Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2006, 7 pagina 11 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2006, 7 pagina 11 | Overig |
7 juli 2005
Nr. C/S&A/05/1162
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 7 januari 2005, nr. arc-2004.01772/3);
Besluiten:
De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Landinrichting over de periode 1945–1993’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
1. De ‘lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorterende Centrale cultuurtechnische commissie en de plaatselijke commissies voor de ruilverkavelingen, de cultuurtechnische dienst en de daaronder ressorterende provinciale kantoren en van de andere onder deze organen ressorterende commissies en ambtenaren’, (vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk [Dir. MMA/AR 192.339 d.d. 17 januari 1978] en de Minister van Landbouw en Visserij [PAZ 23 d.d. 17 januari 1978] , laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (gepubliceerd in de Staatscourant [nr. 2001/201 d.d. 30 juli 2001]) Het onderdeel ‘Taak’ van deze lijst wordt ingetrokken.
2. Het onderdeel ‘Taak’ van de selectielijst van te vernietigen archiefbescheiden van de onder het ministerie ressorterende Directie Beheer Landbouwgronden en van de onder dat ministerie ressorterende commissies en ambtenaren (vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk [Dir. MMA/Ar 194.557 d.d. 7 september 1978] en de Minister van Landbouw en Visserij [PAZ 273 d.d. 7 september 1978]. Dit onderdeel ‘Taak’ is reeds ingetrokken bij beschikking van de Staatssecretaris van OCenW en de Minister van LNV [nr. 1998/51 d.d. 4 maart 1998].
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 7 juli 2005
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:
de DirecteurInformatiemanagement en Facilitaire Aangelegenheden, D.J. Langendoen.
Dit document is geldig voor de zorgdragers:
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Minister van Binnenlandze Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Minister van Financiën
Minister van Verkeer en Waterstaat (V&W)
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
De totstandkoming van deze selectielijst werd gecoördineerd door de Directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken (LNV).
Het bijbehorende contextrapport werd samengesteld door drs. R.J.B. Hageman.
November 2005
Lijst van gebruikte afkortingen
AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur
BB: Bestuursbesluit O&S-fonds
BBL: Bureau Beheer Landbouwgronden
BZK: Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)
CAS: Centrale Archief Selectiedienst
CCC: Centrale Cultuurtechnische Commissie
CD: Cultuurtechnische Dienst
CLC: Centrale Landinrichtingscommissie
CRM: Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
DBL: Directie Beheer Landbouwgronden
Dir.: Directeur
DUR: Directie Uitvoering Regelingen
DUW: Rijksdienst voor de uitvoering van werken
EZ: Economische Zaken
Fin.: Financiën
HCOG: Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
HCW: Herverkavelingscommissie Walcheren
HCZ: Herverkavelingscommissie Zeeland
HID: Hoofdingenieur-directeur
HWOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (1977)
IC: Inspraakcommissie
Insp.: Inspecteur
iw: in werking getreden
Kb: Koninklijk besluit
LC: Landinrichtingscommissie
LD: Landinrichtingsdienst
LaGroBo: Landinrichting, Grond- en Bosbeheer (regionale directie)
LGK: Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg (idem)
LNO: Landbouw, Natuurontwikkeling en Openluchtrecreatie (idem)
Landinrichtingswet: Landinrichtingswet (1985)
O&S-fonds: Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw
PAC: Provinciale Adviescommissie
PC: Plaatselijke Commissie
PIVOT: Project invoering verkorting overbrengingstermijn
RAD: Rijksarchiefdienst
RCC: Rijks Cultuurconsulent
Reg.: Regeling
RCMD: Reconstructiecommissie Midden-Delfland
SBB: Staatsbosbeheer
SBL: Stichting (tot het) Beheer(en van) Landbouwgronden
Stb.: Staatsblad
Stcrt.: Staatscourant
STULM: Stichting uitvoering landbouwmaatregelen
VC: Voorbereidingscommissie
V&W: Verkeer en Waterstaat
VRO(M): Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening (en Milieu)
De voorliggende selectielijst geldt voor alle actoren onder de archiefzorg van de Minister van LNV. Elke actor selecteert de neerslag van zijn handelen binnen het beleidsterrein Landinrichting voortaan met deze lijst. Voor handelingen op andere beleidsterreinen gelden andere selectielijsten.
Enkele in het oog springende kenmerken van een selectielijst zijn de volgende.
– De selectielijst vervangt de tot nu toe gebruikte vernietigingslijsten en blijft in de huidige vorm maximaal twintig jaar geldig.
– De lijst geldt voor alle directies en diensten die bij dit beleidsterrein betrokken zijn.
– De lijst beschrijft geen documenten, maar handelingen.
– De lijst geldt voor alle vormen van neerslag die resulteren uit de beschreven handelingen: papieren documenten, elektronische bestanden, audiovisuele producten enz.
– De lijst noemt niet alleen de handelingen waarvan de neerslag vernietigd kan worden, maar ook de handelingen waarvan de neerslag bewaard moet blijven.
Hieronder volgen toelichtingen op respectievelijk de selectielijst, het project Pivot/LNV en het achterliggende nieuwe selectiebeleid van de rijksoverheid.
Toelichting op de voorliggende selectielijst
Geldigheid van deze selectielijst
De selectielijst treedt in werking na het doorlopen van de wettelijke procedure.
De lijst gaat gelden voor:
1. De actor Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, wiens handelingen met name verricht werden of worden door de Dienst Landelijk Gebied (DLG).
2. Andere actoren onder de archiefzorg van LNV zoals onder andere de Centrale Commissie en de Landinrichtingscommissie (LC) (zie voor een volledige opsomming deel 2 van de inhoudsopgave).
3. Actoren buiten de archiefzorg van LNV te weten Dienst voor het Kadaster en Openbare Registers, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Minister van Financiën, Belastingdienst, Minister van Verkeer en Waterstaat, Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
4. Voor de volgende actoren buiten de archiefzorg van het Ministerie van Landbouw wordt de selectielijst vooralsnog niet ingediend: Minister van Economische Zaken en Rechter-commissaris (Minister van Justitie).
Intrekking van bestaande vernietigingslijsten
Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorterende Centrale cultuurtechnische commissie en de plaatselijke commissies voor de ruilverkavelingen, de cultuurtechnische dienst en de daaronder ressorterende provinciale kantoren en van de andere onder deze organen ressorterende commissies en ambtenaren, behorende bij de beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk en de Minister van Landbouw en Visserij van 17 januari 1978, Dir. MMA/Ar 192.339 en PAZ 23 (laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Staatssecretaris van OCenW en de Minister van LNV d.d. 30 juli 2001, (gepubliceerd in Stcrt. 2001/201).
Het onderdeel ‘Taak’ van deze lijst komt te vervallen.
Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van de onder het ministerie ressorterende Directie Beheer Landbouwgronden en van de onder dat ministerie ressorterende commissies en ambtenaren (vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en de Minister van Landbouw en Visserij, van 7 september 1978 No. Dir. MMA/Ar 194.557 respectievelijk No. PAZ 273).
Het onderdeel ‘Taak’ is reeds ingetrokken bij beschikking van de Staatssecretaris van OCenW en de Minister van LNV d.d. 4 maart 1998 (gepubliceerd in Stcrt. 1998/51).
Indeling van deze selectielijst
De handelingen van de voornaamste actor op dit beleidsterrein, de Minister van LNV (inclusief taakvoorgangers) zijn samengebracht in deel 1 van deze lijst. Daar zijn ze nader onderverdeeld volgens dezelfde indeling als in het rapport institutioneel onderzoek.
Deel 2 beschrijft de handelingen van andere actoren die onder de archiefzorg van LNV vallen.
In deel 3 staan de handelingen van de actoren die buiten de archiefzorg van het Ministerie van Landbouw vallen, en waarvan de handelingen zijn vastgesteld.
In de bijlage zijn de handelingen opgenomen van actoren buiten de archiefzorg van LNV. Deze handelingen zijn nog niet vastgesteld en kunnen dus nog niet dienen als grondslag voor vernietiging dan wel overbrenging naar de Rijksarchiefdienst. De reden om ze toch op te nemen in deze lijst is dat ze wel beschreven zijn in het gelijknamige rapport van institutioneel onderzoek.
Informatie over de actoren en de context van de beschreven handelingen
De actoren waarvan in deze lijst handelingen zijn opgenomen, worden nader beschreven in het bijbehorende onderzoeksrapport. Daarin is tevens een beschrijving opgenomen van de context van het beleidsterrein.
In deze selectielijst is veelal zowel een
RIO- als ook een BSD-nummer bij de handelingen vermeld. Hiermee wijkt deze selectielijst af van andere selectielijsten waarin uitsluitend één nummer wordt vermeld bij elke handeling. Deze dubbele nummering is innertijd door de opsteller van het RIO (en BSD) ingevoerd. Later bleek deze keuze lastig te corrigeren omdat op grond van het BSD bewerkingen zijn uitgevoerd en institutionele toegangen gemaakt. Vandaar dat de dubbele nummering is gehandhaafd.
De voorliggende selectielijst en het bijbehorende onderzoeksrapport zijn producten van het projectteam Pivot/LNV.
Vooruitlopend op de nieuwe Archiefwet stelde de Rijksarchiefdienst in 1991 Pivotin: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn. Het project is gericht op de selectie van overheidsarchieven vanaf 1945, en gaat uit van institutioneel onderzoek op alle beleidsterreinen waarbij het rijk betrokken is. Pivot is een interdepartementaal project op basis van convenanten tussen de Rijksarchiefdienst en alle ministeries en Hoge Colleges van Staat. Het convenant voor LNV werd op 9 december 1992 gesloten tussen de secretaris-generaal van LNV en de algemene rijksarchivaris.
Hoofdpunten van de gehanteerde methodiek van institutioneel onderzoek:
– Een onderzoek richt zich niet op een organisatie, maar op de volle breedte van een beleidsterrein.
– De wet- en regelgeving die samenhangt met het beleidsterrein staat in principe centraal als bron, aangevuld met literatuur en interviews met beleidsambtenaren.
– De zelfstandig handelende partijen worden aangeduid als ‘actoren’.
– Daden die gebaseerd zijn op een zelfstandige bevoegdheid van een actor worden aangeduid als ‘handelingen’.
– De periode van onderzoek strekt zich in principe uit van 1945 tot heden, hoewel ook relevante ontwikkelingen of wetgeving van voor 1945 beschreven worden.
De LNV-beleidsterreinen zijn in het Pivot-project als volgt gedefinieerd:
Landbouw: | Agrarische handelspolitiek en exportbevordering Agrarisch markt- en prijsbeleid en voedselvoorziening Gewasbescherming Gezondheid en Welzijn van dieren Grondprijsbeleid Landbouwkwaliteit en voeding Landbouwstructuurbeleid Landinrichting Meststoffenbeleid Pachtbeleid |
Natuurbeheer: | Bosbouwbeleid Flora en fauna Natuur- en landschapsbeheer Relatienotabeleid |
Visserij: | Binnenvisserij, Zee- en kustvisserij |
Overige LNV-beleidsterreinen: | Agrarisch onderwijs Algemeen LNV-beleid Openluchtrecreatie |
Voor deze beleidsterreinen is LNV primair verantwoordelijk, en daarom is afgesproken dat LNV de desbetreffende selectielijsten opstelt (en dan ook voor de actoren buiten de eigen archiefzorg). De meeste van deze selectielijsten zijn inmiddels afgerond (al dan niet formeel vastgesteld).
Staftaken zijn onderdeel van rijksbrede beleidsterreinen. Hiervoor worden selectielijsten opgesteld door het ministerie dat het desbetreffende rijksbeleid coördineert.
Rijksbrede beleidsterreinen: | Financiën Huisvesting Informatievoorziening Overheidspersoneel Organisatie Voorlichting |
Relevant zijn ook nog bepaalde selectielijsten voor beleidsterreinen buiten de primaire verantwoordelijkheid van LNV. Het gaat om terreinen waarop een of meer LNV-actoren een inbreng leveren. Voor de neerslag van die inbreng geldt de desbetreffende selectielijst. Voorbeelden:
Overige relevante beleidsterreinen: | Buitenlands beleid Sociale voorzieningen Staatsdeelnemingen Politiebeleid Waterstaat Invoerrechten en accijnzen Arbeidsomstandigheden |
Inbreng van LNV-directies en diensten bij de totstandkoming van de lijsten
Het team van Pivot/LNV onderzoekt alle LNV-beleidsterreinen in nauwe samenwerking met de betrokken directies en diensten. De inbreng van de organisatieonderdelen bestaat uit het geven van interviews, het toetsen van concepten en het deelnemen aan overleg met de Rijksarchiefdienst. Deze inbreng wordt geleverd door deskundigen inzake het beleidsterrein en inzake de archiefvorming.
1. Rapport van institutioneel onderzoek (RIO)
Dit rapport bevat alle handelingen van de overheidsactoren binnen het beschreven beleidsterrein, binnen de grenzen van de onderzochte periode. Daarnaast bevat het relevante contextinformatie over deze handelingen, zoals een schets van de historische ontwikkelingen, een karakterisering van de opgevoerde actoren, een aanduiding van de organisatorische ontwikkelingen binnen het voornaamste betrokken ministerie en een opsomming van de geraadpleegde wet- en regelgeving die geldt binnen het beleidsterrein. Na vaststelling wordt het rapport gedrukt.
2. Basisselectiedocument (BSD)
Een basisselectiedocument (BSD) bevat dezelfde handelingen van dezelfde actoren als het bijbehorende rapport, maar dan gegroepeerd per actor. ‘BSD’ is overigens een informele term, in tegenstelling tot het officiële begrip ‘selectielijst’ uit het Archiefbesluit.
Een selectielijst is het formeel vastgestelde gedeelte van een BSD. De lijst geeft aan iedere handeling een ‘waardering’: een keuze voor al dan niet bewaren van de neerslag, met bij de V-handelingen een vernietigingstermijn. Selectielijsten van LNV noemen bij iedere handeling tevens de directies die daarbij betrokken zijn. De reikwijdte van een selectielijst hangt samen met de zorgdragers die hem indienen. Wanneer alle zorgdragers die voorkomen in een BSD tegelijk de selectielijst zouden indienen, dan vallen BSD en selectielijst dus samen.
Toepassing van de selectielijsten
1. Bewerking en overbrenging van de archieven tot 1985
Met de vastgestelde selectielijst vindt de selectie en bewerking van de archiefbestanden plaats. De bestanden met cultuurhistorische waarde worden overgebracht naar de Rijksarchiefdienst en de rest is vernietigbaar. Het Ministerie van LNV heeft met de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) een raamconvenant afgesloten, op basis waarvan LNV archieven aan kan bieden ter selectie en bewerking. Bij de bewerking en overbrenging voert de Facilitaire Dienst de coördinatie namens LNV, maar de desbetreffende directies en diensten zijn opdrachtgever voor de bewerkingen, vanwege hun archiefverantwoordelijkheid.
2. Voorkoming van het ontstaan van nieuwe achterstanden in overbrenging
De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de directies en diensten. Een essentieel element bij het voorkomen van nieuwe achterstanden is de invoering van de selectielijsten in het informatiebeheer, zowel voor de papieren documenten als voor elektronische bestanden en audiovisuele materialen. De inbreng van de FD bestaat uit de ontwikkeling van een methodiek voor invoering en de advisering over toepassing daarvan.
Toepassing van de onderzoeksrapporten
1. Achtergrondinformatie voor beter beheer en selectie van archief
De selectiebeslissingen worden gebaseerd op de contextbeschrijving in het bijbehorende rapport. Die beschrijving kan verder dienen als input voor een archiefstructuur die aansluit op de beleidsprocessen.
2. Informatiebron voor beleidsmedewerkers
Voor beleidsmedewerkers kunnen de rapporten dienen als naslagwerk. Per beleidsterrein geven ze een compact overzicht van de geldende wet- en regelgeving, de organisatie, de maatschappelijke context en de actoren binnen en buiten LNV, en dat over een periode van ongeveer vijftig jaar. Uniek is de specifieke combinatie van een brede invalshoek, een grote hoeveelheid feitelijke gegevens en een objectieve analyse vanuit het perspectief van de overheid. De nauwe samenwerking met materiedeskundigen van binnen en buiten het ministerie verzekert de betrouwbaarheid van de rapporten.
Toelichting op het nieuwe archiefselectiebeleid van de rijksoverheid
Het selectiebeleid van de rijksoverheid en dus ook van LNV is enkele jaren geleden drastisch veranderd. Voorheen vond selectie plaats op documentniveau aan de hand van vernietigingslijsten, en daarnaast kon toestemming gevraagd worden voor incidentele vernietiging. Cultuurhistorisch waardevolle gedeelten van archieven moesten binnen 50 jaar overgebracht worden naar de Rijksarchiefdienst.
Na invoering van de nieuwe Archiefwet (1996) is de selectiepraktijk als volgt veranderd:
– De termijn van overbrenging is verkort tot 20 jaar.
– Ieder overheidsorgaan moet selectielijsten opstellen.
– Een selectielijst beschrijft geen documenten, maar handelingen.
– Een selectielijst geldt voor alle vormen van neerslag die resulteren uit de beschreven handelingen: papieren documenten, elektronische bestanden en audiovisuele materialen.
– Een selectielijst beperkt zich niet langer tot wat vernietigd moet worden, maar noemt eveneens wat bewaard moet worden.
– Een selectielijst beschrijft het complete overheidshandelen binnen een heel beleidsterrein.
– Incidentele vernietiging is niet meer mogelijk.
Handelingen en hun cultuurhistorische waarde
Tot voor kort bestonden er voor de archiefselectie alleen negatieve criteria, want vernietigingslijsten gaven per overheidsinstelling slechts aan welke bestanden niet in aanmerking kwamen voor overbrenging naar een Rijksarchief. Deze criteria werden toegepast op documentniveau. Afgezien van de bewerkelijkheid van deze microselectie bestonden de voornaamste nadelen van deze werkwijze uit de onoverzichtelijkheid van datgene dat wel overgebracht zou moeten worden, het gebrek aan inzicht in de grondslagen van het handelen waaruit die bestanden resulteren, en het gebrek aan inzicht in de samenhang tussen de taken van actoren die op eenzelfde beleidsterrein actief zijn.
Om deze bezwaren te ondervangen werd de methode institutioneel onderzoek ontwikkeld, waarmee de beleidsontwikkelingen en het handelen van alle relevante actoren over de hele bandbreedte van een beleidsterrein beschreven worden. Op deze basis kan een effectievere (macro)selectie plaatsvinden aan de hand van positieve criteria.
Een selectielijst beschrijft het handelen van overheidsactoren op een bepaald beleidsterrein. De handelingen worden vervolgens beoordeeld op de mate waarin ze cultuurhistorische waarden weerspiegelen. Zodoende kan de Rijksarchiefdienst de gegevensbestanden overnemen die een reconstructie mogelijk maken van het overheidshandelen op hoofdlijnen in relatie tot haar omgeving.
De cultuurhistorische waarde van een handeling wordt bepaald aan de hand van zes algemene criteria, die in het volgende schema genoemd worden. Een handeling die voldoet aan een van de criteria wordt aangemerkt met B (bewaren). De neerslag van die handeling wordt dan volgens de archiefwettelijke normen van goede, geordende en toegankelijke staat overgebracht naar de Rijksarchiefdienst. Daar blijven de archieven onder klimatologisch verantwoorde condities voor onbepaalde tijd bewaard als onderdeel van het nationale culturele erfgoed, openbaar voor raadpleging en historisch onderzoek.
De handelingen die niet voldoen aan een van de selectiecriteria worden aangemerkt met V, wat staat voor vernietigen. De neerslag van ieder van deze handelingen krijgt een vernietigingstermijn. De archiefvormende organisatie bepaalt daarvan zelf de duur, die afhankelijk van de belangen van verantwoording en bedrijfsvoering doorgaans uiteenloopt van 1 tot 20 jaar.
Wanneer een handeling geselecteerd wordt voor overbrenging naar de Rijksarchiefdienst, dan wordt in principe de complete neerslag van die handeling bewaard. Een reconstructie van het overheidshandelen zou immers niet lukken wanneer alleen de eindproducten bewaard werden. Zo is van bv. regelingen en beleidsnota’s juist de totstandkomingsfase interessant, vanwege de aanvankelijke bedoelingen, de discussies en de afgekeurde versies.
De cultuurhistorische waarde van handelingen wordt getoetst aan de onderstaande algemene selectiecriteria. Wanneer een handeling aan een van de onderstaande criteria voldoet, dan komt de neerslag ervan in aanmerking voor overbrenging naar de Rijksarchiefdienst (B).
1. Handelingen die betrekking hebben op de voorbereiding en bepaling van het beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Agendavorming, analyse van informatie, beleidsadvisering, beleidsvoorbereiding of -planning, besluitvorming over de inhoud van beleid, terugkoppeling van beleid. Zowel de keuze als de specificatie van de doeleinden en instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op de evaluatie van het beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Beschrijving en beoordeling van de inhoud, het proces of de effecten van beleid, toetsing van en toezicht op beleid. Niet perse leidend tot consequenties zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op de verantwoording aan andere actoren van de hoofdlijnen van het beleid
Toelichting: Ook verslaglegging ten aanzien van de beleidsmatige hoofdlijnen.
4. Handelingen die betrekking hebben op de (her)inrichting van organisaties belast met het beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Instelling, wijziging, opheffing en werkwijze van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt de toepassing verstaan van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen, voor zover die in direct verband staan met voor Nederland bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.
Toelichting: Zoals wanneer de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of in noodsituaties.
Uitzondering op de algemene selectiecriteria
De neerslag van handelingen die als vernietigbaar zijn aangemerkt kan soms worden uitgezonderd van vernietiging. Deze mogelijkheid gaat terug op artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995. Het gaat om bestanden die samenhangen met personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang. De toepassing van dit uitzonderingscriterium vindt plaats gedurende de bewerking voor overbrenging en in overleg tussen de zorgdrager, het Algemeen Rijksarchief en de bewerkers.
Op 2 juli 1999 is het ontwerp-BSD door de Minster van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 28 september 1999 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 7 januari 2005 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01772/3), hetwelk [naast enkele tekstuele correcties] aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst:
– Handelingen 87/76, 91/79, 91/1102, 91/1101, 87/91, 91/93, 87/96, 91/98 en 87/100 worden gewaardeerd met V 10.
– Handeling 142/126 wordt gewaardeerd in B (1).
– Handeling 293/305 en soortgelijke handelingen is conform de waardering van handeling 312/308 gewijzigd in B (1).
– De waardering van handelingen 370/445, 347/469, 361/473, 363/474, 366/476, 372/477, 375/479 en 811/975 is gewijzigd in B (6).
– De waardering van handelingen 678/809, 710/813, 729/817, 727/867, 694/846, 676/846, 676/836 en 708/857 is gewijzigd in B.
– De waardering van advieshandelingen van de Centrale Commissies is gewijzigd in B 5.
– Handelingen met als neerslag periodieke verslagen en rapportages zijn gewijzigd in V voor wat betreft de maand- en kwartaalverslagen met uitzondering van de jaarverslagen: B (3). Wanneer geen jaarverslagen voorhanden zijn zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
– De waardering van handeling 869/1039 is gewijzigd in B (5) eindproducten; overige neerslag V 6.
– De waardering van handelingen 150/131, 100/154, 119/157 en 130/162 is gewijzigd in V, 75 jaar na geboorte.
– De waardering van handelingen 158/233 en 192/240 zijn gewijzigd in B (5).
– De waardering van handelingen 161/235, en 192/242 zijn gewijzigd in B (3).
– Handelingen met betrekking tot aanwijzing van schatters worden gesplitst in het aanwijzen van schatters B en het vaststellen van vergoedingen voor schatters V.
Daarop werd het BSD op 7 juli 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit [C/S&A/05/1162], van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties [C/S&A/05/1146], van Financiën [C/S&A/05/1147], van Verkeer en Waterstaat [C/S&A/05/1160] en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer [C/S&A/05/1161] vastgesteld.
Deel 1. Handelingen van de Minister van LNV en taakvoorgangers
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV)
2. De vormgeving van het landinrichtingsbeleid
2.1. Landinrichting in relatie tot andere beleidsterreinen
2.1.2. Instrument voor integraal beleid
Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening, met name van het landelijke gebied.
Periode: 1965–
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend. Vanaf 1965 (Wet op de Ruimtelijke Ordening) of eerder.
Waardering: B 1
Bijv. bijdragen aan totstandkoming bepaalde ruimtelijke nota’s en planologische kernbeslissingen, zoals in de jaren 1970 de Nota Randstadgroenstructuur, in de jaren 1980 de Nota en de Structuurschets Landelijke Gebieden en in de jaren 1990 het Structuurschema Groene Ruimte.
BSD: 52
Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van nota’s, programma’s, plannen en maatregelen betreffende de ruimtelijke ordening op provinciaal of regionaal niveau.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989 directeur LNO
Waardering: B 1
Bijv. betrokkenheid bij opstellen streekplannen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
BSD: 2
Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van de rijksinbreng in het beleid voor de integrale ontwikkeling van een specifieke regio.
Periode: 1945–
Opmerking: Betreft de inzet van het bestaande instrumentarium: onder de handeling is dus niet begrepen de ontwikkeling van specifieke instrumenten voor de herinrichting van een afzonderlijk gebied zoals Walcheren, de Zeeuwse Noodgebieden, Midden-Delfland en Oost-Groningen en de Veenkoloniën.
Waardering: B 1
Bijv. bijdragen aan realisering Integraal Structuurplannen.
BSD: 53
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van nota’s, programma’s, plannen en maatregelen op provinciaal of regionaal niveau betreffende de integrale regionale ontwikkeling.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Organisaties die betrokken waren: Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989 directeur LNO.
Waardering: B 1
Bijv. streekverbeteringsplannen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
2.1.3. Instrument voor sectoraal beleid
BSD: 3
Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van het rijksbeleid met betrekking tot de ruimtelijke aspecten van een specifieke sector of facet.
Periode:1945–
Opmerking: Met andere betrokken minister(s)
Waardering: B 1
BSD: 54
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van nota’s, programma’s, plannen en maatregelen op provinciaal of regionaal niveau met betrekking tot de ruimtelijke aspecten van een specifieke sector of facet.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren: Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989 directeur LNO
Waardering: B 1
Bijv. plannen voor agrarische bedrijfsontwikkeling; recreatienota’s; waterhuishoudingsplannen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
BSD: 4
Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingswerken in het kader van de realisering van het rijksbeleid ten aanzien van de werkverruiming, resp. de werkgelegenheid.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: et beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
2.2. Algemeen landinrichtingsbeleid
2.2.2. Doelstellingen, kaders en uitgangspunten
BSD: 5
Handeling: Het voeren van overleg met en informeren van (leden van) de Staten-Generaal inzake ruilverkavelings- en (andere) cultuurtechnische, resp. landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1945–
Waardering: B 1
BSD: 6
Handeling: Het formuleren van hoofdlijnen en beginselen van het nationale beleid terzake van landinrichting.
Periode: 1945–
Grondslag: vanaf 1985: Landinrichtingswet art. 6.2.
Waardering: B 1
Beleidsnota’s, bijv.: Structuurschema Landinrichting (1986) ; Landinrichting in jaren negentig (1993).
BSD: 7
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een algemene ruilverkavelings-, resp. landinrichtingswet.
Periode: 1945–
Opmerking: Wat betreft intrekking moet worden opgemerkt dat de RW 1954 weliswaar in 1985 is ingetrokken, maar dat krachtens de Landinrichtingswet sommige ruilverkavelingen wel worden voltooid volgens deze wet. In paragraaf 2.3.2.5 van het
RIO wordt hierop teruggekomen.
Handeling eventueel met met overige betrokken ministers.
Waardering: B 1
Gewijzigde en ingetrokken Ruilverkavelingswet 1938; Tot stand gebrachte, gewijzigde en ingetrokken Ruilverkavelingswet 1954; Tot stand gebrachte en gewijzigde Landinrichtingswet.
BSD: 8
Handeling: Het voorbereiden van een Kb betreffende de inwerkingtreding van een algemene ruilverkavelings-, resp. landinrichtingswet.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 104; Ruilverkavelingswet 1954 art. 134.2; Landinrichtingswet art. 241.2.
Waardering: B 1
Bijv. Kb 07-02-1955, Stb. 45 (Ruilverkavelingswet 1954); Kb 26-09-1985, Stb. 520 (Landinrichtingswet).
BSD: 1084
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende Landinrichting
Periode: 1945–
Waardering: B 1
beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, evaluaties
BSD: 1085
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende Landinrichting
Periode: 1945–
Waardering: B 3
brieven, notities
BSD: 1086
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van Landinrichting
Periode: 1945–
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 2 jaar (overige neerslag)
voorlichtingsmateriaal
BSD: 1087
Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende Landinrichting
Periode: 1945–
Waardering: B 1
nota’s, notities, onderzoeksrapporten
BSD: 9
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende nadere regels betreffende taak, werkwijze en samenstelling van de Centrale Commissie.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 8; Ruilverkavelingswet 1954 art. 3.5.
