Wijziging Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA, vakantieregeling WW en Regeling herlevingstermijn WW

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 maart 2006, nr. SV/R&S/06/19818, tot wijziging van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA, de vakantieregeling WW en de Regeling herlevingstermijn WW in verband met enkele technische aanpassingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 32, tweede lid, en 37, zesde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de artikelen 19, vijfde lid, 21, vierde lid, 24, zevende lid, 26, derde lid, en 76a van de Werkloosheidswet;

Besluit:

Artikel I

Wijziging Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA

De Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘Voor de toepassing van deze regeling’ wordt vervangen door: In deze regeling.

2. In de alfabetische volgorde wordt ingevoegd: uitkeringsgerechtigde: de verzekerde die zijn resterende verdiencapaciteit als bedoeld in paragraaf 7.2 van de Wet WIA niet volledig benut of de werknemer;.

3. ‘UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;’ vervalt.

4. In de definitie van verzekerde wordt na ‘in de Wet WIA’ ingevoegd: , die recht heeft op een WGA-uitkering.

5. In de definitie van werknemer wordt ‘van de Werkloosheidswet’ vervangen door: , van de WW, die recht heeft op een WW-uitkering.

B

Artikel 3, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, is vrijgesteld de werknemer wiens werkloosheid uitsluitend een gevolg is van:.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

1. Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, is vrijgesteld de werknemer die met behoud van zijn recht op uitkering op grond van de WW vakantie geniet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Vakantieregeling WW.

2. In het tweede lid wordt ‘de verplichting gericht op arbeidsinpassing als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA’ vervangen door: de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA,.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

Vrijstelling in verband met vrijwilligerswerk of mantelzorg

1. Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, of 30, eerste lid, van de Wet WIA, is vrijgesteld de uitkeringsgerechtigde die 57,5 jaar of ouder is op 31 december 2003, gedurende een periode van minimaal drie maanden gemiddeld ten minste 20 uur per week besteedt aan vrijwilligerswerk of mantelzorg en:

a. wiens eerste werkloosheidsdag is gelegen voor 1 januari 2004;

b. wiens eerste werkloosheidsdag is gelegen op of na 1 januari 2004, indien ten minste een jaar is verstreken gerekend vanaf de eerste werkloosheidsdag; of

c. indien ten minste een jaar is verstreken gerekend vanaf de eerste dag waarop hij recht heeft op een WGA-uitkering en hij zijn resterende verdiencapaciteit niet volledig benut, tenzij het UWV ten behoeve van die uitkeringsgerechtigde werkzaamheden laat verrichten met als doel de bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces.

2. De uitkeringsgerechtigde die op grond van het eerste lid is vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in de aanhef van dat lid, in verband met het verrichten van mantelzorg, blijft vrijgesteld van die verplichtingen tot een maand na de dag, waarop hij die mantelzorg niet langer verricht.

3. Het UWV stelt het recht op vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, op aanvraag vast.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, van de WW of 30, eerste lid, van de Wet WIA, is vrijgesteld, de uitkeringsgerechtigde die een naar het oordeel van het UWV noodzakelijke opleiding of scholing volgt.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. De uitkeringsgerechtigde die werkzaamheden verricht op een proefplaats als bedoeld in artikel 76a van de WW of artikel 37 van de Wet WIA, is vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in de artikel 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, van de WW, of 30, eerste lid, van de Wet WIA, voorzover het andere werkzaamheden betreft dan die op de proefplaats.

F

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

Vrijstelling om andere redenen

Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, of de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA, is vrijgesteld de uitkeringsgerechtigde die 64 jaar of ouder is op de eerste dag van werkloosheid respectievelijk op de eerste dag dat hij recht heeft op een WGA-uitkering.

G

Artikel 8, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, is vrijgesteld de werknemer:.

Artikel II

Wijziging Vakantieregeling WW

In artikel 2, tweede lid, van de Vakantieregeling WW, wordt ‘de werknemer, bedoeld in artikel 4, eerste en derde lid, en 7, eerste lid,’ vervangen door: de werknemer, bedoeld in de artikelen 5, eerste en tweede lid, 7 en 8, eerste lid,.

Artikel III

Wijziging Regeling herlevingstermijn WW

In artikel 1 van de Regeling herlevingstermijn WW wordt ‘de werknemer, bedoeld in artikel 6, eerste lid, en 7, eerste lid,’ vervangen door: de werknemer, bedoeld in de artikelen 7 en 8, eerste lid,.

Artikel IV

Inwerkingtreding

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 3, en werkt, met uitzondering van dat onderdeel, terug tot en met 29 december 2005.

