Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 maart 2006, nr. TRCJZ/2006/51, houdende bepalingen over de landbouwtelling en de gecombineerde opgave

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PbEU L 270);

Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003;

Gelet op de artikelen 52 en 55 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006, artikel 24 van de Regeling superheffing en melkpremie 2004 en gelet op artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

Voorts gelet op de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;

Besluit:

1

Gecombineerde opgave

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. beschrijvingsbiljet: als bijlage I bij deze regeling opgenomen modelformulier;

c. opgaveplichtige: persoon die, anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover aan hem een beschrijvingsbiljet, bedoeld in onderdeel b, dan wel anderszins een oproep voor de landbouwtelling is uitgereikt of toegezonden.

Artikel 2

In het tijdvak dat loopt van 1 april 2006 tot en met 15 mei 2006 wordt een landbouwtelling gehouden als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet.

Artikel 3

Ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2, wordt een beschrijvingsbiljet uitgereikt of verzonden door de minister.

Artikel 4

1. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de veestapel gevraagde gegevens naar de toestand op 1 april 2006.

2. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de oppervlakten gevraagde gegevens naar de verwachte toestand op 15 mei 2006. Indien een beteelde oppervlakte op 15 mei 2006 nog niet zal zijn beteeld, wordt de eerstvolgende geplande teelt opgegeven.

3. Onverminderd het eerste en tweede lid, verstrekt de opgaveplichtige de op het beschrijvingsbiljet gevraagde gegevens naar de toestand op de datum van verzending, tenzij op het biljet anders is aangegeven, en neemt daarbij de overige op het biljet of door Dienst Regelingen gegeven aanwijzingen in acht.

Artikel 5

1. Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1400 eenheden bruto standaardsaldo.

2. De bruto standaardsaldi respectievelijk de Nederlandse grootte-eenheid worden vastgesteld als vermeld in bijlage II.

3. Bruto-standaardsaldi worden overeenkomstig bijlage II omgerekend in Nederlandse grootte-eenheden.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 4 maakt de uit dien hoofde opgaveplichtige die tevens gehouden is:

a. gegevens te verstrekken met betrekking tot subsidieaanvragen op grond van de bedrijfstoeslagregeling, de areaalbetalingen voor noten, energiegewassen en eiwithoudende gewassen en de productiesteun voor zetmeelaardappelen en zaaizaad van vezelvlas, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a en b van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en de melkpremie, bedoeld in artikel 24 van de Regeling superheffing en melkpremie 2004,

b. gegevens te verstrekken met betrekking tot de slachtpremieregeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, sub c van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 of,

c. gegevens te verstrekken, als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet,

voor het verstrekken van alle onderscheiden gegevens gebruik van het formulier waarvan het model is opgenomen als bijlage I bij deze regeling.

2

Elektronische indiening

Artikel 7

De opgave, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, de aanvragen, bedoeld in artikel 6, onder a en b, van deze regeling en de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 6 van deze regeling, onder c, kunnen gezamenlijk elektronisch worden ingediend.

Artikel 8

1. De gezamenlijke elektronische indiening geschiedt met het daartoe bestemde elektronische formulier.

2. Het formulier wordt elektronisch ondertekend met een door de Minister aan de ondertekenaar ter beschikking gestelde eenmalig bruikbare tancode.

3. De Minister bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediend formulier.

Artikel 9

Een tancode wordt uitsluitend overeenkomstig deze regeling gebruikt voor het doel waarvoor en door degene aan wie de tancode is verstrekt.

Artikel 10

De Minister verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager een set tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening, ingeval

a. deze geen tancodes heeft ontvangen;

b. de verstrekte tancodes zijn gebruikt, of

c. van verlies van eerder verstrekte tancodes.

Artikel 11

De Minister kan besluiten een set tancodes niet te verstrekken of in te trekken, indien de indiener of een met hem geassocieerd bedrijf of organisatie in het verleden een tancode heeft gebruikt in strijd met deze regeling of op andere wijze de integriteit van een verstrekte handtekening heeft geschonden.

Artikel 12

1. Een belanghebbende kan de aan hem verstrekte tancodes doen gebruiken door een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten behoeve van het indienen van een elektronische formulier namens belanghebbende.

2. De gemachtigde maakt bij het indienen van de aanvraag, de opgave onderscheidenlijk de verstrekking als bedoeld in artikel 8 slechts gebruik van de aan de gemachtigde ter beschikking gestelde toegangscodes tot het elektronische formulier.

3

Bijzondere bepalingen over de behandeling van een elektronisch formulier

Artikel 13

1. De Minister kan een elektronisch formulier weigeren, indien dit niet overeenkomstig deze regeling is ingediend.

2. De Minister kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.

3. De Minister deelt een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk aan de afzender mede.

Artikel 14

Als tijdstip waarop een elektronisch formulier door de Minister elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop alle vereiste bescheiden als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 796/2004 zijn ontvangen.

