekening en risico het landbouwbedrijf gaat uitoefenen en:

– het betreffende landbouwbedrijf in eigendom, pacht of erfpacht verwerft, of

– met een andere natuurlijke persoon, die niet eerder een landbouwbedrijf volledig in eigendom, pacht of erfpacht heeft gehad, gezamenlijk het betreffende landbouwbedrijf in eigendom, pacht of erfpacht verwerft.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

1. De minister kan per kalenderjaar één of meer aanvraagperioden vaststellen voor subsidieaanvragen op grond van deze regeling.

2. De minister stelt voor iedere aanvraagperiode een subsidieplafond vast voor op grond van deze regeling te verlenen subsidies.

3. De minister maakt besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid bekend in de Staatscourant.

C

Artikel 4, tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

D

Artikel 9, komt te luiden:

Artikel 9

1. Indien bij verlening van alle aanvragen het subsidieplafond, bedoeld in artikel 3, zou worden overschreden, geschiedt de verlening volgens een rangschikking van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerste voor verlening in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, die geschiedt door een notaris.

2. Na verlening van de aanvragen overeenkomstig het eerste lid, geschiedt toewijzing van de aanvragen waarvan het landbouwbedrijf van de aanvrager zijn hoofdvestiging heeft in de provincies, die een additioneel subsidieplafond ter beschikking hebben gesteld, tot ten hoogste het voor de desbetreffende provincie op grond van het in het openstellingsbesluit vastgestelde additionele subsidieplafond. Verlening van de aanvragen geschiedt volgens een rangschikking van deze aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking wordt bepaald door de op grond van het eerste lid uitgevoerde loting.

E

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. De aanvrager wiens subsidie in 2005 is verleend, verricht de investeringen voor 1 juli 2006.

2. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. De aanvrager wiens subsidie in 2006 is verleend, verricht de investeringen voor 25 september 2008.

F

Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:

1. De aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk op 25 september 2008 ingediend bij de Dienst Regelingen op een daartoe door de Dienst Regelingen ter beschikking gesteld formulier.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatcourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

De Subsidieregeling Jonge Agrariërs wordt gewijzigd. Voortaan is de aanvrager eerst gevestigd op het moment dat hij alleen of gezamenlijk met een of meer andere jonge agrariërs het hele landbouwbedrijf overneemt. Er wordt hierbij gekeken naar het bedrijf waarop de jonge agrariër zich vestigt, in sommige gevallen zal dit een afsplitsing zijn van een groter bedrijf.

De jonge agrariër mag niet eerder een landbouwbedrijf in zijn geheel in eigendom, pacht of erfpacht hebben gehad. Indien een landbouwbedrijf gezamenlijk wordt verworven (bijv. in een maatschap), mag ook de andere agrariër niet eerder een landbouwbedrijf in zijn geheel in eigendom, pacht of erfpacht hebben gehad. Dit sluit bijvoorbeeld uit dat de jonge agrariër subsidie ontvangt zolang de ouders onderdeel van de maatschap blijven uitmaken. Er worden geen eisen gesteld aan de rechtsvorm waarin het landbouwbedrijf wordt uitgeoefend.

Aanvragers krijgen tot 25 september 2008 de tijd om de investeringen te verrichten en de aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt via een apart openstellingsbesluit de periode vast waarin de aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend. Voorts wordt in het openstellingsbesluit het subsidieplafond vastgesteld.

De totale administratieve lasten van de regeling bedragen € 293.238,00. De relatieve lasten bedragen 1,7%. Op basis van deze gegevens heeft het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) aangegeven dat de Subsidieregeling jonge agrariërs niet voor een Actal-toets in aanmerking komt.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2005, 71; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 10 juni 2005, Strct. 2005, 112.

Naar boven