Waardering: B 1
AMvB 02-07-1938, Stb. 669 (Ruilverkavelingsbesluit); AMvB 04-02-1955, Stb. 43, gew. 05-02-1971, Stb. 73.
BSD: 10
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB, houdende nadere regels omtrent taak, werkwijze en samenstelling van de Centrale Commissie, alsmede betreffende benoeming, zittingsduur, schorsing en ontslag van de leden en de hen toe te kennen vergoedingen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 8.3.
Waardering: B 1
AMvB 11-09-1985, Stb. 521.
BSD: 11
Handeling: Het voorbereiden van een Kb betreffende de samenstelling van de Centrale Commissie, dat kan inhouden:
a. aanwijzing van in de commissie vertegenwoordigde organisaties;
b. benoeming (schorsing) en ontslag van leden;
c. benoeming (schorsing) en ontslag plaatsvervangende leden;
d. benoeming (schorsing) en ontslag van adviserende leden;
e. aanwijzing van een voorzitter uit de leden;
f. aanwijzing van een of meer plaatsvervangende voorzitters uit de leden;
g. aanwijzing van een secretaris;
h. aanwijzing van een adjunct-secretaris.
Periode: 1945–
Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 5–7; Ruilverkavelingswet 1954 art. 3.3–4; AMvB 04-02-1955, Stb. 43, art. 2.1–3; Landinrichtingswet art. 8.1–2; AMvB 11-09-1985, Stb. 521, art. 3, 9, 10.
Opmerking: Onder de RW 1954 en de Landinrichtingswet zijn e. en g. geregeld in de AMvB van 04-02-1955, art. 2, resp. de AMvB van 11-09-1985, art. 3, zodat deze elementen sinds 1955 vervallen. Schorsing is een onderdeel dat pas voorkomt in de AMvB 11-09-1985.
Waardering: V 26 jaar
BSD: 12
Handeling: Het goedkeuren van huishoudelijke regels voor de Centrale Cultuurtechnische Commissie.
Periode: 1945–1955
Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 14.
Waardering: V 20 jaar
BSD: 13
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van de vergoedingen voor de leden van de Centrale Cultuurtechnische Commissie of van een door haar ingestelde commissie.
Periode: 1955–1985
Grondslag: AMvB 04-02-1955 Stb. 43, art. 9.
Opmerking: Ingevolge het Ruilverkavelingsbesluit van 1938 (art. 13) mogen de leden alleen onkosten declareren.
Waardering: V 20 jaar
BSD: 1062
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van de organisatie belast met de bijstand van de Centrale Commissie bij de uitvoering van de haar opgedragen taken.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 4
2.3.2. Kaders en regels voor projecten
BSD: 14
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende regels voor benoeming, zittingsduur, schorsing en ontslag van de (adviserende) leden van Landinrichtingscommissies en de hen toe te kennen vergoedingen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 28.3–4, 99.2.
Waardering: B 4
AMvB 11-09-1985, Stb. 526, gew. 02-10-1990, Stb. 508.
BSD: 15
Handeling: Het stellen van regels voor de werkwijze van de Landinrichtingscommissies belast met herinrichting of ruilverkaveling.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 32.
Opmerking: Bij aanpassingsinrichting wordt per project een instructie opgesteld in overeenstemming met het betrokken ‘bevoegd orgaan’ (zie H. 3).
Waardering: B 1
Algemene instructie LC: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, gew. 21-12-1988 Stcrt. 253.
2.3.2.2. Procedurele aangelegenheden
BSD: 16
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, houdende (intrekking van) de erkenning van een stichting of vereniging als een natuurbeschermingsinstantie, in wiens recht bij ruilverkaveling of landinrichting geen wijziging wordt gebracht.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art 11, lid 1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 9, lid 3.
Waardering: B 1
BSD: 17
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende bepaling van de gevallen waarin de Minister van LNV bevoegd is tot het vaststellen van een aanpassingsplan en het besluiten tot aanpassingsinrichting.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 112.1.
Opmerking: Is anno 1994 nog niet gerealiseerd.
Waardering: B 1
BSD: 18
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende (nadere) regels voor het houden van een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 (gew. 1975) art. 39.3; Landinrichtingswet art. 65.1.
Waardering: B 1
AMvB 28-08-1975, Stb. 466; vervangen door: AMvB 11-09-1985, Stb. 525.
BSD: 19
Handeling: Het geven van voorschriften ter uitvoering van een AMvB houdende (nadere) regels voor het houden van een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 525, art. 57; AMvB 28-08-1975, Stb. 466, art. 55.
Opmerking: Betreft vaststelling modellen stemmingsoproep, stembiljet, proces-verbaal zitting stembureau en idem hoofdstembureau.
Waardering: B 1
Regeling LV 29-08-1975, Stcrt. 168; vervangen door: Regeling LV 12-11-1985, Stcrt. 233.
BSD: 20
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende regelen voor het actualiseren van de schattingswaarden in een register van schattingsuitkomsten.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 212.2.
Waardering: B 5
AMvB 11-09-1985, Stb. 522.
BSD: 24
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een toeslag aan een eigenaar of pachter terzake van de verkoop of verpachting van gronden aan SBL/BBL in het kader van een landinrichtingsproject, voordat of indien geen herverkaveling plaatsvindt.
Periode: 1970–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 11.1–2; NB onder Ruilverkavelingswet 1954 geen wettelijke grondslag.
Waardering: B 1
Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123; vervangen door: Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213.
BSD: 25
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een toeslag aan een eigenaar of pachter wegens afkoop van toedelingsrechten nadat een besluit tot landinrichting is genomen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3, 150.
Waardering: B 1
Regeling afkoop toedelingsrechten, 29-10-1985, Stcrt. 213.
BSD: 26
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146.
Periode: 1978–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 50, 72, 91, 118.
Waardering: B 1
Regeling 08-10-1985, Stcrt. 199.
2.3.2.5. Overgangsregelingen RW 1954 – LW
BSD: 22
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij wordt bepaald welke ruilverkavelingen waartoe het besluit is genomen voor de inwerkingtreding van de Landinrichtingswet zullen worden voltooid volgens de bepalingen van de Ruilverkavelingswet 1954.
Periode: 1985–1985
Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.1.
Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend
Waardering: B 1
Kb 30-09-1985, Stb. 523.
BSD: 23
Handeling: Het treffen van overgangsregelen met betrekking tot de voortzetting van de voorbereiding, dan wel de voltooiing van de uitvoering van ruilverkavelingen volgens RW 1954, als landinrichtingsprojecten volgens de LW.
Periode: 1985–1985
Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.5, 240.7, 240.8, 240.13.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend.
Waardering: B 1
4 regelingen LV 08-10-1985, Stcrt. 199
2.3.3. Urgentiebepaling van projecten
BSD: 55
Handeling: Het opstellen en periodiek herzien van een provinciaal volgordeschema voor ruilverkavelingen.
Periode: 1960–1985
Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT bijlage I.
Opmerking: Betrokken organisatie was HID/Inspecteur Landinrichting
Het volgordeschema was aanvankelijk geheten: provinciaal vijfjarenplan van voorbereiding van ruilverkavelingen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 56
Handeling: Het adviseren van PS over hun jaarlijkse voorstellen aan de Minister van LNV inzake de vaststelling van het landelijke voorbereidingsschema voor zover het de eigen provincie betreft.
Periode: 1985–1993
Bron: Jaarverslagen CLC en LD
Opmerking: Betrokken organisatie was HID/Inspecteur Landinrichting;Vanaf 1989 directeur LNO
Waardering: B 1
BSD: 27
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van het Landelijke Voorbereidingsschema Landinrichting.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 18.4.
Waardering: B 1
2.4. Overige landinrichtingsprojecten
2.4.2. Ruilverkaveling bij overeenkomst
BSD: 28
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de goedkeuring van een ruilverkaveling bij overeenkomst en het verlenen van een bijdrage in de kosten van de voorbereiding van de overeenkomst en de uitvoering daarvan.
Periode: 1972–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 7; Landinrichtingswet art. 122.
Opmerking: De bijdrageverlening is ingevoerd bij wijziging van de Beschikking kavelruil in 1980 (Stcrt. 8) en vervolgens overgenomen in de Regeling kavelruil.
Waardering: B 1
Regeling LV 12-07-1972, Stcrt. 137 (Beschikking kavelruil); vervangen door: Regeling LV 08-11-1985, Stcrt. 218 (Regeling kavelruil).
2.4.3. Reconstructie oude glastuinbouwgebieden
BSD: 29
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de reconstructie van oude glastuinbouw-gebieden en de verlening van rijksbijdragen aan waterschappen, gemeenten en particulieren in de kosten van de voorbereiding en uitvoering daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.
Waardering: B 1
Beschikking/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden (1979/1986) (BROG/RROG).
BSD: 30
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan werken van waterschappen en gemeenten (evt. andere openbare lichamen) ter verbetering van de inrichting van het landelijk gebied.
Periode: 1945–
Grondslag: voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.
Opmerking: Betrof onder de Ruilverkavelingswet 1954 vrijwel uitsluitend cultuurtechnische werken (ontsluiting, waterbeheersing).
Waardering: B 1
A2-regelingen.
2.4.5. Particuliere cultuurtechnische werken
BSD: 31
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een bijdrage aan werken van particulieren ter verbetering van de inrichting van het landelijk gebied.
Periode: 1945–
Grondslag: voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.
Waardering: B 1
Bijdragen Boerenwerken (1942, 1949); Bijdragen Bw1-werken (1951–jaren 1960); Bijdragen Bw2-werken (1951–jaren 1960); Beschikking particuliere cultuurtechnische werken (1975).
BSD: 32
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een bijdrage aan een boerderijverplaatsing of stichting (niet speciaal voor ruilverkavelingen).
Periode: 1952–
Grondslag: voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
Regeling boerderijbouw, eerst binnen ruilverkaveling en op ontginningsgronden later buiten ruilverkaveling (1953–jaren 1960): Beschikking rijksbijdragen boerderijverplaatsing (1976).
2.5. Bijdrageregelingen O&S-fonds
BSD: 33
Handeling: Het goedkeuren van de vaststelling van een saneringsregeling van het O&S-fonds.
Periode: 1964–1990
Bron: Statuten O&S-fonds.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 20 jaar
BSD: 34
Handeling: Het beschikken op een beroepsschrift van een ondernemer, wiens aanvraag voor een bijdrage/vergoeding ingevolge een saneringsregeling van het O&S-fonds is afgewezen.
Periode: 1964–
Bron: Statuten O&S-fonds.
Waardering: V 6 jaar
3. Het initiatief tot landinrichting
BSD: 63
Handeling: Het (doen) uitvoeren van een cultuurtechnisch (voor)onderzoek, dan wel een cultuurtechnische inventarisatie met betrekking tot een aangevraagde landinrichting.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 64
Handeling: Het doen uitvoeren van inventariserende onderzoekingen met betrekking tot de bedrijfseconomische toestand en andere sociaal-economische agrarische aspecten in een aangevraagde landinrichting.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Geschieden veelal door (middel van) het Landbouw-Economisch Instituut (LEI).
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 65
Handeling: Het doen uitvoeren van inventariserende onderzoekingen met betrekking tot natuurwetenschappelijke, landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische of archeologische waarden in een aangevraagde ruilverkaveling.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Onderzoek naar landschappelijke, recreatieve, cultuur-historische en archeologische waarden komen successievelijk aan bod in de loop van de jaren 1960 en 1970.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 66
Handeling: Het opstellen van nota’s inzake de doelstellingen en uitgangspunten van een aangevraagde landinrichting ten behoeve van het bestuurlijk overleg en de besluitvorming daaromtrent.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Geschiedt op basis van de verzamelde gegevens.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
3.2.4. Aanvraagprocedure RW 1938 (gewijzigd 1941) en RW 1954
BSD: 67
Handeling: Het doen van een aanvraag tot ruilverkaveling bij betrokken GS.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, art. 21; Ruilverkavelingswet 1954, art. 30.
Waardering: B 5
BSD: 68
Handeling: Het optreden in de procedure van een kroonberoep tegen een afwijzing door GS van een aanvraag tot ruilverkaveling.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 24.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 33.3.
Waardering: B 5
3.2.5. LW: aanvraagprocedure herinrichting of ruilverkaveling
BSD: 69
Handeling: Het beschikken op een verzoek om ruilverkaveling of herinrichting in voorbereiding te nemen, alsmede bij een positieve beslissing, het opstellen van een nota ‘overwegingen en uitgangspunten’.
Periode: 1985–1993
Grondslag: Landinrichtingswet art. 20.1.
Waardering: B 5
Bij een positieve beslissing wordt het gebied geplaatst op het Landelijke Voorbereidingsschema Landinrichting (zie H. 2).
3.2.6. LW: aanvraagprocedure aanpassingsinrichting
BSD: 70
Handeling: Het beschikken op een verzoek aanpassingsinrichting te bevorderen, alsmede bij een positief besluit, het opstellen van nadere bepalingen inzake de aard en omvang van het voorgestelde project.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 94.
Waardering: B 5
3.3.1. Achtergronden herverkaveling Walcheren
BSD: 71
Handeling: Het verzamelen van cultuurtechnische en andere gegevens omtrent de toestand in het/de getroffen gebied(en).
Periode: 1945–1953
Bron: Jaarverslagen CCC en CD en HCW/HCZ.
Waardering: B 6
3.3.2. Totstandkoming Zeeuwse herverkavelingswetten
BSD: 72
Handeling: Het vooruitlopend op de totstandkoming van een wettelijke regeling, in overleg met de provincie Zeeland en andere overheidsorganen, opstellen van voorlopige plannen met betrekking tot de aanpak van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1945–1953
Bron: Jaarverslagen CD en CCC en HCW/HCZ.
Waardering: B 6
BSD: 73
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.
Periode: 1945–
Waardering: B 1
* Herverkavelingswet Walcheren 1947, Stb. H 400; in werking 11-01-1948; wijzigingen 1956–1992: zie Bijlage;
* Herverkavelingswet Zeeuwse noodgebieden, Stb. 1953, 444; in werking 10-09-1953.
3.4. Reconstructie Midden-Delfland
BSD: 74
Handeling: Het bijdragen aan de gedachtenvorming op regionaal niveau met betrekking tot een integrale aanpak van de reconstructie van Midden-Delfland.
Periode: 1964–1970
Bron: Jaarverslagen CCC en CD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.
Opmerking: Betreft met name overleg met de Stichting Onderzoek Midden-Delfland, een samenwerkingsverband tussen de provincie Zuid-Holland en de in Midden-Delfland gelegen gemeenten.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
3.4.2. Totstandkoming Reconstructiewet Midden-Delfland
BSD: 75
Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: B 1
Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II–IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.
BSD: 76
Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: V 10 jaar
Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).
3.5. De Gronings-Drentse herinrichting
3.5.2. Totstandkoming Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
BSD: 77
Handeling: Het bijdragen aan de gedachtenvorming op (inter)provinciaal niveau met betrekking tot een integrale aanpak van de reconstructie (herinrichting) van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1970–1977
Bron: Jaarverslagen CCC en CD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Opmerking: Bedoeld zijn met name de Reconstructiecommissie Veenkoloniën en de interprovinciale Reconstructiecommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Waardering: B 1
BSD: 78
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1972–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
Opmerking: De minister weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM, EZ, V&W en BZK
Waardering: B 1
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.
BSD: 79
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.
Opmerking: De minister weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM, EZ, V&W en BZK
Waardering: V 10 jaar
Kb 13-12-1978 (Stb. 664).
4.2.3. RW 1938 en 1954: Plaatselijke Commissie
BSD: 107
Handeling: Het in overleg met KADOR aanwijzen van een landmeter en plaatsvervanger(s), die een Plaatselijke Commissie bijstaan.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 44.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.2.
Opmerking: Geschiedt na advies van de HID/Inspecteur van de CD/LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
4.2.4. Landinrichtingswet: Landinrichtingscommissie
BSD: 108
Handeling: Het vaststellen of wijzigen, in overeenstemming met het bevoegd orgaan, van een regeling voor de werkwijze van een Landinrichtingscommissie belast met aanpassingsinrichting.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 100.
Waardering: B 1
Afzonderlijke regeling per project; bijv. Regeling LV 15-06-1987, Stcrt. 115 (Beek); idem 06-10-1987, Stcrt. 196 (Eschmarke).
BSD: 109
Handeling: Het toevoegen aan een Landinrichtingscommissie van een secretaris.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 30.1, 99.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 110
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een Commissie van Toezicht voor de herverkaveling Walcheren, dan wel het doen optreden van de Centrale Cultuurtechnische Commissie in deze functie voor de herverkaveling Zeeland.
Periode: 1947–1970
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project
BSD: 111
Handeling: Het samenstellen en instrueren van een Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.2; HWZN art. 1.
Opmerking: (wellicht met de Minister van Justitie).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Bijv. voordracht Kb tot benoeming (plaatsvervangende) leden.
Stukken inzake de samenstelling V 6 jaar na afsluiting project
BSD: 112
Handeling: Het voorbereiden van een Kb betreffende het tarief voor de werkzaamheden van de Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en van de vergoedingen voor de leden van de Raad en door haar opgeroepen getuigen en deskundigen.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.4; HWZN art. 1.
Opmerking: (wellicht met de Minister van Justitie).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 20 jaar
4.3.4. Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland
BSD: 113
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een instructie voor de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.1; HWZN art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 114
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van nadere voorschriften en richtlijnen voor de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 115
Handeling: Het samenstellen van de Herverkavelingscommissie Walcheren, i.c. Zeeland, met inbegrip van de instelling en samenstelling van subcommissies daarvan, alsmede het aanwijzen van de secretaris(sen) van de (sub)commissie(s) en het toevoegen van deskundigen.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Walcheren Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.1; HWZN art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Stukken inzake instelling B 5
BSD: 116
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen (dan wel beloningen) voor de leden en deskundigen van (een suborgaan van) de Herverkavelingscommissie Walcheren, i.c. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na einde lidmaatschap
4.4. Reconstructie Midden-Delfland
4.4.2. Reconstructiecommissie Midden-Delfland
BSD: 134
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 1
Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).
BSD: 117
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van nadere richtlijnen en voorschriften voor de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Waardering: B 1
Bijv. Richtlijnen grondverwerving Midden-Delfland 1980, Stcrt. 211.
BSD: 135
Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.
BSD: 136
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 1
BSD: 118
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 139
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 119
Handeling: Het aanwijzen van de secretaris van een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 9.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 137
Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Reconstructiecommissie Midden-Delfland bijstaan.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 120
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor leden van (een subcommissie van) de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 8, 11.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 121
Handeling: Het samenstellen van een Bureau van Uitvoering, dat de secretarissen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland bijstaat.
Periode: 1977–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 13.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
4.5. Gronings-Drentse herinrichting
4.5.2. Herinrichtingscommissie
BSD: 122
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.
BSD: 123
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of intrekken van nadere richtlijnen en voorschriften voor de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–
Waardering: B 1
BSD: 124
Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).
BSD: 125
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt ontbonden.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 138.2.
Opmerking: Periode is na beëindiging van de herinrichting.
Waardering: B 4
BSD: 126
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.2.
Waardering: B 1
BSD: 127
Handeling: Het aanwijzen van de secretaris van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.10.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 138
Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën bijstaan.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.9.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
4.5.3. Deelgebiedscommissies en blokcommissies
BSD: 128
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.
BSD: 129
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van nadere richtlijnen en voorschriften voor de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–
Waardering: B 1
BSD: 130
Handeling: Het aanwijzen van de secretaris van een deelgebiedscommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.10.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 131
Handeling: Het samenstellen van een Bureau van Uitvoering, dat een deelgebiedscommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën bijstaat bij de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 14.
Waardering: V 75 jaar na geboorte
BSD: 133
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de leden van (een subcommissie van) de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, en voor de leden van een deelgebiedscommissie of blokcommissie.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 8.3, 11; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 11.3, 13.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 212
Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Centrale Commissie dat in het algemeen belang een eigenaar bij de toedeling een algehele vergoeding in geld krijgt.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 213
Handeling: Het vaststellen en bekend maken tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag wegens bedrijfsbeëindiging kan indienen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3–4, 150.2; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 214
Handeling: Het beschikken op een verzoek van een eigenaar of pachter om een voorschot op een algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.5.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
5.4. Reconstructie Midden-Delfland
BSD: 215
Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18, 20.4.
Waardering: B 1
Bijv. Richtlijnen 24-10-1980, Stcrt. 211.
BSD: 216
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Reconstructiewet Midden-Delfland Hoofdstuk II (Onteigening) of art. 18.
Periode: 1978–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 13.
Opmerking: Zie voor de met de desbetreffende regeling in verband staande handelingen paragraaf 5.7.2 van het
RIO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Regeling 27-07-1978, Stcrt. 146, 149.
BSD: 217
Handeling: Het vaststellen tot wanneer een eigenaar of pachter in het reconstructiegebied Midden-Delfland een aanvraag om algehele vergoeding in geld kan indienen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.1, 20.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
5.5. Gronings-Drentse herinrichting
BSD: 218
Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Herinrichtingscommissie voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Waardering: B 1
Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158.
BSD: 219
Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hoofdstuk II (Onteigening) of art. 58.
Periode: 1978–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 26.
Opmerking: Zie voor de met de regeling in verband staande handelingen paragraaf 5.7.2 van het
RIO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Regeling 22-12-1978, Stcrt. 252.
BSD: 220
Handeling: Het vaststellen en bekend maken tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag kan indienen.
Periode: 1986–
Grondslag: Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
5.7. Toeslagen bij bedrijfsbeëindiging: Minister van LNV
5.7.1. Toeslagen afkoop (potentiële) toedelingsrechten en toeslagen verkoop of verpachting buiten
BSD: 221
Handeling: Het bepalen tot wanneer een eigenaar of pachter buiten een blok een aanvraag voor een toeslag kan indienen als bedoeld in: Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 11.2; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.2 (HWOG).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 222
Handeling: Het bij wijze van uitzondering bepalen dat een toeslag als bedoeld in: Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986; Vijftien keer de pachtwaarde bedraagt.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 8.3; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 7.3; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 8.3 (HWOG).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 223
Handeling: Het na advies van de Centrale Commissie beschikken op een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten, als daarover geen overeenstemming bestaat tussen de directeur CD/LD en een Voorbereidingscommissie.
Periode: 1970–1985
Grondslag: Regeling 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.5.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 326
Handeling: Het (on)gevraagd adviseren aan een Voorbereidings-, Inspraak- of Aankoopcommissie of andere voorbereidende commissie, dan wel Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie over haar taakuitvoering, alsmede het houden van toezicht bij de voorbereiding en uitvoering van werken en het (on)gevraagd adviseren aan de (secretaris van de) Centrale Commissie in alle aangelegenheden waarover de desbetreffende commissie met haar correspondeert.
Periode: 1945–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 7.2 (advisering Centrale Commissie); art. 31, 34, 35, 36.2, 37 (toezicht commissie ter plaatse); Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 6.2. (advisering Centrale Commissie); art. 32, 34, 36.2 (toezicht commissie ter plaatse). Overeenkomstige bepalen zijn te vinden in de instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, later HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.
Procedurele adviezen, bijv. beoordeling van het schetsontwerp van een landinrichtingsplan (zie H. 7), zijn niet in de handeling begrepen.
Waardering: B 1
BSD: 1025
Handeling: Het opmaken van een kwartaalverslag over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, later HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
6.2.2. Financiering en planning
BSD: 302
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van de rijksbijdrage ter uitvoering van een ruilverkaveling, resp. ter uitvoering van een landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1945–
Opmerking: Wijziging kan geschieden in het kader van het goedkeuren van een planwijziging tijdens de uitvoeringsfase (zie H. 9).
Waardering: B 5
BSD: 303
Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Plaatselijke Commissie of Landinrichtingscommissie.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 87–88; Ruilverkavelingswet 1954 art. 115–116; Landinrichtingswet art. 222.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
6.3.2. Financiering en planning
BSD: 304
Handeling: Het betalen van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 94.
Opmerking: In dit kader worden alle betalingen door de CD/LD uitgevoerd.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
6.4. Reconstructie Midden-Delfland
6.4.2. Financiering en planning
BSD: 305
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het werkplan voor de voorbereiding van het reconstructieprogramma Midden-Delfland, voor de voorbereiding van het plan van voorzieningen Midden-Delfland en van het werkplan voor de uitvoering van het plan van voorzieningen Midden-Delfland of een jaarlijkse herziening daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 15, 24, 25.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 1
BSD: 306
Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 106; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 32.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
6.5. Gronings-Drentse herinrichting
6.5.2. Financiering en planning
BSD: 308
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het werkplan voor de voorbereiding van het herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 14.3.
Waardering: B 1
BSD: 309
Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Herinrichtingscommissie.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 125; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 28.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
7.3. Algemene wetten: niet-gefaseerde voorbereiding
7.3.3. LW: het landinrichtingsplan
BSD: 480
Handeling: Het leveren van een commentaar op het schetsontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.5, 29; gew. 1988, Stcrt. 253.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 407
Handeling: Het goedkeuren, dan wel het voorbereiden van een Kb ter vernietiging door de Kroon, van dat deel van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan waarbij wordt afgeweken van het terzake door de Centrale Commissie uitgebrachte advies.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 82.2–5, 84.4.
Waardering: B 1
BSD: 408
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) aanpassingsplan waarbij wordt afgeweken van het terzake door de Centrale Commissie uitgebrachte advies.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 109.2, 114.4.
Waardering: B 1
BSD: 409
Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan, indien GS van verschillende provincies terzake geen overeenstemming hebben kunnen bereiken.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2.
Waardering: B 1
BSD: 410
Handeling: Het vaststellen van een (gewijzigd) aanpassingsplan, indien GS de in Landinrichtingswet art. 108 of 109 bedoelde termijn hebben overschreden.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 112.1, 114.4.
Opmerking: Kan geschieden op verzoek van de aanvrager in bij AMvB te bepalen gevallen.
Waardering: B 5
7.4. LW: gefaseerde voorbereiding
7.4.2. Het landinrichtingsprogramma
BSD: 481
Handeling: Het leveren van commentaar op het schetsontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.5, gew. 1988, Stcrt. 253.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 411
Handeling: Het goedkeuren van dat deel van een besluit van PS/GS tot vaststelling van een landinrichtingsprogramma waarbij wordt afgeweken van het advies van de Centrale Commissie als bedoeld in Landinrichtingswet art. 43.1, dan wel het voorbereiden van een Kb waarbij, onder regeling van de gevolgen, dat gedeelte geheel of deels wordt vernietigd.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 43.3–43.5.
Waardering: B 1
BSD: 412
Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een landinrichtingsprogramma, als PS/GS van verschillende provincies terzake niet tot overeenstemming zijn gekomen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 2.3, 3.2.
Waardering: B 1
7.4.3. Het landinrichtingsplan
BSD: 413
Handeling: Het goedkeuren, dan wel het voorbereiden van een Kb ter vernietiging, van dat deel van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of deel daarvan, waarbij wordt afgeweken van het advies van de Centrale Commissie bedoeld in Landinrichtingswet art. 82.1.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 82.2-5, 84.4.
Waardering: B 1
BSD: 414
Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of deel daarvan, indien GS van verschillende provincies terzake niet tot overeenstemming zijn gekomen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2.
Waardering: B 5
BSD: 415
Handeling: Het vaststellen van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 2.
Waardering: B 5
Beschikking LV 03-03-1948, Stcrt. 58 (Walcheren); Beschikking LV 12-01-1954, Stcrt. 8 (Zeeuwse noodgebieden).
BSD: 416
Handeling: Het adviseren aan de Kroon bij de behandeling van een beroep tegen een besluit van GS tot vaststelling van deelplan van wegen, waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.1, eventueel aangevuld met een gedeeltelijk landschapsplan of andere deelplannen met betrekking tot de in het kader van de herverkaveling te treffen voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.6.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
7.6. Reconstructie Midden-Delfland
7.6.2. Het reconstructieprogramma
BSD: 417
Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 36.1–3, 37.
Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol
Waardering: B 5
Beschikking VRO/LV 21-12-1983.
7.6.3. Het plan van voorzieningen
BSD: 419
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 40, 41, 45; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 23.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 5
BSD: 418
Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat GS van Zuid-Holland het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vaststellen in afwijking van het advies, bedoeld in Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 5
BSD: 420
Handeling: Het voorbereiden van een Kb houdende nadere vaststelling van het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 1
Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol
Waardering: B 5
BSD: 421
Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: B 1 en 5
BSD: 422
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
7.7. Gronings-Drentse herinrichting
7.7.2. Het herinrichtingsprogramma
BSD: 423
Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.1–3, 14.1.
