Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2006, 56 pagina 21 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2006, 56 pagina 21 | Overig |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 9 november 2005, nr. arc-2005.02537/2);
Besluit:
De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst ingediend door de Centrale organisatie Werk en Inkomen als aanvullend selectiedocument voor de neerslag van handelingen van de Centrale organisatie Werk en Inkomen en van de rechtsvoorganger de Arbeidsvoorzieningenorganisatie over de periode 1997–2004’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Het BSD fungeert als nieuw selectie-instrument voor de Centrale organisatie Werk en Inkomen voor de periode vanaf 1997.
De selectielijst geldt als aanvulling op de selectielijst voor de neerslag van handelingen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie over de periode 1991–1997, die op 10 juli 2000 is vastgesteld (Stcrt. 2000, 155).
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 16 februari 2006
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.
AVW: Arbeidsvoorzieningswet
BBA: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen
CAO: Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek
CWI: Centrale organisatie werk en inkomen
EEG: Europese Economische Gemeenschap
EG: Europese Gemeenschap
IAO: Internationale Arbeidsorganisatie
ILO: International Labour Organisation
IWI: Inspectie voor Werk en Inkomen
KB: Koninklijk Besluit
MISEP: Mutual Information System on Employment Policies
NOM: Nationale Ombudsman
OCenW: Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (Ministerie van)
OR: Ondernemingsraad
PB: Publicatieblad
PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn
RWI: Raad voor werk en inkomen
Stb.: Staatsblad
Stcrt.: Staatscourant
SVB: Sociale Verzekeringsbank
SZW: Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ministerie van )
SUWI: Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Wet)
UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WAADI: Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs
WAV: Wet Arbeid Vreemdelingen
WVA: Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen
WSW: Wet Sociale Werkvoorziening
In deze aanvulling zijn de handelingen beschreven van de Centrale organisatie werk en inkomen en haar rechtsvoorganger over de periode 1997–2004. Dit document is een vervolg op de selectielijst voor de neerslag van handelingen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie over de periode 1991–1997, die op 10 juli 2000 is vastgesteld (Staatscourant 2000, 155).
In deze aanvulling is uitgegaan van alle nieuwe en nog lopende handelingen vanaf 1997. Alle reeds afgesloten handelingen zijn verwijderd. Alle nog lopende handelingen zijn behouden en de nieuwe handelingen toegevoegd. Een groot aantal actoren is hierdoor uit het selectiedocument verdwenen. Voor deze actoren wordt verwezen naar de eerste selectielijst. Daarom is de titel van dit document ‘Aanvullend selectiedocument voor de neerslag van handelingen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en de Centrale organisatie werk en inkomen over de periode (1991) 1997– ’.
Op 23 juli 2004 is het ontwerp aanvullend selectiedocument door de Raad van bestuur aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het selectiedocument naar de RvC is verstuurd. Vanaf 1 juni 2005 lag het selectiedocument gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheek van de Centrale organisatie werk en inkomen, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant 101 van 30 mei 2005 en in het Archievenblad.
Op 9 november 2005 bracht de RvC advies uit (kenmerk arc-2005.02537/2), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijziging van het ontwerp-selectiedocument.
Daarop werd het selectiedocument op 16 februari 2006 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vastgesteld (kenmerk C/S&A/06/261).
Tegen het einde van de 19e eeuw lag de arbeidsbemiddeling voornamelijk in handen van vakverenigingen en verenigingen op ideële grondslag. Voor die tijd was de arbeidsbemiddeling het werkterrein van particulieren, die op de eerste plaats geïnteresseerd waren in woekerwinsten. De overheidsbemoeienis met de arbeidsbemiddeling is ontstaan aan het begin van de 20e eeuw. In 1902 werd in Schiedam de eerste gemeentelijke arbeidsbeurs opgericht.
In de Eerste Wereldoorlog werd het probleem van de werkloosheid dermate groot, dat de nationale overheid er niet meer om heen kon: het rijk neemt zijn medeverantwoordelijkheid en dit leidt tot oprichting van de Centrale Rijks Arbeidsbeurs. In 1916 werd deze dienst samengevoegd met de Dienst Werkloosheidsverzekering in de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling. Onder deze Rijksdienst vielen districts-arbeidsbeurzen, gemeentelijke arbeidsbeurzen en agentschappen. Een van de taken van de rijksdienst werd de voorbereiding van een arbeidsbemiddelingwet, die in 1932 in werking trad. Deze wet stelt een verbod op de arbeidsbemiddeling zonder een vergunning van overheidswege. Daarnaast verschaft deze wet een juridische basis aan de arbeidsbemiddeling, die van overheidswege wordt geleid en in stand gehouden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de arbeidsbemiddeling naar Duits model gereorganiseerd. Het Rijksarbeidsbureau (RAB), een afdeling van het Departement van Sociale Zaken, werd belast met de openbare arbeidsbemiddeling. Deze afdeling bestond uit een hoofdbureau, 37 gewestelijke arbeidsbureaus (GAB’s) en 144 bijkantoren. Voorts berustte bij het RAB ook de zorg voor de openbare voorlichting bij beroepskeuze en de bemiddeling voor het verkrijgen van een gelegenheid om vakkennis op te doen. Op 1 januari 1943 werd de Afdeling Vakontwikkeling en Sociale Jeugdzorg van de Rijksdienst voor de Werkverruiming ondergebracht bij het RAB. Dit betekende tevens de overgang van de gemeentelijke Centrale Werkplaatsen naar het RAB waarbij de benaming werd veranderd in Rijkswerkplaatsen (RWP). De regering in Londen bepaalde in 1944 bij Koninklijk Besluit (KB) dat na de oorlog het bovengenoemde model definitief overgenomen werd. Tevens vond er een taakverzwaring plaats door de invoering van de ontslagtaak [artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) 1945].
In de jaren vijftig doen zich enkele belangrijke veranderingen voor. In de eerste plaats werd de bemiddelingsindeling, die gebaseerd was op de verschillende beroepen, vervangen door een beroepenclassificatiesysteem. De idee hierachter was dat veel werkzaamheden door mensen met dezelfde verstandelijke vermogens gedaan konden worden. In de tweede plaats werd de bestaande gebiedsindeling van de arbeidsbureaus veranderd. Er werden 84 GAB’s ingesteld waarvan er 11 als Districtsarbeidsbureau gaan functioneren. Tenslotte werd de Directie voor de Arbeidsvoorziening (later veranderd in Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening) opgericht dat onderdeel ging uitmaken van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid. De directie kreeg als taak ‘een doeltreffende arbeidsvoorziening te bevorderen’ alsmede zorg te dragen voor de gesubsidieerde aanvullende werkgelegenheid. Verder werd de taak uitgebreid met de verplaatsing van arbeidskrachten binnen Europa; arbeidsmarktonderzoek; voorbereiding, uitvoering van verdragen betreffende de uitwisseling van arbeidskrachten en van stagiaires met andere landen en vraagstukken van arbeidsvoorziening in buitengewone omstandigheden. Door de toename van taken en activiteiten veranderde de naam arbeidsbemiddeling naar arbeidsvoorziening.
In verband met de ongewenste associaties, die de benaming ‘Rijkswerkplaats voor Vakontwikkeling’ bleek op te roepen, werd de naam in de loop van 1958 veranderd in ‘Regionale Werkplaats voor Vakopleiding van Volwassenen’ en later in ‘Centrum voor Vakopleiding van Volwassenen’.
