Wijziging Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop en Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 april 2006, nr. TRCJZ/2006/1157, houdende wijziging van de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee en biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop en de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op beschikking nr. 2006/147/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 februari 2006 betreffende preventieve vaccinatie tegen hoogpathogene aviaire influenza H5N1 in Nederland en aanverwante bepalingen betreffende verplaatsingen (PbEU L 55);

Gelet op artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d en e worden geletterd e en f.

2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. er zorg voor te dragen dat de dierenarts die de vaccinatie heeft uitgevoerd in de periode die aanvangt negen weken na de tweede vaccinatie en die eindigt twaalf maanden na die vaccinatie, de bloedmonsters als bedoeld in artikel 10, tweede lid, neemt;.

B

In artikel 13, eerste lid, wordt ‘bedoeld in artikel 18’ vervangen door: bedoeld in het tweede lid en bedoeld in artikel 18.

Artikel II

In artikel 4, derde lid, van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II2 wordt ‘drie weken na de datum van de tweede vaccinatie’ vervangen door: één week na de datum van de tweede vaccinatie.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Met de onderhavige regeling worden twee regelingen gewijzigd. De Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop (verder ook: vaccinatieregeling) en de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II (verder ook: regeling AI) worden op enkele punten aangepast.

De Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee en biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop

Van hobbykippen moeten op grond van artikel 10, tweede lid, van de vaccinatieregeling na de tweede vaccinatie eenmalig bloedmonsters worden genomen. De houder is ervoor verantwoordelijk deze monsterneming te laten plaatsvinden. Om deze verplichting voor de houder expliciet te maken, is artikel 8 gewijzigd. In dit artikel wordt thans bepaald dat de houder ervoor zorg moet dragen dat de dierenarts die het hobbypluimvee heeft gevaccineerd, bij deze dieren bloedmonsters afneemt.

Dit brengt overigens voor de houder geen extra financiële last met zich mee omdat de overheid deze bloedafname voor haar rekening neemt.

Voorts is in artikel 13 een omissie hersteld.

Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II

In artikel 4, eerste lid, van de regeling AI is de zogenoemde afschermverplichting neergelegd. Deze verplichting houdt in dat houders van pluimvee passende maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat hun pluimvee in contact komt met trekvogels of hun uitwerpselen. In het derde lid, onderdeel e, van dit artikel was bepaald dat dieren die ingevolge de vaccinatieregeling zijn gevaccineerd, drie weken na de tweede vaccinatie niet meer hoeven te worden afgeschermd. De onderhavige regeling verkort deze wachtperiode van drie weken tot één week, zodat thans de afschermverplichting voor gevaccineerde dieren één week na de tweede vaccinatie niet meer geldt. Verkorting van deze wachtperiode staat tegen de achtergrond van resultaten van een test naar de immuniteit van kippen voor aviaire influenza na vaccinatie. Op grond van de uitkomsten daarvan is het veterinair verantwoord gebleken de afschermplicht voor gevaccineerd pluimvee één week na de tweede vaccinatie op te heffen.

Administratieve lasten

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. De regeling is daarom niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 2006, 53.

  • 2

    Stcrt. 2005, 187; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 15 maart 2006 (Stcrt. 53).

Naar boven