Waardering: B 5
Beschikking Landbouw/Ruimtelijke Ordening 15-12-1983.
BSD: 424
Handeling: Het optreden inzake een kroonberoep, ingesteld door PS van Groningen of van Drenthe, tegen een besluit tot vaststelling van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.4, 14.1.
Waardering: B 5
BSD: 425
Handeling: Het voorbereiden van een (klein) Kb ter nadere vaststelling van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 1.
Waardering: B 1
Kb 24-05-1984.
BSD: 426
Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat PS van Groningen of Drenthe een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vaststellen in afwijking van het advies van de Centrale Commissie
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.2, 21.
Waardering: B 5
BSD: 427
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld, indien PS van Groningen en van Drenthe hierover geen overeenstemming hebben.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.4, 21.2.
Waardering: B 5
8. Het besluit tot landinrichting
BSD: 527
Handeling: Het op voorstel van de Centrale Commissie bepalen dat een afgestemde ruilverkaveling wegens dringend algemeen belang zal worden uitgevoerd.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 36.
Waardering: B 1
BSD: 529
Handeling: Het (kunnen) bepalen dat een afgestemde ruilverkaveling wegens een dringend algemeen belang alsnog zal worden uitgevoerd.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 44.1.
Waardering: B 5
BSD: 530
Handeling: Het optreden als partij inzake een kroonberoep tegen een genomen besluit dat een afgestemde ruilverkaveling wegens een dringend algemeen belang alsnog zal worden uitgevoerd.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 44.3.
Waardering: B 5
8.4. LW: besluit tot ruilverkaveling
BSD: 531
Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot het houden van een stemming over een ruilverkaveling, als PS/GS van verschillende provincies ter zake geen overeenstemming hebben bereikt.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 2.3, 3.2.
Waardering: B 1
BSD: 528
Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS en betrokken B en W bij het voorbereiden en uitvoeren van een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CLC en LD; AMvB 11-09-1985, Stb. 525.
Opmerking: NB Handeling wordt uitgevoerd door LID en KADOR
Waardering: B 1
8.5. LW: besluit tot herinrichting of aanpassingsinrichting
BSD: 532
Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot herinrichting of aanpassingsinrichting, als PS/GS van verschillende provincies ter zake geen overeenstemming hebben bereikt.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 2.3, 3.2.
Waardering: B 1
BSD: 533
Handeling: Het nemen van een besluit tot aanpassingsinrichting, indien GS de in Landinrichtingswet art. 111.1 bedoelde termijn hebben overschreden.
Periode: 1975–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 112.1.
Opmerking: Geschiedt op verzoek van de aanvrager (het bevoegd orgaan) in bij AMvB te bepalen gevallen.
Waardering: B 5
9.2.2. Planuitwerking of -wijziging
9.2.2.2. LW: Plan van uitwerking of uitbreiding
BSD: 560
Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een plan van uitwerking of uitbreiding van een landinrichtings- of aanpassingsplan, indien GS van verschillende provincies terzake geen overeenstemming hebben kunnen bereiken.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2.
Waardering: B 1
9.2.3. De uitvoering van werken
BSD: 561
Handeling: Het voorbereiden, voor zover een landinrichtingsplan is vastgesteld in afwijking van een advies van de CLC, van een Kb dat met de uitvoering daarvan pas mag worden begonnen, nadat de in Landinrichtingswet art. 82.6 bedoelde termijn is verstreken.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 124.2.
Waardering: B 1
BSD: 1090
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van de toetsprijzen voor kavelverbeteringswerken en kavelaavaardingswerken in een landinrichtingsproject
Periode: 1960–
Bron: interview
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
9.5. Gronings-Drentse herinrichting
9.5.2. Plan van uitbreiding of uitwerking
BSD: 562
Handeling: Het voorbereiden van een Kb waarbij een plan tot uitwerking dan wel uitbreiding voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld, indien GS van Groningen en Drenthe terzake niet tot overeenstemming zijn gekomen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.8.
Opmerking: Alleen van toepassing indien het betrokken (deel van een) deelgebied in beide provincies ligt.
Waardering: B 1
10. De toewijzing van onroerende goederen van alg. nut
BSD: 650
Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb, waarbij onroerende goederen in een herinrichtingsgebied worden aangewezen, die ten name van de Staat zullen worden onteigend in het kader van een herinrichting.
Periode: 1985–
Grondslag: Onteigeningswet, gew. bij Landinrichtingswet art. 233, art. 122; j° art. 62, 63; j° art. 10–13.
Waardering: B 1
BSD: 651
Handeling: Het optreden als onteigenaar in het belang van herinrichting door middel van een gerechtelijke onteigeningsprocedure.
Periode: 1985–
Grondslag: Onteigeningswet, gew. bij Landinrichtingswet art. 233, art. 64; j° Titel I, Hfd. III, IIIa, IV.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
10.2.4.4. LW: begrenzingenplan
BSD: 652
Handeling: Het voorbereiden van een Kb waarbij (een deel van) een begrenzingenplan wordt vastgesteld en eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen worden toegewezen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2, 3.3 j°. 2.3.
Opmerking: Geschiedt als GS van meer provincies het niet eens kunnen worden.
Waardering: B 1
BSD: 653
Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam (of andere betrokken rechtspersoon) tegen een besluit van GS tot toewijzing of regeling van eigendom, beheer en onderhoud van wegen, waterlopen, dijken en kaden c.a., alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende Kb.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 82.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 80.5; Landinrichtingswet art. 138.4.
Opmerking: De minister zorgt ervoor dat in de akte van toedeling en de openbare registers een bij Kb aangebrachte eventuele wijziging wordt doorgevoerd.
Waardering: B 1
10.3. Zeeuwse herverkavelingen
BSD: 654
Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam tegen een besluit van GS van Zeeland tot toewijzing of regeling van eigendom, beheer en onderhoud van wegen, waterlopen, dijken en kaden c.a. in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende Kb.
Periode: 1950–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 73.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: De minister zorgt ervoor dat in de akte van toedeling en de openbare registers een bij Kb aangebrachte eventuele wijziging wordt doorgevoerd.
Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend
Waardering: B 1
10.4. Reconstructie Midden-Delfland
BSD: 655
Handeling: Het voeren van de procedure leidend tot een voorstel voor een nutswet ter onteigening van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, als bedoeld in Onteigeningswet art. 5 t/m 9.
Periode: 1970–1979
Grondslag: Besluit Ministerraad 27-02-1970.
Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie
De handeling betreft niet het maken van het wetsvoorstel voor de Reconstructiewet Midden-Delfland, maar slechts de daarmee parallel lopende formele procedure volgens de genoemde artikelen van de Onteigeningswet.
Waardering: B 5
BSD: 656
Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb waarbij onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland worden aangewezen, die ten name van de Staat zullen worden onteigend in het kader van de reconstructie.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 6, 8; Onteigeningswet art. 14, alsmede art. 10–13.
Opmerking: het Kb wordt genomen, gehoord de Raad van State.
Waardering: B 1
BSD: 657
Handeling: Het optreden als onteigenaar in een gerechtelijke onteigeningsprocedure in het belang van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 8; Onteigeningswet Titel I, Hfd. III, IIIa, IV.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 658
Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam tegen een besluit van GS van Zuid-Holland omtrent eigendom, beheer of onderhoud van onroerende goederen, opgenomen in het plan van wegen en waterlopen of het landschapsplan voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het bekend maken en effectueren van het desbetreffende Kb.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 73.2–3.
Opmerking: De minister zorgt ervoor dat in de akte van toedeling en de openbare registers een bij Kb aangebrachte eventuele wijziging wordt doorgevoerd.
Waardering: B 1
10.5. Gronings-Drentse herinrichting
BSD: 659
Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb waarbij onroerende goederen in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën worden aangewezen, die ten name van de Staat zullen worden onteigend in het kader van de herinrichting.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 6.4; Onteigeningswet art. 14, alsmede art. 10–13.
Opmerking: het Kb wordt genomen, gehoord de Raad van State.
Waardering: B 1
BSD: 660
Handeling: Het optreden als onteigenaar in een gerechtelijke onteigeningsprocedure in het belang van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Onteigeningswet Titel I, Hfd. III, IIIa, IV.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 661
Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam of andere rechtspersoon tegen een besluit van GS omtrent eigendom, beheer of onderhoud van onroerende goederen, opgenomen in een inventarisatieplan voor het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende Kb.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 77.4.
Waardering: B 1
10.5.5. Overgang Groninger Stadskanalen en -wegen
BSD: 662
Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb waarbij worden ontbonden zekere oude overeenkomsten tussen de stad of de gemeente Groningen enerzijds en diverse belanghebbenden anderzijds betreffende de waterhuishouding in de Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1, 75.2, 75.4.
Waardering: B 1
11. De bepaling van de inbreng in een blok
BSD: 700
Handeling: Het bepalen dat op een ruilverkaveling die volgens de bepalingen van de Ruilverkavelingswet 1954 wordt voltooid, Landinrichtingswet art. 170.3 (huurders zijn rechtverkrijgenden) en Landinrichtingswet art. 212.2 (actualisering schattingsuitkomsten) van overeenkomstige toepassing zijn.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.2.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
11.3. Zeeuwse herverkavelingen
BSD: 701
Handeling: Het wijzigen van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 66.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: B 5
Besluit LV 25-10-1951, Stcrt. 210 (Walcheren); Besluit LV 12-03-1955, Stcrt. 52; 16-03-1956, Stcrt. 58; 18-01-1963, Stcrt. 17 (Zeeland).
11.4. Reconstructie Midden-Delfland
BSD: 702
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de schatters in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 37.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
11.5. Gronings-Drentse herinrichting
BSD: 778
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de schatters van een blok in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 32.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
12.2.2. Regeling van de toedeling
BSD: 803
Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Centrale Commissie dat in het algemeen belang een eigenaar meer dan 5% zal worden onder- of overbedeeld.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 804
Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Centrale Commissie dat de aan een eigenaar toekomende waarde in kavels bij de toedeling zal worden verminderd met (een deel van) de vermoedelijk ten zijnen laste komende ruilverkavelingskosten.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 13.1, 13.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
13. De afwikkeling van een landinrichting
BSD: 1070
Handeling: Het optreden in een Kroonberoep inzake bezwaren van rechthebbenden en pachters tegen een besluit van GS tot voorlopige vaststelling toewijzing of regeling van eigendom, beheer en onderhoud van wegen en waterlopen, dijken en kaden c.a., alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende KB
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, art. 45
Waardering: B 5
13.2.4. Ruilverkavelings- resp. landinrichtingsrente
BSD: 1036
Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van ruilverkavelings-, resp. landinrichtingsrente.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar
13.2.5. Nazorg en Afsluitende rapportage
BSD: 891
Handeling: Het geven van agrarisch-sociale en andere voorlichting in een herverkaveld gebied.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Wordt uitgevoerd door CD/LD samen met het met de agrarische voorlichting belaste dienstonderdeel van het Ministerie van Landbouw.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 1088
Handeling: Het opstellen van een evaluatierapport, houdende de resultaten van een afgesloten ruilverkaveling- of landinrichtingsplan
Periode: 1984–
Bron: interview
Waardering: B 5
13.3. Zeeuwse herverkavelingen
BSD: 1037
Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van de herverkavelingsrente Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1950–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (jaren 50 of later)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 892
Handeling: Het geven van agrarisch-sociale en andere voorlichting in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Wordt uitgevoerd door CD/LD samen met Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Landbouw.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct),
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
13.4. Reconstructie Midden-Delfland
Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de afkoop van reconstructierente.
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar
Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van de reconstructierente
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS)
Opmerking: Het betreft een administratie op hoofdlijnen van de verrekening van de opbrengsten van de reconstructierente (zoals bedoeld in art. 107 t/m 116 van de Reconstructiewet Midden-Delfland) tussen de Belastingdienst en Ministerie LNV en het verwerken van afkoopsommen van reconstructierente.
Waardering: V 6 jaar
13.5. Gronings-Drentse herinrichting
BSD: 893
Handeling: Het (doen) invorderen van de bedragen ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 102, verschuldigd wegens de omzetting van stadsmeierrechten in eigendomsrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1990–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 135.1, gew. 1990, Stb. 222 (i.w. 01-06-1990).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de afkoop van herinrichtingsrente.
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar
Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van de herinrichtingsrente
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC CAS)
Opmerking: Het betreft een administratie op hoofdlijnen van de verrekening van de opbrengsten van de herinrichtingsrente (zoals bedoeld in art. 126 t/m 134 van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën) tussen de Belastingdienst en Ministerie LNV en het verwerken van afkoopsommen van herinrichtingsrente.
Waardering: V 6 jaar
14. Overige landinrichtingsprojecten en onderzoek
14.2. Reconstructie oud glastuinbouwgebied
BSD: 957
Handeling: Het beschikken op een aanvraag tot aanwijzing van een oud glastuinbouwgebied gebied als reconstructiegebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 7–9.
Waardering: B 5
BSD: 1093
Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van een reconstructie van een oud glastuinbouwgebied, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Bron: interview
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
14.2.5. Grondzaken en bedrijfsbeëindiging
BSD: 997
Handeling: Het adviseren aan de directeur LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in BROG/RROG, Titel 6, paragraaf 2.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.2.
Opmerking: Betrokken organisaties waren HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO
Waardering: B 1
14.2.6. Uitvoering van voorzieningen
14.2.6.1. Infrastructurele, landschappelijke, recreatieve voorzieningen
BSD: 958
Handeling: Het verlenen van een bijdrage aan een gemeente of waterschap in de kosten van uitvoering van de realisering van infrastructurele, landschappelijke of recreatieve voorzieningen in een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 21 e.v. (gew. 1986, Stcrt. 145).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
14.2.6.2. Bedrijfsvoorzieningen
BSD: 998
Handeling: Het adviseren aan de directeur LD over een verzoek om een bijdrage zoals bedoeld in de BROG/RROG Titel 6, paragrafen 3–6.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.2.
Opmerking: Betrokken organisaties waren HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989 directeur LNO
Waardering: B 1
BSD: 1080
Handeling: Het beslissen in beroepen tegen beslissingen van de directeur Cultuurtechnische Dienst om een bijdrage in de kosten van de in het reconstructieplan opgenomen voorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden, art. 29–4
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
14.2.7. Afsluitende rapportage
BSD: 1089
Handeling: Het opstellen van een evaluatierapport, houdende de resultaten van een afgesloten reconstructie van een oude glastuinbouwgebied
Periode: 1984–
Bron: interview
Waardering: B 5
14.3. Rijksbijdragen gemeente- en waterschapswerken (A2-projecten)
BSD: 999
Handeling: Het voorlichten over of adviseren inzake het indienen van een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar (overige neerslag).
BSD: 1000
Handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project en het al dan niet goedkeuren van het gereedgekomen werk.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: V 10 jaar
14.4. Ruilverkaveling bij overeenkomst en kavelruil
14.4.1. Ruilverkaveling bij overeenkomst
BSD: 1001
Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het aangaan van een ruilverkavelingsovereenkomst als bedoeld in de Ruilverkavelingswet 1938, Ruilverkavelingswet 1954 of Landinrichtingswet.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar (overige neerslag).
BSD: 1002
Handeling: Het adviseren van de betrokkenen bij het opstellen van een voorlopige ruilverkavelingsovereenkomst.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: B 1
BSD: 959
Handeling: Het onder zekere voorwaarden al dan niet goedkeuren van een voorlopige ruilverkavelingsovereenkomst, voor zover daarbij zekere bepalingen van een wettelijke ruilverkaveling van toepassing worden verklaard.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 6.2–3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 7.1; Landinrichtingswet art. 122.
Opmerking: Zie voor de gangbare voorwaarden de opsomming in de Beschikking Kavelruil, paragraaf 14.4.2 van het RIO).
Waardering: B 5
BSD: 1003
Handeling: Het leveren van advies en bijstand ten behoeve van de totstandkoming en de effectuering van een definitieve ruilverkavelingsovereenkomst (akte van kavelruil).
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 7; Ruilverkavelingswet 1954 art. 8; Landinrichtingswet art. 123.
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: V 10 jaar
14.5. Rijksbijdragen particuliere cultuurtechnische werken
BSD: 1055
Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het verkrijgen van een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: B 1 (voor adviezen), V 10 jaar (overige neerslag).
14.5.3. Beschikking particuliere cultuurtechnische werken 1975
BSD: 960
Handeling: Het instellen en buiten werking stellen van een commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften ingediend op grond van art. 7 van de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1975–1977
Bron: Instellingsbeschikking.
Opmerking: In de commissie zaten vertegenwoordigers van de Centrale Commissie, de CD/LD en overige ambtenaren van het Ministerie van Landbouw.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (1977 of later)
Waardering: V 20 jaar
Beschikking LV 5-8-1975, Stcrt. 151.
BSD: 961
Handeling: Het opschorten van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1975–1979
Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken, gew. 1975, Stcrt. 93, art. 9a.
Waardering: V 20 jaar
Beschikking LV 28-05-1975, Stcrt. 100.
BSD: 962
Het beschikken op een bezwaarschrift tegen de beslissing van de directeur CD/LD omtrent een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1975–1980
Grondslag: Beschikking LV 5-8-1975, Stcrt. 151.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1979)
Waardering: V 20 jaar
14.6. Rijksbijdragen boerderijverplaatsing
BSD: 1056
Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het verkrijgen van een rijksbijdrage in de kosten van boerderijverplaatsing.
Periode: 1952–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.
Waardering: B 1 (voor adviezen),
V 6 jaar(overige neerslag).
14.6.3. Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw
BSD: 1038
Handeling: Het opschorten van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een rijksbijdrage ingevolge de Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw.
Periode: 1976–1981
Grondslag: Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw, Stcrt. 1976 177, art. 24.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1980)
Waardering: V 20 jaar
Beschikking LV 28-05-1975, Stcrt. 100.
14.8. Landinrichtingsonderzoek en advisering
BSD: 1039
Handeling: Het (doen) verrichten van cultuurtechnisch onderzoek, dat van algemene toepassing is of van toepassing is op verschillende projecten.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5 (voor eindproducten),
V 6 jaar (voor overige neerslag)
BSD: 1040
Handeling: Het (doen) opzetten en bijhouden van een (digitale) cultuurtechnische inventarisatie van Nederland (CIN).
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 1041
Handeling: Het verstrekken van een structurele subsidie aan het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding (ICW) te Wageningen.
Periode: 1956–
Grondslag: Rijksbegrotingen Landbouw.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1042
Handeling: Het verlenen van een rijksbijdrage aan stichtingen, verenigingen en commissies op het gebied van cultuurtechnisch, resp. landinrichtingsonderzoek.
Periode: 1945–
Grondslag: Rijksbegrotingen Landbouw.
Opmerking: Betrof in de jaren 1940/50 bijv. stichting De Cruquius en de Prinsenmolencommissie.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1043
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan onderzoeken op het gebied van hydrologie, bodemkunde, civieltechniek en andere wetenschappen van belang voor de cultuurtechniek, resp. landinrichting.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1060
Handeling: Het adviseren aan een provincie, gemeente, waterschap of orgaan van een gemeenschappelijke regeling met betrekking tot cultuurtechnische, c.q. landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Bijv. inzake ontgrondingen, waterbeheersing, bouwaanvragen, aanlegvergunningen.
Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989: directeur LNO.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
Deel 2. Handelingen van actoren onder de archiefzorg van de Minister van LNV
Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)
BSD: 232
Handeling: Het op de vrije grondmarkt, of ingevolge een overeenkomst in het kader van een bijdrageregeling, verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 233
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 234
Handeling: Het in overeenstemming met een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie jaarlijks vaststellen van een programma voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 235
Handeling: Het opstellen van een periodiek verslag over de resultaten van de grondverwerving in een landinrichtingsgebied voor een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3
BSD: 239
Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 240
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 241
Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie vaststellen van het jaarlijkse programma voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 242
Handeling: Het periodiek opstellen van een verslag over de resultaten van de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: B 3
BSD: 243
Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op grond in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 244
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: B 5
BSD: 245
Handeling: Het beschikken op een verzoek om ontheffing van een ondernemer om zijn grond in eigendom aan SBL/BBL over te dragen, indien en voor zover de grond niet ligt in een ruilverkavelingsgebied.
Periode: 1983–1991
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 106.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Geschiedt onder bepaling aan wie en onder welke voorwaarden de overdracht zal geschieden.
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 364
Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de voorbereiding, alsmede tijdens de uitvoering voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.
Periode: 1983–
Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.
Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.
De regeling geeft ook de oude toestand weer.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 365
Handeling: Het beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in een blok tot de terinzagelegging van het plan van toedeling, en buiten een blok tot aan de overdracht, een en ander voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45, art. 3.1, 3.2, 4.1, 4.2a, 6.1; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.1, 3.2a, 3.4, 4.2, 6.1.
Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.
Het beginjaar van de handeling is niet bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 366
Handeling: Het in overeenstemming met een Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 367
Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie Midden-Delfland jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 368
Handeling: Het voeren van het materiële beheer over de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor zover en zolang deze niet wordt beheerd door de Herinrichtingscommissie.
Periode: 1983–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.2, 38.3a, 38.5a.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 606
Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1983–
Bron: Vonk & De Boer, 220-221; Hand. TK 1980/81 16 625, nr 23. Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 39.
Opmerking: Van 1971–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 607
Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1983–
Bron: Hand. TK 1980/81 16 625, nr 23.
Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 608
Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond ten behoeve van agrarische doeleinden.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 609
Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 610
Handeling: Het vervreemden van in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 611
Handeling: Het vervreemden van de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1983–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 752
Handeling: Het uitvoeren van een analyse naar het prijsniveau van in het voorafgaande jaar verkochte gronden in of rond een landinrichtingsgebied ten behoeve van een actualisering van waarden in een register van schattingsuitkomsten.
Periode: 1983–
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.2.
Opmerking: Van 1982–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Vanaf 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1047
Handeling: Het verwerven van gronden in een te reconstrueren oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1983–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden Titel 6, par. 2.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 1077
Handeling: Het beheren van verworven grond tijdens de voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1983–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 30 en de toelichting bij deze beschikking
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na einde bezit.
BSD: 35
Handeling: Het adviseren aan betrokken minister(s) omtrent plannen en maatregelen die van belang zijn voor het regeringsbeleid inzake de ruimtelijke ordening, voor zover dit ruilverkavelings-, resp. landinrichtingsaangelegenheden betreft.
Periode: 1950–
Grondslag: AMvB 24-07-1965 ter uitvoering van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 1965, art. 26.2.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 36
Handeling: Het adviseren aan de Minister van Economische Zaken (stuurgroep ISP) over voorgestelde uitvoeringsprogramma’s in het kader van de realisering van het rijksbeleid voor de integrale
Periode: 1980–
Bron: Nota Integraal Structuurplan Noorden des Lands.
Opmerking: Na goedkeuring door de Minister van EZ worden de middelen via de begrotingspost voor de landinrichting ter beschikking gesteld.
Waardering: B 1
BSD: 37
Handeling: Het vaststellen van de concrete begrenzing van de Relatienotagebieden in een aantal in uitvoering zijnde of reeds gereedgekomen ruilverkavelingen en in een aantal buiten ruilverkavelingen gelegen gebieden.
Periode: 1975–1980
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Betreft overgangssituatie: normaal doet de Centrale Commissie een voorstel omtrent de begrenzing bij de vaststelling van het ontwerp van een uitvoeringsplan (zie H. 7).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 38
Handeling: Het (on)gevraagd adviseren aan de Minister van LNV en andere ministers omtrent ruilverkavelings- en (andere) cultuurtechnische, resp. landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1945–
Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 3.2; AMvB 04-02-1955, Stb. 43, art. 1.2; Landinrichtingswet art. 7.2.
Waardering: B 1
BSD: 39
Handeling: Het opstellen of wijzigen van huishoudelijke regels, goed te keuren door de Minister van LNV.
Periode: 1945–1955
Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 14.
Waardering: V 20 jaar
BSD: 1010
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag over de werkzaamheden van de Centrale Commissie en de CD/LD, de voortgang van de voorbereiding en uitvoering van landinrichtingsprojecten en overige landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Het product bevat tevens jaarverslagen van de commissies belast met bijzondere wettelijke projecten, zoals de HCW en de HCZ.
Waardering: B 3
BSD: 40
Handeling: Het opstellen van een beleidsnota betreffende ruilverkaveling.
Periode: 1945–1985
Grondslag: leidinggevende taak.
Opmerking: De handeling geschiedt sinds de Landinrichtingswet door de Minister van LNV, als onderdeel van de formulering van hoofdlijnen en beginselen op het gehele beleidsterrein (zie boven).
Waardering: B 1
Voorbeelden: * Meerjarenplan voor ruilverkavelingen (1958), waarin criteria en methoden zijn geformuleerd voor bepaling van de relatieve urgentie van aangevraagde ruilverkavelingen.
* Nota betreffende inspraak en publieke discussie bij de voorbereiding van ruilverkavelingen (Bijlagen Handelingen II 1973/74, 12015), waarin het inspraakbeleid wordt geformuleerd.
BSD: 41
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een instructie voor de Plaatselijke Commissies.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 44.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.4.
Waardering: B 5
Algemene instructie PC, vastgesteld bij besluit CCC 25-11-1955, gew. 27-11-1959, 25-06-1965, 27-04-1979, 28-01-1983.
BSD: 42
Handeling: Het geven van richtlijnen voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel de Landinrichtingscommissies, betreffende de wijze van voorbereiding of uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1945–
Grondslag: voor 1985: leidinggevende taak; sinds 1985: diverse bepalingen.
Waardering: B 5
BSD: 43
Handeling: Het geven van (nadere) voorschriften voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel de Landinrichtingscommissies, betreffende de uitvoering van de wettelijke taak.
Periode: 1945–
Grondslag: voor 1985: leidinggevende taak; sinds 1985: diverse bepalingen, bijv. Landinrichtingswet art. 38.5, 77.5; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 31.2, 45, 46.2, 47.2, 50, 51.
Waardering: B 5
BSD: 44
Handeling: Het geven van voorschriften voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel Landinrichtingscommissies, betreffende technische en administratieve aangelegenheden.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; zie ook Regeling CCC 1955 (gew.), art. 18.1, 18.2, 19.1.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Waardering: B 5
Bijv. voorschriften voor het opstellen van een netwerkplanning.
BSD: 45
Handeling: Het bepalen van de vergoedingen voor leden en deskundigen van (suborganen van) de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies of Aankoopcommissies.
Periode: 1945–1985
Grondslag: PC: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 12; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 24; IC: Nota Centrale Cultuurtechnische Commissie, in Bijl. Hand. II 1973/74, 12015, par. 5.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 48
Handeling: Het (doen) opstellen en toetsen van criteria, methoden en systemen voor de berekening van economische en sociale effecten, effecten op natuur en landschap en milieuhygiënische effecten op water, bodem en lucht van een landinrichtingsproject, ten behoeve van de afweging van alternatieve plannen voor projecten in voorbereiding.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Zie voor de uitvoering van evaluaties H. 7.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Bijv. nota ‘De HELP-methode voor de evaluatie van landinrichtingsprojecten’.
BSD: 50
Handeling: Het (doen) opstellen en toetsen van criteria, methoden en systemen voor de nacalculatie van de kosten van landinrichtingsprojecten, onder meer ten behoeve van de vaststelling van een bijdrage van de Europese Commissie aan een project.
Periode: 1960–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 12 jaar na slotdeclaratie
BSD: 51
Handeling: Het uitvoeren van nacalculaties met betrekking tot de kosten en baten van voltooide landinrichtingsprojecten.
Periode: 1960–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1091
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van de verdeling van de jaarkredieten voor landinrichingsprojecten (ruilverkavelingen, waterschaps- en gemeentewerken en particuliere werken).
Periode: 1960–
Bron: Interview
Waardering: V 6 jaar
BSD: 49
Handeling: Het opstellen van rapporten en handleidingen voor toepassing en uitwerking van criteria en methoden ter berekening van de kosten en baten van een ruilverkaveling, ter (nadere) bepaling van de relatieve urgentie van projecten.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Bijv. rapport Werkgroep toepassing en uitwerking methodiek meerjarenplan (1962).
BSD: 46
Handeling: Het opstellen en periodiek herzien van het Landelijk Volgordeschema voor Ruilverkavelingen.
Periode: 1960–1985
Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT bijlage I.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 47
Handeling: Het jaarlijks ter vaststelling voordragen bij de Minister van LNV van het Landelijke Voorbereidingsschema Landinrichting.
Periode: 1985–1993
Grondslag: Landinrichtingswet art. 18.4.
Waardering: B 1
BSD: 80
Handeling: Het voorlichten van en/of adviseren aan belangstellenden over: een aanvraag tot ruilverkaveling als bedoeld in Ruilverkavelingswet 1938 of Ruilverkavelingswet 1954; een verzoek ruilverkaveling of herinrichting in voorbereiding te nemen als bedoeld in Landinrichtingswet; een aanvraag aanpassingsinrichting te bevorderen als bedoeld in Landinrichtingswet.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Geschiedt in de praktijk veelal door functionarissen van het provinciale apparaat van de CD/LD.
Waardering: B 5 (eindproduct);
V 6 jaar (overige neerslag).
BSD: 81
Handeling: Het adviseren van betrokken GS inzake het al of niet goedkeuren van een aanvraag tot ruilverkaveling.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 23.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 32.2.
Opmerking: Sinds ca. 1958 adviseert de CCC alleen nog maar over blokken die voorkomen op het Landelijke Volgordeschema.
Waardering: B 1
BSD: 82
Handeling: Het opstellen van een zienswijze inzake een verzoek aan de Minister van LNV om ruilverkaveling of herinrichting in voorbereiding te nemen.
Periode: 1985–1993
Grondslag: Landinrichtingswet art. 26.
Opmerking: Actor zal vanaf 1994 de provincie zijn en de CLC adviseert dan de provincie.
Waardering: B 1
BSD: 83
Handeling: Het opstellen van een zienswijze inzake een verzoek aanpassingsinrichting te bevorderen, alsmede bij een positief besluit, het opstellen van een inrichtingsvoorstel.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 97.
Waardering: B 1
BSD: 84
Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV en andere bewindslieden bij de voorbereiding van de totstandkoming of wijziging van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CD en CCC en HCW/HCZ.
Waardering: B 1
Handeling: Het (mede)adviseren van de Minister van LNV en andere betrokken bewindslieden bij het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.
Waardering: B 1
BSD: 140
Handeling: Het (doen) instellen en samenstellen van een Voorbereidingscommissie, Inspraakcommissie, Aankoopcommissie of andere voorbereidende commissie, alsmede het eventueel daaraan toevoegen van een secretaris en een of meer deskundigen.
Periode: 1955–1985
Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT Bijl. I; Bijl. Hand. II 1973/74, 12015, par. 5.
Opmerking: De voorbereiding geschiedt in de praktijk door de provinciale functionaris van de CD/LD. Sinds 1965 wordt als deskundige aan een VC altijd een landschapsconsulent (SBB/BLB) toegevoegd.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 141
Handeling: Het in overleg met KADOR samenstellen van een projectorganisatie ter voorbereiding van een ruilverkaveling, resp. ter ondersteuning van een Voorbereidingscommissie of andere voorbereidende commissie.
Periode: 1945–1985
Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT Bijl. I.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie
Geschiedt in de praktijk door de regionale functionaris van de CD/LD
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 142
Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of een directievoerend lichaam voor de voorbereiding van een ruilverkaveling.
Periode: 1945–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; Het weten waard, 24–25.
Opmerking: Sinds 1955 CC met Voorbereidingscommissie.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 143
Handeling: Het bepalen, als een ruilverkavelingsblok zeer groot is, of en in hoeverre de in te stellen Plaatselijke Commissie meer leden zal tellen dan het wettelijk voorgeschreven normale aantal.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 144
Handeling: Het adviseren aan GS over instelling en samenstelling van een Plaatselijke Commissie, en het daaraan toevoegen van een secretaris en een of meer deskundigen.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 44.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.1–2, 51.4.
Opmerking: Toevoeging secretaris pas onder de Ruilverkavelingswet 1954; onder de Ruilverkavelingswet 1938 pleegt een lid secretaris te zijn (Schepel, 63). De voorbereiding van de instelling geschiedt in de praktijk door de regionale functionaris van de CD/LD, die ook het initiatief neemt.
Waardering: B 1
BSD: 145
Handeling: Het al dan niet goedkeuren, in overleg met GS, van de instelling door een Landinrichtingscommissie van een of meer subcommissies.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 29, 99.2.
Opmerking: Geschiedt na advies van de Insp LD, sinds 1989 directeur LNO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 146
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een voorgenomen besluit van GS dat een Landinrichtingscommissie wegens de aard of de omvang van het gebied zal bestaan uit meer leden dan het wettelijk voorgeschreven normale aantal.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 28.2, 99.2
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 147
Handeling: Het adviseren van GS over de samenstelling van een Landinrichtingscommissie belast met herinrichting of ruilverkaveling, alsmede het in overeenstemming met GS daaraan toevoegen van een of meer deskundigen als adviserende leden.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 27.1, 28.4; AMvB 11-09-1985, Stb. 526, art. 3.
Waardering: B 1
BSD: 148
Handeling: Het samen met het betrokken bevoegd orgaan al dan niet goedkeuren van de door GS voorgenomen samenstelling van een Landinrichtingscommissie belast met aanpassingsinrichting, met inbegrip van de adviserende leden.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 99.1, 99.2; AMvB 11-09-1985, Stb. 526, art. 3.
Waardering: B 1
BSD: 149
Handeling: Het beschikken op een verzoek van een Landinrichtingscommissie tot het verstrekken van een onkostenvergoeding aan een lid met een hoofdberoep in de landbouw, wegens kosten van bedrijfsverzorging.
Periode: 1985–
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 526, art. 7.4–5.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 150
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instelling, samenstelling of instructie van een blokommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.1.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1014
Handeling: Het voeren van overleg met een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie om te komen tot een regeling inzake de te verrekenen prijs van door SBL/BBL aangekochte gronden.
Periode: 1950–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 224
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat in het algemeen belang een eigenaar bij de toedeling een algehele vergoeding in geld krijgt.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 225
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de bepaling door een Plaatselijke Commissie van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in het blok gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.2, 18.4; Landinrichtingswet art. 146.2, 150.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 226
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de beschikking van een Plaatselijke Commissie inzake een algehele vergoeding in geld ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3, 18.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 227
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag wegens bedrijfsbeëindiging kan indienen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3, 150.2; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 228
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de bepaling door de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.1, 61.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 229
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag kan indienen.
Periode: 1986–
Grondslag: Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 230
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wanneer een eigenaar of pachter buiten een blok een aanvraag voor een toeslag kan indienen als bedoeld in: Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 11.2; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.2 (HWOG).
Opmerking: Onder de Landinrichtingswet alleen van toepassing in een herinrichtingsgebied.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1015
Handeling: Het voor de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën aanwijzen van de subcommissie Agrarische Zaken als adviesorgaan in de zin van art. 11a van de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970.
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS)
Opmerking: Is geschied ingevolge het van toepassing verklaren van de Beschikking van 1970 op het herinrichtingsgebied.
Waardering: B 4
BSD: 231
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970, als daarover geen overeenstemming bestaat tussen de directeur CD/LD en een Voorbereidingscommissie.
Periode: 1970–1985
Grondslag: Regeling 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.5.
Waardering: B 1
BSD: 1016
Handeling: Het van toepassing verklaren van de regels omtrent het verlenen van een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970 of de Regeling verlening toeslag terzake van overdracht of verpachting landbouwgronden 1985 op een bedrijf waarvan de grond voor ten minste de helft ligt in een gebied dat door SBL/BBL tot aankoopgebied is verklaard.
Periode: 1974–
Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, gew. 1974, Stcrt. 20, art. 11a; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 12.
Opmerking: De Centrale Commissie heeft de Beschikking van 1970 van toepassing verklaard op het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën en ingevolge daarvan de desbetreffende subcommissie Agrarische Zaken aangewezen als adviesorgaan voor de directeur CD/LD (zie handeling 224
RIO).
Waardering: B 5
BSD: 1009
Handeling: Het behandelen van diverse bezwaren van en kwesties met rechthebbenden bij een ruilverkaveling, respectievelijk landinrichting
Periode: 1975–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).
Opmerking: De term rechthebbenden refereert aan degenen die een recht hebben waaraan een in een blok begrepen onroerende zaak is onderworpen (zie de hoofdstukken 11 t/m 13 van het RIO).
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (1975 of eerder)
Waardering: B 5
BSD: 310
Handeling: Het houden van toezicht op de taakuitvoering door een Voorbereidings-, Inspraak- of Aankoopcommissie of andere voorbereidende commissie, dan wel Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie.
Periode: 1945–
Grondslag: Leidinggevende taak; zie Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 1955 (gew.), art. 2.1.
Opmerking: Geschiedt na advies door de provinciale functionaris van de CD/LD, optredend namens de CCC als toezichthouder (zie onder).
Waardering: B 5
BSD: 1021
Handeling: Het ontvangen van de door provinciale directies opgemaakte kwartaalverslagen over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1022
Handeling: Het ontvangen van een door KADOR en/of een directievoerend lichaam opgemaakt kwartaalverslag over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 311
Handeling: Het al of niet goedkeuren van een voorstel van een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie over de aanbesteding van een werk, als deze niet openbaar kan plaatsvinden.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 35; Specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Voor wat betreft de CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris Centrale Commissie
Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 door de HID/Inspecteur Landinrichting, namens de directeur CD/LD (zie boven).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 312
Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon, over de financiering van een voorziening in een plan voor een ruilverkaveling.
Periode: 1945–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 313
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van een Landinrichtingscommissie met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon over de financiering van een voorziening in een landinrichtingsprogramma of landinrichtingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 35.2, 74.3, 84.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 314
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ter voorbereiding van landinrichting.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 20.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 29.3; Landinrichtingswet art. 9.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 315
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 39.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 38.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 1023
Handeling: Het optreden bij een geding voor de rechtbank inzake een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 316
Handeling: Het geven van algemene voorlichting tijdens de voorbereiding en uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1945–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1945–1984 Centrale Commissie
Vanaf ca. 1955 Centrale Commissie met Voorbereidingscommissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 1024
Handeling: Het adviseren van de Commissie van Toezicht voor de herverkaveling Walcheren inzake de aanbesteding van weken.
Periode: 1947–1960
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 318
Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 4
Handeling: Het behandelen van diverse bezwaren van en kwesties met rechthebbenden bij de reconstructie Midden-Delfland
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).
Waardering: B 5
BSD: 319
Handeling: Het coördineren van de rijksinbreng voor de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: De Laat, 37.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 320
Handeling: Het ter beschikking stellen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de rijksgelden uitgetrokken voor de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Rijksbegrotingen 1979 e.v.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 317
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door de Reconstructiecommissie Midden-Delfland vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de reconstructie.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 30.
Waardering: B 1
BSD: 321
Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 1
Handeling: Het behandelen van diverse bezwaren van en kwesties met rechthebbenden bij de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).
Waardering: B 5
BSD: 322
Handeling: Het coördineren van de rijksinbreng voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 325
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van door de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de voorbereiding of de uitvoering van de herinrichting ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 23.3 en 28.7.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.
Waardering: B 1
BSD: 428
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.
Periode: 1945–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 429
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.
Periode: 1945–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 430
Handeling: Het (doen) opstellen van een of meer evaluaties (effectbeschrijvingen) van de alternatieve planschetsen voor een landinrichting.
Periode: 1970–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.
Centrale Commissie met Voorbereidingscommissie; sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 1008
Handeling: Het evalueren van het ontwerp van een landinrichtingsplan
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD
Waardering: B 5
BSD: 431
Handeling: Het opstellen en wijzigen van een voorontwerp van een plan van wegen en waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Ruilverkavelingswet 1938 (gew. 1941), art. 25, eventueel aangevuld met andere plannen met betrekking tot de in het kader van een ruilverkaveling te treffen maatregelen en voorzieningen.
Periode: 1945–1955
Bron: Jaarverslagen CCC en CD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Plan(nen) zoals voorgelegd aan betrokkenen in de streek.
BSD: 432
Handeling: Het opstellen van een ontwerp van de voorlopige grens van een blok en een voorlopig plan van wegen, waterlopen en kaden c.a.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 25.1.
Waardering: B 5
Plan(nen) zoals voorgelegd aan GS.
BSD: 433
Handeling: Het ten behoeve van de stemming vervaardigen van een kaart van het blok met de wegen, waterlopen en kaden met de daarbij behorende kunstwerken, zoals deze voorlopig door GS zijn vastgesteld.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 26.1.
Waardering: B 5
BSD: 434
Handeling: Het opstellen en wijzigen van schetsen en voorontwerpen voor een rapport ex art. 34.
Periode: 1955–1973
Bron: Rijksbegroting 1969, Hfdst. XIV, MvT bijlage I.
Opmerking: Samen met een Voorbereidingscommissie.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 435
Handeling: Het opstellen en vaststellen van het concept van een rapport ex art. 34.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 34.
Waardering: B 5
Plan(nen) zoals voorgelegd aan GS.
BSD: 436
Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Landinrichtingscommissie dat voor het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.6, 29.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 438
Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 74.3, 79.1, 79.3, 84.4, 87.4; 106.1, 106.3, 114.4.
Waardering: B 5
BSD: 439
Handeling: Het adviseren van GS over hun voornemen een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan in afwijking van het ontwerp daarvan vast te stellen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 82.1, 84.4; Landinrichtingswet art. 109.1, 114.4.
Waardering:B 1
BSD: 440
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV inzake de goedkeuring van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan in afwijking van het advies van de Centrale Commissie aan GS, bedoeld in Landinrichtingswet art. 82.1, resp. art. 109.1.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 83.5, 84.4; art. 109.2, 114.4.
Waardering: B 1
BSD: 441
Handeling: Het opstellen van een zienswijze voor GS omtrent de noodzaak tot wijziging van een landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 84.3; Landinrichtingswet art. 114.3.
Waardering: B 1
BSD: 442
Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Landinrichtingscommissie, dat voor de opstelling van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.6.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 443
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramm.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 23.3, gew. 1988, Stcrt. 253.
Opmerking: De handeling wordt uitgevoerd door de secretaris
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 444
Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 35.2, 40.1, 40.4.
Waardering: B 5
BSD: 446
Handeling: Het adviseren aan PS/GS over hun voornemen een landinrichtingsprogramma vast te stellen in afwijking van het ontwerp daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 43.1.
Waardering: B 1
BSD: 445
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV inzake de vernietiging van een besluit van PS/GS tot vaststelling van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 43.5.
Waardering: B 6
BSD: 447
Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigde) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 24.1, 29 (gew. 1988, Stcrt. 253)
Opmerking: De handeling wordt uitgevoerd door de secretaris
Waardering: B 6
BSD: 448
Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 79.1, 79.3, 84.4.
Waardering: B 5
BSD: 449
Handeling: Het adviseren aan GS over hun voornemen een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 82.1, 84.4.
Waardering: B 1
BSD: 450
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV inzake de vernietiging van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 82.5.
Waardering: B 1
BSD: 451
Handeling: Het opstellen van een zienswijze voor GS omtrent de noodzaak tot wijziging van een landinrichtingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 84.3.
Waardering: B 1
BSD: 452
Handeling: Het adviseren aan de Minister voor Ruimtelijke Ordening en de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie over de vaststelling van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 36.1, 37.
Waardering: B 1
BSD: 453
Handeling: Het (mede) adviseren aan de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie inzake het goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 41.1, 45.
Waardering: B 1
BSD: 454
Handeling: Het (mede) adviseren aan GS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.
Waardering: B 1
BSD: 455
Handeling: Het adviseren van PS van Groningen en van Drenthe over de vaststelling van het ontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 10.1, 14.1.
Waardering: B 1
BSD: 456
Handeling: Het adviseren van PS van Groningen of Drenthe over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, voor zover betrekking hebbend op de eigen provincie, vast te stellen in afwijking van het voorontwerp.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 12.1, 14.1.
Waardering: B 1
BSD: 457
Handeling: Het adviseren aan de Ministers van Landbouw en voor Ruimtelijke Ordening over de vaststelling van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.1, 14.1.
Waardering: B 1
BSD: 458
Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 17.1, 21.
Waardering: B 5
BSD: 459
Handeling: Het adviseren van PS van Groningen of Drenthe over hun voornemen een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vast te stellen in afwijking van het ontwerp.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.2, 21.2.
Waardering: B 1
BSD: 1027
Handeling: Het ontvangen van GS van het procesverbaal van de zitting van het hoofdbureau tot het opnemen van de stemmen en tot het vaststellen van de uitslag der stemming van een ruilverkaveling, nadat deze is afgestemd.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 48; Ruilverkavelingswet 1954 art. 46; Landinrichtingswet art. 68.
Waardering: B 5
BSD: 1065
Handeling: Het ontvangen van GS van alle onderliggende stukken behorende bij het procesverbaal van de zitting van het hoofdbureau tot het opnemen van de stemmen en tot het vaststellen van de uitslag der stemming van een ruilverkaveling, nadat deze is afgestemd.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 48; Ruilverkavelingswet 1954 art. 46; Landinrichtingswet art. 68.
Waardering: V 1 jaar na datum stemming.
O.a. stembiljetten, onbestelbaar retour ontvangen oproepen voor de stemming, ingeleverde oproepingsbiljetten voor de stemming, volmachten t.b.v. deelname aan de stemming.
BSD: 534
Handeling: Het opstellen, ten behoeve van GS, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren in een blok.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 26.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 535
Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS bij de voorbereiding en uitvoering van een stemmingsvergadering.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 30.2
Bron: Jaarverslagen CD en CCC.
Waardering: B 1
BSD: 536
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat een afgestemde ruilverkveling wegens dringend algemeen belang zal worden uitgevoerd.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 36.
Waardering: B 1
BSD: 537
Handeling: Het opstellen, dan wel aanvullen en wijzigen, ten behoeve van GS, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren in een blok.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 34.1 sub 1o; AMvB 28-08-1975, Stb. 466, art. 8.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 538
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachters die aan de stemming over een ruilverkaveling wensen deel te nemen.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34b.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 539
Handeling: Het beschikken op een verzoek om als pachter geregistreerd te worden voor de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34c, 34d.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 540
Handeling: Het optreden voor de voorzitter van de pachtkamer van een kantongerecht inzake een beroep van partijen tegen een genomen beslissing inzake de registratie van een pachter voor de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34e, 34f, 34g;
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 541
Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die een aan de wettelijke vereisten voldoend verzoek hebben ingediend om als pachter geregistreerd te worden voor een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, 34d.7.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 542
Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die als pachter zijn geregistreerd voor een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34h.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 543
Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS bij de voorbereiding en uitvoering van een stemmingsvergadering.
Periode: 1955–1975
Bron: Jaarverslagen CD en CCC.
Waardering: B 1
BSD: 544
Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS en betrokken B en W bij het voorbereiden en uitvoeren van een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–1985
Bron: Jaarverslagen CCC en CD/LD; AMvB 28-08-1975, Stb. 466.
Opmerking: NB. Handeling wordt uitgevoerd door LID en KADOR.
Waardering: B 1
BSD: 545
Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV inzake een toepassen van de bepaling dat een afgestemde ruilverkaveling wegens een dringend algemeen belang alsnog kan worden uitgevoerd.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 44.1.
Waardering: B 1
BSD: 563
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een wijziging van een voorlopig vastgesteld plan van wegen en waterlopen, resp. plan van voorzieningen.
Periode: 1950–1985
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 25, 32.
Opmerking: Bij de goedkeuring beoordeelt de CCC of en zo ja hoeveel in de eventuele meerdere kosten door het Rijk zal worden bijgedragen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 564
Handeling: Het al dan niet instemmen met een voorstel voor een plan van uitwerking of uitbreiding van een landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 85.1, 86, 115.1.
Opmerking: Geschiedt bij aanpassingsinrichting tevens door het betreffende bevoegde orgaan.
Waardering: B 5
BSD: 565
Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 54.2; Landinrichtingswet 125.1.
Opmerking: Volgens de Ruilverkavelingswet 1954 adviseert de Centrale Commissie GS slechts.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 566
Handeling: Het adviseren aan de betrokken minister over de uitvoering van werken waarvan het beheer en het onderhoud vermoedelijk ten laste van het Rijk zullen komen.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.2; Landinrichtingswet art. 125.3.
Waardering: B 1
BSD: 567
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een Plaatselijke Commissie tot het doen uitvoeren van cultuurtechnische werken.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.
Opmerking: Betreft drooglegging, ontginning, herontginning, begreppeling en drainering.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 568
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een Plaatselijke Commissie of Landinrichtingscommissie tot het doen afbreken, verbouwen, verplaatsen, bouwen of herbouwen van opstallen.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.4; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.5; Landinrichtingswet 128.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 569
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een gereedgekomen werk.
Periode: 1945–
Grondslag: Toezichthoudende taak; zie ook: Ruilverkavelingswet 1954 art. 80.2; Landinrichtingswet art. 135.2-3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1028
Handeling: Het doen van kwartaalopgaven aan het Ministerie van Volkshuisvesting van gegunde boerderijen, waarvoor geen premie voor het woongedeelte mag worden aangevraagd.
Periode: 1958–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1069
Handeling: Het goedkeuren van een nota inzake bedrijfsvergroting of een regeling i.z. boerderijverplaatsing.
Periode: 1945–1985
Bron: archief CLC
Waardering: B 5
BSD: 570
Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat een Plaatselijke Commissie gronden in een blok tijdelijk exploiteert.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 14.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 571
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van (een regeling voor) het tijdelijk of voorlopig in gebruik geven van gronden in een blok.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, sinds 1962 ook art. 54.a.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 572
Handeling: Het al of niet goedkeuren van een ontwerp-plan van tijdelijk gebruik.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 190.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 573
Handeling: Het al dan niet instemmen met een voorstel van een Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tot uitwerking en uitbreiding door GS van een herinrichtingsplan voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, resp. van de daarin omschreven maatregelen en voorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.1.
Waardering: B 5
BSD: 663
Handeling: Het adviseren aan GS omtrent vaststelling van een plan van wegen, waterlopen en kaden c.a. ex Ruilverkavelingswet 1938 (gew. 1941) art. 69.2, alsmede over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 69.3.
Waardering: B 1
BSD: 664
Handeling: Het adviseren aan GS over de vaststelling van (een deel van) een plan van wegen, waterlopen en kaden c.a., met utiliteitsvoorzieningen en landschapsplan, ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.1, alsmede over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.2.
Waardering: B 1
BSD: 665
Handeling: Het adviseren aan GS over vaststelling van (een deel van) een begrenzingenplan, alsmede over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 131.2, 131.4.
Waardering: B 1
BSD: 666
Handeling: Het bepalen en bekend maken wanneer na vaststelling van (een deel van) een begrenzingenplan, bepaalde wegen voor het openbaar verkeer zullen worden opengesteld dan wel gesloten, in afwijking van Landinrichtingswet art. 132.1–3.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 132.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 667
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst met een openbaar lichaam of andere rechtspersoon inzake het bedrag waarvoor hem grond zal worden toegewezen bestemd voor doeleinden van algemeen nut.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 13.2; Landinrichtingswet art. 147.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 668
Handeling: Het adviseren aan GS van Zuid-Holland inzake de vaststelling van (een deel van) het plan van wegen en waterlopen en (een deel van) het landschapsplan voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede inzake de eigendom, het beheer en het onderhoud van de betrokken onroerende goederen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 69.3.
Waardering: B 1
BSD: 669
Handeling: Het vaststellen van (een deel van) het inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het adviseren van betrokken GS inzake eigendom, beheer en onderhoud van de openbare wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 72.2, 72.3.
Waardering: B 5
BSD: 703
Handeling: Het voorstellen aan GS dat een ruilverkaveling waartoe het besluit is genomen voor de inwerkingtreding van de Landinrichtingswet, wordt verdeeld in verschillende blokken, voor elk waarvan de regels vermeld in de Ruilverkavelingswet 1954 Titel III, par. 6 en par. 9–12 van overeenkomstige toepassing zijn.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.3.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 704
Handeling: Het voorstellen aan GS dat een ruilverkaveling waarvan de stemming volgens de Ruilverkavelingswet 1954 is gehouden, wordt verdeeld in verschillende blokken, voor elk waarvan de regels vermeld in de Landinrichtingswet Hoofdstuk VII, Titel 4–10 en Hoofdstuk VIII van overeenkomstige toepassing zijn.
Periode: 1985–1990
Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.12.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 705
Handeling: Het wijzigen van een blokgrens, in overeenstemming met betrokken eigenaren, na een besluit tot ruilverkaveling of vaststelling van een landinrichtingsplan.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 42.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 53.1; Landinrichtingswet art. 84.5, 84.6.
Waardering: B 5
BSD: 706
Handeling: Het bepalen of een Plaatselijke Commissie een overtreding van art. 48.1 van de Ruilverkavelingswet 1954 ter kennis van de bevoegde macht mag brengen.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 30.2.
Opmerking: De genoemde bepaling houdt in dat zonder toestemming van de PC een eigenaar of gebruiker geen handelingen mag verrichten of nalaten waardoor de waarde van zijn in een blok ingebrachte onroerende goederen zou veranderen (zie de vorige handeling).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 707
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan een Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie over de benoeming van de schatters, alsmede het bepalen van de hen uit te keren vergoedingen.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 47.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 56.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 21, 24; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 41, 44.
Opmerking: Houdt onder Ruilverkavelingswet 1938 in het bepalen van het aantal schatters.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 708
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in een blok.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 48.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 57.1-2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 22.3–4; Landinrichtingswet art. 162.1, 163; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 42.3–4, gew. 21-12-1988, Stcrt. 253.
Waardering: B 5
BSD: 709
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok, zoals die stukken ter inzage zullen worden ingelegd.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58.1.
Opmerking: Deze handeling is niet teruggekeerd in de Landinrichtingswet.
Waardering: B 5
BSD: 710
Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Landinrichtingscommissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 205.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 711
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van een blok.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 57.2; 65; Ruilverkavelingswet 1954 art. 65.1; 66.2; 74, 75.2, 78; Landinrichtingswet art. 175.1, 176.3, 176.5; 184, 185.2, 188.
Waardering: B 5
BSD: 712
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, zoals die stukken ter inzage zullen worden ingelegd.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: De CCC heeft formeel geen rol bij de Zeeuwse herverkavelingen; de desbetreffende handeling is volledigheidshalve opgenomen.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend.
Waardering: B 5
BSD: 713
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 30–40; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: De CCC heeft formeel geen rol bij de Zeeuwse herverkavelingen; de desbetreffende handeling is volledigheidshalve opgenomen.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend.
Waardering: B 5
BSD: 714
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 49.1-2; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 35.
Waardering: B 1
BSD: 715
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, zoals die stukken ter inzage zullen worden ingelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 50.1.
Waardering: B 5
BSD: 716
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 56-66.
Waardering: B 5
BSD: 717
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie van de gronden in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 33.
Waardering: B 5
BSD: 718
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, zoals die ter inzage zullen worden gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.1.
Waardering: B 5
BSD: 719
Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Herinrichtingscommissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 93.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 720
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 41–51.
Waardering: B 5
BSD: 805
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat in het algemeen belang een eigenaar meer dan 5% zal worden onder- of overbedeeld.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 806
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat de aan een eigenaar toekomende waarde in kavels bij de toedeling zal worden verminderd met (een deel van) de vermoedelijk ten zijnen laste komende ruilverkavelingskosten.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 13.1, 13.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 807
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 18.2.
Opmerking: Onder de Landinrichtingswet is deze goedkeuring niet langer vereist.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 808
Handeling: Het bepalen dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen voor een blok gelijktijdig zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage zullen worden gelegd.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 114.1; Landinrichtingswet art. 219.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 809
Handeling: Het al dan niet goedkeuren, resp. vaststellen van de opgestelde (herziene) richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok.
Periode: 1955–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 27.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 47.1.
Waardering: B 5
BSD: 810
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het plan van toedeling voor een blok, zoals dat ter inzage zal worden gelegd.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 73.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 84.1; Landinrichtingswet art. 199.2.
Waardering: B 5
BSD: 811
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 77–81; Ruilverkavelingswet 1954 art. 87–92; Landinrichtingswet art. 202b–f, j°. art. 175–176, 178–179, 185–186.
Opmerking: De juiste periode is niet bekend.
Waardering: B 5
BSD: 812
Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling van een blok een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 83.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 94; Landinrichtingswet art. 204.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 813
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de opgestelde (herziene) richtlijnen voor het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 39, 40.1.
Waardering: B 5
BSD: 814
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het ontworpen plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 79.1; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 40.
Opmerking: Geschiedt voor het plan van toedeling ter inzage wordt gelegd.
Waardering: B 5
BSD: 815
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 82–86.
Waardering: B 5
BSD: 816
Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 88.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 818
Handeling: Het bepalen dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 123.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 817
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de opgestelde (herziene) richtlijnen voor het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 33.2, 34.1.
Waardering: B 5
BSD: 819
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het ontworpen plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 83.1.
Waardering: B 5
BSD: 820
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 86-90.
Waardering: B 5
BSD: 821
Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 92.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 894
Handeling: Het vaststellen van de aanwijzingen inzake de tweede schatting in een blok.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.2; Landinrichtingswet art. 210.3
Waardering: B 1, 5
BSD: 1111
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de schatters inzake de tweede schatting in een blok.