Artikel 15

De Minister kan besluiten de elektronische aanvraag, opgave onderscheidenlijk verstrekking niet te behandelen, indien het elektronisch formulier geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 11. Artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16

De Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2006.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Algemeen

Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde Opgave 2006 kan opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342, laatstelijk gewijzigd Stb. 2002, 88) de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (Stb. 2005, 645) en de verzamelaanvraag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun (Stcrt. 2005, 235). Voor deze verschillende onderdelen van de gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag en opgave van het gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.

Landbouwtelling

Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2006 tot en met 15 mei 2006 een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft twee doelen, namelijk statistiek en administratie: Voor onderzoek en beleid wordt door het Centraal Bureau voor Statistiek een zo volledig mogelijk overzicht samengesteld van de oppervlakte beteelde gewassen, de omvang van de veestapel en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de uitvoering van het landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf beschikbaar zijn bij het ministerie van LNV.

Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen, en ook niet ingevolge het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om (wijzigingen van) perceelsgegevens te verstrekken, geven op het formulier alleen de landbouwtellingsgegevens op die op grond van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet worden gevraagd.

Verzamelaanvraag

Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op grond van de bedrijfstoeslagregeling, de gekoppelde areaalbetalingen en de melkpremieregeling, zoals geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.

Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke landbouwer die aanspraak wil maken op één of meer van de genoemde subsidies, verplicht is alle in gebruik zijnde grond op te geven in de Verzamelaanvraag.

Voor de slachtpremie geldt daarbij dat een aparte subsidieaanvraag wordt gedaan, en dat de verzamelaanvraag wordt gebruikt voor het voldoen aan de verplichting tot opgave van de in gebruik zijnde grond. De in gebruik zijnde grond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van bijlage I bij deze regeling.

Voor landbouwers die een contract hebben gesloten met een groenvoederdrogerij geldt op grond van artikel 14, lid 1, sub e van Verordening (EG) nr. 382/2005 dat de betrokken steunpercelen moeten worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van bijlage I bij deze regeling onder vermelding van bijkomende bestemming 7. Deze opgave is ten behoeve van het verkrijgen van droogsteun door de groenvoederdrogerijen, een steunregeling die door het Hoofdproductschap akkerbouw wordt uitgevoerd.

Opgave gewaspercelen

Van voornoemde perceelsgegevens wordt daarnaast voor het tijdvak van 1 januari 2006 tot 15 mei 2006 gebruik gemaakt ten behoeve van de verplichting op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te verstrekken met betrekking tot het gebruik en de ligging van percelen landbouwgrond. In deze periode vervangt de gecombineerde opgave het formulier dat normaliter door Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV wordt verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik van een gewasperceel door te geven.

Datum van indiening

Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk op 15 mei 2006 door Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten (Stb. 2001, 206). De gevolgen van het niet-tijdig insturen van de gegevens in het kader van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006 zijn neergelegd in de desbetreffende regeling.

Nederlandse grootte-eenheden

Bij de landbouwtelling 2006 zal, evenals in voorgaande jaren, de bedrijfsomvang worden bepaald aan de hand van de Nederlandse grootte-eenheid (Nge).

De Nge vertegenwoordigt een aantal bruto standaardsaldi (bss). De bruto standaardsaldi zijn door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) berekend. Voor 2005 is vastgesteld dat één Nge gelijk is aan € 1400,–. In bijlage II bij dit besluit is een lijst met bss weergegeven.

Het totale bruto standaardsaldo is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door voor elke rubriek van de landbouwtelling het bruto standaardsaldo te vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal eenheden. Met deze bss-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van de productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke productierichtingen.

In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen worden geïnventariseerd met een bedrijfsomvang van drie of meer Nge. Niettemin wordt ook een beschrijvingsbiljet gezonden aan bepaalde ondernemers met een kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met name te denken aan ondernemers waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kleinere bedrijfsomvang een tijdelijk karakter draagt waardoor zij op de langere termijn wel voor inventarisatie in aanmerking behoren te komen.

Elektronische indiening

In 2006 is opgave via internet mogelijk. In 2004 was dit geregeld in de Regeling landbouwtelling en GDI 2004. In 2006 is het voor meerdere regelingen mogelijk via internet opgave te doen. Alle relaties hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15 tancodes ontvangen. In de onderhavige regeling wordt onder andere bepaald onder welke voorwaarden het mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch in te dienen.