2. Artikel I, onderdeel A, onder 3, treedt in werking met ingang van de datum waarop artikel I, onderdeel aA, van het bij koninklijke boodschap van 17 november 2005 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in

verband met de wijziging van het WW-stelsel (Wet wijziging WW-stelsel) tot wet is verheven en in werking is getreden.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 maart 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling wijzigt de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA (hierna: de Regeling), de Vakantieregeling WW en de Regeling herlevingstermijn WW. De Regeling bevatte in de artikelen 6 en 10 (welk laatste artikel wijzingen aanbracht in de Vakantieregeling WW en de Regeling herlevingstermijn WW) technische onjuistheden.

Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele tekstuele verbeteringen en vereenvoudigingen aan te brengen. Met deze wijzigingen wordt geen inhoudelijke wijziging beoogd. Onderstaand worden de herstelde technische onjuistheden toegelicht. De tekstuele verbeteringen en vereenvoudigingen worden – waar nodig – in het artikelsgewijze deel van deze toelichting besproken.

Ten eerste was in artikel 6, eerste lid, van de Regeling vermeld dat de personen, die een naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) noodzakelijke opleiding of proefplaatsing volgen, voor de duur van de proefplaatsing zijn vrijgesteld van de verplichtingen gericht op arbeidsinpassing. De zinsnede ‘voor de duur van de proefplaatsing’ was abusievelijk in de tekst gekomen. Uit de toelichting en de context blijkt echter dat deze zinsnede hier niet juist is.

Artikel 10 van de Regeling heeft artikel 2 van de Vakantieregeling WW en artikel 1 van de Regeling herlevingstermijn WW gewijzigd. Artikel 10 van de Regeling bevatte enige onjuistheden waardoor de in artikel 2, tweede lid, van de Vakantieregeling WW en artikel 1 van de Regeling herlevingstermijn WW veranderde verwijzingen niet correct waren.

De genoemde artikelen uit de Vakantieregeling WW en de Regeling herlevingstermijn WW hebben tot doel een gunstiger vakantie-, respectievelijk gunstiger herlevingsregime te doen ontstaan voor bepaalde groepen, die in de Regeling zijn opgenomen.

Een gunstiger vakantieregime geldt voor de werknemer die vrijgesteld is van verplichtingen:

1. wegens het verrichten van mantelzorg/vrijwilligerswerk (op grond van artikel 5, eerste en tweede lid);

2. wegens andere redenen (degenen die 64 jaar zijn op de eerste werkloosheidsdag) (artikel 7);

3. op grond van het overgangsrecht dat gold bij de herinvoering van de sollicitatieplicht voor ouderen per 1 januari 2004 (artikel 8, eerste lid).

Een gunstiger herlevingstermijn geldt voor de werknemer die vrijgesteld is van verplichtingen:

1. wegens andere redenen (degenen die 64 jaar zijn op de eerste werkloosheidsdag);

2. op grond van het overgangsrecht dat gold bij de herinvoering van de sollicitatieplicht voor ouderen per 1 januari 2004 (artikel 8, eerste lid).

Het gunstige vakantie- en herlevingsregime voor de in de artikelen 5, 7 en 8 van de Regeling opgenomen groepen dateert al van voor 29 december 2005, de datum waarop de Regeling in werking is getreden. Met de in artikel 10 van de Regeling opgenomen wijzigingen werd niet beoogd inhoudelijk een wijziging te brengen in de begunstiging van groepen. Het betrof, blijkens de toelichting op artikel 10, slechts een technische aanpassing.

De regeling werkt terug tot en met 29 december 2005, de datum waarop de Regeling in werking is getreden. De terugwerkende kracht is noodzakelijk ten aanzien van de artikelen I, onderdeel E, onder 1, II en III teneinde voornoemde onjuistheden op een effectieve manier te herstellen. Nu genoemde artikelen verwijzen naar de eveneens op grond van deze regeling gewijzigde artikelen is het, teneinde de verwijzingen juist te laten verlopen, noodzakelijk ook aan de wijziging van de andere artikelen terugwerkende kracht te geven. De wijzigingen in deze andere artikelen zijn tekstueel van aard en beogen geen inhoudelijke wijziging zodat tegen het verlenen van terugwerkende kracht aan die artikelen geen bezwaar bestaat.