Periode: 1945–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 895
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van geldelijke regelingen van een blok.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 101.1; Landinrichtingswet art. 213.1.
Waardering: B 5
BSD: 896
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 107–112; Landinrichtingswet art. 216–217, j°. 175–176, 178–179, 185, 187.
Waardering: B 5
BSD: 897
Handeling: Het voor sommige kavels vaststellen van een andere maatstaf dan de grootte, bij de verdeling van de omslag van de kosten van een ruilverkaveling voor de eigenaren.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 89.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 898
Handeling: Het opgeven aan de Minister van LNV van de omslag van de kosten van een ruilverkaveling.
Periode: 1955–1985
Grondslag: AMvB 04-02-1955, Stb. 43, art. 8.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 899
Handeling: Het geven van voorschriften voor de tweede schatting van de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 34.
Waardering: B 5
BSD: 900
Handeling: Het vaststellen van de aanwijzingen voor de schatters inzake de tweede schatting in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 36.
Waardering: B 5
BSD: 901
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 95.1.
Waardering: B 5
BSD: 902
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 101–103.
Waardering: B 5
BSD: 903
Handeling: Het vaststellen van de aanwijzingen voor de schatters inzake de tweede schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107.2.
Waardering: B 6
BSD: 904
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 111.1.
Waardering: B 5
BSD: 905
Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 117–121.
Waardering: B 5
BSD: 963
Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het indienen van een aanvraag tot aanwijzing van een oud glastuinbouwgebied gebied als reconstructiegebied.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CLC en LD.
Waardering: B 1
BSD: 964
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV omtrent een aanvraag tot aanwijzing van een oud glastuinbouwgebied als reconstructiegebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 6.
Waardering: B 1
BSD: 965
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van specifieke richtlijnen of voorschriften voor een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Toezichthoudende taak.
Waardering: B 5
BSD: 967
Handeling: Het instellen en samenstellen, in overeenstemming met betrokken GS, van een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied, alsmede het daaraan toevoegen van een of meer deskundigen als adviserende leden.
Periode: 1979–1993
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 10.1, 10.2, 10.5, 10.7.
Waardering: B 5
Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 966
Handeling: Het al dan niet goedkeuren, in overleg met GS, van een besluit van een Reconstructiecommissie betreffende de organisatie van de voorbereiding of uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Toezichthoudende taak.
Opmerking: Geschiedt na advies door de provinciale functionaris van de LD, optredend namens de CCC/CLC als toezichthouder.
Waardering: B 5
BSD: 1092
Handeling: Het vaststellen van de subsidienormen voor kavelverbeteringswerken voor de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Bron: interview
Waardering: B 5
BSD: 968
Handeling: Het vaststellen van een (gewijzigd) reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 17.3, 20.2.
Waardering: B 5
BSD: 969
Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Reconstructiecommissie tot het initiëren van een wijziging van een vastgesteld reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 20.1.
Waardering: B 5
BSD: 970
Handeling: Het al dan niet verlenen van ontheffing aan een gemeente of waterschap van de termijn waarbinnen werken ter realisering van infrastructurele, landschappelijke of recreatieve voorzieningen in een oud glastuinbouwgebied moeten zijn uitgevoerd.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 23.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 971
Handeling: Het vaststellen vanaf en tot wanneer een aanvraag voor een bijdrage zoals bedoeld in Titel 6, paragrafen 3–6 van de BROG/RROG kan worden ingediend.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 19.3, art. 25.1–3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1044
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door een Contactcommissie vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling bij overeenkomst.
Periode: 1945–1985
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: De vergoedingsnormen corresponderen met die, welke bij een wettelijke ruilverkaveling door een Landinrichtingscommissie worden vastgesteld.
Betrokken actoren zijn in de praktijk Heidemij, Grontmij, etc.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 1045
Handeling: Het vaststellen van het concept van een definitieve ruilverkavelingsovereenkomst (akte van kavelruil), het verlenen van volmacht tot ondertekening van de definitieve akte alsmede het behandelen van bezwaren daartegen.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: De akte van kavelruil correspondeert met de akte van toedeling bij een wettelijke ruilverkaveling.
Betrokken actoren zijn in de praktijk Heidemij, Grontmij, etc.
Waardering: B 5
BSD: 1046
Handeling: Het vaststellen van de kostenverdeling voor een ruilverkaveling bij overeenkomst en het opzetten en bijhouden van een registratie van de invorderingen van ruilverkavelingsrente, alsmede het behandelen van bezwaren daartegen.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: De kostenverdeling correspondeert met de lijst van geldelijke regelingen bij een wettelijke ruilverkaveling.
Waardering: B 5
Centrale Commissie Zeeuwse Noodgebieden
BSD: 369
Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 370
Handeling: Het opstellen van een jaarbegroting voor de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en inpassing van deze bedragen in de rijksbegroting.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 371
Handeling: Het ter beschikking stellen aan de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland, van de rijksgelden uitgetrokken voor de herverkaveling.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 372
Handeling: Het rapporteren aan de Minister van LNV en andere betrokken ministers over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3
Commissie Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
BSD: 88
Handeling: Het opstellen van een voorlopig ontwerp van wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1972–1975
Bron: Jaarverslagen CCC en CD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
Waardering: B 1
BSD: 87
Handeling: Het opstellen van een voorlopig ontwerp van wet voor de herverkaveling van Walcheren.
Periode: 1946–1946
Bron: Jaarverslagen CD en CCC en HCW.
Opmerking: Een dergelijke commissie voor de Zeeuwse noodgebieden van 1953 is mij niet bekend.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
Commissie van advies bezwaarschriften particuliere cultuurtechnische werken
BSD: 1007
Handeling: Het behandelen van een bezwaarschrift tegen de beslissing van de directeur CD/LD omtrent een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975
Periode: 1975–1978
Grondslag: Beschikking LV 5-8-1975, Stcrt. 151.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1977)
Waardering: V 10 jaar
Commissie van Toezicht Herverkaveling Walcheren
BSD: 369
Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 370
Handeling: Het opstellen van een jaarbegroting voor de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en inpassing van deze bedragen in de rijksbegroting.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 371
Handeling: Het ter beschikking stellen aan de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland, van de rijksgelden uitgetrokken voor de herverkaveling.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 372
Handeling: Het rapporteren aan de Minister van LNV en andere betrokken ministers over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3
Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie (CO)
BSD: 512
Handeling: Het (mede) adviseren aan de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie inzake het goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 41.1, 45.
Waardering: B 1
BSD: 513
Handeling: Het (mede) adviseren aan GS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.
Waardering: B 1
Deelgebiedscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (DCOG)
BSD: 168
Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of directievoerend lichaam ten behoeve van de voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 132
Handeling: Het aanwijzen van een directievoerend lichaam voor de technische uitwerking van de uitvoering van de herinrichting in een deelgebied van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 169
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een blokcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 284
Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over vaststelling of wijziging van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.
Waardering: B 1
BSD: 288
Handeling: Het adviseren aan de directeur CD/LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970 dan wel de Regeling Grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.
Periode: 1986–
Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie waarbij deze de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten van toepassing heeft verklaard op het herinrichtingsgebied; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.3.
Waardering: B 1
BSD: 289
Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.
Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II betreft de onteigening van gronden t.b.v. de herinrichting.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 290
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskosten-bijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 395
Handeling: Het maken van een werkplan voor de voorbereiding van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 18.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 396
Handeling: Het opstellen of jaarlijks herzien van een werkplan voor de uitvoering van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 22.1, 23.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 398
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ter voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 23.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 400
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.7.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 403
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.
Periode: 1980–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.8.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 405
Handeling: Het geven van algemene voorlichting over de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting (van een deelgebied).
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 494
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5
BSD: 495
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5
BSD: 496
Handeling: Het opstellen van een evaluaties (effectbeschrijvingen) van alternatieve planschetsen voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.
Waardering: B 5
BSD: 500
Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 16.1, 21; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 41.
Waardering: B 5
BSD: 647
Handeling: Het doen van een voorstel tot uitwerking en uitbreiding door GS van een herinrichtingsplan voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, resp. van de daarin omschreven maatregelen en voorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.1.
Waardering: B 5
BSD: 648
Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van de openbare lichamen of andere rechtspersonen die bepaalde werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 680
Handeling: Het regelen van een vrijwillige grondruil in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 40.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 681
Handeling: Het opstellen van een voorstel voor (een deel van) het inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting en een ontwerp-voorstel omtrent de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 72.1; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 35.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 687
Handeling: Het adviseren aan betrokken GS over de toewijzing aan een openbaar lichaam of andere rechtspersoon van de eigendom van natuurgebieden, van onroerende goederen bestemd voor landschappelijke en recreatieve doeleinden en van onroerende goederen met een cultuurhistorische waarde in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.3.
Waardering: B 1
BSD: 688
Handeling: Het medewerken aan de totstandkoming van een notariële akte betreffende de toewijzing door GS van de eigendom van de onroerende goederen, opgenomen in een vastgesteld (deel van een) inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, voor zover die gelegen zijn buiten een blok.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 77.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 689
Handeling: Het adviseren aan GS over de tijdstippen, waarbij worden ontbonden zekere oude overeenkomsten tussen de stad of de gemeente Groningen enerzijds en diverse belanghebbenden anderzijds betreffende de waterhuishouding in de Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.3.
Waardering: B 1
BSD: 690
Handeling: Het vaststellen van de normen voor de vergoeding van schade aan een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.
Waardering: B 5
BSD: 691
Handeling: Het behandelen van een verzoek om schadevergoeding van een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 76.
Waardering: B 1
BSD: 775
Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht, dan wel van een lijst van gerechtigden tot een stadsmeierrecht in een apart blok.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 30, 31.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 776
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van een handeling waardoor de waarde van zijn ingebrachte onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zou veranderen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 24.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 777
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 32.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 779
Handeling: Het opstellen van een voorstel voor de Centrale Commissie voor een stelsel van classificatie van de grond in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting voor de schatters.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 30.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 780
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 33.3.
Opmerking: Door de schatters worden de gronden met inachtneming van het stelsel van classificatie in klassen ingedeeld en de gegevens m.b.t. de inrichting van de gronden vastgelegd.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 781
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.1.
Waardering: B 5
BSD: 782
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 93.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 783
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.
Opmerking: Ter inzage worden gelegd: lijst van rechthebbenden; register van schattingsuitkomsten; kaart waarop (o.m.) de klassegrenzen staan aangegeven.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 784
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 38–40.
Waardering: B 5
BSD: 785
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 41–43.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 786
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 45–47, 49–51.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 787
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 62.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 788
Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 63, 64; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 29.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 864
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 61.2, 61.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 865
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 65.
Opmerking: Geschiedt binnen 14 dagen na vaststelling plan van toedeling.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 866
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst der geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 123.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 867
Handeling: Het opstellen en herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 33.1, 34.1.
Waardering: B 5
BSD: 868
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.2; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 34.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 869
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.1.
Waardering: B 5
BSD: 870
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 83.
Opmerking: Geschiedt na goedkeuring van de CCC/CLC van het plan.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 871
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling voor zover dit niet omstreden is.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 84–85, 94.
Opmerking: Effectuering kan ook zijn het wijzigen van het plan als gevolg van de uitkomst van een bezwarenbehandeling m.b.t de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten, indien deze gelijk met het plan ter inzage zijn gelegd.
Waardering: B 5
BSD: 872
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 86–90.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 873
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 95–97, 100.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 933
Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 31.
Opmerking: Betreft bijv. het voorstellen aan de Centrale Commissie van aanwijzingen voor de schatters.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 934
Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 936
Handeling: Het in elk deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën aanwijzen van een blok, waarvan op de lijst der geldelijke regelingen de gekapitaliseerde waarde van de stadsmeierrechten van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen wordt vermeld, alsmede het voor deze lijst vaststellen van het bedrag van die inkomsten.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.2, 110.
Waardering: B 5
BSD: 937
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 108.1.
Waardering: B 5
BSD: 938
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 111, j°. 83.3–5.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 939
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling voor zover deze niet omstreden is.
Periode: 1947–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 112–116.
Waardering: B 5
BSD: 940
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 117–121.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Directeur Beheer Landbouwgronden
BSD: 1013
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een formulier voor het aanvragen van een bijdrage/vergoeding ingevolge een saneringsregeling van het O&S-fonds.
Periode: 1976–1990
Bron: Diverse regelingen O&S-fonds (zie de paragrafen 2.5.2 en 2.5.3 van het RIO).
Opmerking: Vanaf 1964–1975 Directeur CD
Sinds 1976 directeur DBL
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 291
Handeling: Het besluiten dat geen aanvragen voor een vergoeding ingevolge het Beëindigingsvergoedingsbesluit 1972 kunnen worden ingediend.
Periode: 1977–1991
Grondslag: Beëindigingsvergoedingsbesluit (1972) (BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 106), zoals gewijzigd bij BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 294.
Waardering: V 1 jaar na afwijzing.
BSD: 292
Handeling: Het goedkeuren van de door een Landinrichtingscommissie, de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën of een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied gestelde nadere voorwaarden en voorschriften aan de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146; Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II of art. 18; Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.
Periode: 1979–
Grondslag: RegelingLV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 6.5, 15.2; RegelingLV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 6.5, 15.2 (Reconstructiewet Midden-Delfland); RegelingLV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.5, 15.2 (Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën).
Waardering: V 6 jaar na laatste betaling.
BSD: 293
Handeling: Het betaalbaar stellen van een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146; Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II of art. 18; Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.
Periode: 1978–
Grondslag: Regeling LV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 6, 11, 12, 22, 24; Regeling LV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 6, 11, 12, 22, 24 (RMD); Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6, 11, 12, 22, 24 (HWOG).
Waardering: V 6 jaar na laatste betaling.
BSD: 1004
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied gestelde nadere voorwaarden en voorschriften aan de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33e.5, 33n.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1005
Handeling: Het betaalbaar stellen van een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.
Periode: 1986–
Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33e, 33j, 33k, 33u, 33w.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Directeur Bureau Natuurwetenschappelijke Commissie
BSD: 509
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 508
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept-ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 21, 22.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Directeur Dienst Landelijke Gebieden
BSD: 1011
Handeling: Het verstrekken van statistische gegevens aan derden over ruilverkavelings- en cultuurtechnische, resp. landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 10 jaar na verstrekken gegevens.
BSD: 1010
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag over de werkzaamheden van de Centrale Commissie en de CD/LD, de voortgang van de voorbereiding en uitvoering van landinrichtingsprojecten en overige landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Het product bevat tevens jaarverslagen van de commissies belast met bijzondere wettelijke projecten, zoals de HCW en de HCZ.
Waardering: B 3
BSD: 44
Handeling: Het geven van voorschriften voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel Landinrichtingscommissies, betreffende technische en administratieve aangelegenheden.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; zie ook Regeling CCC 1955 (gew.), art. 18.1, 18.2, 19.1.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Waardering: B 5
Bijv. voorschriften voor het opstellen van een netwerkplanning.
BSD: 57
Handeling: Het ontwikkelen en beproeven van technisch-administratieve instrumenten (netwerk-, kredietplanning, werkplannen) voor de voorbereiding en/of de uitvoering van landinrichtingsprojecten.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: V 6 jaar
Handeling: Het uitsluiten van aannemers voor de inschrijving op alle door de Cultuurtechnische, resp. Landinrichtingsdienst gesubsidieerde werken, al dan niet voor een bepaalde periode.
Periode: 1975–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).
Opmerking: In gedrukte RIO is het RIO-nummer 43a.
Het voormalig BSD-nummer was 1011a.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
Indien fraudezaken onder de neerslag van deze handeling vallen kan met een V gewaardeerd materiaal van vernietiging worden uitgezonderd op basis van artikel 5 van het Archiefbesluit.
BSD: 51
Handeling: Het uitvoeren van nacalculaties met betrekking tot de kosten en baten van voltooide landinrichtingsprojecten.
Periode: 1960–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 49
Handeling: Het opstellen van rapporten en handleidingen voor toepassing en uitwerking van criteria en methoden ter berekening van de kosten en baten van een ruilverkaveling, ter (nadere) bepaling van de relatieve urgentie van projecten.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Bijv. rapport Werkgroep toepassing en uitwerking methodiek meerjarenplan (1962).
BSD: 1012
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een formulier voor het aanvragen van een bijdrage/vergoeding ingevolge een saneringsregeling van het O&S-fonds.
Periode: 1964–1975
Bron: Diverse regelingen O&S-fonds (zie de paragrafen 2.5.2 en 2.5.3 van het RIO).
Opmerking: Vanaf 1964–1975 Directeur CD
Sinds 1976 directeur DBL
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na laatste betaling.
BSD: 141
Handeling: Het in overleg met KADOR samenstellen van een projectorganisatie ter voorbereiding van een ruilverkaveling, resp. ter ondersteuning van een Voorbereidingscommissie of andere voorbereidende commissie.
Periode: 1945–1985
Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT Bijl. I.
Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie
Geschiedt in de praktijk door de regionale functionaris van de CD/LD
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 154
Handeling: Het samenstellen van een projectorganisatie (Bureau van Uitvoering) dat de secretaris van een Plaatselijke Commissie bijstaat bij de uitvoering van een ruilverkaveling.
Periode: 1950–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Geschiedt in de praktijk door de HID/Inspecteur van de CD/LD.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 75 jaar na geboorte
BSD: 155
Handeling: Het samenstellen van een Bureau van Uitvoering, dat de secretaris van een Landinrichtingscommissie bijstaat.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CLC en LD.
Opmerking: Geschiedt feitelijk door een Insp LD, sinds 1989 directeur LNO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 156
Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of een directievoerend lichaam ten behoeve van de voorbereiding, dan wel uitvoering van een landinrichting.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 8.
Opmerking: Geschiedt op advies van de Insp LD, sinds 1989 directeur LNO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 157
Handeling: Het in overleg met de Dienst voor het Kadaster samenstellen van een projectorganisatie (Commissie/Bureaus van Uitvoering) voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, die de secretarissen van de herverkavelingscommissie, resp. de agrarische subcommissies bijstaan.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 75 jaar na geboorte
BSD: 270
Handeling: Het beschikken op een verzoek van een eigenaar of pachter om een toeslag als bedoeld in: Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970; Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986; alsmede het sluiten en effectueren van een overeenkomst waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.
Periode: 1970–
Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.4; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 11.4; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 10.3; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.4 (HWOG).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1020
Handeling: Het periodiek verstrekken aan de Centrale Commissie van een overzicht van de toegekende toeslagen ingevolge de: Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970; Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.
Periode: 1970–
Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.6; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 11.8; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 10.7; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.8.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 311
Handeling: Het al of niet goedkeuren van een voorstel van een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie over de aanbesteding van een werk, als deze niet openbaar kan plaatsvinden.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 35; Specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Voor wat betreft de CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris Centrale Commissie
Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 door de HID/Inspecteur Landinrichting, namens de directeur CD/LD (zie boven).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 360
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het jaarlijks werkplan voor de voorbereiding, dan wel van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 19.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 12.1; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 391
Handeling: Het al of niet goedkeuren van een door de Reconstructiecommissie Midden-Delfland gesloten overeenkomst, waaraan uitgaven van meer dan f. 50.000 zijn verbonden.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 27.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 323
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkplan voor de voorbereiding van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 18.3.
Opmerking: De directeur DLG voert deze handeling uit in de rol van secretaris van de Centrale Commissie
Waardering: B 5
BSD: 324
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkplan of jaarlijkse herziening daarvan voor de uitvoering van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 22.1, 23.1-2.
Opmerking: De directeur DLG voert deze handeling uit in de rol van secretaris van de Centrale Commissie
Waardering: B 5
BSD: 392
Handeling: Het al of niet goedkeuren van een door de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gesloten overeenkomst, inclusief de gunning van een aanbesteed werk, waaraan uitgaven van meer dan f. 50.000 zijn verbonden.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 24.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 437
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.3, 29; gew. 1988, Stcrt. 253. Aanpassingsinrichting: bijv. Regeling LV 15-07-1987, Stcrt. 115, art. 23.3.
Opmerking: De directeur DLG voert deze handeling uit in de rol van secretaris van de Centrale Commissie, tot in 1988 door tussenkomst van de Insp Landinrichtingsdienst
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 443
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 23.3, gew. 1988, Stcrt. 253.
Opmerking: Tot in 1988 door tussenkomst van een Inspecteur Landinrichtingsdienst
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 447
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 24.1, 29 (gew. 1988, Stcrt. 253).
Opmerking: Tot in 1988 door tussenkomst van een Insp Landinrichtingsdienst
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 502
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 501
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept-ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 21, 22.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 503
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.1–2, 17.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 982
Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied
Periode: 1979–1993
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 10.4.
Opmerking: Geschiedt in de praktijk door de provinciale functionaris van de Landinrichtingsdienst.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1073
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkplan van een Reconstructiecommissie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Richtlijnen van de Centrale Commissie (circ. Nr. 86–52)
Waardering: B 5
BSD: 983
Handeling: Het beschikken op een verzoek van een eigenaar of pachter om een toeslag als bedoeld in BROG/RROG, Titel 6, paragraaf 2, alsmede het sluiten en effectueren van een overeenkomst waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 29.1, 30.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 984
Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van uitvoering van een bedrijfsverplaatsing zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 3 van de BROG/RROG.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27 e.v.
Opmerking: Geschiedt na advisering door de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 de directeur LNO, en de HID Bedrijfsontwikkeling, sedert 1989 de directeur LAVO. De procedure is overeenkomstig de Beschikking rijksbijdragen boerderijverplaatsing, Stcrt. 1976, 177 (zie paragraaf 14.6 van het RIO).
De juiste periode is niet bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 985
Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van uitvoering van kavelverbeteringswerken zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 4 van de BROG/RROG.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 44–50, gew. 1984, Stcrt. 89 en gew. 1986, Stcrt. 145.
Opmerking: Geschiedt op advies van de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 een directeur LNO. Kavelverbeteringswerken moeten om voor een bijdrage in aanmerking te komen in het reconstructieplan passen. De werken kunnen betreffen: verbetering van de ontsluiting en de detailontwatering van percelen; vergroting en vormverbetering van percelen; profielverbetering van de grond; verbetering van de gietwateraanvoer (sinds 1984); aansluiting van het bedrijf op een gescheiden afvoersysteem (sinds 1986).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 986
Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van afbraak van glasopstanden zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 5 van de BROG/RROG.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 51–53.
Opmerking: Geschiedt op advies van de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 een directeur LNO.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 987
Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van uitvoering van erf- of kavelgrensbeplantingen zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 6 van de RROG.
Periode: 1986–
Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 1986, Stcrt. 145, art. 23.3; 53a.
Opmerking: Geschiedt op advies van de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 directeur LNO, en van de consulent SBB/BLB.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 988
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het uitvoeringsplan voor een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project, het vaststellen van een voorlopige rijksbijdragetoezegging en het stellen van nadere voorwaarden aan de verlening.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: V 10 jaar
BSD: 989
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de bestekken voor en eventuele andere gestelde eisen aan een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project, alsmede het afgeven van een definitieve rijksbijdragetoezegging.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: V 10 jaar
BSD: 990
Handeling: Het vaststellen van de rijksbijdrage voor de uitvoering van een goedgekeurde voorlopige ruilverkavelingsovereenkomst.
Periode: 1945–1972
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 6.2-3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 7.1; Landinrichtingswet art. 122.
Opmerking: Hoogte van de rijksbijdrage en voorwaarden voor de verlening zijn sinds 1972 in de Beschikking, resp. Regeling kavelruil vastgelegd.
Waardering: V 10 jaar
BSD: 991
Handeling: Het al dan niet instemmen met een overeenkomst tot kavelruil zoals bedoeld in de Beschikking, resp. Regeling kavelruil.
Periode: 1972–
Grondslag: Regeling LV 12-07-1972, Stcrt. 137, art. 1.2; Regeling LV 08-11-1985, Stcrt. 218, art. 1.2.
Opmerking: Geeft ‘automatisch’ recht op een goedkeuring als bedoeld in Ruilverkavelingswet 1954 art. 7.1, dan wel Landinrichtingswet art. 122 (zie paragraaf 14.4.1 van het RIO).
Waardering: V 10 jaar
BSD: 992
Handeling: Het verlenen van een rijksbijdrage in de kosten van uitvoering van werken aan eigenaren die een goedgekeurde overeenkomst tot kavelruil hebben aangegaan zoals bedoeld in de Beschikking, resp. Regeling kavelruil.
Periode: 1972–
Grondslag: Regeling LV 12-07-1972, Stcrt. 137, art. 2; Regeling LV 8-11-1985, Stcrt. 218, art. 2.
Waardering: V 10 jaar
BSD: 1083
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier agarische structuur verbeteringswerken (kavelverbeteringswerken) in het kader van de versnelde uitvoering van herinrichting door middel van het ISP
Periode: 1983–
Grondslag: richtlijnen van de CC
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1048
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een ‘Boerenwerk’ (BW, BW1, BW2).
Periode: 1945–1961
Bron: Jaarverslagen CCC en CD.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (eindjaar ligt na 1960)
Waardering: V 6 jaar
BSD: 993
Handeling: Het bekend maken vanaf wanneer en in welke provincie(s) wel of geen aanvraag kan worden ingediend voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1977–1979
Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken, gew. 1977, Stcrt. 107, art 1.a.
Waardering: V 20 jaar
BSD: 994
Handeling: Het vaststellen van een formulier voor het aanvragen van een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1975–1979
Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken art. 5.3.
Waardering: V 20 jaar
BSD: 995
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkenpakket van een onderneming op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw met betrekking tot de uitvoering van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1977–1980
Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken, gew. 1977, Stcrt. 107, art. 1d.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1979)
Waardering: V 20 jaar
BSD: 996
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.
Periode: 1975–1980
Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken art. 6.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1979)
Waardering: V 20 jaar
BSD: 1081
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een bijdrage ingevolge de Beschikking gescheiden afvoer van drainagewater
Periode: 1981–1987
Grondslag: Beschikking gescheiden afvoer van drainagewater, d.d. 28/12/81
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1082
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van het opheffen van gemeenschappelijke drainage in een voormalig herverkavelingsgebied
Periode: 1985–1986
Bron: Interview
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1049
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van boerderijbouw buiten ruilverkavelingen ingevolge de regeling 1958.
Periode: 1958–1975
Bron: Jaarverslagen CCC en CD.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1050
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een bijdrage ingevolge de Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw.
Periode: 1976–1981
Grondslag: Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw, Stcrt. 1976 177, art. 18–23, 25.
Opmerking: Omvat het al dan niet toekennen (na advies van de HID LaGroBo en de HID voor de Bedrijfsontwikkeling) van een subsidie, evt. onder verlening van ontheffing van in de regeling gestelde voorwaarden; de uitbetaling van voorschotten onder te stellen voorwaarden en de uitbetaling van het resterende bedrag; het toezien op de naleving van de gestelde voorwaarden en bij overtreding daarvan, terugvordering van de bijdrage verhoogd met een boete.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1980)
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1054
Handeling: Het adviseren aan een rijksoverheidsorgaan met betrekking tot cultuurtechnische, dan wel landinrichtingsaangelegenheden.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Bijv. aan de Commissie inzake wateronttrekking aan de bodem, de Commissie Grondwaterwet waterleidingbedrijven inzake verlening vergunning, etc.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 507
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 506
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept-ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 21, 22.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (HCOG)
BSD: 164
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over wijziging van de instructie voor de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979 (Stcrt. 13), art. 42.
Waardering: B 1
BSD: 165
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een subcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.2.
Waardering: B 1
Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project
BSD: 166
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over wijziging van de instructie voor de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.
Waardering: B 1
BSD: 167
Handeling: Het ter benoeming door GS voordragen van de leden van een deelgebiedscommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.6.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 168
Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of directievoerend lichaam ten behoeve van de voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 132
Handeling: Het aanwijzen van een directievoerend lichaam voor de technische uitwerking van de uitvoering van de herinrichting in een deelgebied van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 169
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een blokcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 284
Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over vaststelling of wijziging van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.
Waardering: B 1
BSD: 285
Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.1, 61.4.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 286
Handeling: Het beschikken op een aanvraag van een eigenaar of pachter in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën voor een algehele vergoeding in geld.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.1, 61.4.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 287
Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter om een voorschot op een algehele vergoeding in geld ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58 of 20.4, alsmede zo nodig het adviseren van de rechter-commissaris bij vaststelling van de hoogte van het voorschot.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.4, 61.4.
Waardering: B 1
BSD: 288
Handeling: Het adviseren aan de directeur CD/LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970 dan wel de Regeling Grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.
Periode: 1986–
Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie waarbij deze de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten van toepassing heeft verklaard op het herinrichtingsgebied; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.3.
Waardering: B 1
BSD: 289
Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.
Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II betreft de onteigening van gronden t.b.v. de herinrichting.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 290
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskosten-bijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 393
Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon inzake een bijdrage in de kosten van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Rijksbegrotingen 1979 e.v.