In de jaren zestig kreeg de openbare arbeidsbemiddeling door twee ontwikkelingen een ander karakter die de jaren daarna richtingbepalend zullen zijn. De eerste ontwikkeling kreeg gestalte in een OESO-rapport (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).
Het kwam er kort op neer dat Nederland een actief arbeidsmarktbeleid moest gaan voeren om te streven naar volledige werkgelegenheid. De tweede ontwikkeling was het ontstaan van uitzendbureaus, die door de grote vraag naar arbeidskrachten, gingen concurreren met de arbeidsbureaus. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen kwam de Sociaal-Economische Raad (SER) in 1971 met een advies over Arbeidsbureau Nieuwe Stijl (ANS) en richtte Arbeidsvoorziening het uitzendbureau START op.
Gedurende de jaren zeventig en tachtig was sprake van een grote achteruitgang van de werkgelegenheid en een enorme aanwas van werklozen. Hierop waren de arbeidsbureaus niet voorbereid en het experiment met ANS stagneert. Het combineren van de administratieve registratiefunctie van werklozen met de acquisitie van vacatures kwam moeizaam op gang. Daarnaast kreeg men te maken met nieuwe vormen van concurrentie (headhunters, outplacementbureaus, wervings- en selectiebureaus) en was de maatschappelijke kritiek op het functioneren van de arbeidsbureaus heviger dan ooit.
In 1985 adviseerde de SER te komen tot een nieuwe zelfstandige organisatie op tripartite leest geschoeid. Werkgevers, werknemers en overheid dienden in gelijke mate verantwoordelijk te zijn voor het arbeidsvoorzieningsbeleid. Het Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening diende te worden vervangen door een nieuw bestuurlijk concept. Dit SER-advies werd uiteindelijk de basis van de Arbeidsvoorzieningswet (AVW) die op 1 januari 1991 in werking is getreden.
Met de invoering van de AVW en de bijbehorende invoeringswet werd de organisatie, omgevormd tot een zelfstandig openbaar lichaam, onder een centraal tripartite bestuur van overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, dat verantwoordelijk is voor het arbeidsvoorzieningsbeleid.
Eind 1994 werd tussen de Minister van SZW en sociale partners een ‘Partijenovereenkomst inzake hoofdlijnen toekomst Arbeidsvoorziening’ gesloten. Deze overeenkomst bevatte een aantal afspraken tussen de minister en sociale partners over voortzetting van de tripartite structuur, het beheer, de financiering en de bestuurlijke inrichting van de organisatie. In maart 1995 presenteerde de, door de Minister van SZW ingestelde, Commissie Evaluatie Arbeidsvoorzieningswet (Commissie Van Dijk) haar eindrapport. Hierin uitte de commissie kritiek op het functioneren van het tripartite bestuursmodel op landelijk niveau. Het eindrapport van de commissie en eerdergenoemde overeenkomst hebben onder meer geleid tot de nieuwe Arbeidsvoorzieningswet 1996, die op 1 januari 1997 in werking is getreden.
In deze wet is de tripartite bestuursvorm gehandhaafd zij het dat de vertegenwoordigers van de Rijksoverheid zijn vervangen door onafhankelijke kroonleden. Dit om een betere scheiding van verantwoordelijkheden te realiseren. Daarnaast kent deze wet een andere bevoegdheidsverdeling dan de oude Arbeidsvoorzieningswet. Het Centraal Bestuur en de Regionale Besturen sturen op hoofdlijnen van het beleid. De dagelijkse leiding over de organisatie wordt opgedragen aan de Algemene Directie en de Regionale Directies. De Algemene Directie stuurt de Regionale Directies aan op het gebied van beheer en bedrijfsvoering.
In de tweede helft van de jaren negentig wordt het proces van Samenwerking Werk en Inkomen (SWI) gestart. Het kabinet beoogt een vorm van gecoördineerde dienstverlening, waarbij op cliëntniveau de diensten m.b.t. werk en inkomen gecombineerd als één pakket, zo mogelijk vanuit één loket wordt aangeboden.
Voor de vormgeving van de samenwerking is de Regiegroep Samenwerking Werk en Inkomen, een samenwerkingsverband van het CBA (Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening), het TICA (Tijdelijk Instituut voor Coördinatie en Afstemming) en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), ingesteld. Deze adviseert medio 1997 aan het kabinet om in het hele land te komen tot Centra voor Werk en Inkomen (CWI) waarin gemeenten, arbeidsbureaus en de uitvoeringsinstellingen voor de sociale verzekeringen samenwerken op het gebied van arbeidsbemiddeling en uitkeringsverstrekking.
In het Regeerakkoord van 1998 wordt uitgebreid ingegaan op de beoogde veranderingen in de uitvoering van de arbeidsvoorziening en de sociale zekerheid. De reïntegratietaken en de uitkeringsverzorging zouden op termijn moeten worden uitgevoerd door private instanties.
In maart 1999 wordt in het Kabinetsstandpunt inzake de Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) opgenomen dat de basisdienstverlening van Arbeidsvoorziening wordt ondergebracht in de CWI’s en dat de reïntegratie taken in een afzonderlijk te vormen bedrijf worden ondergebracht.
Uiteindelijk neemt het kabinet in maart 2000 in het document ‘Nader kabinetsstandpunt SUWI’ een definitief standpunt in. Het onderdeel van Arbeidsvoorziening dat de arbeidsbemiddeling verzorgt wordt ondergebracht in de Centrale Organisatie werk en inkomen, waarvan de CWI’s deel uitmaken. Het reïntegratiedeel van Arbeidsvoorziening wordt geprivatiseerd. Er komt een Raad voor Werk en Inkomen, waarin vertegenwoordigers van gemeenten en sociale partners participeren. Er komt een publiek orgaan, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), waarmee de weg naar privatisering van de uitkeringsverzorging wordt verlaten.
Het ‘Nader kabinetsstandpunt SUWI’ vormt uiteindelijk de basis voor de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen die op 1 januari 2002 in werking is getreden1 .
3. Organisatie en taken van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie
Op 1 januari 1991 wordt bij wet (Arbeidsvoorzieningswet, Stb.1990, 402) een publiekrechtelijke organisatie, de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, in het leven geroepen. De organisatie maakt niet langer deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) maar wordt een zelfstandige organisatie bestaande uit een centraal bestuur, een algemeen directeur, een centraal (landelijk) bureau, 28 regionale besturen met allen een regionaal directeur en regionaal stafbureau. Verder maken circa 140 arbeidsbureaus en 60 centra vakopleiding deel uit van de organisatie.
De Arbeidsvoorzieningsorganisatie wordt in artikel 2 van de AVW belast met het bevorderen van een doelmatige en rechtvaardige aansluiting van vraag en aanbod van arbeidskrachten op de arbeidsmarkt.
Hiertoe draagt zij in elk geval zorg voor (artikel 4 AVW):
– het verzamelen en verstrekken van informatie over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt;
– voorlichting en advisering, gericht op het inzichtelijk maken van de arbeidsmarkt voor werkgevers en werkzoekenden (met name beroepskeuzevoorlichting);
– het inrichten en in stand houden van een landelijk gespreide organisatie voor de openbare arbeidsbemiddeling, alsmede het bevorderen van een goede afstemming tussen deze en de door derden verrichte arbeidsbemiddeling;
– het bevorderen van scholing, alsmede het stimuleren en coördineren van activiteiten van derden op dit terrein;
– het bekend blijven met de ontwikkelingen van het leerlingwezen en het in overleg met de Minister van Onderwijs & Wetenschappen (O&W) bijdragen aan de ontwikkeling van beleidsvoorstellen daaromtrent.