De terugwerkende kracht is begunstigend voor de groepen werknemers, genoemd in de artikelen II en III van de onderhavige regeling. De terugwerkende kracht ziet daarnaast tevens op de groepen werknemers, die in artikel 2, tweede lid, van de Vakantieregeling WW en artikel 1 van de Regeling herlevingstermijn WW abusievelijk waren genoemd. Hiertegen is geen bezwaar omdat het abusievelijk noemen van deze groepen in de praktijk geen gevolgen heeft gehad. In geval van het volgen van een noodzakelijke scholing met behoud van uitkering zal geen sprake zijn geweest van een langdurige beëindiging van de uitkering zodat ook de herlevingstermijn niet van belang is. Voorts zag de onjuiste verwijzing in de Vakantieregeling WW op degene die recht had op een uitkering op grond van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De Vakantieregeling WW was niet van toepassing op deze persoon. Ten slotte was de verwijzing in de Vakantieregeling WW naar artikel 4, eerste lid, van de Regeling zo onlogisch dat voor een ieder duidelijk was dat er sprake was van een omissie.

Artikelsgewijs

Artikel I, met uitzondering van onderdeel E, onder 1

In de Regeling wordt een aantal vereenvoudigingen aangebracht, die de inzichtelijkheid van de Regeling ten goede komen. De betreffende wijzigingen hebben geen inhoudelijke wijzigingen ten gevolge. Het betreft de volgende wijzigingen:

– De afkorting UWV kan vervallen, aangezien deze zowel in de Werkloosheidswet (WW) (met de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel aA, van de Wet wijziging WW-stelsel) als in de Wet WIA wordt, respectievelijk is opgenomen.

– In artikel 1 van de Regeling wordt een definitie opgenomen voor uitkeringsgerechtigde. Met een uitkeringsgerechtigde wordt zowel een persoon die recht heeft op een WW-uitkering (WW-gerechtigde) als een persoon die recht heeft op een werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet WIA (WGA-gerechtigde) bedoeld. Door het opnemen van deze definitie kan een aantal bepalingen vereenvoudigd worden. Dit betreft de artikelen 5, 6 en 7 van de Regeling. In die artikelen kunnen de vergelijkbare vrijstellingen die gelden voor de WW-gerechtigde en de WGA-gerechtigde hiermee in een lid, in plaats van twee leden, worden opgenomen.

– In de definitie van werknemer en verzekerde wordt geregeld dat het moet gaan om een persoon die een uitkering ontvangt op grond van de WW respectievelijk de Wet WIA. Dit stemt overeen met de wijze waarop de Regeling op dit moment wordt uitgevoerd.

– De verwijzingen naar de verplichtingen waarvan vrijstelling wordt verleend worden ingekort. Zo wordt in artikel 3, eerste lid, aanhef van de Regeling ‘de verplichting zich als werkzoekende te laten registreren bij de CWI, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onderdeel d, van de WW, en van de verplichtingen gericht op arbeidsinpassing, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en artikel 26, eerste lid, onderdeel f en g, van de WW’ vervangen door: de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW. Het artikel wordt hiermee makkelijker leesbaar, terwijl hetzelfde geregeld wordt.

Artikel I, onderdeel E, onder 1

De vrijstelling van de verplichtingen gericht op arbeidsinpassing, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling dient (met inachtneming van het tweede lid) aanwezig te zijn gedurende de in dat artikel genoemde opleiding of scholing. De passage ‘voor de duur van de proefplaatsing’ is hier verwarrend en is daarom komen te vervallen.

Artikelen II en III

Met deze artikelen vindt correctie plaats van onjuiste verwijzingen, die waren opgenomen in artikel 10 van de Regeling. Thans worden de juiste artikelen genoemd. Tevens zijn de verwijzingen aangepast aan de wijzigingen in artikel I van de onderhavige regeling. Nu artikel 10 van de Regeling een wijzigingsartikel betrof dat zag op wijziging van de Vakantieregeling WW alsmede de Regeling herlevingstermijn WW, zijn de correcties rechtstreeks opgenomen in laatstgenoemde ministeriële regelingen.

Artikel IV

De in de onderhavige regeling opgenomen wijzigingen werken, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 3, terug tot en met 29 december 2005. Dat is de datum waarop de Regeling in werking is getreden. Voor een nadere uitleg van de keuze voor inwerkingtreding met terugwerkende kracht wordt verwezen naar het algemeen deel van de toelichting.

Artikel I, onderdeel A, onder 3, treedt in werking met ingang van de datum waarop artikel I, onderdeel aA, van de Wet wijziging WW-stelsel in werking treedt. Pas op die datum wordt namelijk in de WW zelf de afkorting UWV gehanteerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven