Mandaatregeling beheer CBP

Regeling van de Minister van Justitie van 6 februari 2006, nr. 5402488/806, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens (Mandaatregeling beheer CBP)

De Minister van Justitie ,

Gelet op de artikelen 10:3, 10.9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het algemeen Rijksambtenarenreglement, de Organisatieregeling beheer College bescherming persoonsgegevens, de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005, de Mandaatregeling DG’s, NCTb en plv. SG Justitie 2005, de Mandaatregeling DGWRR Justitie 2005;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. beheersorganisatie: de beheersorganisatie bedoeld in artikel 2 van de organisatieregeling beheer CBP;

b. mandaat: de bevoegdheid om in naam van de Minister van Justitie besluiten te nemen;

c. volmacht: de bevoegdheid om in naam van de Minister van Justitie privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

d. machtiging: de bevoegdheid om in naam van de Minister van Justitie handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

1. Aan de voorzitter van het College wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van de aangelegenheden die het beheer van het College betreffen.

2. De voorzitter wordt toegestaan mandaat volmacht en machtiging door te geven aan de directeur van het College, die het op zijn beurt voor omschreven taken kan doorgeven aan ambtenaren van het College.

Artikel 3

1. De voorzitter van het College wordt aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de bij het secretariaat werkzame ambtenaren.

2. Aan de Minister van Justitie blijft voorbehouden de bevoegdheid om beslissingen te nemen met rechtspositionele gevolgen ten aanzien van de ambtenaren van het secretariaat, bezoldigd in salarisschaal 14 of hoger.

Artikel 4

Deze regeling treedt voor het College in de plaats van de Mandaatregeling beheer CBP, CGB, CJD en bureau NVvR, regeling van de Minister van Justitie van 25 september 2002, nr. 5188488/802.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

(Citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling beheer CBP.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 februari 2006.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de DirecteurStrategie Rechtspleging, M.J.J. van den Honert.

Toelichting

Deze regeling strekt tot actualisering van het beheersmandaat van de Minister van Justitie aan de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens. De mandaatregeling komt voor het College in de plaats van de regeling zoals deze was vastgesteld in de Mandaatregeling beheer CBP, CGB, CJD en bureau NVvR, regeling van de Minister van Justitie van 25 september 2002, nr. 5188488/802, niet gepubliceerd. Laatstgenoemde regeling zal worden ingetrokken als voor de CGB en het bureau NVvR nieuwe mandaatregelingen worden opgesteld.

Door het vaststellen van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 is het gewenst ook de Mandaatregeling voor het College bescherming persoonsgegevens te moderniseren. Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om voor de verschillende landelijke colleges c.q. diensten een aparte op de desbetreffende organisatie toegespitste mandaatregeling vast te stellen. Dit heeft zijn nut in geval van een reorganisatie op het ministerie, waarbij een college of dienst bij een ander onderdeel van het ministerie wordt ondergebracht.

Ten aanzien van de vorige regeling is een verschil dat tevens volmacht en machtiging wordt verleend. Een ander verschil is dat door de nieuwe opzet van de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005 de regeling kon worden ingekort.

De Minister van Justitie

namens deze:

de DirecteurStrategie Rechtspleging,

M.J.J. van den Honert

Naar boven