Waardering: B 5
BSD: 394
Handeling: Het maken van een werkplan voor de voorbereiding van het herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 14.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 395
Handeling: Het maken van een werkplan voor de voorbereiding van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 18.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 396
Handeling: Het opstellen of jaarlijks herzien van een werkplan voor de uitvoering van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 22.1, 23.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1094
Handeling: Het opstellen van voortgangsrapporten inzake de voorbereiding, dan wel uitvoering van een herinrichting.
Periode: 1979–
Bron: interview
Waardering: B 5
BSD: 397
Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de voorbereiding of uitvoering van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art 23.3 en 28.7.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 398
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ter voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 23.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 400
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.7.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 403
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.
Periode: 1980–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.8.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1 (voor adviezen),
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 399
Handeling: Het voeren van het materiële beheer over de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor zover en zolang deze niet wordt beheerd door SBL/BBL.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.3b, 38.4, 38.5b.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 401
Handeling: Het betalen aan SBL/BBL van een vergoeding voor het in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven land dat door de Herinrichtingscommissie wordt beheerd.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.9a.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 402
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag ter verantwoording aan SBL/BBL van het materiële beheer over verworven land in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.9c.
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen). Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 404
Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, dan wel het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reg LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 36, 37.
Opmerking: Beheer en onderhoud vindt plaats tot de toewijzing, of een eerder overeengekomen tijdstip.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 405
Handeling: Het geven van algemene voorlichting over de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting (van een deelgebied).
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 494
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5
BSD: 495
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5
BSD: 496
Handeling: Het opstellen van een evaluaties (effectbeschrijvingen) van alternatieve planschetsen voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.
Waardering: B 5
BSD: 497
Handeling: Het opstellen en voorlopig vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 9.1, 14.1; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.3, 17.
Opmerking: De HCOG voegt bij het voorontwerp een voorstel betreffende het toekomstig beheer van uit te voeren werken.
Waardering: B 5
BSD: 498
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorlopige voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 9.1-3, 14.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 499
Handeling: Het vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 9.4, 14.1.
Waardering: B 5
BSD: 500
Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 16.1, 21; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 41.
Waardering: B 5
BSD: 638
Handeling: Het doen van een voorstel tot uitwerking en uitbreiding door GS van een herinrichtingsplan voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, resp. van de daarin omschreven maatregelen en voorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.1.
Waardering: B 1
BSD: 639
Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van de openbare lichamen of andere rechtspersonen die bepaalde werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 640
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gericht op wijziging van het stelsel van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.1, j°. 16.3a.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 641
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gericht op de veiligstelling en ontwikkeling van natuurgebieden en landschappelijke, recreatieve en cultuurhistorische elementen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.1, j°. 16.3b.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 642
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 643
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1033
Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1034
Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van gronden in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 644
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven gronden voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 645
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 646
Handeling: Het doen van een voorstel aan de Minister van LNV omtrent verlening van beheersvergoedingen in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 27.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 680
Handeling: Het regelen van een vrijwillige grondruil in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 40.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 681
Handeling: Het opstellen van een voorstel voor (een deel van) het inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting en een ontwerp-voorstel omtrent de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 72.1; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 35.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 682
Handeling: Het adviseren aan betrokken GS over de toewijzing aan een openbaar lichaam of andere rechtspersoon van de eigendom van natuurgebieden, van onroerende goederen bestemd voor landschappelijke en recreatieve doeleinden en van onroerende goederen met een cultuurhistorische waarde in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.3.
Waardering: B 1
BSD: 683
Handeling: Het medewerken aan de totstandkoming van een notariële akte betreffende de toewijzing door GS van de eigendom van de onroerende goederen, opgenomen in een vastgesteld (deel van een) inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, voor zover die gelegen zijn buiten een blok.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 77.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 684
Handeling: Het adviseren aan GS over de tijdstippen, waarbij worden ontbonden zekere oude overeenkomsten tussen de stad of de gemeente Groningen enerzijds en diverse belanghebbenden anderzijds betreffende de waterhuishouding in de Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.3.
Waardering: B 1
BSD: 685
Handeling: Het vaststellen van de normen voor de vergoeding van schade aan een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.
Waardering: B 5
BSD: 686
Handeling: Het behandelen van een verzoek om schadevergoeding van een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 76.
Waardering: B 1
BSD: 775
Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht, dan wel van een lijst van gerechtigden tot een stadsmeierrecht in een apart blok.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 30, 31.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 776
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van een handeling waardoor de waarde van zijn ingebrachte onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zou veranderen.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 24.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 777
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 32.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 779
Handeling: Het opstellen van een voorstel voor de Centrale Commissie voor een stelsel van classificatie van de grond in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting voor de schatters.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 30.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 780
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 33.3.
Opmerking: Door de schatters worden de gronden met inachtneming van het stelsel van classificatie in klassen ingedeeld en de gegevens m.b.t. de inrichting van de gronden vastgelegd.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 781
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.1.
Waardering: B 5
BSD: 782
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 93.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 783
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.
Opmerking: Ter inzage worden gelegd: lijst van rechthebbenden; register van schattingsuitkomsten; kaart waarop (o.m.) de klassegrenzen staan aangegeven.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 784
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 38–40.
Waardering: B 5
BSD: 785
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 41–43.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 786
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 45–47, 49–51.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 787
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 62.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 788
Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 63, 64; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 29.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 864
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 61.2, 61.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 865
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 65.
Opmerking: Geschiedt binnen 14 dagen na vaststelling plan van toedeling.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 866
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst der geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 123.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 867
Handeling: Het opstellen en herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 33.1, 34.1.
Waardering: B 5
BSD: 868
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.2; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 34.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 869
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.1.
Waardering: B 5
BSD: 870
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 83.
Opmerking: Geschiedt na goedkeuring van de CCC/CLC van het plan.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 871
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling voor zover dit niet omstreden is.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 84–85, 94.
Opmerking: Effectuering kan ook zijn het wijzigen van het plan als gevolg van de uitkomst van een bezwarenbehandeling m.b.t de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten, indien deze gelijk met het plan ter inzage zijn gelegd.
Waardering: B 5
BSD: 872
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 86–90.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 873
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 95–97, 100.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 933
Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 31.
Opmerking: Betreft bijv. het voorstellen aan de Centrale Commissie van aanwijzingen voor de schatters.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 934
Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 935
Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan een commissie, die de verkoopwaarde van de stadsmeierrechten in een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën moet schatten.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 104.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 936
Handeling: Het in elk deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën aanwijzen van een blok, waarvan op de lijst der geldelijke regelingen de gekapitaliseerde waarde van de stadsmeierrechten van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen wordt vermeld, alsmede het voor deze lijst vaststellen van het bedrag van die inkomsten.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.2, 110.
Waardering: B 5
BSD: 937
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 108.1.
Waardering: B 5
BSD: 938
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 111, j°. 83.3–5.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 939
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling voor zover deze niet omstreden is.
Periode: 1947–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 112–116.
Waardering: B 5
BSD: 940
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 117–121.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Herverkavelingscommissie Walcheren (HCW)
BSD: 159
Handeling: Het aanwijzen van een directie- of regievoerend lichaam voor de uitwerking van de voorbereiding, dan wel voor de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 271
Handeling: Het adviseren aan SBL over het aankopen van grond in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 272
Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar in Walcheren of een Zeeuws noodgebied algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van zijn in het blok opgenomen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 5.5; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 273
Handeling: Het voorbereiden, opstellen en mede-effectueren van een overeenkomst met een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden tot bedrijfsverplaatsing naar een gebied waar hij grond van het Rijk kan pachten.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 274
Handeling: Het medewerken aan de effectuering van een overeenkomst, waarbij een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden zijn bedrijf verplaatst buiten het herverkavelingsgebied.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 275
Handeling: Het onderzoeken of op vrijwillige basis voldoende grond ter beschikking is gekomen voor een vergroting van de overige agrarische bedrijven in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 276
Handeling: Het opmaken en bijhouden van een lijst van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen landbouw-, veeteelt- en tuinbouwbedrijven.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 379
Handeling: Het periodiek rapporteren aan de Commissie van Toezicht, resp. de Centrale Commissie over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: De financiële administratie van het project wordt gevoerd door de CD, die ook alle betalingen verricht.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen). Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
Werkplannen, kredietplannen, voortgangsverslagen.
BSD: 373
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 18.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Heeft betrekking op de voorbereiding van de herverkaveling.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 374
Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 375
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade van een eigenaar of gebruiker als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1945–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.6.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 376
Handeling: Het periodiek rapporteren aan SBL/BBL over het gevoerde beheer van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen). Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 377
Handeling: Het tijdelijk beheren van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 359
Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut in de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, dan we het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Geschiedt totdat de werken door GS zijn goedgekeurd.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 378
Handeling: Het geven van voorlichting over de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project( overige neerslag).
BSD: 482
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 483
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Bijv. rapport ‘Het landbouwkundig onderzoek in 1949–1952 t.b.v. de Herverkaveling Walcheren’ (1952).
BSD: 484
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over vaststelling van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1953
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Waardering: B 1
BSD: 485
Handeling: Het opstellen en wijzigen van een ontwerp van een deelplan van wegen en waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.1, eventueel aangevuld met een gedeeltelijk landschapsplan of andere deelplannen met betrekking tot de in het kader van de herverkaveling te treffen voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 612
Handeling: Het adviseren aan GS van Zeeland over de aanwijzing van de openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen doen uitvoeren of daarop toezicht houden, daar zij vermoedelijk met het beheer of het onderhoud daarvan zullen worden belast.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 613
Handeling: Het plegen van overleg met de openbare lichamen die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen uitvoeren, omtrent een gecoördineerde uitvoering.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 614
Handeling: Het adviseren aan de betrokken minister over de uitvoering van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland waarvan het beheer en het onderhoud vermoedelijk ten laste van het Rijk zullen komen.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 615
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland betreffende de aanleg of verbetering van wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 616
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gericht op landschappelijke aankleding.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 617
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 618
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 619
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Betreft het grootste deel van de werken in de getroffen gebieden.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 620
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van particuliere cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 621
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Geschiedt in het kader van bedrijfsvergroting, voor een groot deel bewerkstelligd door externe sanering (zie hoofdstuk 5 van het RIO).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 622
Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 623
Handeling: Het voorlopig in gebruik geven, voor het verwezenlijken van werken en voorzieningen, van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan openbare lichamen, vooruitlopend op de toewijzing.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 624
Handeling: Het ontwerpen van een regeling voor het voorlopig gebruik van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, vooruitlopend op de toedeling.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 625
Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, al dan niet volgens een gebruiksregeling.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1031
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1032
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor de realisering van overige voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 677
Handeling: Het in kaart brengen van een plan van wegen en waterlopen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met een advies aan GS van Zeeland over de vaststelling daarvan en over de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1950–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 62.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 1035
Handeling: Het ten aanzien van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland al of niet goedkeuren van een overeenkomst ter zake van: overdracht in eigendom; vestiging van een zakelijk recht; vestiging, wijziging, aanvulling of verlenging van een pacht.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 7, art. 13; HCZ art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 753
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wijziging van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 66.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 754
Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 20; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 755
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: In andere wetten maakt de Centrale Commissie het stelsel. De Herverkavelingscommissie maakt van het opstellen van het stelsel van classificatie proces-verbaal op.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 756
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 21.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 757
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.2–3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 758
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 759
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23, 24.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 760
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 25–27; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 761
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 29–31; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 762
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 31–36; 38–40; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 843
Handeling: Het overeenkomen met (een orgaan van) de Staat, dat hem een of meer kavels in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen worden toebedeeld.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 8; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 844
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het zo nodig treffen van een schaderegeling voor de betreffende eigenaar.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 14.1, 14.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Bij de opheffing en de vestiging van een recht van pacht wordt een ‘pachtbeschikking’ opgemaakt (Jaarverslagen HCW/HCZ).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 845
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Geschiedt als plan van toedeling is vast komen te staan.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 846
Handeling: Het opstellen of herzien van de richtlijnen voor het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 847
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland kenbaar kunnen maken.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 848
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 64 e.v.; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 849
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1945–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 67; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 850
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van het plan.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 68–69; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 851
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–71; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 852
Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.
Periode: 1945–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 74; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 853
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 75; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 920
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 78.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: De commissie maakt van deze verrichtingen een proces-verbaal van classificatie op.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 921
Handeling: Het voorbereiden van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Betreft bijv. het geven van aanwijzingen en toelichtingen voor de schatters; het vaststellen van tijdstippen van de schatting; het voorzien van de schatters van lijsten, kaarten, etc. en het regelen van hun vergoedingen.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 922
Handeling: Het doen uitvoeren van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 923
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 79; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 924
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 81; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 925
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 82–85; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 926
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 87–92; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 927
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 93; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Herverkavelingscommissie Zeeland (HCZ)
BSD: 159
Handeling: Het aanwijzen van een directie- of regievoerend lichaam voor de uitwerking van de voorbereiding, dan wel voor de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 271
Handeling: Het adviseren aan SBL over het aankopen van grond in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 272
Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar in Walcheren of een Zeeuws noodgebied algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van zijn in het blok opgenomen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 5.5; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 273
Handeling: Het voorbereiden, opstellen en mede-effectueren van een overeenkomst met een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden tot bedrijfsverplaatsing naar een gebied waar hij grond van het Rijk kan pachten.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 274
Handeling: Het medewerken aan de effectuering van een overeenkomst, waarbij een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden zijn bedrijf verplaatst buiten het herverkavelingsgebied.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 275
Handeling: Het onderzoeken of op vrijwillige basis voldoende grond ter beschikking is gekomen voor een vergroting van de overige agrarische bedrijven in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 276
Handeling: Het opmaken en bijhouden van een lijst van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen landbouw-, veeteelt- en tuinbouwbedrijven.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 379
Handeling: Het periodiek rapporteren aan de Commissie van Toezicht, resp. de Centrale Commissie over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: De financiële administratie van het project wordt gevoerd door de CD, die ook alle betalingen verricht.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).
Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
Werkplannen, kredietplannen, voortgangsverslagen.
BSD: 373
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 18.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Heeft betrekking op de voorbereiding van de herverkaveling.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 374
Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 375
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade van een eigenaar of gebruiker als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1945–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.6.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 376
Handeling: Het periodiek rapporteren aan SBL/BBL over het gevoerde beheer van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 377
Handeling: Het tijdelijk beheren van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 359
Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut in de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, dan we het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Geschiedt totdat de werken door GS zijn goedgekeurd.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 378
Handeling: Het geven van voorlichting over de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 482
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 483
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Bijv. rapport ‘Het landbouwkundig onderzoek in 1949–1952 t.b.v. de Herverkaveling Walcheren’ (1952).
BSD: 484
Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over vaststelling van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1947
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Waardering: B 1
BSD: 485
Handeling: Het opstellen en wijzigen van een ontwerp van een deelplan van wegen en waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.1, eventueel aangevuld met een gedeeltelijk landschapsplan of andere deelplannen met betrekking tot de in het kader van de herverkaveling te treffen voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 612
Handeling: Het adviseren aan GS van Zeeland over de aanwijzing van de openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen doen uitvoeren of daarop toezicht houden, daar zij vermoedelijk met het beheer of het onderhoud daarvan zullen worden belast.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 613
Handeling: Het plegen van overleg met de openbare lichamen die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen uitvoeren, omtrent een gecoördineerde uitvoering.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 614
Handeling: Het adviseren aan de betrokken minister over de uitvoering van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland waarvan het beheer en het onderhoud vermoedelijk ten laste van het Rijk zullen komen.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 615
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland betreffende de aanleg of verbetering van wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 616
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gericht op landschappelijke aankleding.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 617
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 618
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 619
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Betreft het grootste deel van de werken in de getroffen gebieden.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 620
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van particuliere cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 621
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Geschiedt in het kader van bedrijfsvergroting, voor een groot deel bewerkstelligd door externe sanering (zie hoofdstuk 5 van het
RIO).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 622
Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 623
Handeling: Het voorlopig in gebruik geven, voor het verwezenlijken van werken en voorzieningen, van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan openbare lichamen, vooruitlopend op de toewijzing.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 624
Handeling: Het ontwerpen van een regeling voor het voorlopig gebruik van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, vooruitlopend op de toedeling.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 625
Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, al dan niet volgens een gebruiksregeling.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1031
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1032
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor de realisering van overige voorzieningen.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 677
Handeling: Het in kaart brengen van een plan van wegen en waterlopen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met een advies aan GS van Zeeland over de vaststelling daarvan en over de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1950–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 62.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 1035
Handeling: Het ten aanzien van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland al of niet goedkeuren van een overeenkomst ter zake van: overdracht in eigendom; vestiging van een zakelijk recht; vestiging, wijziging, aanvulling of verlenging van een pacht.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 7, art. 13; HCZ art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 753
Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wijziging van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 66.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 754
Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 20; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 755
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: In andere wetten maakt de Centrale Commissie het stelsel. De Herverkavelingscommissie maakt van het opstellen van het stelsel van classificatie proces-verbaal op.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 756
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 21.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 757
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.2–3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 758
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 759
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23, 24.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 760
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 25–27; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 761
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 29–31; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 762
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 31–36; 38–40; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 843
Handeling: Het overeenkomen met (een orgaan van) de Staat, dat hem een of meer kavels in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen worden toebedeeld.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 8; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 844
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het zo nodig treffen van een schaderegeling voor de betreffende eigenaar.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 14.1, 14.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Bij de opheffing en de vestiging van een recht van pacht wordt een ‘pachtbeschikking’ opgemaakt (Jaarverslagen HCW/HCZ).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 845
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Geschiedt als plan van toedeling is vast komen te staan.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 846
Handeling: Het opstellen of herzien van de richtlijnen voor het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 847
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland kenbaar kunnen maken.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 848
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Bron: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 64 e.v.; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 849
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1945–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 67; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 850
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van het plan.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 68–69; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 851
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–71; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 852
Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.
Periode: 1945–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 74; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 853
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 75; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 920
Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 78.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: De commissie maakt van deze verrichtingen een proces-verbaal van classificatie op.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 921
Handeling: Het voorbereiden van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Betreft bijv. het geven van aanwijzingen en toelichtingen voor de schatters; het vaststellen van tijdstippen van de schatting; het voorzien van de schatters van lijsten, kaarten, etc. en het regelen van hun vergoedingen.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 922
Handeling: Het doen uitvoeren van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 923
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 79; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 924
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 81; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 925
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 82–85; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend B 5
Waardering:
BSD: 926
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 87–92; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 927
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 93; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 151
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer suborganen van een Voorbereidingscommissie of Inspraakcommissie.
Periode: 1955–1985
Bron: Literatuur.
Opmerking: Geschiedt na advies door de regionale functionaris van de CD/LD, optredend namens de Minister van LNV.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 461
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een rapport ex art. 34.
Periode: 1973–1985
Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12 015, par. 6.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Interdepartementale Commissie Boerderijbouw
BSD: 1061
Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van boerderijbouw ingevolge de regeling 1952.
Periode: 1952–1960
Bron: Jaarverslagen CCC en CD.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 10 jaar
BSD: 59
Handeling: Het ontwikkelen en beproeven van methoden, systemen en programma’s voor het opzetten en bijhouden van (geautomatiseerde) kadastrale ruilverkavelingsboekhoudingen.
Periode: 1950–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Bijv. ARAK, ATOR.
BSD: 158
Handeling: Het in overeenstemming met de Centrale Commissie (in overleg met GS) instellen, samenstellen en instrueren van een of meer subcommissies van een Landinrichtingscommissie.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 29, 99.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 260
Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over het aankoopbeleid voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Aankoopcommissie of Voorbereidingscommissie, nadien de Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 261
Handeling: Het jaarlijks doen van een voorstel aan SBL/BBL voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Aankoopcommissie of Voorbereidingscommissie, nadien de Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1019
Handeling: Het voeren van overleg met de Centrale Commissie om te komen tot een regeling inzake de te verrekenen prijs van door SBL/BBL aangekochte gronden.
Periode: 1950–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS)
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Aankoopcommissie of Voorbereidingscommissie, nadien de Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 262
Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in het blok gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.2, 18.4; Landinrichtingswet art. 146.2, 150.2.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 263
Handeling: Het toekennen aan een eigenaar of pachter in een blok van een algehele vergoeding in geld, daar zijn onroerende goederen zijn betrokken bij de voornemens tot toewijzing van gebieden of elementen, ter verwezenlijking van maatregelen of voorzieningen met betrekking tot natuur, landschap, openluchtrecreatie of andere doeleinden van algemeen nut.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.1.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 264
Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter in een blok om een algehele vergoeding in geld in verband met een bedrijfsbeëindiging ex Landinrichtingswet art. 146.3.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 265
Handeling: Het beoordelen of toepassing van een beëindigingsvergoedingsregeling in een landinrichtingsgebied leidt tot duurzame verbetering van bestaande bedrijven, of dat een zelf in gebruik nemen van de grond leidt tot duurzame onttrekking aan het gebruik voor de landbouw.
Periode: 1967–1992
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 25 en 103; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 17; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 21.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.
Buiten landinrichtingsgebieden wordt de handeling door het bestuur van het O&S-fonds uitgevoerd.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 266
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een verpachting van grond in het kader van een beëindigingsvergoeding.
Periode: 1967–1991
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 25.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.
Buiten landinrichtingsgebieden wordt deze handeling door het O&S-bestuur uitgevoerd.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 267
Handeling: Het adviseren van de directeur van de CD/LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in: Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970; Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985.
Periode: 1970–
Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.3; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 11.3; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 10.2.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling eerst uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien door de Plaatselijke Commissie
Waardering: B 1
BSD: 268
Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 6.4, 15.2.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 269
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 18.1, 21.1.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 1026
Handeling: Het opstellen van een kwartaalverslag over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1945–
Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (Jaren 40 of later)
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 329
Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon, over de financiering van een voorziening in een landinrichtingsprogramma of landinrichtingsplan.
Periode: 1985–
Bron: Landinrichtingswet art. 35.2, 74.3, 84.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 330
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of actualiseren van een meerjarenplanning of netwerkplanning voor de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 18.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 11.1; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1
BSD: 331
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of actualiseren van een kredietplanning voor de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 18.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 11.2; gew. 1988, Stcrt. 253; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 332
Handeling: Het opstellen van een (half)jaarlijks voortgangsrapport inzake de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1950–1988
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 18.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 11.3 (verv. 1988, Stcrt. 253); specifieke instructies commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.
Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend
Waardering: B 3
BSD: 333
Handeling: Het opstellen van een jaarlijks werkplan voor de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 12.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 19.1; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 335
Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 39.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 38.
Opmerking: Vanaf de jaren 50 tot 1985 was de actor Plaatselijke Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 336
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.2, 69.5; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.6, gew. 1962, art. 54a.3; Landinrichtingswet art. 129.2.
Opmerking: Vanaf 1941 tot 1985 was de actor Plaatselijke Commissie.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 334
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van een landinrichtingsplan, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 129.3.
Waardering: B 1 (voor adviezen),
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 337
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag ter verantwoording aan SBL/BBL van het gevoerde beheer van verworven grond in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.2.
Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).
Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
Wordt opgenomen in het jaarverslag van Directie Beheer Landbouwgronden.
BSD: 338
Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de uitvoering, voor zover en voor zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.
Periode: 1985–
Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.
Opmerking: Van1950–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
De regeling geeft ook de oude toestand weer.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 339
Handeling: Het op jaarbasis beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in verband met de uitvoering, alsmede het vanaf de terinzagelegging van het plan van toedeling beheren van verworven gronden, voor zover in een blok gelegen en voor zover en zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41/45, art. 3.3, 4.2b, 4.3, 6.2; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.2b; 3.3; 4.1; 6.2.
Opmerking: Van 1983–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 340
Handeling: Het doen van een jaarlijks voorstel aan het hoofd SBL, resp. de directeur BBL inzake het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 341
Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut, dan wel het regelen van het beheer en het onderhoud van deze voorzieningen tot aan de toewijzing.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art.80.2; Landinrichtingswet art. 135.2–3; Regeling LV 30-1-1985, Stcrt. 217, art. 49.1.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 316
Handeling: Het geven van algemene voorlichting tijdens de voorbereiding en uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1945–1984 Centrale Commissie
Vanaf ca. 1955 Centrale Commissie met Voorbereidingscommissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 463
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 464
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 465
Handeling: Het (doen) opstellen van een of meer evaluaties (effectbeschrijvingen) van de alternatieve planschetsen voor een landinrichting.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.
Centrale Commissiem met Voorbereidingscommissie; sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 466
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat voor het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985 (Stcrt. 217), 26.6, 29.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 467
Handeling: Het inwinnen van deeladviezen ten behoeve van de opstelling van een schetsontwerp of voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985 (Stcrt. 217), 26.6, 29.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 468
Handeling: Het opstellen van het schetsontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.1–4, 29.
Waardering: B 5
BSD: 469
Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 76.1–3, 84.4; Landinrichtingswet art. 103.1–3, 114.4.
Waardering: B 6
BSD: 470
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde omtrent het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 77.1–4, 84.4; Landinrichtingswet art. 104.1–4, 114.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 471
Handeling: Het definitief vaststellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 78, 84.4; Landinrichtingswet art. 105, 114.4.
Waardering: B 5
BSD: 472
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat voor de opstelling van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.6.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 473
Handeling: Het opstellen van het schetsontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.1–22.5.
Waardering: B 6
BSD: 474
Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 37.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 23.1–23.3.
Waardering: B 6
BSD: 475
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 38.1–38.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 476
Handeling: Het naar aanleiding van de inspraak aanbrengen van wijzigingen in het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 39.
Waardering: B 6
BSD: 477
Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 76.1–3, 84.4; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 24, 29.
Waardering: B 6
BSD: 478
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 77.1–4, 84.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 479
Handeling: Het naar aanleiding van de inspraak aanbrengen van wijzigingen in het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 78, 84.4.
Waardering: B 6
BSD: 1064
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met eigenaren en rechthebbenden in een ruilverkaveling over de onder- en overbedeling, vooruitlopend op het plan van toedeling en lijst der geldelijke regelingen
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, art. 51 Landinrichtingswet 1985, art. 31.1
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 547
Handeling: Het opstellen en ter inzage leggen van een ontwerplijst van de kadastraal bekende eigenaren.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 53.1–2.
Opmerking: De LC geeft van de terinzagelegging zowel openbare kennis als persoonlijk kennis aan hen die op de ontwerplijst zijn vermeld.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 548
Handeling: Het vaststellen, met inachtneming van de bezwaren tegen het ontwerp ervan, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren ten behoeve van GS.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 53.3–4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 549
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachters die aan de stemming over een ruilverkaveling wensen deel te nemen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 55.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 550
Handeling: Het beschikken op een verzoek om als pachter geregistreerd te worden voor de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 54, 56, 57.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 551
Handeling: Het optreden als partij voor de voorzitter van de pachtkamer van een kantongerecht inzake een beroep op een genomen beslissing inzake de registratie van een pachter voor de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 58, 59, 60.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 552
Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die als pachter zijn geregistreerd voor een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 61.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 559
Handeling: Het opzetten en bijhouden van een basisregistratie van eigenaren, andere rechthebbenden en pachters ten behoeve van de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1945–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Het product vormt sinds de jaren 1940 de basis voor de kadastrale ruilverkavelingsboekhouding (zie H. 11) als inderdaad tot ruilverkaveling wordt besloten en blijft als zodanig na de stemming dus alleen bewaard wanneer de ruilverkaveling niet doorgaat.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Registers.
BSD: 589
Handeling: Het opstellen van een voorstel voor een plan van uitwerking of uitbreiding van een landinrichtings- of aanpassingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 85.1, 86, 115.1.
Opmerking: Alleen voor een herverkaveling.
Waardering: B 5
BSD: 590
Handeling: Het plegen van overleg met de openbare lichamen die bepaalde werken zullen uitvoeren omtrent een gecoördineerde uitvoering.
Periode: 1955–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.2; Landinrichtingswet art. 125.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 591
Handeling: Het plegen van overleg met het bevoegd orgaan omtrent een gecoördineerde uitvoering van de aanpassingsinrichting.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 127.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 592
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken betreffende aanleg of verbetering van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. art. 34.2, sub a; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub a en j°. 102.1, sub b.
Opmerking: Van 1941-1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 593
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken gericht op de aanleg of ontwikkeling van gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke waarde.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub b en j°. 102.1, sub b.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 594
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. 34.2, sub d; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub c en j°. 102.1, sub b.