De behoefte aan elektronische vormen van communicatie tussen burger en overheid neemt toe. Het gaat dan niet alleen om de e-mail waarmee aan de overheid een eenvoudige vraag wordt gesteld. Elektronische communicatie heeft vele voordelen ten opzichte van de vertrouwde schriftelijke communicatie. Zo kan de wijze van indiening van een aanvraag voor een subsidie via Internet veel sneller verlopen dan via een papieren formulier. De gecombineerde opgave kan elektronisch worden ingediend met behulp van een tancode, een unieke code die wordt beschouwd als een handtekening.

Voordelen van het elektronisch indienen zijn:

– Op het elektronische formulier zijn optioneel (de relatie kan hiervoor zelf kiezen) een deel van de gegevens van de opgave 2005 reeds ingevuld zodat de relatie meteen beschikt over zijn eigen referentiekader;

– Berekeningen en controles worden automatisch voor de relatie gedaan;

– De on line versie van het GDI-formulier bevat alleen de vragen die op het bedrijf van de betrokken relatie van toepassing zijn;

– Het systeem heeft een on line help-functie;

– De relatie behoeft geen bedrijfskaarten te bestellen;

– De opgave wordt afgesloten met een elektronische handtekening en hierna kan de relatie de opgave bewaren op de computer of printen ten behoeve van zijn/haar administratie.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) gaf bij de Regeling landbouwtelling en GDI 2004 in overweging om de elektronische aangifte van de landbouwtelling en gecombineerde opgave verplicht te stellen. Op dit moment onderzoek ik nog de mogelijkheden en de voorwaarden voor een verplichte elektronische opgave. Vooralsnog probeer ik in ieder geval de keuzemogelijkheid voor elektronische opgave voor betrokken agrarische ondernemers zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Werking van de elektronische indiening

In januari 2006 hebben alle relaties, die gekoppeld zijn aan het relatiebeheersysteem REBUS van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op het bij dit Ministerie laatst bekende adres, zoals dat op 1 januari 2006 geregistreerd is, per separate post een toelichting en lijst met daarop vijftien tancodes ontvangen. Deze tancodes worden willekeurig aangemaakt door een onafhankelijk systeem.

In dat systeem zijn de tancodes gekoppeld aan de ondernemer aan wie ze worden gezonden, zodat met het gebruik van de tancode de ondernemer kan worden herkend. Het aanmaken van tancodes is met waarborgen omkleed, zodat de betrouwbaarheid is verzekerd.

De vijftien tancodes zijn vijftien elektronische handtekeningen die elk eenmaal kunnen worden gebruikt. Iedere keer als het computerscherm dat vraagt, vult de ondernemer de door het systeem gevraagde tancode van het lijstje van vijftien codes in.

Het formulier GDI 2006, waarvoor de tancodes kunnen worden gebruikt, is te vinden op Internet, de startpagina van www.minlnv.nl\loket. Toegang tot een formulier kan worden verkregen met behulp van de gebruikerscode en het wachtwoord dat reeds aan iedere ondernemer ter beschikking is gesteld.

Wanneer de ondernemer het internetformulier volledig heeft ingevuld kan hij het ondertekenen met de door het systeem gevraagde genummerde tancode. Het systeem zal de aanvraag verzenden, waarna de ondernemer een bestand in het zogeheten PDF-formaat op zijn systeem weg schrijft. Dit PDF-bestand is de kopie van de verzonden aanvraag. Hierop worden zowel de datum als de tijd en de gebruikte tancode weggeschreven. Een bestand met dezelfde inhoud wordt via een beveiligde manier als input gebruikt voor de beoordeling van de aanvraag.

Met voornoemde werkwijze wordt voldaan aan onderdeel d van artikel 3:15a, tweede lid, Burgerlijk Wetboek (BW).

Verkrijgen nieuwe tancodes

Indien door welke oorzaak dan ook de ondernemer niet langer over zijn tancode beschikt kan hij telefonisch bij het LNV-loket (0800-2233322) verzoeken om een set nieuwe tancodes.

In dat geval zal aan de aanvrager een nieuwe set worden toegestuurd en de eventuele nog niet gebruikte tancodes zullen in het systeem worden geblokkeerd.

Wanneer de ondernemer zijn op één na laatste tancode verbruikt in de internetapplicatie van GDI, wordt er automatisch een nieuwe set tancodes toegezonden.

Administratieve lasten

De berekening van de administratie lasten voor 2005 zijn geëvalueerd en bijgesteld aan de hand van de daadwerkelijk benodigde tijd die de relaties op de formulieren hebben ingevuld. Voor 2006 is een vergelijking gemaakt met 2005. De informatieverplichtingen voor 2006 uit deze regeling hebben betrekking op circa 98.000 bedrijven. De administratieve lasten zijn per opgaveplichtige voor de schriftelijke indiening gemiddeld genomen gelijk gebleven ten opzichte van 2005. Voor de landbouwtelling worden minder gegevens gevraagd en voor de verplichtingen op grond van de mestoffenregelgeving en het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006, hoeven niet meer de 10 cijferige perceelnummers te worden vermeld. Daar staat echter tegenover, dat de wijzigingen in verband met het hervormingen van het GLB in 2006 meer tijd vergen omdat een aantal nieuwe gegevens moeten worden ingevuld en men hiervoor meer nieuwe informatie moet lezen.