Daarnaast voert de Arbeidsvoorzieningsorganisatie nog enkele andere wettelijke taken uit, waaronder de ontslagtaak (artikel 6 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen).
In de nieuwe Arbeidsvoorzieningswet 1996 (AVW 1996) wordt in artikel 3 bepaald dat de doelstelling of kerntaak van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie voortaan luidt: het bevorderen van de aansluiting tussen vraag naar en aanbod van arbeidskrachten op de arbeidsmarkt, in het bijzonder door dienstverlening aan moeilijk plaatsbare werkzoekenden
In artikel 4 van de AVW 1996 staat wat deze kerntaak in elk geval inhoudt:
1. ten behoeve van iedere werkzoekende en werkgever:
– het inrichten en in stand houden van een landelijk gespreide organisatie voor de openbare arbeidsbemiddeling;
– het registreren van werkzoekenden en het registreren van vacatures;
– het voordragen van geschikte vacatures aan werkzoekenden en het voordragen van geschikte werkzoekenden voor vacatures;
– het verzamelen en analyseren van informatie over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt;
– het geven van informatie en advies met betrekking tot arbeidsmarktvraagstukken, studie- en beroepskeuze en om-, her-, of bijscholing;
2. ten behoeve van moeilijk plaatsbare werkzoekenden;
– het geschikt maken voor hun inschakeling in de arbeid, in het bijzonder door scholing;
– het leveren van bijzondere inspanningen voor hun arbeidsbemiddeling;
3. ten behoeve van werkgevers; het leveren van diensten ter vervulling van naar haar oordeel moeilijk vervulbare vacatures.
Op 1 januari 2002 is de Arbeidsvoorzieningsorganisatie als gevolg van de invoering van de nieuwe structuur voor werk en inkomen (SUWI) formeel opgesplitst. Vooruitlopend hierop is in oktober 2000 een interne reorganisatie doorgevoerd door de inrichting van vijf intern verzelfstandigde bedrijfsonderdelen:
– KLIQ (het reïntegratiebedrijf);
– Arbeidsbureau Nederland (het publieke bedrijfsonderdeel);
– Centrum Vakopleiding (het scholingsbedrijf voor werkzoekenden);
– Facent (het facilitair bedrijf van Arbeidsvoorziening);
– ESF Nederland (nadien Agentschap SZW).
Elk van deze onderdelen gaat een eigen toekomst tegemoet. Om dit proces te bespoedigen en helderheid te scheppen voor klanten, opdrachtgevers en ook de eigen medewerkers heeft het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening besloten alle bedrijfsonderdelen op 1 april 2001 over te dragen aan nieuwe bestuurders en zelf terug te treden.
Ook de regionale besturen voor de Arbeidsvoorziening treden terug. Bestuur en directie zijn dit overeengekomen met de minister van SZW.
De door de minister van SZW aangewezen bestuurders geven verder vorm aan de vijf bedrijfsonderdelen.
De vijf voormalige bedrijfsonderdelen van Arbeidsvoorziening zijn per 1 januari 2002 extern verzelfstandigd. De Arbeidsvoorzieningsorganisatie is blijven voortbestaan in de vorm van het Concern van Arbeidsvoorziening. Het concern ondersteunt de achtereenvolgende bestuurders (zie hierna) bij de afwikkeling/liquidatie van Arbeidsvoorziening. De Arbeidsvoorzieningswet 1996 is op die situatie aangepast. De (aangepaste) wet blijft van kracht tot de feitelijke liquidatie van Arbeidsvoorziening.
Binnen de Arbeidsvoorzieningsorganisatie is een zevental actoren te onderscheiden, die onder de werking van de Archiefwet 1995 vallen en waarvan handelingen zijn opgenomen. Van deze actoren is hieronder een beschrijving opgenomen.
Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening
Het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (CBA), ingesteld op 1 januari 1991 bij de Arbeidsvoorzieningswet (AVW), staat aan het hoofd van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en is samengesteld uit vertegenwoordigers van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers en vertegenwoordigers van de ministers van O&W, Economische Zaken (EZ) en SZW. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is lid zonder stemrecht. Het CBA staat onder een onafhankelijk voorzitter. De benoeming van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitters en de (plv.) leden vindt plaats bij Koninklijk Besluit.
Artikel 11 van de AVW geeft de taken van het CBA:
Het CBA is belast met:
– het uitvoeren van de taak van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie voor zover daarvoor op centraal niveau beleidsbepaling en -uitvoering noodzakelijk is;
– het bevorderen van samenhang tussen het arbeidsvoorzieningsbeleid van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en dat van andere organisaties;
– het op verzoek verlenen van ondersteuning aan Regionale Besturen;
– het zorg dragen voor een deugdelijk beheer van de middelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie.
De nieuwe AVW 1996 brengt een aantal veranderingen met zich mee voor het CBA. Deze veranderingen hebben onder meer betrekking op vervanging van de vertegenwoordigers van de rijksoverheid door kroonleden in het nieuw te benoemen bestuur en op het takenpakket.
Dit gewijzigde takenpakket is omschreven in artikel 14 van de AVW 1996 en luidt:
– het vaststellen van het algemene beleid in de vorm van het landelijk beleidsplan;
– het vaststellen van de landelijke begroting en van de landelijke jaarrekening en het landelijke jaarverslag;
– het toezien op een juiste uitvoering van het vastgestelde algemene beleid, alsmede op de samenhang in het beleid van de Regionale Besturen en de afstemming van het algemene beleid;
– het toezien op een deugdelijk beheer en een rechtmatige en doelmatige besteding van de middelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie aan de onderscheiden taken;
– het voeren van overleg met de Minister van SZW;
– het benoemen van de Algemene Directie.
Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe structuur voor werk en inkomen en in vervolg op de interne reorganisatie door de inrichting van vijf verzelfstandigde bedrijfsonderdelen heeft het CBA besloten op 1 april 2001 terug te treden ten gunste van de nieuwe bestuurders van de vijf verzelfstandigde bedrijfsonderdelen.
Bestuurders Arbeidsvoorziening
Op 1 april 2001 wordt door de minister van SZW bij Algemene Maatregel van Bestuur de Bestuurder Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening benoemd. Onder verantwoordelijkheid van de Bestuurder CBA wordt uitvoering gegeven aan de wettelijke verantwoordingsverplichtingen van Arbeidsvoorziening. Ook is hij verantwoordelijk voor de begroting(swijzigingen) 2001.
Daarenboven heeft de Bestuurder CBA nog enkele meer specifieke opdrachten. Hij is verantwoordelijk voor de afhandeling van het ontvlechtingsproces en voor een goede en zorgvuldige afwikkeling van het concern. Bovendien brengt hij de financiële gevolgen van het ontvlechtingsproces in beeld. Onderdeel van zijn taakopdracht is voorts de financiële situatie van Arbeidsvoorziening in beeld te brengen, inclusief de wijze waarop deze situatie tot stand is gekomen. Dat vergt ook een beoordeling van de bestuurlijke vormgeving van de arbeidsvoorzieningsactiviteiten.
De Bestuurder CBA rapporteert maandelijks over de voortgang en brengt op 19 maart 2002 zijn eindverslag uit in de vorm van de Rapportage Afwikkeling Arbeidsvoorziening, inclusief het onderzoeksrapport Tien jaar Tripartiete Arbeidsvoorziening.