Opmerking: Van 1954-1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 595
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en (andere) cultuurtechnische werken.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, j°. art. 34.2, sub e; Landinrichtingswet art. 128.2.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 596
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van kavelaanvaardingswerken, kavelverbeteringswerken of door particulieren aan te leggen beplantingen in een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1960–1985 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 597
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing binnen een blok.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1958–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 is de actor Landinrichtingscommissie
Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1068
Handeling: Het opstellen van een nota inzake bedrijfsvergroting of een regeling i.z. boerderijverplaatsing van de Voorbereidingscommissie, Plaatselijke Commissie of Landinrichtingscommissie
Periode: 1945–
Bron: Interview
Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling eerst uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien door de Plaatselijke Commissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 598
Handeling: Het opstellen van een ontwerp van een plan van tijdelijk gebruik voor (een deel van) het blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 190.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 45.
Opmerking: Geschiedt volgens door de CLC verstrekte voorschriften.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 599
Handeling: Het ter inzage leggen van een goedgekeurd ontwerp-plan van tijdelijk gebruik.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 190.3–5.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 600
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen een goedgekeurd ontwerp-plan van tijdelijk gebruik, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het ontwerp, dan wel vaststelling indien over alle bezwaren overeenstemming is verkregen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 192–193; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, 50.
Opmerking: Geschiedt op basis van door de CLC verstrekte voorschriften.
Waardering: B 5
BSD: 601
Handeling: Het in tijdelijk gebruik geven van tot een blok behorende gronden, volgens een vastgesteld plan van tijdelijk gebruik.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 189.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 602
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven gronden voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 603
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1985–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 604
Handeling: Het afgeven van de in de Beschikking grondbankstelsel bedoelde verklaring aan de directeur LGK/LNO van het Ministerie van Landbouw.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 16; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 20.
Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Uit de verklaring dient te blijken hoe naar verwachting de verkaveling en ligging van de grond van de aanvrager t.o.v. de bedrijfsgebouwen zullen zijn na verwezenlijking van het plan van toedeling.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 605
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag voor de Centrale Commissie inzake de aanwending van de door SBL/BBL verworven grond.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 15.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 19.2.
Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).
Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 670
Handeling: Het regelen van vrijwillige grondruil in een herinrichtingsgebied tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.
Periode: 1985–
Grondslag: Onteigeningswet, gew. bij Landinrichtingswet art. 233, art. 64; j°. art. 17.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Handeling: Het ontwerpen van (een deel van) een begrenzingenplan, met een voorstel omtrent eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet 131.1–2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 46.
Opmerking: Ter beoordeling door de Centrale Commissie.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 672
Handeling: Het voorbereiden en aangaan van een overeenkomst met een openbaar lichaam of andere rechtspersoon inzake het bedrag, waarvoor hem grond zal worden toegewezen bestemd voor doeleinden van algemeen nut, alsmede het zo nodig bemiddelen bij de betaling.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 13.2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 13, 14; Landinrichtingswet art. 147.1; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 17, 18.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
De voorbereiding betreft o.m. het aanwijzen van een deskundige voor het opmaken van een taxatierapport, op basis waarvan de commissie onderhandelingen voert inzake de toewijzing.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 673
Handeling: Het medewerken aan de totstandkoming van een notariële akte van de besluiten van GS inzake de toewijzing van onroerende goederen van algemeen nut, voorzover gelegen buiten een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 138.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 789
Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor een ruilverkaveling, herinrichting of aanpassingsinrichting, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen ingebracht in een blok.
Periode: 1945–
Bron:
Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 721
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie een blokgrens te wijzigen, na een besluit tot ruilverkaveling of vaststelling van een landinrichtingsplan.
Periode: 1985–
Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 28; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 30.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt niet bij aanpassingsinrichting.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (1955 of eerder)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 722
Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden van een blok, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 46; Ruilverkavelingswet 1954 art. 55; Landinrichtingswet art. 161.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 723
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van handelingen waardoor de waarde van zijn in een blok ingebrachte onroerende goederen zou veranderen.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 40.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 48.1; Landinrichtingswet art. 49.1, 71.1, 117.1.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 724
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 47.1–2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 56.1–2; Landinrichtingswet art. 164.1–2.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 725
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in een blok, met een toelichting voor de schatters.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 22.1–2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 42.1–2, gew. 21-12-1988, Stcrt. 253.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Behelst onder de Ruilverkavelingswet 1954 tevens een voorstel voor de waarde per hectare van elke klasse als bedoeld in art. 57 van de Ruilverkavelingswet 1954.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 726
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 48.2–3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 57.3–4; Landinrichtingswet art. 165, 166.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 727
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in een blok in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58.1; Landinrichtingswet art. 167.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 728
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat de lijst van rechthebbenden, het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 205.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 729
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49, 51.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58, 60.2; Landinrichtingswet art. 168.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 730
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 52–54; Ruilverkavelingswet 1954 art. 61–63; Landinrichtingswet art. 171–173.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 731
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 57–59; Ruilverkavelingswet 1954 art. 66–68; Landinrichtingswet art. 176–178.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 732
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 61–63, 65-68; Ruilverkavelingswet 1954 art. 70–75, 77.2, 78; Landinrichtingswet art. 180–185, 187.2, 188.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 733
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19.2; Landinrichtingswet art. 151.2–4.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 734
Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19, 20, 21; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 20.1; Landinrichtingswet art. 151, 152; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 40.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 735
Handeling: Het onderzoeken of de waarden in een register van schattingsuitkomsten geactualiseerd dienen te worden.
Periode: 1985–
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.
Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 736
Handeling: Het actualiseren van de waarden in een register van schattingsuitkomsten.
Periode: 1985–
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 3.
Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)
Waardering: B 5
BSD: 790
Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor de herverkaveling Walcheren, resp. de herverkaveling Zeeland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen ingebracht in het/een blok.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 791
Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor de reconstructie Midden-Delfland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen in het reconstructiegebied.
Periode: 1979–
Bron:
Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 792
Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen ingebracht in de blokken alsmede van de Groninger stadsmeierrechten rustende op daarbuiten gelegen onroerende goederen.
Periode: 1979–
Bron:
Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 875
Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor een ruilverkaveling, herinrichting of aanpassingsinrichting, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in een blok.
Periode: 1945–
Bron:
Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 822
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 18.2, 18.3; Landinrichtingswet art. 153.1, 153.2.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 823
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 22; Landinrichtingswet art. 154.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt zo spoedig mogelijk na vaststelling van het plan van toedeling.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 824
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen van een blok gelijktijdig zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage zullen worden gelegd.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 114.1; Landinrichtingswet art. 219.1.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 825
Handeling: Het opstellen of herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 26.1, 27.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 47.1–2.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Waardering: B 1
BSD: 826
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en -toedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling kenbaar kunnen maken.
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 27.1, 27.4; Landinrichtingswet art. 198.
Opmerking: Van 1954–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 827
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 70; Ruilverkavelingswet 1954 art. 81; Landinrichtingswet art. 196.1.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 828
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het plan van toedeling voor een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 73; Ruilverkavelingswet 1954 art. 84; Landinrichtingswet art. 199.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 en de Landinrichtingswet eventueel gecombineerd met de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 829
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling daarvan indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 74–75; Ruilverkavelingswet 1954 art. 85–86; Landinrichtingswet art. 200–201, 202 sub a, j°. 172–174, 206.1.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Effectuering bezwarenbehandeling in plan van toedeling kan ingevolge Landinrichtingswet art. 206 ook betrekking hebben op bezwaar tegen lijst van rechthebbenden of register van schattingsuitkomsten (zie tekst boven).
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 830
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 77–81; Ruilverkavelingswet 1954 art. 87–92; Landinrichtingswet art. 202b–f, j°. art. 175–176, 178–179, 185–186.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 831
Handeling: Het voorbereiden van en medewerken aan de totstandkoming en effectuering van de akte van toedeling voor een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 84; Ruilverkavelingswet 1954 art. 95–96; Landinrichtingswet art. 207–208.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 876
Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in het/een blok.
Periode: 1947–1967
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 877
Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor de reconstructie Midden-Delfland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in het reconstructiegebied.
Periode: 1979–
Bron:
Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 878
Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in een blok van het herinrichtingsgebied.
Periode: 1979–
Bron:
Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 906
Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 23.1; Landinrichtingswet art. 210.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 43.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 907
Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van onroerende goederen in een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis, j°. art. 47; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.2; Landinrichtingswet art. 210.3.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 908
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen van een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 99; Landinrichtingswet art. 211.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt zo spoedig mogelijk na de tweede schatting. B 1
Waardering:
BSD: 909
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 101; Landinrichtingswet art. 213, j°. art. 199.3–5.
Opmerking: Van 1955-1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Is niet van toepassing indien terinzagelegging is gecombineerd met die van het plan van toedeling.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 910
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 103–106; Landinrichtingswet art. 214–216, j°. 172–174, 220.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Effectuering bezwarenbehandeling kan ook zijn wijziging lijst van geldelijke regelingen op grond van de uitkomst van een bezwarenbehandeling tegen het plan van toedeling, indien dit tegelijk met de lijst ter inzage is gelegd.
Waardering: B 5
BSD: 911
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.
Periode: 1985–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 107–112; Landinrichtingswet art. 216–217, j°. 175–176, 178–179, 185, 187.
Opmerking: Van 1955-1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 947
Handeling: Het vaststellen en doen aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan ruilverkavelingsrente of landinrichtingsrente die rust op een daaraan onderworpen perceel.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 94, 96.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 122, 124; Landinrichtingswet art. 227, 228.
Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 948
Handeling: Het vaststellen en doen aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan herverkavelingsrente die rust op een perceel in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 95.2, 99, 101; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Waardering: B 5
BSD: 949
Handeling: Het vaststellen en aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan reconstructierente die rust op een perceel in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag:
Opmerking: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 111, 113.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 950
Handeling: Het vaststellen en aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan herinrichtingsrente die rust op een perceel in een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag:
Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 130, 132.
In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
BSD: 1006
Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor een ruilverkaveling bij overeenkomst, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de ingebrachte en toe te delen onroerende goederen van de betrokken eigenaren.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 7; Ruilverkavelingswet 1954 art. 8; Landinrichtingswet art. 123.
Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.
Waardering: B 5
Natuurwetenschappelijke Commissie (NWC)
BSD: 510
Handeling: Het (mede) adviseren aan de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie inzake het goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 41.1, 45.
Waardering: B 1
BSD: 511
Handeling: Het (mede) adviseren aan GS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.
Waardering: B 1
BSD: 152
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer suborganen van een Plaatselijke Commissie.
Periode: 1945–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Geschiedt na advies van de regionale functionaris CD/LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 153
Handeling: Het aanwijzen, goed te keuren door de Centrale Commissie, van een directievoerend of regievoerend lichaam voor de uitvoering van een ruilverkaveling.
Periode: 1945–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Geschiedt na advies van de HID/Inspecteur van de CD/LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 253
Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in het blok gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.2, 18.4; Landinrichtingswet art. 146.2, 150.2.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 254
Handeling: Het toekennen aan een eigenaar of pachter van een algehele vergoeding in geld, daar zijn ingebrachte goederen zijn begrepen in een toewijzing aan een openbaar lichaam ingevolge een goedgekeurd bestemmingsplan.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.1, 18.4.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 255
Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter om een algehele vergoeding in geld ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3, 18.4, 115.2.
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 256
Handeling: Het treffen van regelingen met de Dienst van Domeinen en belangstellende gebruikers in een blok tot verplaatsing van bedrijven naar een gebied waar grond van het Rijk kan worden gepacht.
Periode: 1955–1970
Bron: Jaarverslagen CCC en CD.
Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 351
Handeling: Het behandelen van een verzoek om schadevergoeding van een ondernemer wegens wijziging van een waterloop die aan een onderneming drijfkracht levert.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 18; Ruilverkavelingswet 1954 art. 17.
Opmerking: Ook deze schadevergoedingen zijn begrepen in de lijst der geldelijke regelingen (zie H. 13).
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 355
Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de uitvoering, voor zover en voor zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.
Periode: 1950–1984
Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.
Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
De regeling geeft ook de oude toestand weer.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 356
Handeling: Het op jaarbasis beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in verband met de uitvoering, alsmede het vanaf de terinzagelegging van het plan van toedeling beheren van verworven gronden, voor zover in een blok gelegen en voor zover en zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.
Periode: 1983–1984
Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41/45, art. 3.3, 4.2b, 4.3, 6.2; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.2b; 3.3; 4.1; 6.2.
Opmerking: Van 1983–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 357
Handeling: Het doen van een jaarlijks voorstel aan het hoofd SBL, resp. de directeur BBL inzake het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.
Periode: 1950–1984
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 358
Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut, dan wel het regelen van het beheer en het onderhoud van deze voorzieningen tot aan de toewijzing.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 80.2; Landinrichtingswet art. 135.2–3; Regeling LV 30-1-1985, Stcrt. 217, art. 49.1.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1063
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met eigenaren en rechthebbenden in een ruilverkaveling over de onder- en overbedeling, vooruitlopend op het plan van toedeling en lijst der geldelijke regelingen
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, art. 51 Landinrichtingswet 1985, art. 31.1
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 574
Handeling: Het opstellen van een wijziging of uitbreiding van een voorlopig vastgesteld plan van wegen en waterlopen, resp. plan van voorzieningen.
Periode: 1950–1985
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 25, 32.
Opmerking: Kan bijv. een structurele bedrijfsvergroting betreffen.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 575
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken betreffende aanleg of verbetering van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. art. 34.2, sub a; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub a en j°. 102.1, sub b.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 576
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken gericht op de landschappelijke aankleding van een blok, ter verwezenlijking van een landschapsplan.
Periode: 1954–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. 34.2, sub b.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 577
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut.
Periode: 1954–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. 34.2, sub d; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub c en j°. 102.1, sub b.
Opmerking: Van 1954–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 578
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, j°. art. 34.2, sub e.
Opmerking: Ontginningen worden niet meer uitgevoerd sinds ca. 1960.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 579
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en (andere) cultuurtechnische werken.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, j°. art. 34.2, sub e; Landinrichtingswet art. 128.2.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 580
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van kavelaanvaardingswerken, kavelverbeteringswerken of door particulieren aan te leggen beplantingen in een ruilverkaveling, resp. landinrichting.
Periode: 1960–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1960–1985 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 581
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing binnen een blok.
Periode: 1958–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1958–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 is de actor Landinrichtingscommissie
Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1029
Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in een blok.
Periode: 1945–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 14.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 582
Handeling: Het voorlopig in gebruik geven, voor het verwezenlijken van werken en voorzieningen, van tot een blok behorende gronden aan openbare lichamen en rechtspersonen, vooruitlopend op de toewijzing.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, sinds 1962 art. 54.a.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (mogelijk eerder)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 583
Handeling: Het ontwerpen van een regeling voor het voorlopig gebruik van tot een blok behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, vooruitlopend op de toedeling.
Periode: 1955–1985
Bron: Hand. II 1968/69 9800, bijlage I.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 584
Handeling: Het in tijdelijk gebruik geven van tot een blok behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, al dan niet volgens een gebruiksregeling.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 585
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven gronden voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1970–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 586
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1956–1984
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 587
Handeling: Het afgeven van de in de Beschikking grondbankstelsel bedoelde verklaring aan de directeur LGK/LNO van het Ministerie van Landbouw.
Periode: 1970–1984
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 16; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 20.
Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Uit de verklaring dient te blijken hoe naar verwachting de verkaveling en ligging van de grond van de aanvrager t.o.v. de bedrijfsgebouwen zullen zijn na verwezenlijking van het plan van toedeling.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 588
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag voor de Centrale Commissie inzake de aanwending van de door SBL/BBL verworven grond.
Periode: 1956–1984
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 15.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 19.2.
Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).
Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 674
Handeling: Het in kaart brengen van het plan van wegen, waterlopen en kaden c.a. ex Ruilverkavelingswet 1938 (gew. 1941) art. 69.2.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 69.1–2.
Opmerking: Vermoedelijk met ontwerp-voorstel over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.
Waardering: B 5
BSD: 675
Handeling: Het in kaart brengen van (een deel van) een plan van wegen, waterlopen en kaden c.a., met utiliteitsvoorzieningen en landschapsplan, ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.1, en het ontwerpen van een voorstel omtrent eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.1–2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 25.
Opmerking: Ter beoordeling door de Centrale Commissie.
Waardering: B 5
BSD: 676
Handeling: Het voorbereiden en aangaan van een overeenkomst met een openbaar lichaam of andere rechtspersoon inzake het bedrag, waarvoor hem grond zal worden toegewezen bestemd voor doeleinden van algemeen nut, alsmede het zo nodig bemiddelen bij de betaling.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 13.2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 13, 14; Landinrichtingswet art. 147.1; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 17, 18.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
De voorbereiding betreft o.m. het aanwijzen van een deskundige voor het opmaken van een taxatierapport, op basis waarvan de commissie onderhandelingen voert inzake de toewijzing.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 737
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie een blokgrens te wijzigen, na een besluit tot ruilverkaveling of vaststelling van een landinrichtingsplan.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 28; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 30.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt niet bij aanpassingsinrichting.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (1955 of eerder)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 738
Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden van een blok, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 46; Ruilverkavelingswet 1954 art. 55; Landinrichtingswet art. 161.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 739
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van handelingen waardoor de waarde van zijn in een blok ingebrachte onroerende goederen zou veranderen.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 40.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 48.1; Landinrichtingswet art. 49.1, 71.1, 117.1.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 740
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 47.1–2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 56.1–2; Landinrichtingswet art. 164.1–2.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 741
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in een blok, met een toelichting voor de schatters.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 22.1–2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 42.1–2, gew. 21-12-1988, Stcrt. 253.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Behelst onder de Ruilverkavelingswet 1954 tevens een voorstel voor de waarde per hectare van elke klasse als bedoeld in art. 57 van de Ruilverkavelingswet 1954.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 742
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 48.2–3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 57.3–4; Landinrichtingswet art. 165, 166.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 743
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in een blok in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58.1; Landinrichtingswet art. 167.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 744
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49, 51.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58, 60.2; Landinrichtingswet art. 168.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 745
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 52–54; Ruilverkavelingswet 1954 art. 61–63; Landinrichtingswet art. 171–173.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 746
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 57–59; Ruilverkavelingswet 1954 art. 66–68; Landinrichtingswet art. 176–178.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 747
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 61–63, 65–68; Ruilverkavelingswet 1954 art. 70–75, 77.2, 78; Landinrichtingswet art. 180–185, 187.2, 188.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 748
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19.2; Landinrichtingswet art. 151.2–4.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 749
Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19, 20, 21; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 20.1; Landinrichtingswet art. 151, 152; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 40.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 750
Handeling: Het onderzoeken of de waarden in een register van schattingsuitkomsten geactualiseerd dienen te worden.
Periode: 1984–1984
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.
Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 751
Handeling: Het actualiseren van de waarden in een register van schattingsuitkomsten.
Periode: 1984–1984
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 3.
Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985) B 5
Waardering:
BSD: 832
Handeling: Het overeenkomen met (een orgaan van) de Staat, dat hem een of meer kavels zullen worden toebedeeld als gevolg van toepassing van de Ruilverkavelingswet 1938, zoals gewijzigd 1941, art. 13.1 en 13.2.
Periode: 1945–1955
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 13.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 833
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 18.2, 18.3; Landinrichtingswet art. 153.1, 153.2.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 834
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 22; Landinrichtingswet art. 154.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt zo spoedig mogelijk na vaststelling van het plan van toedeling.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 835
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen van een blok gelijktijdig zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage zullen worden gelegd.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 114.1; Landinrichtingswet art. 219.1.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 836
Handeling: Het opstellen of herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 26.1, 27.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 47.1–2.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985 Landinrichtingscommissie
Waardering: B 1
BSD: 837
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en -toedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling kenbaar kunnen maken.
Periode: 1954–1984
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 27.1, 27.4; Landinrichtingswet art. 198.
Opmerking: Van 1954–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 838
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 70; Ruilverkavelingswet 1954 art. 81; Landinrichtingswet art. 196.1.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: B 5
BSD: 839
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het plan van toedeling voor een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 73; Ruilverkavelingswet 1954 art. 84; Landinrichtingswet art. 199.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 en de Landinrichtingswet eventueel gecombineerd met de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 840
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling daarvan indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 74–75; Ruilverkavelingswet 1954 art. 85–86; Landinrichtingswet art. 200–201, 202 sub a, j°. 172–174, 206.1.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Effectuering bezwarenbehandeling in plan van toedeling kan ingevolge Landinrichtingswet art. 206 ook betrekking hebben op bezwaar tegen lijst van rechthebbenden of register van schattingsuitkomsten (zie tekst boven).
Waardering: B 5
BSD: 841
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 77–81; Ruilverkavelingswet 1954 art. 87–92; Landinrichtingswet art. 202b–f, j°. art. 175–176, 178–179, 185–186.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 842
Handeling: Het voorbereiden van en medewerken aan de totstandkoming en effectuering van de akte van toedeling voor een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 84; Ruilverkavelingswet 1954 art. 95–96; Landinrichtingswet art. 207–208.
Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 913
Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 23.1; Landinrichtingswet art. 210.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 43.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 914
Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van onroerende goederen in een blok.
Periode: 1945–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis, j°. art. 47; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.2; Landinrichtingswet art. 210.3.
Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 915
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen van een blok.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 99; Landinrichtingswet art. 211.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Geschiedt zo spoedig mogelijk na de tweede schatting.
Waardering: B 5
BSD: 916
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 101; Landinrichtingswet art. 213, j°. art. 199.3–5.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Is niet van toepassing indien terinzagelegging is gecombineerd met die van het plan van toedeling.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 917
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 103–106; Landinrichtingswet art. 214–216, j°. 172–174, 220.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Effectuering bezwarenbehandeling kan ook zijn wijziging lijst van geldelijke regelingen op grond van de uitkomst van een bezwarenbehandeling tegen het plan van toedeling, indien dit tegelijk met de lijst ter inzage is gelegd.
Waardering: B 5
BSD: 918
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.
Periode: 1955–1984
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 107–112; Landinrichtingswet art. 216–217, j°. 175–176, 178–179, 185, 187.
Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie
Sinds 1985: Landinrichtingscommissie
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Provinciale Adviescommissie voor het Ontwikkelings- en Sanderingsfonds (PAC)
BSD: 298
Handeling: Het besluiten of een aanvraag voor een beëindigingsvergoeding voor toekenning in aanmerking komt.
Periode: 1964–1992
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 3, 15, 28 en 106.
Opmerking: Handelingen gedelegeerd aan HID Landinrichting; 1984 directeur LGK, 1989 directeur LNO.
Activiteiten zijn: de aanvraag onderzoeken, toetsen aan de in de regeling genoemde uitsluitingsgronden en op grond daarvan eventueel afwijzen. In een bijzonder geval kan degene die beschikt op de aanvraag (zie onder) afwijken van het besluit.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)
Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.
BSD: 299
Handeling: Het besluiten of een aanvraag voor een uittredingsvergoeding voor toekenning in aanmerking komt.
Periode: 1971–1992
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 77 en 200.
Opmerking: Handelingen gedelegeerd aan: HID Landinrichting; 1984 directeur LGK, 1988 directeur LNO.
Activiteiten zijn: de aanvraag onderzoeken, toetsen aan de in de regeling genoemde uitsluitingsgronden en op grond daarvan eventueel afwijzen. In een bijzonder geval kan degene die beschikt op de aanvraag (zie onder) afwijken van het besluit.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)
Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.
Raad van Beroep herverkaveling Walcheren
BSD: 854
Handeling: Het in tweede instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–72; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Effectuering kan ook zijn het zo nodig wijzigen van het plan van toedeling als gevolg van de uitkomst van de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank, van een bezwaar tegen de lijst van rechthebbenden (art. 72).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Raad van Beroep herverkaveling Zeeland
BSD: 854
Handeling: Het in tweede instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–72; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Effectuering kan ook zijn het zo nodig wijzigen van het plan van toedeling als gevolg van de uitkomst van de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank, van een bezwaar tegen de lijst van rechthebbenden (art. 72).
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Reconstructiecommissie Midden-Delfland
BSD: 160
Handeling: Het adviseren van de Minister voor de Ruimtelijke Ordening over wijziging van de instructie voor de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.
Waardering: B 1
BSD: 161
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.
Opmerking: Verplicht is de instelling door de RCMD (bij voorkeur uit haar midden) van subcommissies m.b.t. de drie sectoren Landbouw, Natuur en Landschap en Recreatie.
Waardering: B 1
Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project
BSD: 162
Handeling: Het voordragen bij de Minister(s) van Landbouw en voor Openluchtrecreatie van de secretaris van een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 9.
Waardering: V 75 jaar na geboorte
BSD: 163
Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of directievoerend lichaam voor de technische uitwerking van de voorbereiding of voor de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Bron: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 14.
Opmerking: Geschiedt door het Bureau van Uitvoering.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 277
Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over het aankoopbeleid voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: B 1
BSD: 278
Handeling: Het jaarlijks doen van een voorstel aan SBL/BBL voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 279
Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van zijn onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.5, 20.4.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 280
Handeling: Het beschikken op een aanvraag van een eigenaar of pachter in het reconstructiegebied Midden-Delfland om algehele vergoeding in geld.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.1, 18.2, 20.4; Richtlijnen LV 24-10-1980, Stcrt. 211.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 281
Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter om een voorschot op een algehele vergoeding in geld ex Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.1 of 20.4, alsmede zo nodig het van de rechter-commissaris bij vaststelling van de hoogte van het voorschot.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.3, 20.4; Richtlijnen LV 24-10-1980, Stcrt. 211.
Waardering: B 1 (voor adviezen),
V 6 jaar (overige neerslag).
BSD: 282
Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II (Onteigening) of art. 18.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 6.4, 15.2.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 283
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskosten-bijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II of art. 18.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 18.1, 21.1.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 380
Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon, inzake een bijdrage in de kosten van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 20.1.
Waardering: B 1
BSD: 381
Handeling: Het opstellen van een werkplan voor de voorbereiding van het reconstructieprogramma Midden-Delfland, voor de voorbereiding van het plan van voorzieningen Midden-Delfland en het opstellen en jaarlijks herzien van een werkplan voor de uitvoering van het plan van voorzieningen Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 15, 24, 25.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 382
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ten behoeve van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 12.3.
Opmerking: Betreft de voorbereiding van de reconstructie.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 383
Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 30.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 384
Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.7.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 385
Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van het reconstructieplan Midden-Delfland, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.
Periode: 1980–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.7.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 1 (voor adviezen),
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 386
Handeling: Het opstellen van een jaarverslag ter verantwoording aan SBL/BBL van het gevoerde materiële beheer van het verworven land in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 Stcrt. 124, art. 44.
Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).
Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 387
Handeling: Het materieel beheren van het in der minne verworven en door onteigening verkregen land in het reconstructiegebied Midden-Delfland in uitvoering.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 388
Handeling: Het doen van een jaarlijks voorstel aan het hoofd SBL, resp. de directeur BBL inzake het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 389
Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut voor de reconstructie Midden-Delfland, dan we het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reg VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 41, 42.
Opmerking: Beheer en onderhoud vindt plaats tot de vaststelling van het (deel)plan van wegen en waterlopen en het landschapsplan of tot de werken door de Centrale Commissie zijn goedgekeurd.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 390
Handeling: Het geven van voorlichting over de voorbereiding van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 486
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5
BSD: 487
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken ten behoeve van de voorbereiding van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Waardering: B 5
BSD: 488
Handeling: Het (doen) opstellen van evaluaties (effectbeschrijvingen) van alternatieve schetsen voor de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: De evaluaties worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD, aan de hand van de HELP-methode (zie boven).
Waardering: B 5
BSD: 489
Handeling: Het opstellen en voorlopig vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 32.1, 37; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16–19.
Opmerking: De RCMD voegt bij het voorontwerp een voorstel betreffende het toekomstig beheer van uit te voeren werken.
Waardering: B 5
BSD: 490
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorlopige voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 32.1–3, 37.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 491
Handeling: Het vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 32.4, 37; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 17–19.
Waardering: B 5
BSD: 492
Handeling: Het adviseren van PS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het voorontwerp.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 35.1, 37.
Waardering: B 1
BSD: 493
Handeling: Het opstellen en vaststellen van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 40, 45; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 20–22.
Waardering: B 5
BSD: 626
Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 627
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland gericht op wijziging van het stelsel van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2a.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 628
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland gericht op de landschappelijke verzorging en de veiligstelling en ontwikkeling van natuurgebieden.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2b.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 629
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland gericht op de aanleg van utiliteitsvoorzieningen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2c.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 630
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland ten behoeve van de recreatie.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2d.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 631
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 46.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 632
Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 46.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 633
Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 634
Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 635
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland voor agrarische doeleinden.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 636
Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1979–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 637
Handeling: Het doen van een voorstel aan de Minister van LNV omtrent de verlening van beheersvergoedingen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 11.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 678
Handeling: Het regelen van vrijwillige grondruil in het reconstructiegebied Midden-Delfland tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 46.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 679
Handeling: Het opstellen van (een deel van) het plan van wegen en waterlopen en (een deel van) het landschapsplan voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, als bedoeld in Reconstructiewet Midden-Delfland art. 69, alsmede een voorstel inzake de eigendom, beheer en onderhoud van de betrokken onroerende goederen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 69; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 38.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 763
Handeling: Het samenstellen van een lijst van de rechthebbenden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 47.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 764
Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van een handeling waardoor de waarde van zijn in het reconstructiegebied Midden-Delfland gelegen onroerende goederen zou veranderen.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 9.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 765
Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 48.1–2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 766
Handeling: Het opstellen van een voorstel voor de Centrale Commissie voor een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, met een toelichting voor de schatters.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 35.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 767
Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 49.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 768
Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 50.1.
