Mandaatregeling kinderopvang
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 15 maart 2006, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/A&Z/2006/21975, houdende doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de directeur van het Agentschap SZW in verband met de uitvoering van de Subsidieregeling kinderopvang (Mandaatregeling kinderopvang)
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 22, eerste en derde lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;
Besluit:
Artikel 1
Aan de directeur van het Agentschap SZW wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op de uitvoering van de Subsidieregeling kinderopvang, waaronder begrepen:
a. het verlenen en vaststellen van subsidies;
b. beslissingen in bezwaar- en beroepsprocedures, met uitzondering van de beslissing op een beroepschrift.
Artikel 2
De directeur van het Agentschap SZW kan de bevoegdheid, bedoeld in artikel 1, onder a, in een door hem te bepalen omvang doorverlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.
Artikel 3
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 maart 2006.
2. Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling kinderopvang.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 15 maart 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de directeur-generaalArbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen, T.W. Langejan.
Toelichting
Het Agentschap SZW is belast met de uitvoering van de Subsidieregeling kinderopvang. Opdrachtgever is de directeur Arbeidsverhoudingen.
Ingevolge artikel 4, tweede lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal SZW 2004 kan het Agentschap worden belast met de uitvoering van door de minister vastgestelde regelingen op het terrein van werk en inkomen. De toelichting op dit artikel vermeldt dat hiervoor naast opdrachtverlening ook een mandaat aan het Agentschap SZW gegeven dient te worden. Met de Mandaatregeling kinderopvang wordt hierin voorzien.
Aan de directeur van het Agentschap SZW wordt de bevoegdheid verleend om besluiten te nemen in verband met de uitvoering van de Subsidieregeling kinderopvang. Hieronder wordt verstaan de bevoegdheid tot het verlenen en vaststellen van subsidies, alsmede het nemen van besluiten in bezwaar- en beroepsprocedures. Volledigheidshalve is het nemen van een beslissing op een beroepschrift uitgezonderd, aangezien doorverlening van deze bevoegdheid op grond van artikel 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht niet is toegestaan.
De directeur van het Agentschap SZW kan de bevoegdheid tot het verlenen en vaststellen van subsidies doorverlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
namens deze:
de directeur-generaalArbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen,
T.W. Langejan