Wijziging Nationaal Frequentieplan 2005

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 28 maart 2006, nr. TP/MO 6020739, houdende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 februari 2005, nr. WJZ 5004374, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 20051 wordt gewijzigd als volgt:

A

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentie-

Bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘Verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

10.7 GHz

10.7 GHz

F

1

Vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag

  

FS(D)

1

Vaste satellietverbindingen (ruimte naar aarde).

Vergunningverlening is niet van toepassing

11.7 GHz

11.7 GHz

    

vervangen door:

Frequentieband

Frequentie-

Bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘Verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

10.7 GHz

10.7 GHz

F

1

Vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag

  

FS(D)

1

Vaste satellietverbindingen (ruimte naar aarde).

Vergunningverlening is niet van toepassing

  

/f/

4

Vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag t.b.v. aardse verspreiding van satellietomroepsignalen met laag vermogen

11.7 GHz

11.7 GHz

    

B

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentie-

Bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘Verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

11.7 GHz

11.7 GHz

BS

1,2

Omroepsatelliet, TV.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag

12.5 GHz

12.5 GHz

    

vervangen door:

Frequentieband

Frequentie-

Bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘Verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

11.7 GHz

11.7 GHz

BS

1,2

Omroepsatelliet, TV.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/f/

4

Vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag t.b.v. aardse verspreiding van satellietomroepsignalen met laag vermogen.

12.5 GHz

12.5 GHz

    

C

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentie-

Bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘Verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

12.5 GHz

12.5 GHz

FS(D)

1

Vaste satellietverbindingen (ruimte naar aarde).

Vergunningverlening is niet van toepassing.

12.75 GHz

12.75 GHz

    

vervangen door:

Frequentieband

Frequentie-

Bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘Verkort’

Hoofd-

categorie

Bestemming

Beleid

12.5 GHz

12.5 GHz

FS(D)

1

Vaste satellietverbindingen (ruimte naar aarde).

Vergunningverlening is niet van toepassing.

  

/f/

4

Vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag t.b.v. aardse verspreiding van satellietomroepsignalen met laag vermogen.

12.75 GHz

12.75 GHz

    

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat het bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift wordt gericht aan de Minister van Economische Zaken en wordt gezonden aan de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 maart 2006.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

In februari 2005 heeft de minister van Economische Zaken op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet het Nationaal Frequentieplan 2005 (NFP) vastgesteld. In het NFP formuleert de overheid haar algemene frequentiebeleid en frequentiebeheer. Tevens bevat dit plan een overzicht in tabelvorm waarin per frequentieband is aangegeven voor welk type gebruik deze band bestemd is en welk beleid er wordt gevoerd bij de verdeling van de frequenties uit de band over de gebruikers. In feite is het NFP een bestemmingsplan waarop de daadwerkelijke vergunningverlening is gebaseerd. Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van de in het NFP opgenomen frequentietabel.

Het gebruiksrecht voor de frequentiebanden 10,7–11,7 GHz, 11,7–12,5 GHz en 12,5–12,75 GHz is op primaire basis toegekend aan de diensten Fixed Satellite (ruimte naar aarde) aangeduid met FS(D), Broadcasting Satellite (BS) dan wel Fixed (F). De voorgestelde wijziging van het NFP houdt medegebruik op non-interferentiebasis (NIB) van deze frequenties in. Dit betekent dat de betreffende apparatuur geen schadelijke interferentie op andere gebruikers van de band (die de primaire status hebben) mag veroorzaken en er geen aanspraak kan worden gemaakt op bescherming tegen schadelijke interferentie die door deze gebruikers in dezelfde band wordt veroorzaakt.

De nieuwe bestemming ‘vaste verbindingen’ op non-interferentiebasis (aangeduid met /f/) heeft betrekking op de verspreiding van satellietomroepsignalen met laag vermogen door zogenaamde aardse satellietrepeatersystemen (SRS). Hiermede kunnen deze signalen onder voorwaarden langs de gevels van gebouwen uitgezonden waardoor een alternatief wordt verkregen voor de individuele schotelontvangst omdat kleine antennes volstaan. Vanwege de kans op storing is voor SRS een vergunning per toepassing of object vereist die op volgorde van binnenkomst kan worden verstrekt.

De hoofdcategorie ‘4’ (Overig Gebruik) verwijst naar gedeeld gebruik met laag vermogen.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

  • 1

    Stcrt. 2005, 30; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 31 oktober 2005 (Stcrt. 2005, 216).

Naar boven