De hoogte van de administratieve lasten per relatie is met name afhankelijk van het feit of en in hoeverre perceelsgegevens moeten worden opgegeven. Voor bedrijven zonder grond of met uitsluitend tuinbouw onder glas behoeven geen perceelsgegevens te worden opgegeven, tenzij op deze percelen toeslagrechten worden gebruikt. Voor de overige bedrijven moet ten behoeve van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet moeten perceelsgegevens worden opgegeven. Voorts is de hoogte van de administratieve lasten afhankelijk van de keuze voor opgave via een papieren formulier of opgave via internet:

– Opgave op papier: Uitgaande van een gemiddeld uurloon van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs zijn de administratieve lasten naar verwachting voor een opgave op papier € 170,– per bedrijf. Voor het totaal van bedrijven die een gecombineerde opgave op papier doen (circa 88.430 bedrijven) bedragen de administratieve lasten € 15.000.000,–.

– Opgave via internet: Uitgaande van dezelfde uurlonen zijn de administratieve lasten naar verwachting voor een opgave via Internetgemiddeld zo’n € 156,– per bedrijf. Voor het totaal van bedrijven die naar verwachting een opgave via Internet doen (9,8%, circa 9.570 bedrijven: 10% voor opgaven met percelen en 8% voor opgaven zonder percelen) bedragen de administratieve lasten € 1.500.000.

Vermindering administratieve lasten door elektronische indiening in 2006

In 2004 hadden 6.548 ondernemers (7,2%) gebruik gemaakt van het opgaveformulier dat op Internet ter beschikking was gesteld. Voor 2006 is de ambitie dit percentage te verdubbelen naar 15% (14.700 bedrijven). Voor de berekening van de vermindering van administratieve lasten is voorzichtigheidshalve uitgegaan van 9,8% (12.250 bedrijven). Ten opzichte van indienen van het papieren formulier, dat gemiddeld 295 minuten aan tijd van de ondernemer vergt, zal naar schatting een ondernemer gemiddeld 24 minuten besparen door een opgave via internet. De besparing ontstaat hoofdzakelijk doordat de opgaven via internet direct compleet worden ontvangen en niet retour behoeven te worden gezonden. Bij opgave op papier moet zo’n 30% worden geretourneerd. Uitgaande van een gemiddeld uurloon voor van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs leidt elektronische indiening in 2006 tot een vermindering van de administratieve lasten voor de agrarische sector van € 124.873,–

Vanwege de gewenning aan een nieuw elektronisch opgavesysteem is voor 2006 is in de berekeningen nog geen rekening gehouden met een tijdswinst voor het invullen. Voor latere jaren wordt voor het elektronisch invullen wel een tijdwinst verwacht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Bijlage I

stcrt-2006-63-p14-SC74292-1.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-2.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-3.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-4.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-5.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-6.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-7.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-8.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-9.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-10.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-11.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-12.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-13.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-14.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-15.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-16.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-17.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-18.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-19.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-20.gif

Overzicht gewaspercelen

stcrt-2006-63-p14-SC74292-21.gifstcrt-2006-63-p14-SC74292-22.gif

Bijlage II

Bss- en nge-normen 2002 per landbouwtellingsrubriek voor de tellingslijst van 2006 (normen per dier of per hectare)
 

deelfactor bss/nge = 1.400 euro

  
    

Code

Rubrieknaam

bss2002

nge2002

 

B: Dieren op het bedrijf / veestapel

  
    
 

Rundvee (geen vlees- of weidevee)

  

201

Jongvee, < 1 jaar, vrouwelijk

205

0,146

203

Jongvee, < 1 jaar, mannelijk

205

0,146

205

Jongvee, 1–2 jaar, vrouwelijk

340

0,243

207

Jongvee, 1–2 jaar, mannelijk

855

0,611

209

Jongvee, > 2jaar, vrouwelijk, niet gekalfd

340

0,243

211

Melk- en kalfkoeien

1.690

1,21

213

Stieren voor de fokkerij (> 2jaar)

855

0,611

    
 

Rundvee (vlees- of weidevee)

  

