Mandaatbesluit Loyalis Maatwerkadministraties

Besluit tot het verlenen van mandaat aan Loyalis Maatwerkadministraties B.V. ter zake van de uitvoering van ontslaguitkeringsregelingen van de sector Rijk

3 april 2006

Nr. 2006-0000079410

DGMOS/POI Rijk/AV

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

LMA: Loyalis Maatwerkadministraties B.V.;

regelingen: Rijkswachtgeldbesluit 1959, Uitkeringsregeling 1966, de Regeling wachtgeld en uitkering privatisering, het Sociaal Beleidskader 1987, het Sociaal Beleidskader 1991, het besluit aanvullende regels ten aanzien van de rechtspositie van ambtenaren bij de BVD, de tijdelijke regeling WWV-vervangende uitkering, het besluit SBK reorganisatie Politiebestel, de wachtgeld-vut-uitkeringsregeling ten aanzien van rechthebbenden die na 1-10-1995 zijn ontslagen en onderstand overdracht West-Nieuw Guinea/voormalig personeel Suriname.

Artikel 2

De Minister verleent aan LMA het volgende mandaat.

1. LMA is bevoegd om namens de Minister al die besluiten te nemen die de opdrachtgever bij of krachtens de regelingen bevoegd is te nemen.

2. LMA is bevoegd om in het kader van de uitvoering van de regelingen namens de Minister te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg.

3. LMA is bevoegd om inzake de uitvoering van de regelingen namens de Minister in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspraken hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanmerkelijk financieel of rechtspositioneel belang, oefent LMA deze bevoegdheid niet uit dan na verkregen instemming van de Minister en in voorkomend geval de ex-werkgever van de wederpartij in de desbetreffende zaak. LMA is in dat geval wel bevoegd om vooruitlopend hierop zo nodig voorlopig hoger beroep of cassatie in te stellen.

Artikel 3

LMA is niet bevoegd om zelfstandig verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet nationale ombudsman, dan wel verzoeken van gelijksoortig karakter, voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, namens de Minister af te handelen.

Dergelijke zaken worden door LMA inhoudelijk voorbereid en formeel door de Minister afgehandeld.

Artikel 4

LMA is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan bij LMA in dienst zijnde functionarissen. LMA doet daarvan mededeling aan de Minister.

Artikel 5

1. LMA rapporteert ieder kwartaal aan de Minister over de uitvoering van zijn bevoegdheden als omschreven in artikel 2.

2. Ingeval er op grond van artikel 2, tweede lid, wordt beslist op een bezwaarschrift waarbij kennelijk een aanmerkelijk financieel of rechtspositioneel belang in het geding is, vindt in afwijking van het eerste lid rapportage onverwijld plaats.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2006.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Naar boven