Op 1 juni 2002 is de Bestuurder CBA opgevolgd door de Bestuurder Arbeidsvoorziening. Deze bestuurder is belast met de daadwerkelijke vereffening/liquidatie van Arbeidsvoorziening.
Algemeen Directeur/Algemene Directie
De Algemene Directeur staat aan het hoofd van het centraal bureau voor de Arbeidsvoorziening. In de Memorie van Toelichting van de AVW2 worden de volgende taken onderscheiden:
De Algemeen Directeur is belast met de voorbereiding en uitvoering van het landelijk arbeidsvoorzieningsbeleid, het in adviserende zin bieden van ondersteuning aan de organisatieonderdelen die landelijk of regionaal met uitvoerende taken zijn belast, het beheren van de middelen van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en het voeren van het secretariaat van het CBA.
Verder bepaalt de wet dat de Algemeen Directeur wordt benoemd door het CBA.
Op 1 augustus 1994 wordt de naamgeving van het centraal bureau voor de Arbeidsvoorziening gewijzigd in Landelijk Bureau Arbeidsvoorziening (LBA). De gewijzigde naam dient meer recht te doen aan het gegeven van een gedecentraliseerde Arbeidsvoorzieningsorganisatie en heft het verwarrende onderscheid op tussen de benaming Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening en centraal bureau voor de Arbeidsvoorziening.
De AVW 1996 heeft een aantal grote veranderingen teweeggebracht. Deze wet bepaalt dat er voortaan sprake is van een Algemene Directie (AD), bestaande uit een hoofddirecteur en één of meer directeuren. Daarnaast vindt er een uitbreiding van taken en bevoegdheden plaats. De dagelijkse leiding over de organisatie als geheel wordt opgedragen aan de AD. Verder krijgt de AD taken en bevoegdheden om de eenheid in bedrijfsvoering te realiseren.
In artikel 26 van de AVW 1996 wordt de AD met de volgende taken belast:
– het voeren van de dagelijkse leiding van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie alsmede het verrichten van de werkzaamheden ter uitvoering van de bij en krachtens deze of een andere wet aan de Arbeidsvoorzieningsorganisatie opgedragen taken, een en ander voor zover niet voorbehouden aan het Centraal Bestuur, de Regionale Besturen of de Regionale Directies;
– het voorbereiden van de landelijke beleidsontwikkeling en het uitvoeren van het vastgestelde beleid;
– het zorg dragen voor het beheer en de bedrijfsvoering van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, waaronder in elk geval begrepen financieel beheer, personeelsbeleid, kwaliteitszorg, informatievoorziening, informatiebeheer en statistiek alsmede het geven van aanwijzingen aan de Regionale Directies met betrekking tot deze onderwerpen;
– het adviseren en ondersteunen van de Regionale Besturen en Regionale Directies;
– het verrichten van kwantitatieve en kwalitatieve analyses op de arbeidsmarkt.
De AD staat aan het hoofd van een concernorganisatie, Arbeidsvoorziening Nederland (ANL) geheten, en een facilitair bedrijf, Arbeidsvoorziening Facilitair Bedrijf (AFB) geheten. ANL is belast met de ondersteuning van de AD bij de beleidsvoorbereiding van het CBA en de beleidsuitvoering en bij het aansturen van de 18 regio’s op het beheersvlak. Het AFB heeft tot taak de bedrijfsvoering en het primaire proces van de organisatie te faciliteren.
De functie van AD is per 1 juni 2002 bij wet vervallen.
Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening
Het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (RBA) heeft de leiding over een regionale organisatie, bestaande uit een of meer regionaal directeuren, arbeidsbureaus en centra vakopleiding. Op 1 januari 1991 zijn er 28 regionale besturen, samengesteld uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties en gemeenten in de betreffende regio. De provinciale overheid is lid zonder stemrecht. Het RBA staat onder een onafhankelijk voorzitter. De benoeming van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitters en de (plv.) leden van het RBA vindt plaats door het CBA. Elk RBA heeft een regionaal stafbureau ter beschikking. Dit stafbureau heeft tot taak het regionaal beleid voor te bereiden en het regionaal bestuur te ondersteunen.
In het kader van verhoging van de bestuurlijke slagkracht en kostenbesparing is per 1 januari 1996 het aantal RBA’s terug gebracht van 28 naar 18. Daarbij is gekozen voor samenvoeging van regio’s in hun geheel.
De taken van het RBA zijn geregeld in artikel 24 van de AVW.
In dit artikel krijgt het RBA de volgende taken opgedragen:
– de inrichting van en het beheer over de arbeidsvoorzieningsorganisatie in de betrokken regio;
– het inrichten en in stand houden van een regionaal gespreide organisatie voor de openbare arbeidsbemiddeling, alsmede het bevorderen van een goede afstemming tussen deze en de door derden verrichte arbeidsbemiddeling;
– het bevorderen van samenhang tussen het arbeidsvoorzieningsbeleid van het Regionaal Bestuur en dat van andere organisaties.
Door de inwerkingtreding van de AVW 1996 is dit takenpakket sterk gewijzigd.
In artikel 29 van deze wet heeft het RBA de volgende taken gekregen:
– het vaststellen van het regionaal beleid in de vorm van het regionale beleidsplan;
– het vaststellen van de regionale begroting en van de regionale jaarrekening en het regionaal jaarverslag;
– het toezien op een juiste uitvoering van het regionale beleid, alsmede op de afstemming daarvan op het arbeidsmarktbeleid van derden;
– het toezien op een deugdelijk beheer van de middelen.
Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe structuur voor werk en inkomen en de interne reorganisatie door de inrichting van vijf verzelfstandigde bedrijfsonderdelen hebben de RBA’s besloten op 1 april 2001 terug te treden.
Regionaal Directeur/Regionale Directie
De Regionaal Directeur staat aan het hoofd van het regionaal stafbureau en is belast met de voorbereiding en uitvoering van het bestuursbeleid3 . Daarnaast betreft een bijzondere, door de Minister van SZW aan deze functionaris gedelegeerde, taak het toetsen van ontslagaanvragen. Een werkgever heeft in de regel toestemming nodig van de Regionaal Directeur om een werknemer te kunnen ontslaan, de zgn. ontslagvergunning.
Verder bepaalt de AVW dat de Regionaal Directeur door het RBA wordt benoemd.
De inwerkingtreding van de AVW 1996 heeft een aantal grote veranderingen teweeggebracht. Deze wet bepaalt dat er voortaan sprake is van een Regionale Directie (RD). Daarnaast vindt er een uitbreiding van taken en bevoegdheden plaats.
In artikel 39 van deze wet wordt de RD belast met de volgende taken:
– het voeren van de dagelijkse leiding van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie in de regio alsmede het verrichten van de werkzaamheden ter uitvoering van de bij en krachtens deze of een andere wet aan de Arbeidsvoorzieningsorganisatie opgedragen taken, een en ander voor zover niet voorbehouden aan het Centraal Bestuur, de Algemene Directie of het Regionaal Bestuur;
– het inrichten, in stand houden en beheren van een regionaal gespreide organisatie voor de openbare arbeidsbemiddeling;
– het voorbereiden van het regionale beleidsplan, de regionale begroting, de regionale jaarrekening en het regionale jaarverslag;
– het beheer van de middelen van het Regionaal Bestuur;
– het verrichten van kwantitatieve en kwalitatieve analyses op de regionale arbeidsmarkt.