214

Vleeskalveren voor witvleesproductie

185

0,132

216

Vleeskalveren voor rosé vleesproductie

165

0,118

217

Jongvee vleesprod., < 1 jaar, vrouwelijk

205

0,146

219

Jongvee vleesprod., < 1 jaar, mannelijk

260

0,186

221

Jongvee vleesprod., 1–2 jaar, vrouwelijk

235

0,168

223

Jongvee vleesprod., 1–2 jaar, mannelijk

260

0,186

225

Jongvee vleesprod., > 2 jaar, vrouwelijk

270

0,193

227

Stieren vleesprod., > 2 jaar

260

0,186

228

Zoogkoeien

385

0,275

229

Vlees- en weidekoeien

225

0,161

    
 

Varkens

  

235

Biggen tot 20 kg, bij de zeug

0

0

237

Biggen tot 20 kg, niet meer bij de zeug

55

0,039

 

(alleen indien 247 t/m 251 = 0, anders 0)

  

239

Vleesvarkens 20–50 kg

55

0,039

242

Vleesvarkens 50 kg of meer, vrouwelijk

55

0,039

244

Vleesvarkens 50 kg of meer, mannelijk

55

0,039

243

Opfokzeugen en beertjes, 20–50 kg

73

0,052

245

Opfokzeugen, 50 kg of meer, niet gedekt

73

0,052

247

Zeugen, 50 kg of meer, gedekt

355

0,254

249

Zeugen, 50 kg of meer, bij biggen

355

0,254

251

Overige zeugen, 50 kg of meer, gust

355

0,254

253

Beren, 50 kg of meer, nog niet dekrijp

73

0,052

255

Beren, 50 kg of meer, dekrijp

355

0,254

    
 

Kippen (per 100 dieren)

  

269

Vleeskuikens

190

0,136

271

Ouderdieren vleesrassen, jonger dan 18 weken

450

0,321

273

Ouderdieren vleesrassen, 18 weken of ouder

745

0,532

275

Leghennen, jonger dan 18 weken

180

0,129

276

Leghennen, 18 weken tot 20 maanden

375

0,268

278

Leghennen, 20 maanden of ouder

375

0,268

272

Ouderdieren legrassen, jonger dan 18 weken

450

0,321

274

Ouderdieren legrassen, ouder dan 18 weken

610

0,436

    
 

Eenden en kalkoenen (per 100 dieren)

  

287

Jonge eenden voor de vleesproductie

455

0,325

289

Kalkoenen

780

0,557

297

Overig pluimvee

455

0,325

    
 

Paarden en pony’s

  

260

Paarden jonger dan 3 jaar

355

0,254

261

Paarden 3 jaar of ouder

2.740

1,96

285

Pony’s jonger dan 3 jaar

355

0,254

286

Pony’s 3 jaar of ouder

2.520

1,8

    
 

Schapen en geiten

  

265

Lammeren

75

0,054

 

(alleen indien 266 = 0, anders 0)

  

266

Overige schapen, vrouwelijk

75

0,054

268

Overige schapen, mannelijk

75

0,054

 

(alleen indien 266 = 0, anders 0)

  

250

Melkgeiten, < 1 jaar

20

0,014

 

(alleen indien 258 = 0, anders 0)

  

258

Melkgeiten, 1 jaar en ouder

150

0,107

254

Overige geiten, < 1 jaar

20

0,014

 

(alleen indien 258 = 0, anders 0)

  

252

Overige geiten, 1 jaar en ouder

20

0,014

 

(alleen indien 258 = 0, anders 0)

  
    
 

Konijnen

  

232

Gespeende vleeskonijnen

4

0,003

 

(alleen indien 233 = 0, anders 0)

  

233

Voedsters

74

0,053

    
 

Edelpelsdieren

  

290

Nertsen (moederdieren)

74

0,053

292

Vossen (moederdieren)

190

0,136

294

Overige pelsdieren (moederdieren)

190

0,136

    
 

C: Tuinbouw onder glas

  
    
 

Groenten

  

608

Losse tomaten

232.000

165,7

604

Trostomaten

260.500

186,1

606

Cherrytomaten

315.000

225

605

Komkommers

184.000

131,4

610

Aardbeien onder glas

231.500

165,4

611

Aardbei in betreedbare plastic tunnel

76.400

54,6

631

Rode paprika

246.000

175,7

632

Groene paprika

201.500

143,9

633

Gele praprika

238.000

170

634

Overige paprika

274.000

195,7

618

Aubergines

236.500

168,9

621

Overige groenten

115.500

82,5

624

Groentezaden onder glas

95.100

67,9

625

Opkweekmateriaal

385.000

275

    
 

Fruit

  

635

Fruit onder glas

98.800

70,6

    
 

Bloemkwekerijgewassen

  

641

Rozen

389.000

277,9

643

Anjers

226.500

161,8

645

Anthurium (snijbloem)