Waardering: B 5
BSD: 769
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 50, 51.2.
Opmerking: Ter inzage worden gelegd: lijst van rechthebbenden; proces-verbaal van classificatie; register van schattingsuitkomsten; kaart waarop (o.m.) de klassegrenzen staan aangegeven.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 770
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 52–55.
Waardering: B 5
BSD: 771
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 56–59.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 772
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank, of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 60–66.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 773
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 21.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 774
Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 21.3–23; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 33.
Opmerking: Anders dan onder de algemene wetten zendt de RCMD en niet de ingenieur van KADOR de overeenkomsten aan inzender(s) terug.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 855
Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het reconstructiegebied Midden-Delfland, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 20.2, 20.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 856
Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in het reconstructiegebied Midden-Delfland gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 24.
Opmerking: Geschiedt binnen 14 dagen nadat plan van toedeling is vast komen te staan.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 857
Handeling: Het opstellen en herzien van de richtlijnen voor het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 39, 40.1.
Waardering: B 1
BSD: 858
Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland kenbaar kunnen maken.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 76.2; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 40.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 859
Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 76, 77; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 40.
Opmerking: Het ontwerp wordt opgesteld door de ingenieur KADOR, in overeenstemming met de vaste leden Bureau van Uitvoering.
Waardering: B 5
BSD: 860
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 79.
Opmerking: Geschiedt zodra goedkeuring door de CCC/CLC omtrent het plan van toedeling is verkregen.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 861
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het effectueren van de behandeling door wijziging van het plan.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 79–80.
Waardering: B 5
BSD: 862
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 82–86.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 863
Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 89–90.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 928
Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 92.1; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 36.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 912
Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1945–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 92.2; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 36.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 929
Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 93.
Waardering: B 5
BSD: 930
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 95, j°. 79.3–5.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 931
Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling voor zover deze niet (meer) omstreden is.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 96–100.
Waardering: B 5
BSD: 932
Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 101–103.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied (RCOG)
BSD: 1071
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer subcommissies van een Reconstructiecommissie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Bron: Interview
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1072
Handeling: Het opstellen van een jaarlijks werkplan voor de voorbereiding, dan wel de uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Richtlijnen van de Centrale Commissie (circ. Nr. 86-52)
Opmerking: In de praktijk wordt het werkplan door de provinciale direktie opgesteld. Het werkplan houdt het volgende in: Overzicht procedureplanning; Overzicht begrotingsuitputting ten behoeve van projectbewaking en restant-verplichting; Overzicht investeringsplanning; Overzicht grondverwerving en -aanwending; Staat van geleverde en te leveren prestaties
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1074
Handeling: Het geven van algemene voorlichting tijdens de voorbereiding en uitvoering van een reconstructie van een oud glastuindbouwgebied
Periode: 1979–
Bron: Interview
Waardering: B 5 (voor het eindproduct);
V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).
BSD: 972
Handeling: Het opstellen van het (gewijzigde) voorontwerp van een reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 14.1, 20.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 973
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het (gewijzigde) voorontwerp van een reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 15–16, 20.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 974
Handeling: Het opstellen van het ontwerp van een (gewijzigd) reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 17.1, 20.2.
Waardering: B 5
BSD: 975
Handeling: Het adviseren aan de Centrale Commissie over het vaststellen van een (gewijzigd) reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied in afwijking van het ontwerp daarvan.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 18, 20.2.
Waardering: B 6
BSD: 976
Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie om een wijziging te initiëren van een vastgesteld reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 20.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1075
Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisatie en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van een reconstructie oud glastuinbouwgebied
Periode: 1979–
Bron: Interview
Waardering: B 5
BSD: 1076
Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van een reconstructie oud glastuinbouwgebied
Periode: 1979–
Bron: Interview
Waardering: B 5
BSD: 977
Handeling: Het adviseren aan de HID/Inspecteur LD, sinds 1989 de directeur LNO over een verzoek om een toeslag als bedoeld in BROG/RROG, Titel 6, paragraaf 2.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.2.
Waardering: B 1
BSD: 978
Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.
Periode: 1986–
Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33e.4, 33n.2.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 979
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.
Periode: 1986–
Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33a, 33t.1.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1078
Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over de aankoop, de verkoop en het in tijdelijk gebruik geven van gronden in een te reconstrueren oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Bron: Interview
Waardering: B 1
BSD: 980
Handeling: Het adviseren aan de Centrale Commissie omtrent de vaststelling van het tijdstip vanaf of tot wanneer een aanvraag kan worden ingediend voor een bijdrage zoals bedoeld in Titel 6, paragrafen 3 t/m 6 van de BROG/RROG.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 25.1–3.
Opmerking: Normaal geldt als ingangstijdstip het moment van vaststelling van het plan.
Waardering: B 1
BSD: 1079
Handeling: Het adviseren van de HID inzake een aanvraag van een gemeente of waterschap om een bijdrage in de kosten van uitvoering van de realisering van infrastructuele, landschappelijke of recreatieve voorzieningen in een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–
Bron: Interview
Opmerking: Advisering geschiedt aan de HID/Inspecteur. LD, sinds 1989 een directeur LNO na de toetsing door de Reconstructiecommissie aan de doelstelling van het reconstructieplan
Waardering: B 1
BSD: 981
Handeling: Het adviseren inzake een aanvraag van een ondernemer om een bijdrage zoals bedoeld in Titel 6, paragrafen 3–6 van de BROG/RROG.
Periode: 1979–
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.
Opmerking: Advisering geschiedt aan de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 een directeur LNO.
Waardering: B 1
Schattingscommissie als bedoeld in de Herinrichtingswet Oost-Groningen
BSD: 941
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de schatting van de verkoopwaarde van de stadsmeierrechten in een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 104.
Waardering: B 5
Snelcommissie herverkaveling Walcheren
BSD: 86
Handeling: Het opstellen van doelstellingen en voornemens met betrekking tot de aanpak van de herverkaveling Walcheren.
Periode: 1945
Bron: Jaarverslagen CCC en CD en HCW.
Waardering: B 6
Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL)
BSD: 232
Handeling: Het op de vrije grondmarkt, of ingevolge een overeenkomst in het kader van een bijdrageregeling, verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1950–1982
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 233
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1950–1982
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 234
Handeling: Het in overeenstemming met een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie jaarlijks vaststellen van een programma voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.
Periode: 1950–1982
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 235
Handeling: Het opstellen van een periodiek verslag over de resultaten van de grondverwerving in een landinrichtingsgebied voor een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie.
Periode: 1950–1982
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.
Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3
BSD: 236
Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op grond in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 237
Handeling: Het in overeenstemming met de herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland vaststellen en wijzigen van plannen of programma’s voor de aankoop van gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
BSD: 238
Handeling: Het periodiek opstellen van een verslag aan de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland, over de resultaten van de grondverwerving in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 3
BSD: 239
Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 240
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: B 5
BSD: 241
Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie vaststellen van het jaarlijkse programma voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 242
Handeling: Het periodiek opstellen van een verslag over de resultaten van de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: B 3
BSD: 243
Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op grond in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1982
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 244
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied.
Periode: 1979–1982
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden B 5
Waardering:
BSD: 245
Handeling: Het beschikken op een verzoek om ontheffing van een ondernemer om zijn grond in eigendom aan SBL/BBL over te dragen, indien en voor zover de grond niet ligt in een ruilverkavelingsgebied.
Periode: 1972–1982
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 106.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Geschiedt onder bepaling aan wie en onder welke voorwaarden de overdracht zal geschieden.
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 364
Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de voorbereiding, alsmede tijdens de uitvoering voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.
Periode: 1950–1982
Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.
Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.
De regeling geeft ook de oude toestand weer.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 365
Handeling: Het beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in een blok tot de terinzagelegging van het plan van toedeling, en buiten een blok tot aan de overdracht, een en ander voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.
Periode: 1950–1982
Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45, art. 3.1, 3.2, 4.1, 4.2a, 6.1; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.1, 3.2a, 3.4, 4.2, 6.1.
Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.
Het beginjaar van de handeling is niet bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 366
Handeling: Het in overeenstemming met een Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.
Periode: 1950–1982
Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.
Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 367
Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie Midden-Delfland jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.
Periode: 1979–1982
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 368
Handeling: Het voeren van het materiële beheer over de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor zover en zolang deze niet wordt beheerd door de Herinrichtingscommissie.
Periode: 1979–1982
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.2, 38.3a, 38.5a.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.
BSD: 606
Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1971–1982
Bron: Vonk & De Boer, 220–221; Hand. TK 1980/81 16 625, nr. 23. Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 39.
Opmerking: Van 1971–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 607
Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1956–1982
Bron: Hand. TK 1980/81 16 625, nr 23.
Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 1030
Handeling: Het vervreemden van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.
Periode: 1947–1960
Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 608
Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond ten behoeve van agrarische doeleinden.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 609
Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 610
Handeling: Het vervreemden van in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor bedrijfsvergroting.
Periode: 1979–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 611
Handeling: Het vervreemden van de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.
Periode: 1956–1982
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.
Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 752
Handeling: Het uitvoeren van een analyse naar het prijsniveau van in het voorafgaande jaar verkochte gronden in of rond een landinrichtingsgebied ten behoeve van een actualisering van waarden in een register van schattingsuitkomsten.
Periode: 1982–1982
Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.2.
Opmerking: Van 1982–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Vanaf 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 1047
Handeling: Het verwerven van gronden in een te reconstrueren oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–1982
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden Titel 6, par. 2.
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na vervreemding.
BSD: 1077
Handeling: Het beheren van verworven grond tijdens de voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.
Periode: 1979–1982
Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 30 en de toelichting bij deze beschikking
Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden
Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden
Waardering: V 6 jaar na einde bezit.
Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (O&S-fonds Landbouw)
BSD: 300
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een beëindigingsvergoeding, alsmede (bij goedkeuring) het sluiten en effectueren van een overeenkomst met de aanvrager of diens weduwe, waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.
Periode: 1964–1992
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 3, 15, 28 en 106.
Opmerking: Handelingen gedelegeerd aan: 1964 directeur Cultuurtechnische Dienst; 1976 directeur DBL; 1984 directeur LGK; 1988 directeur LNO.
Betreft ook de uitbetaling, evt. herziening van bedragen, controle op naleving van de bepalingen van de beschikking en evt. terugvordering, al dan niet verhoogd met een boete.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)
Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.
BSD: 301
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een uittredingsvergoeding, alsmede (bij goedkeuring) het sluiten en effectueren van een overeenkomst met de aanvrager of diens weduwe, waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.
Periode: 1970–1992
Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 77 en 200.
Opmerking: Handelingen sinds 1978 of eerder gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1978 directeur DBL; 1984 directeur LGK; 1989 directeur LNO.
De handeling betreft dus mede de uitbetaling, de eventuele herziening van bedragen, controle op naleving van de bepalingen van de beschikking en eventuele terugvordering, al dan niet verhoogd met een boete.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)
Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.
BSD: 1057
Handeling: Het besluiten of een aanvraag voor een vergoeding van het O&S-fonds voor afbraak van verouderde glasopstanden voor toekenning in aanmerking komt.
Periode: 1969–1985
Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 42; vaak gewijzigd, m.n. bij Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 139, 153, 257.
Opmerking: Gedelegeerd aan: HID Cultuurtechnische Dienst/LaGroBo, 1984 directeur LGK.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1051
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een bijdrage van het O&S-fonds voor afbraak van verouderde glasopstanden, alsmede (bij goedkeuring) het sluiten en effectueren van een overeenkomst met de aanvrager of diens weduwe, waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.
Periode: 1969–1985
Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 42; vaak gewijzigd, m.n. bij Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 139, 153, 257.
Opmerking: De handeling betreft mede de uitbetaling, evt. herziening van de bedragen, controle op naleving van de overeengekomen bepalingen en evt. terugvordering, al dan niet verhoogd met een boete.
Gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst, 1976 directeur DBL
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1058
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om toekenning van een bijdrage of premie van het O&S-fonds ingevolge de: Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1968); Bijdrageregeling slachtpremies (1969); Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden 1970; Bijdrageregeling vernietiging kramen tulpebollen (1974); Premieregeling voor het rooien van fruitbomen (1976); alsmede, bij goedkeuring van een aanvraag, het sluiten van een overeenkomst met de aanvrager houdende nadere voorwaarden t.a.v. de uitvoering van het rooien, resp. het slachten.
Periode: 1968–1977
Grondslag: Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 30, 51, 58, 92, 154, 159.
Opmerking: Het sluiten van een overeenkomst geschiedt bij een aanvraag ingevolge de rooipremieregeling van 1969 (BB O&S-fonds nr. 51) en de slachtpremieregeling van 1970 (BB O&S-fonds nr. 58). Toekenning van een slachtpremie geschiedt na controle van door de districtsbureauhouder STULM ingevulde en toegezonden registratiekaarten voor de koeien.
Gedelegeerd aan HID Cultuurtechnische Dienst/LaGroBo.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1976)
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1052
Handeling: Het beschikken op een aanvraag om toekenning van een aanvullende premie van het O&S-fonds ingevolge de: Aanvullende bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1971); alsmede effectuering van de toekenning van een bijdrage ingevolge de: Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1968); Bijdrageregeling slachtpremies (1969); Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden 1970; Aanvullende bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1971); Bijdrageregeling vernietiging kramen tulpebollen (1974); Premieregeling voor het rooien van fruitbomen (1976).
Periode: 1968–1977
Grondslag: Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 30, 51, 58, 92, 154, 159.
Opmerking: De effectuering betreft het uitbetalen van de bijdrage/premie, controle op naleving van de overeenkomst of de bepalingen van de regeling en evt. terugvordering van een premie/bijdrage, al dan niet verhoogd met een boete.
Gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst, sinds 1976 directeur DBL.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1976)
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1059
Handeling: Het beschikken op een aanvraag ingevolge de Bijdrageregeling bekalking kleigronden in Groningen van het O&S-fonds.
Periode: 1970–1972
Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 70.
Opmerking: Gedelegeerd aan HID Cultuurtechnische Dienst/LaGroBo
Waardering: V 6 jaar
BSD: 1053
Handeling: Het effectueren van de toekenning van een bijdrage ingevolge de Bijdrageregeling bekalking kleigronden van het O&S-fonds.
Periode: 1970–1972
Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 70.
Opmerking: Gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 151
Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer suborganen van een Voorbereidingscommissie of Inspraakcommissie.
Periode: 1955–1985
Bron: Literatuur.
Opmerking: Geschiedt na advies door de regionale functionaris van de CD/LD, optredend namens de Minister van LNV.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 142
Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of een directievoerend lichaam voor de voorbereiding van een ruilverkaveling.
Periode: 1955–1985
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; Het weten waard, 24–25.
Opmerking: Sinds 1955 CC met Voorbereidingscommissie.
Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 460
Handeling: Het opstellen en vaststellen van het voorontwerp van een rapport ex art. 34, houdende een plan van voorzieningen met mogelijke alternatieven.
Periode: 1973–1985
Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12015, par. 6
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: B 5
Plan(nen) zoals voorgelegd aan de streek, c.q. onderworpen aan de inspraak.
BSD: 461
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een rapport ex art. 34.
Periode: 1973–1985
Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12 015, par. 6.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 462
Handeling: Het becommentariëren van een verslag van de inspraak over het voorontwerp van een rapport ex art. 34.
Periode: 1973–1985
Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12 015, par. 6.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 553
Handeling: Het opstellen, dan wel aanvullen en wijzigen, ten behoeve van GS, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren in een blok.
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 34.1 sub 1o; AMvB 28-08-1975, Stb. 466, art. 8.
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 554
Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachters die aan de stemming over een ruilverkaveling wensen deel te nemen.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34b.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 555
Handeling: Het beschikken op een verzoek om als pachter geregistreerd te worden voor de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34c, 34d.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 556
Handeling: Het optreden voor de voorzitter van de pachtkamer van een kantongerecht inzake een beroep van partijen tegen een genomen beslissing inzake de registratie van een pachter voor de stemming over een ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34e, 34f, 34g;
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 557
Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die een aan de wettelijke vereisten voldoend verzoek hebben ingediend om als pachter geregistreerd te worden voor een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, 34d.7.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
BSD: 558
Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die als pachter zijn geregistreerd voor een stemming over ruilverkaveling.
Periode: 1975–1986
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34h.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.
Deel 3. Handelingen van overige actoren
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
BSD: 1100
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1972–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
Waardering: B 1
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.
BSD: 1102
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.
Waardering: V 10 jaar
Kb 13-12-1978 (Stb. 664).
BSD: 206
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.
BSD: 207
Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).
BSD: 208
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.
BSD: 694
Handeling: Het vaststellen van een financiële regeling voor de overgang van de eigendom en het beheer en onderhoud van de aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.5, 78.1.
Waardering: B 1
BSD: 695
Handeling: Het optreden inzake een Kroonberoep van een openbaar lichaam tegen de financiële regeling van de overgang van eigendom, beheer en onderhoud van aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 78.2.
Waardering: B 6
BSD: 956
Handeling: Het vaststellen van een rentevoet, op grond waarvan de gekapitaliseerde waarde van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen uit de stadsmeierrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.3.
Opmerking: Geschiedt gehoord de gemeente Groningen.
Waardering: B 1
BSD: 60
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende regels voor de heffing en invordering van ruilverkavelings-, landinrichtings-, reconstructie- en herinrichtingsrenten.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 229.2, gew. 1990, Stb. 492; Ruilverkavelingswet 1954 art. 125, gew. 1990, Stb. 492; RMD: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 114, gew. 1990, Stb. 492; HOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 133, gew. 1990, Stb. 492; NB. Wijzigingswet 1990, Stb. 492, is in werking getreden 1992.
Waardering: B 1
AMvB 03-03-1986, Stb. 96, gew. 1990, Stb. 224.
BSD: 61
Handeling: Het aanwijzen van de kohieren waarop ruilverkavelings-, landinrichtings-, reconstructie- of herinrichtingsrenten worden uitgetrokken.
Periode: 1955–1990
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 125; Landinrichtingswet 1985 art. 229; RMD: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 114. HOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 133.
Opmerking: Onder de Ruilverkavelingswet 1938 en de Herverkavelingswet Walcheren 1947 worden de verschuldigde renten uitgetrokken op het betreffende kohier van de grondbelasting.
Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend. Na 1990 tot inwerkingtreding Invorderingswet 1990, Stb. 221.
Waardering: B 1
Beschikking Fin. 07-01-1975, Stcrt. 6.
BSD: 62
Handeling: Het stellen van nadere regels over de afkoop van ruilverkavelings-, landinrichtings-, herverkavelings-, reconstructie- of herinrichtingsrenten.
Periode: 1945–
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 99.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 127.3; Landinrichtingswet art. 230.3; Herverkavelingswet Zeeland: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 104.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1. RMD: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 115.3; HOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 134.3.
Waardering: B 1
Regeling Fin. 12-05-1939, Stcrt. 93; Regeling Fin. 21-02-1955, Stcrt. 37; Regeling Fin. 09-04-1986, Stcrt. 70.
BSD: 89
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.
Periode: 1945–
Waardering: B 1
* Herverkavelingswet Walcheren 1947, Stb. H 400; in werking 11-01-1948; wijzigingen 1956–1992: zie Bijlage;
* Herverkavelingswet Zeeuwse noodgebieden, Stb. 1953, 444; in werking 10-09-1953.
BSD: 90
Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: B 1
Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II-IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.
BSD: 91
Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: V 10 jaar
Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).
BSD: 92
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1972–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
Waardering: B 1
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.
BSD: 93
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.
Waardering: V 10 jaar
Kb 13-12-1978 (Stb. 664).
BSD: 194
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.
Waardering: B 1
Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).
BSD: 195
Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.
Waardering: V 15 jaar
Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.
BSD: 196
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.
Waardering: B 1
BSD: 192
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Waardering: V 15 jaar
BSD: 197
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Opmerking: Als bewindspersoon voor de Openluchtrecreatie treedt sinds 1983 de Minister van LNV op.
Waardering: V 15 jaar
BSD: 193
Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de leden van (een subcommissie van) de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, en voor de leden van een deelgebiedscommissie of blokcommissie.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 8.3, 11; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 11.3, 13.3.
Waardering: V 15 jaar
BSD: 294
Handeling: Het vooraf goedkeuren van een overeenkomst met een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden tot bedrijfsverplaatsing naar een gebied waar hij grond van het Rijk kan pachten.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 15 jaar
BSD: 295
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van tijdstip en inhoud van een bekendmaking van de voorwaarden waartegen en de gebieden waarin gebruikers buiten het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland grond van het Rijk kunnen pachten, houdende oproep van gegadigden.
Periode: 1947–1960
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 15 jaar
BSD: 525
Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Waardering: B 1 en 5
BSD: 526
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Waardering: V 40 jaar
BSD: 696
Handeling: Het vaststellen van een financiële regeling voor de overgang van de eigendom en het beheer en onderhoud van de aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.5, 78.1.
Waardering: B 1
BSD: 697
Handeling: Het optreden inzake een Kroonberoep van een openbaar lichaam tegen de financiële regeling van de overgang van eigendom, beheer en onderhoud van aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 78.2.
Waardering: B 6
BSD: 953
Handeling: Het vaststellen van een rentevoet, op grond waarvan de gekapitaliseerde waarde van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen uit de stadsmeierrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.3.
Opmerking: Geschiedt gehoord de gemeente Groningen.
Waardering: B 1
BSD: 955
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB, houdende nadere, zo nodig afwijkende regelen voor de invordering van de bedragen ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 102, verschuldigd wegens de omzetting van stadsmeierrechten in eigendomsrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 135.2.
Waardering: B 1
Minister van Financiën/Belastingdienst
BSD: 951
Handeling: Het op verzoek van een eigenaar ineens invorderen van de overige bedragen, bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 95.2, door hem verschuldigd volgens de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.
Periode: 1947–1967
Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 95.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.
Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend
Waardering: V 5 jaar na afdoening
BSD: 952
Handeling: Het op verzoek van een eigenaar ineens invorderen van de overige bedragen, bedoeld in Reconstructiewet Midden-Delfland art. 107.2, door hem verschuldigd volgens de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 107.2.
Waardering: V 5 jaar na afdoening
BSD: 954
Handeling: Het op verzoek van een eigenaar ineens invorderen van de bedragen, door hem verschuldigd volgens de lijst der geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 126.
Waardering: V 5 jaar na afdoening
Minister van Verkeer en Waterstaat (V&W)
BSD: 94
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.
Periode: 1945–
Waardering: B 1
* Herverkavelingswet Walcheren 1947, Stb. H 400; in werking 11-01-1948; wijzigingen 1956–1992: zie Bijlage;
* Herverkavelingswet Zeeuwse noodgebieden, Stb. 1953, 444; in werking 10-09-1953.
BSD: 95
Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: B 1
Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II–IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.
BSD: 96
Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: V 10 jaar
Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).
BSD: 97
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1972–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
Waardering: B 1
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.
BSD: 98
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.
Waardering: V 10 jaar
Kb 13-12-1978 (Stb. 664).
BSD: 202
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.
Waardering: B 1
Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).
BSD: 203
Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.
BSD: 204
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.
Waardering: B 1
BSD: 198
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
BSD: 205
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Opmerking: Als bewindspersoon voor de Openluchtrecreatie treedt sinds 1983 de Minister van LNV op.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
BSD: 199
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.
BSD: 200
Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).
BSD: 201
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.
BSD: 523
Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Waardering: B 1 en 5
BSD: 524
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Waardering: V 6 jaar na afsluiting project
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de toewijzing of onttrekking aan het Rijk van de eigendom, het beheer en het onderhoud van openbare wegen en waterlopen met de daartoe behorende kunstwerken
Periode: 1955–1985
Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 16.6
Waardering: B 5
BSD: 698
Handeling: Het vaststellen van een financiële regeling voor de overgang van de eigendom en het beheer en onderhoud van de aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.5, 78.1.
Waardering: B 1
BSD: 699
Handeling: Het optreden inzake een Kroonberoep van een openbaar lichaam tegen de financiële regeling van de overgang van eigendom, beheer en onderhoud van aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 78.2.
Waardering: B 1
Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
BSD: 1095
Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening, met name van het landelijke gebied.
Periode: 1965–
Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend. Vanaf 1965 (Wet op de Ruimtelijke Ordening) of eerder.
Waardering: B 1
Bijv. bijdragen aan totstandkoming bepaalde ruimtelijke nota’s en planologische kernbeslissingen, zoals in de jaren 1970 de Nota Randstadgroenstructuur, in de jaren 1980 de Nota en de Structuurschets Landelijke Gebieden en in de jaren 1990 het Structuurschema Groene Ruimte.
BSD: 1096
Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van de rijksinbreng in het beleid voor de integrale ontwikkeling van een specifieke regio.
Periode: 1945–
Opmerking: Betreft de inzet van het bestaande instrumentarium: onder de handeling is dus niet begrepen de ontwikkeling van specifieke instrumenten voor de herinrichting van een afzonderlijk gebied zoals Walcheren, de Zeeuwse Noodgebieden, Midden-Delfland en Oost-Groningen en de Veenkoloniën.
Waardering: B 1
Bijv. bijdragen aan realisering Integraal Structuurplannen.
BSD: 99
Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.
Periode: 1970–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: B 1
Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II–IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.
BSD: 100
Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.
Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.
Waardering: V 10 jaar
Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).
BSD: 101
Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1972–
Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën
Waardering: B 1
Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.
BSD: 102
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1977–1978
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.
Waardering: V 10 jaar
Kb 13-12-1978 (Stb. 664).
BSD: 170
Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s), die een Landinrichtingscommissie bijstaan.
Periode: 1985–
Grondslag: Landinrichtingswet art. 30.2, 99.2.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
BSD: 171
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.
Waardering: B 1
Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).
BSD: 172
Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.
BSD: 173
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.
Waardering: B 1
BSD: 176
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
BSD: 181
Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Opmerking: Als bewindspersoon voor de Openluchtrecreatie treedt sinds 1983 de Minister van LNV op.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
BSD: 174
Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Reconstructiecommissie Midden-Delfland bijstaan.
Periode: 1977–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
BSD: 177
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.
BSD: 178
Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).
BSD: 179
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt ontbonden.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 138.2.
Opmerking: Periode is na beëindiging van de herinrichting.
Waardering: B 4
BSD: 175
Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën bijstaan.
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.9.
Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie
BSD: 180
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.
Waardering: B 1
Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.
BSD: 504
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1984
Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 515
Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 36.1–3, 37.
Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol
Waardering: B 5
Beschikking VRO/LV 21-12-1983.
BSD: 516
Handeling: Het voorbereiden van een Kb houdende nadere vaststelling van het reconstructiegebied Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 1
Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol
Waardering: B 5
BSD: 517
Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Waardering: B 1 en 5
BSD: 518
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.
Periode: 1979–
Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 505
Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.1–2, 17.
Waardering: V 6 jaar
BSD: 514
Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.1–3, 14.1.
Waardering: B 5
Beschikking Landbouw/Ruimtelijke Ordening 15-12-1983.
BSD: 424
Handeling: Het optreden inzake een kroonberoep, ingesteld door PS van Groningen of van Drenthe, tegen een besluit tot vaststelling van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.
Periode: 1979–1983
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.4, 14.1.
Waardering: B 5
BSD: 426
Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat PS van Groningen of Drenthe een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vaststellen in afwijking van het advies van de Centrale Commissie
Periode: 1979–
Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.2, 21.
Waardering: B 5
BSD: 427
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld, indien PS van Groningen en van Drenthe hierover geen overeenstemming hebben.
Periode: 1979–
Grondslag:
Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.4, 21.2.
De Minister van VROM heeft een coördinerende rol
Waardering: B 5
BSD: 692
Handeling: Het voeren van de procedure leidend tot een voorstel voor een nutswet ter onteigening van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, als bedoeld in Onteigeningswet art. 5 t/m 9.
Periode: 1970–1979
Grondslag: Besluit Ministerraad 27-02-1970.
Opmerking: De handeling betreft dus niet het maken van het wetsvoorstel voor de Reconstructiewet Midden-Delfland, maar slechts de daarmee parallel lopende formele procedure volgens de genoemde artikelen van de Onteigeningswet.
Waardering: B 5
BSD: 802
Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij de grens van het reconstructiegebied Midden-Delfland wordt gewijzigd.
Periode: 1979–
Grondslag:
Opmerking: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 1.
De Minister van VROM heeft een coördinerende rol
Waardering: B 5
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-7-p11-SC73316.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.