Ook is in AVW 1996 geregeld dat de RD voortaan benoemd wordt door de AD, op voordracht van het RBA.
Sectorale Commissie Zeescheepvaart en Mobiele Offshore
De Sectorale Commissie Zeescheepvaart en Mobiele Offshore (SCZ) is ingesteld op 14 juli 1992 en ressorteert onder het RBA Rijnmond. De commissie heeft echter een grote mate van onafhankelijkheid. Het RBA heeft de SCZ mandaat gegeven met betrekking tot alle aangelegenheden die de arbeidsvoorziening in de zeescheepvaart en de mobiele offshore betreffen.
De SCZ heeft tot taak de arbeidsvoorziening in de scheepvaart en de mobiele offshore te bevorderen en is samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties uit de betreffende sector, alsmede vertegenwoordigers van het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het secretariaat van de commissie berust bij het Centraal Arbeidsbureau Zeescheepvaart van RBA Rijnmond.
Het terugtreden van het RBA Rijnmond en de ontvlechting van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie hebben geleid tot de opheffing van de commissie in 20014 .
Aangezien de ontslagtaak aan de Regionaal Directeuren is gedelegeerd moest voor de medewerkers van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie een andere ontslagprocedure worden ingesteld. Daartoe is de Ontslagcommissie voor de Arbeidsvoorzieningsorganisatie (ex artikel 37 van de AVW) op 18 juni 1991 ingesteld bij beschikking van de Minister van SZW (nr. ABA/AM/ARV/91/0734). De commissie heeft tot taak de redelijkheid van de voorgenomen ontslagbeslissing betreffende medewerkers van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, bedoeld in de artikelen 23 en 35 van de AVW, te toetsen. De commissie beoordeelt of het voorgenomen ontslag redelijk is aan de hand van de overgelegde stukken.
Bij deze toetsing neemt de commissie de door de Minister van SZW, krachtens artikel 6, vierde lid, van het BBA 1945, gestelde regels in acht.
De commissie bestaat uit drie leden, die door de Minister van SZW worden benoemd. Een lid wordt benoemd op voordracht van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, een lid op voordracht van de organisaties die representatief zijn voor de bij de Arbeidsvoorzieningsorganisatie werkzame personen en een lid, tevens voorzitter, op gezamenlijke voordracht van de genoemde organisaties. Het secretariaat wordt gevoerd door de Arbeidsvoorzieningsorganisatie.
Op 1 januari 2002 is de commissie ondergebracht bij de CWI. De overgang is geregeld in art. 41 van de Invoeringswet Wet SUWI.
3.2. Relatie Arbeidsvoorzieningsorganisatie met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De Arbeidsvoorzieningsorganisatie is een zelfstandig bestuursorgaan, dat op grond van de wet is belast met de uitvoering van een publieke taak. Deze taak wordt gerekend tot het domein van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De relatie met de minister staat omschreven in de AVW. In deze wet is de minister een rol toebedacht als medebestuurder in het CBA (artikel 12). Verder is de minister genoemd als toezichthouder ten aanzien van het goedkeuren van de landelijke begroting (artikel 52), het beheer en de administratie (artikel 108) alsmede besluiten en regelingen van het CBA (artikel 112). Daarnaast is de minister financier ten aanzien van het bepalen van de Rijksbijdrage (artikel 38).
De relatie met de minister is sterk gewijzigd door de inwerkingtreding van de AVW 1996.
In deze wet heeft de minister de bevoegdheid gekregen het voorgenomen beleid, zoals neergelegd in het beleidsplan, alsook de landelijke begroting goed te keuren (artikel 55). Daarnaast voert de minister structureel halfjaarlijks overleg met het CBA over de hoogte van de Rijksbijdrage en de daarvoor te verrichten prestaties (artikel 44). Alle besluiten die het CBA neemt worden ter kennisgeving aan de minister gezonden (artikel 84). Ook heeft de minister de bevoegdheid om besluiten en regelingen van het CBA te schorsen of te vernietigen wegens strijd met het recht of het algemeen belang (artikel 87).
4. Organisatie en taken van de Centrale organisatie werk en inkomen
Vanaf midden negentiger jaren is een zeer uitvoerige maatschappelijke en politieke discussie gevoerd over de uitvoering van de sociale zekerheid. De uitkomst van deze discussie was de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI). SUWI beoogt alle zaken die te maken hebben met arbeid en uitkering beter op elkaar af te stemmen. Met het oog op dat doel werd op 1 januari 2002 de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) ingesteld. De organisatie bestaat uit een raad van bestuur, een zestal districten, met aan het hoofd een manager, en ca. 130 CWI’s met aan het hoofd een vestigingsmanager. Verder maken een aparte kolom Juridische Zaken en een hoofdkantoor deel uit van de organisatie. De CWI is de rechtsopvolger van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie
In art. 21 van de Wet SUWI wordt de CWI belast met de volgende taak:
– Het registreren van werkzoekenden en van vacatures van werkgevers;
– Het voordragen van geschikte vacatures aan werkzoekenden en het voordragen van geschikte werkzoekenden voor vacatures;
– Het verzamelen en analyseren van informatie t.b.v. de bevordering van de werking van en het inzicht in de arbeidsmarkt;
– Het verstrekken van informatie en advies over de arbeidsmarkt alsook de uitvoering van de taak aan werkgevers, werknemers, uitkeringsgerechtigden, verzekerden, werkzoekenden, regionale platforms en andere belanghebbenden;
– Het adviseren van het UWV en de gemeenten m.b.t. inschakeling in het arbeidsproces van moeilijk plaatsbare werkzoekenden;
– Het innemen van aanvragen voor uitkeringen, toeslagen en bijstand alsook aangiften van werkloosheid;
– Het geven van beroepskeuzevoorlichting en de voor een beroep benodigde opleiding.
Daarnaast is de CWI belast met de uitvoering van nog enkele andere wettelijke taken zoals de Wet arbeid vreemdelingen, de ontslagtaak ex BBA 1945 en de Wet Melding collectief ontslag.
Binnen de CWI is een vijftal actoren te onderscheiden, die onder de werking van de Archiefwet 1995 vallen en waarvan handelingen zijn opgenomen. Van deze actoren is hieronder een beschrijving opgenomen.
Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen
De Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen, ingesteld op 1 januari 2002 bij de Wet SUWI, staat aan het hoofd van de Centrale organisatie werk en inkomen. De voorzitter en leden van de Raad van bestuur CWI worden door de minister van SZW benoemd.
De taken van de Raad van bestuur CWI zijn geregeld in art. 3 van het Organisatiebesluit CWI (Stcrt. 2002,196):
– het vaststellen van het algemeen beleid van de organisatie en vaststelling van het beleid op specifieke terreinen in de vorm van een bedrijfsplan;
– het vaststellen van de inrichting van de organisatie;
– het vaststellen van beleid, algemene regelingen en richtlijnen op het gebied van de uitvoering en de ondersteunende bedrijfsvoeringprocessen;
– het sluiten van interne managementcontracten;
– het afleggen van verantwoording aan de minister van SZW en het verstrekken van informatie aan de Inspectie Werk en Inkomen en aan de Algemene Rekenkamer;
– het onderhouden van contacten met de Raad van advies, de klantenoverleggen en externe relaties.