203.500

145,4

647

Chrysanten

180.000

128,6

649

Freesia’s

178.000

127,1

650

Orchideeen

272.000

194,3

651

Gerbera’s

240.000

171,4

652

Alstroemeria

190.000

135,7

654

Eustoma Russellianum

162.500

116,1

655

Lelies

198.000

141,4

657

Overige snijbloemen

210.000

150

658

Potplanten voor de bloei: kalanchoë

415.500

296,8

642

Potplanten voor de bloei: Phalaenopsys

881.500

629,6

644

Potplanten voor de bloei: Anthurium

372.000

265,7

648

Potplanten voor de bloei: Sputiphyllum

320.000

228,6

661

Overige potplanten voor de bloei

330.500

236,1

664

Potplanten, blad, ficus

308.500

220,4

668

Potplanten, blad, dracaena

492.500

351,8

669

Potplanten: overige bladplanten

391.500

279,6

662

Amaryllis (voor de bol)

78.800

56,3

663

Perkplanten

237.000

169,3

665

Overige bloemkwekerijgewassen

195.500

139,6

677

Bloemzaden

203.000

145

666

Opkweekmateriaal snijbloemen

332.500

237,5

    
 

Boomkwekerijgewassen en vaste planten

  

670

Vermeerdering en/of aantrekking

111.500

79,6

672

Volledige teelt onder glas

268.500

191,8

    
 

Paddenstoelenteelt

  
    
 

Champignons

  

702

Beteelbare oppervlakte, met de hand geoogst

1.261.000

900,7

703

Beteelbare oppervlakte, machinaal geoogst

1.261.000

900,7

709

Overige eetbare paddestoelen

235

0,168

    
 

Bollenbroei en witloftrek

  

911

Tulpenbroei (per 1.000 stuks)

64

0,046

912

Hyacinthenbroei (per 1.000 stuks)

96

0,069

913

Narcisbroei (per kg)

1

0,00069

583

Witloftrek (per ha getrokken pennen)

6.050

4,32

    
 

D: Tuinbouw open grond

  
    
 

Groenten

  

431

Aardbei vermeerdering

21.100

15,07

432

Aardbei wachtbed

21.100

15,07

433

Aardbei productie

21.100

15,07

434

Andijvie

12.100

8,64

435

Asperges

14.300

10,21

436

Asperges, nog geen productie

14.300

10,21

437

Bloemkool

7.110

5,08

438

Boerenkool ( 200 are)

2.550

1,82

438

Boerenkool (< 200 are)

7.190

5,14

439

Bospeen (≥ 50 are)

1.980

1,41

439

Bospeen (< 50 are)

10.300

7,36

440

Broccoli

5.660

4,04

441

Chinese kool

8.540

6,1

442

Knolselderij (≥ 100 are)

3.070

2,19

442

Knolselderij (< 100 are)

7.210

5,15

443

Knolvenkel/venkel (≥ 200 are)

2.550

1,82

443

Knolvenkel/venkel (< 200 are)

7.190

5,14

444

Komkommerachtigen (augurk, courgette, meloen, pompoen) (≥ 200 are)

2.550

1,82

444

Komkommerachtigen (augurk, courgette, meloen, pompoen) (< 200 are)

7.190

5,14

445

Koolraap (≥ 200 are)

2.550

1,82

445

Koolraap (< 200 are)

7.190

5,14

446

Koolrabi (≥ 200 are)

2.550

1,82

446

Koolrabi (< 200 are)

7.190

5,14

447

Kroten/rode bieten

3.500

2,5

448

Kruiden bladgewassen (≥ 200 are)

2.550

1,82

448

Kruiden bladgewassen (< 200 are)

7.190

5,14

449

Kruiden wortelgewassen (≥ 200 are)

2.550

1,82

449

Kruiden wortelgewassen (< 200 are)

7.190

5,14

450

Kruiden zaadgewassen (≥ 200 are)

2.550

1,82

450

Kruiden zaadgewassen (< 200 are)

7.190

5,14

453

Paksoi (≥ 200 are)

2.550

1,82

453

Paksoi (< 200 are)

7.190

5,14

454

Peulen (≥ 200 are)

2.550

1,82

454

Peulen (< 200 are)

7.190

5,14

455

Prei

8.940

6,39

456

Pronkbonen (≥ 200 are)

13.400

9,57

456

Pronkbonen (< 200 are)

13.400

9,57

457

Raapstelen (≥ 200 are)

2.550

1,82

457

Raapstelen (< 200 are)

7.190

5,14

458

Rabarber (≥ 200 are)

2.550

1,82

458

Rabarber (< 200 are)

7.190

5,14

459

Radijs (≥ 200 are)

2.550

1,82

459

Radijs (< 200 are)

7.190

5,14

460

Rodekool

3.580

2,56

461

Savooiekool

8.540

6,1

462

Schorseneren

6.470

4,62

463

Selderij, bleek/groen (≥ 200 are)

2.550

1,82

463

Selderij, bleek/groen (< 200 are)

7.190

5,14

464

Sla (alle soorten)

12.100

8,64

465

Spinazie (≥ 200 are)

1.730

1,24

465

Spinazie (< 200 are)

3.960

2,83

466

Spitskool

8.540

6,1

467

Spruitkool

4.490

3,21

468

Stamsperzieboon (≥ 150 are)

1.330

0,95

468

Stamsperzieboon (< 150 are)

4.450

3,18

469

Stoksnijbonen en stokslabonen (≥200 are)

13.400

9,57

469

Stoksnijbonen en stokslabonen (< 200 are)

13.400

9,57

470

Waspeen (≥ 50 are)

1.980

1,41

470

Waspeen (< 50 are)

10.300

7,36

471

Winterpeen (≥ 150 are)

3.500

2,5

471

Winterpeen (< 150 are)

5.000

3,57

472

Witlofwortel

3.230

2,31

473

Witte kool

8.540

6,1

485

Overige (niet genoemde) bladgewassen (≥ 200 are)

2.550

1,82

485

Overige (niet genoemde) bladgewassen (< 200 are)

7.190

5,14

486

Overige (niet genoemde) groenten (≥ 200 are)

2.550

1,82

486

Overige (niet genoemde) groenten (< 200 are)

7.190

5,14

487

Bewaarkool

8.540

6,1

488

Herfst- en vroege sluitkool

3.580

2,56

    
 

Fruit

  

490

Appelen

7.970

5,69

491

Appelen

7.970

5,69

492

Peren

12.100

8,64

493

Peren

12.100

8,64

494

Blauwe bes

21.800

15,57

495

Pruim

13.100

9,36

496

Rode bes, framboos, braam

21.800

15,57

497

Wijnbouw

14.500

10,36

498

Zure kersen (bestemd vr verwerk. industrie)

4.540

3,24

499

Zwarte bes (bestemd vr verwerk. industrie)

4.540

3,24

500

Overig kleinfruit (o.a. kruisbessen, kiwi)

21.800

15,57

501

Overige pit- en steenvruchten

13.100

9,36

    
 

Tuinbouwzaden

  

510

Groentezaden, open grond

3.760

2,69

511

Bloemzaden, open grond

4.600

3,29

    
 

Bloemkwekerijgewassen

  

518

Droogbloemen

8.380

5,99

519

Snijgroen

36.800

26,3

520

Overige bloemkwekerijgewassen

36.800

26,3

    
 

Bloembollen en -knollen

  

546

Anemone coronaria

21.600

15,43

547

Acidanthera

21.600

15,43

548

Dahlia

21.600

15,43

549

Fritillaria imperialis

21.600

15,43

550

Gladiool pitten

14.100

10,07

551

Gladiool kralen

14.100

10,07

552

Hyacint

24.000

17,14

553

Iris grofbollig

16.500

11,79

554

Iris fijnbollig

16.500

11,79

555

Knolbegonia

21.600

15,43

556

Krokus grote gele

17.100

12,21

557

Krokus overig

17.100

12,21

558

Lelie

32.400

23,14

559

Narcis

18.200

13

560

Tulpen

18.100

12,93

561

Zantedeschia

21.600

15,43

562

Overige bol- en knolgewassen

21.600

15,43

    
 

Boomkwekerijgewassen

  

525

Bos- en haagplantsoen

13.600

9,71

526

Buxus

89.200

63,7

527

Eriaceae

89.200

63,7

528

Laan en parkbomen onderstammen

16.200

11,57

529

Laan en parkbomen spillen

16.200

11,57

530

Laan en parkbomen opzetters

16.200

11,57

531

Rozenstruiken (incl. zaailingen en onderstammen)

15.100

10,79

532

Sierconiferen

38.300

27,4

533

Sierheesters en klimplanten

89.200

63,7

536

Trek- en besheester

36.800

26,3

537

Vruchtbomen moerbomen

11.600

8,29

538

Vruchtbomen onderstammen

11.600

8,29

539

Vruchtbomen overig

11.600

8,29

    
 

Vaste planten

  

540

Vaste planten

49.900

35,6

    
 

E: Grondgebruik

  
    
 

Grasland

  

300

Grasland, blijvend

1.260

0,9

301

Grasland, natuurlijk

380

0,271

302

Grasland, tijdelijk

1.260

0,9

303

Overige natuurterreinen

0

0

    
 

Braak

  

304

Braak, met bos (SBL-regeling)