Raad van advies van de Centrale organisatie werk en inkomen
De Raad van advies van de Centrale organisatie Werk en Inkomen is ingesteld op 1 januari 2002 op grond van de Wet SUWI. De Raad van advies CWI bestaat uit een aantal onafhankelijke leden, die door de minister van SZW worden benoemd.
De Raad van advies CWI heeft tot taak de Raad van bestuur CWI te adviseren over de uitvoering van de taken. Op basis van de Wet SUWI moet de Raad van advies in ieder geval advies uitbrengen over het meerjarenbeleidsplan, het jaarplan, het jaarverslag, de begroting, de jaarrekening en besluiten tot uitvoering van extra taken.
Het secretariaat van de raad berust bij de secretaris van de Raad van bestuur CWI.
Centrale cliëntenraad werkzoekenden
De Centrale cliëntenraad werkzoekenden is ingesteld op grond van de Regeling cliëntenparticipatie CWI werkzoekenden van 26 november 2002 (Stcrt. 2002, 243).
De Raad is samengesteld uit afgevaardigden van werknemers- en belangenorganisaties. De leden van de Raad worden door de CWI benoemd.
De Raad heeft tot taak de CWI gevraagd en ongevraagd te adviseren over de uitvoering van de taken van de CWI. Met de instelling van de raad en het overleg is beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening van de CWI.
De centrale cliëntenraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening door de CWI raken aan de orde te stellen en daarover verbetervoorstellen te doen c.q. daarin te adviseren. De cliëntenraad richt zich niet op belangenbehartiging in individuele gevallen.
Het ambtelijk secretariaat van de raad berust bij de secretaris van de Raad van bestuur CWI.
Decentrale cliëntenraad werkzoekenden
Op het niveau van de zes districten van de CWI is een decentrale cliëntenraad werkzoekenden ingesteld op grond van de Regeling cliëntenparticipatie CWI werkzoekenden van 26 november 2002 (Stcrt. 2002, 243). De leden van de Raad worden door de CWI benoemd. De decentrale cliëntenraad is samengesteld uit afgevaardigden van werknemers- en belangenorganisaties.
Met een decentrale cliëntenraad werkzoekenden wordt van gedachten gewisseld over de dienstverlening van de CWI’s binnen het betreffende district.
Het ambtelijk secretariaat van de raad berust bij de districtskantoren.
Aangezien de ontslagtaak aan de CWI is gedelegeerd moest voor de medewerkers van de CWI een andere ontslagprocedure worden ingesteld. Daartoe is de Ontslagcommissie voor de Centrale organisatie werk en inkomen (ex artikel 41, eerste lid, Invoeringswet Wet SUWI) ingesteld. De commissie heeft tot taak de redelijkheid van de voorgenomen ontslagbeslissing betreffende medewerkers van de CWI te toetsen. De commissie beoordeelt of het voorgenomen ontslag redelijk is aan de hand van de overgelegde stukken.
Bij deze toetsing neemt de commissie de door de Minister van SZW, krachtens artikel 6, vierde lid, van het BBA 1945, gestelde regels in acht.
De commissie bestaat uit drie leden, die door de Minister van SZW worden benoemd. Een lid wordt benoemd op voordracht van de CWI, een lid op voordracht van de organisaties die representatief zijn voor de bij de CWI werkzame personen en een lid, tevens voorzitter, op gezamenlijke voordracht van de genoemde organisaties. Het secretariaat wordt gevoerd door de CWI.
De CWI, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de gemeentelijke sociale diensten werken samen met elkaar om de inschakeling van uitkeringsgerechtigde werkzoekenden in het arbeidsproces te bevorderen. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid faciliteren deze organisaties het volledige proces in de keten werk en inkomen. De CWI is daarbij voor klanten de eerste schakel van de keten. Afspraken over de samenwerking met het UWV en de gemeenten om de dienstverlening aan de klant te optimaliseren worden vastgelegd in service niveau overeenkomsten.
De relatie met de minister van SZW staat omschreven in de Wet SUWI. In deze wet heeft de minister de bevoegdheid om besluiten en begrotingen van CWI goed te keuren. Daarnaast bepaalt de minister de hoogte van de rijksvergoeding en wordt onder zijn gezag toezicht uitgeoefend door de Inspectie Werk en Inkomen (IWI).
5. Doelstellingen van de selectie
Het opstellen van een selectielijst is verplicht voor organen van de overheid, voor zover deze vallen onder de werking van artikel 41 van de Archiefwet 1995.
Het hoofddoel van de selectie is een scheiding aan te brengen tussen:
– archiefbescheiden die voor blijvende bewaring (en dus voor overbrenging naar het Nationaal Archief of een Rijksarchief in de provincie) in aanmerking komen;
– archiefbescheiden die op termijn vernietigd kunnen worden.
Aan de selectielijst ligt de selectiedoelstelling ten grondslag zoals die door de toenmalige Minister van WVC bij de behandeling van het ontwerp van de Archiefwet 1995 in de Tweede Kamer op 13 april 1994 is verwoord: het mogelijk maken van een reconstructie van de hoofdlijnen van het handelen van de overheid. Door het convent van Rijksarchivarissen is deze doelstelling als volgt gepreciseerd: het selecteren van handelingen van de overheid om bronnen voor de kennis van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring.
Bij de selectie is derhalve de vraag aan de orde ten aanzien van welke handelingen de administratieve neerslag noodzakelijk zou zijn om een reconstructie mogelijk te maken van de hoofdlijnen van het handelen op het taakveld van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en de Centrale organisatie werk en inkomen.
Teneinde de selectiedoelstelling te operationaliseren zijn de in deze selectielijst geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door het Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn (PIVOT)5 opgestelde selectiecriteria.
Uitgaande van de selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1993 een lijst van algemene criteria geformuleerd. Bij de vaststelling van deze selectiecriteria is bepaald dat de bruikbaarheid van de criteria binnen afzienbare tijd zou worden geëvalueerd. In april 1996 werd met dat doel een werkgroep samengesteld.
Bij de samenstelling van de werkgroep is gezorgd voor inbreng vanuit zowel de Rijksarchiefdienst/ PIVOT als vanuit de zorgdragers. Op 26 november 1996 werden de resultaten tijdens een PIVOT-themabijeenkomst gepresenteerd, waarna als gevolg van discussie nog enige aanpassingen volgden.
Op 29 april 1997 werden de herziene selectiecriteria door het afdelingswerkoverleg vastgesteld, waarop ze werden aangeboden aan het Convent van rijksarchivarissen en voor advies voorgelegd aan de Raad voor Cultuur en de Permanente Commissie Documentaire Informatievoorziening Rijksoverheid (PC Din). Na verwerking van de adviezen zijn de herziene selectiecriteria vastgesteld door het Convent van rijksarchivarissen op 16 juni 1997.
De nieuwe selectiecriteria onderscheiden zich van de oude criteria door een streven naar een duidelijker en eenduidige redactie van de formulering van de nieuwe criteria, teneinde de werkbaarheid te vergroten. De algemene selectiecriteria zijn positief geformuleerd, het zijn bewaarcriteria. Indien een handeling met een B wordt gewaardeerd zal erbij worden vermeld op grond van welk bewaarcriterium tot deze waardering is besloten.
De thans door de Rijksarchiefdienst/PIVOT gehanteerde algemene bewaarcriteria luiden als volgt:
HANDELINGEN DIE WORDEN GEWAARDEERD MET B (Bewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
De neerslag van handelingen die niet aan de hierboven weergegeven bewaarcriteria voldoen worden niet overgebracht naar het Nationaal Archief of een Rijksarchief in de provincie [selectievoorstel: Vernietigen (V)].