355

0,254

305

Braak non food/non feed

285

0,204

306

Braak, voederleguminosen

335

0,239

307

Groene braak (10 m/tenm 6 mnd)

345

0,246

308

Groene braak (5 m/tenm 6 mnd)

345

0,246

309

Groene braak (tenm 6 mnd)

335

0,239

310

Braak, LNV natuur-eenjarig

340

0,243

311

Braak, LNV natuur-meerjarig

360

0,257

312

Braak, LNV natuur-eenjarig en andere overheidsinstantie

340

0,243

313

Braak, LNV natuur-meerjarig en andere overheidsinstantie

360

0,257

314

Zwarte braak

285

0,204

    
 

Akkerbouwgewassen

  

320

Aardperen

2.550

1,82

321

Blauwmaanzaad

1.270

0,907

322

Boekweit

1.030

0,736

323

Bruine bonen

1.220

0,871

324

Cichorei

2.180

1,56

325

Consumptieaardappelen op kleigrond

2.630

1,88

326

Consumptieaardappelen op zand/veengrond

2.020

1,44

333

Erwten groen (droog te oogsten)

1.090

0,779

334

Erwten (groen te oogsten)

1.240

0,886

335

Faunaranden

545

0,389

336

Gierst

1.030

0,736

337

Graansorgho

1.030

0,736

338

Graszaad, Engels raai

1.170

0,836

339

Graszaad, overig

1.170

0,836

340

Graszaad, rietzwenkgras

1.170

0,836

341

Graszaad, veldbeemd

1.170

0,836

342

Graszaad, roodzwenkgras 1e jaar

1.170

0,836

343

Graszaad, roodzwenkgras overjarig

1.170

0,836

344

Graszaad, westerwolds

1.170

0,836

345

Graszaad, italiaans

1.170

0,836

346

Graszoden

2.550

1,82

347

Haver

875

0,625

348

Kanariezaad

1.030

0,736

349

Kapucijners en grauwe erwten

1.350

0,964

350

Karwijzaad

1.110

0,793

351

Klaverzaad

1.030

0,736

352

Koolzaad, winter (ook boterzaad)

900

0,643

353

Koolzaad, zomer (ook boterzaad)

900

0,643

354

Lijnzaad, niet van vezelvlas

1.420

1,01

355

Luzerne

715

0,511

356

Corn cob mix

1.120

0,8

357

Korrelmaïs

1.050

0,75

358

Snijmaïs

1.120

0,8

359

Suikermaïs

2.550

1,82

360

Niet bittere lupinen

1.430

1,02

361

Miscanthus

980

0,7

362

Niet-vlinderbloemige groenbemesters (geen groene braak)

0

0

363

Overige akkerbouwgewassen

2.550

1,82

364

Overige granen

1.030

0,736

367

Pootaardappel op kleigrond

4.310

3,08

368

Pootaardappel op zand/veengrond

2.540

1,81

372

Raapzaad

900

0,643

373

Rogge – geen snijrogge

830

0,593

374

Schokkers (droog te oogsten)

1.090

0,779

375

Sojabonen

1.290

0,921

376

Suikerbieten

2.470

1,76

377

Tagetes, zand/loss (geen groene braak)

2.550

1,82

378

Triticale

1.030

0,736

379

Tuinbonen (droog te oogsten)

2.550

1,82

380

Tuinbonen (groen te oogsten)

1.820

1,3

381

Uien, poot- en plantuien (incl. Sjalotten)

3.010

2,15

382

Uien, zilveruitjes

3.010

2,15

383

Uien, zaaiuien

3.260

2,33

384

Veldbonen

720

0,514

385

Vezelhennep

1.110

0,793

386

Vezelvlas

1.420

1,01

387

Vlinderbloemige groenbemest (geen groene braak)

0

0

388

Voederbieten

1.450

1,04

389

Wintergerst

830

0,593

390

Wintertarwe

1.180

0,843

391

Zaaizaad van vezelvlas

1.420

1,01

392

Zetmeelaardappelen

1.650

1,18

393

Zetmeelaardappelen TBM pootgoed

1.650

1,18

394

Zetmeelaardappelen geleverd aan buitenland

1.650

1,18

396

Zomergerst

1.020

0,729

397

Zomertarwe

1.030

0,736

398

Zonnebloemen

1.090

0,779

    
 

Bos

  

419

Blijvend bos met herplantplicht

0

0

420

Bos, zonder herplantplicht

435

0,311

421

Bos (set aside regeling)

330

0,236

    
 

Notenbomen

  

422

Amandelen

13.100

9,36

423

Hazelnoten

13.100

9,36

424

Pistaches

13.100

9,36

425

Sint-Jansbrood

13.100

9,36

426

Walnoten

13.100

9,36

Naar boven