Op 23 juli 2004 is het ontwerp-BSD door de Centrale organisatie Werk en Inkomen aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 1 juni 2005 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de betrokken zorgdrager het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie / regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 9 november 2005 bracht de RvC advies uit (arc-2005.02537/2), hetwelk behoudens enkele tekstuele correcties geen aanleiding heeft gegeven tot wijziging van de ontwerp-selectielijst.
Daarop werd het BSD op 16 februari 2006 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en de Centrale organisatie Werk en Inkomen [C/S&A/06/261] vastgesteld.
8. Leeswijzer handelingenlijst
De handelingen zijn beschreven in gegevensblokken met elk een opvolgend nummer. Per blok worden in principe vijf items gegeven, te weten de handeling met grondslag, de periode, het product en de waardering.
In een toelichting kunnen onderdelen van het gegevensblok worden verduidelijkt.
Een handeling is een complex van activiteiten, gericht op het tot stand brengen van een product, dat een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. De formulering van de handeling is in de regel toegespitst op het product. Echter, een handeling als zodanig omvat alle activiteiten die leiden tot het product. Als gevolg hiervan is de neerslag van een handeling niet beperkt tot het (eind)product, maar omvat ze alle archiefbescheiden die in verband daarmee zijn voortgebracht.
De grondslag betreft de formele wettelijke basis op grond waarvan een handeling binnen een bepaalde periode wordt of kan worden verricht.
Een periode is in beginsel het tijdvak waarbinnen de handeling (ongeacht de frequentie) is of kan zijn uitgevoerd, gelet op de wettelijke grondslag daarvoor of gezien de gebruikte bronnen.
Bij het product wordt steeds het eindproduct van een handeling genoemd, waarbij als bekend wordt verondersteld dat de neerslag van het gehele proces dat geleid heeft tot dat eindproduct bewaard dient te blijven of voor vernietiging in aanmerking komt. Ook in gevallen waarbij geen eindproduct tot stand is gekomen, wordt de neerslag van de voorbereiding daartoe tot de handeling gerekend en dient deze overeenkomstig de selectielijst bewaard of vernietigd te worden.
De afkorting ‘B’ staat voor ‘bewaren’, dat wil zeggen het na afloop van de wettelijke overbrengingtermijn overdragen aan het Nationaal Archief van de documentaire neerslag (ongeacht de gegevensdrager) van de handeling, in overeenstemming met de geldende archiefwettelijke bepalingen en conform de normen van het Nationaal Archief voor de goede en geordende staat. Bij een B-handeling is achter de selectiebeslissing aangegeven welk selectiecriterium is toegepast.
De afkorting ‘V’ staat voor ‘vernietigen’ (op termijn) oftewel niet overbrengen. Bij de desbetreffende handelingen wordt de vernietigingstermijn vermeld. Deze termijn betreft het aantal volle jaren dat – sinds het einde van het jaar waarin een dossier dat de neerslag van de handeling bevat, is afgesloten – dient te zijn verlopen voordat tot vernietiging wordt overgegaan
Handelingenlijst (1991) 1997–2004 (afgesloten handelingen)
1. Actor Centraal bestuur voor de Arbeidsvoorziening (CBA)
Het adviseren en ondersteunen van de Regionale Besturen en Regionale Directies op het gebied van hun werkzaamheden ten aanzien van primaire taken.
Periode: 1991–2001
Product: adviezen, brieven
Waardering: B(5)
Het adviseren en ondersteunen van de Regionale Besturen en Regionale Directies op het gebied van hun werkzaamheden ten aanzien van interne bedrijfsvoering en ondersteunende processen
Periode: 1991–2001
Product: adviezen, brieven
Waardering: V 5 jaar
1.2. Beheer en bedrijfsvoering
Het voorbereiden en vaststellen van het huisvestings- en inkoopbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
Periode: 1991–2001
Product: overeenkomsten
Waardering: V 10 jaar na vervallen belang
Het uitvoeren van het huisvestings- en inkoopbeleid.
Periode: 1991–2001
Waardering: V 10 jaar, bouw- en technische tekeningen blijven bewaard zolang een gebouw, installatie, ruimte, netwerk e.d. in gebruik is.
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het huren of verhuren van gebouwen en terreinen
– het verzorgen en begeleiden van bouwkundige activiteiten en onderhoudswerkzaamheden
– het verstrekken, in stand houden en inrichten van technische bedrijfsbenodigdheden, installaties, ruimtes en netwerken
– het nemen van maatregelen op het gebied van beveiliging van mensen, gebouwen, bedrijfsruimten, middelen en goederen
Het voorbereiden en vaststellen van het kantoorautomatiseringsbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het uitvoeren van het kantoorautomatiseringsbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het ter beschikking stellen van software en corporate systemen
– het verzorgen van de aanschaf, installatie en reparatie van werkplekapparatuur
– het verzorgen van de aanleg van de infrastructuur, bestaande uit het netwerk en servers
– het verzorgen van gebruikersondersteuning m.b.t. systemen en werkplekapparatuur
Het voorbereiden en vaststellen van het archiefbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beleidsnota’s, regelingen
Waardering: B(4)
Het verzorgen van de ter beschikkingsstelling, vervreemding, vervanging, conversie, migratie, vernietiging, overdracht en overbrenging van archiefbescheiden ingevolge art. 7, 9, 11 en 12, Kaderregeling beheer archiefbescheiden Arbeidsvoorzieningsorganisatie 1999.
Periode: 1991–2001
Product: verklaringen volgens Archiefwet 1995 en Archiefbesluit 1995 en alle metagegevens van blijvend te bewaren archiefbescheiden
Waardering: B(3)
Het opstellen van adviesrapporten ingevolge art. 8, Kaderregeling beheer archiefbescheiden Arbeidsvoorzieningsorganisatie 1999.
Periode: 1991–2001
Product: adviesrapporten
Waardering: V 5 jaar
Het uitvoeren van het archiefbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het registeren van poststukken
– het archiveren van stukken
– het onderhouden en beheren van archiefbestanden
Het voeren van het financieel beheer.
Periode: 1991–2001
Product: financiële administratie, verslagen en overzichten
Waardering: V 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan: brondocumenten en boekhoudkundige bescheiden.
Brondocumenten zoals: facturen (crediteuren); kopie facturen (debiteuren); verrekeningen tussen beheerseenheden: dagafschriften van banken en giro’s: kasbescheiden; middelen toewijzing
Het voorbereiden en vaststellen van het arbeidsvoorwaarden- en personeelsbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beleidsplannen en beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het uitvoeren van het arbeidsvoorwaarden- en personeelsbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beschikkingen
Waardering: V stukken betreffende de rechtspositie: 10 jaar na ontslag
stukken betreffende beoordelingen: 7 jaar
stukken betreffende disciplinaire maatregelen: 5 jaar
overige stukken: 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling vallen zowel rechtshandelingen zoals het aanstellen, bevorderen en ontslaan van personeel, het toekennen van vergoedingen voor reis- en verblijfkosten en studiekosten etc. als feitelijke handelingen als het betalen van salaris
Het voorbereiden en vaststellen van het arbeidsomstandighedenbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beleidsplannen en beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het uitvoeren van het arbeidsomstandighedenbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het verzorgen van bedrijfshulpverlening
– het nemen van maatregelen op het gebied van bescherming van medewerkers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld
– het nemen van maatregelen op het gebied van ziekteverzuim
1.3. Uitvoering wet- en regelgeving
Het vaststellen van een erkenningsregeling voor fondsen van waaruit zorg wordt gedragen voor de medefinanciering van ESF-projecten, ingevolge schrijven van de minister van SZW aan het CBA, kenmerk AM/AAB/96/1567 (CBA 96012573), van 05-09-996.
Periode: 1996–2001
Product: besluiten
Waardering: B(5)
Het jaarlijks verstrekken van een opgave aan de minister van SZW over de aantallen door werkgevers ingediende jaarverslagen, ingevolge art. 8, tweede lid, Wet Samen (Stb. 1998, 241).
Periode: 1998–2001
Product: opgaven
Waardering: B(3)
Het uitbrengen van een verslag aan de minister van SZW over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van de landelijk uniforme methode van fase-indeling, ingevolge art. 7 Besluit Samenwerkingsregeling SWI (Stcrt. 1997, 249 gewijzigd Stcrt. 1998, 98).
Periode: 1998–2001
Product: verslagen
Waardering: B(3)
2. Actor Algemene Directie (AD)
Het vaststellen van een procedureprotocol Kaderregeling erkenning publieke medefinanciers voor de scholing van werkenden (ESF), ingevolge art. 2, derde lid, onder g, Kaderregeling erkenning publieke medefinanciers voor de scholing van werkenden (ESF) (Stcrt. 1996, 205).
Periode: 1996–2001
Product: besluiten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het vaststellen van een formulier voor het indienen van een aanvraag voor subsidie, ingevolge art. 5, eerste lid, Subsidieregeling plaatsing gehandicapten (Stcrt. 1998, 138).
Periode: 1998–2001
Product: besluiten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het vaststellen van een protocol voor de inrichting van een accountantsverklaring, ingevolge art. 21, zesde lid, Subsidieregeling plaatsing gehandicapten (Stcrt. 1998, 138).
Periode: 1998–2001
Product: besluiten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
3. Actor Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (RBA)
3.1. Beheer en bedrijfsvoering
Het uitvoeren van het huisvestings- en inkoopbeleid.
Periode: 1991–2001
Waardering: V 10 jaar, bouw- en technische tekeningen blijven bewaard zolang een gebouw, installatie, ruimte, netwerk e.d. in gebruik is.
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het huren of verhuren van gebouwen en terreinen
– het verzorgen en begeleiden van bouwkundige activiteiten en onderhoudswerkzaamheden
– het verstrekken, in stand houden en inrichten van technische bedrijfsbenodigdheden, installaties, ruimtes en netwerken
– het nemen van maatregelen op het gebied van beveiliging van mensen, gebouwen, bedrijfsruimten, middelen en goederen
Het uitvoeren van het kantoorautomatiseringsbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het ter beschikking stellen van software en corporate systemen
– het verzorgen van de aanschaf, installatie en reparatie van werkplekapparatuur
– het verzorgen van de aanleg van de infrastructuur, bestaande uit het netwerk en servers
– het verzorgen van gebruikersondersteuning m.b.t. systemen en werkplekapparatuur
Het verzorgen van de ter beschikkingsstelling, vervreemding, vervanging, conversie, migratie, vernietiging en overdracht van archiefbescheiden, ingevolge art. 7, 9, en 12, Kaderregeling beheer archiefbescheiden Arbeidsvoorzieningsorganisatie 1999.
Periode: 1991–2001
Product: verklaringen volgens Archiefwet 1995 en Archiefbesluit 1995 en alle metagegevens van blijvend te bewaren archiefbescheiden
Waardering: B(3)
Het uitvoeren van het archiefbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
het registeren van poststukken
het archiveren van stukken
het onderhouden en beheren van archiefbestanden
Het voeren van het financieel beheer.
Periode: 1991–2001
Product: financiële administratie, verslagen en overzichten
Waardering: V 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan: brondocumenten en boekhoudkundige bescheiden.
Brondocumenten zoals: facturen (crediteuren); kopie facturen (debiteuren); verrekeningen tussen beheerseenheden: dagafschriften van banken en giro’s: kasbescheiden; middelen toewijzing;
Het uitvoeren van het arbeidsvoorwaarden- en personeelsbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: beschikkingen
Waardering: V stukken betreffende de rechtspositie: 10 jaar na ontslag
stukken betreffende beoordelingen : 7 jaar
stukken betreffende disciplinaire maatregelen: 5 jaar
overige stukken: 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling vallen zowel rechtshandelingen zoals het aanstellen, bevorderen en ontslaan van personeel, het toekennen van vergoedingen voor reis- en verblijfkosten en studiekosten etc. als feitelijke handelingen als het betalen van salaris
Het uitvoeren van het arbeidsomstandighedenbeleid.
Periode: 1991–2001
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
het verzorgen van bedrijfshulpverlening
het nemen van maatregelen op het gebied van bescherming van medewerkers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld
het nemen van maatregelen op het gebied van ziekteverzuim
3.2. Uitvoering wet- en regelgeving
Het beslissen over de toelating van werklozen, werkenden die met ontslag worden bedreigd, werkende ongeschoolden en bijzondere categorieën op een centrum vakopleiding voor technische en/of administratieve beroepen.
Periode: 1991–2001
Product:
Waardering: V 5 jaar na beëindiging van de opleiding
Het adviseren van gemeenten in aangelegenheden die de goede gang van zaken op het CBB kunnen bevorderen, ingevolge art. 7 Subsidieregeling voor de Centra voor Beroepsoriëntatie en Beroepsoefening (Stcrt.1991, 17).
Periode: 1991–1994
Product: adviezen
Waardering: B(5)
Het verlenen van een erkenning als publiek medefinancier voor ESF-projecten, ingevolge art. 3, tweede lid, Kaderregeling erkenning publieke medefinanciers voor de scholing van werkenden (ESF) (Stcrt. 1996, 205).
Periode: 1996–2001
Product:
Waardering: V 10 jaar
Het rapporteren aan het CBA over het functioneren van een publiek erkende medefinancier voor ESF-projecten, ingevolge art. 2 Kaderregeling erkenning publieke medefinanciers voor de scholing van werkenden (ESF) (Stcrt. 1996, 205).
Periode: 1996–2001
Product:
Waardering: V 10 jaar
Het afsluiten van overeenkomsten met gemeenten en uitvoeringsinstellingen over het in gezamenlijke afstemming verrichten van werkzaamheden, ingevolge art. 2, eerste lid, KB Samenwerkingsbesluit SWI (Stb. 1997, 804).
Periode: 1997–2001
Product: overeenkomsten
Waardering: B(5)
Toelichting: het ter kennis brengen aan de minister van SZW wordt na 1 jaar vernietigd
4. Actor Regionale Directie (RD)
Het uitbrengen van een jaarlijks verslag aan de minister van SZW, ingevolge art. 6, zesde lid, BBA 1945 (Stb.1963, 271) en het Delegatiebesluit BBA 1945 (Stcrt.1990, 252 en Stcrt.1993, 11).
Periode: 1991–1998
Product: jaarverslagen
Waardering: B(3)
Het afgeven van een verklaring aan de aanvrager inzake deelname aan scholingsactiviteiten, ingevolge Bijdrageregeling bedrijfstakgewijze scholing werklozen (Stcrt. 1995, 187) art. 6 (Stcrt. 1996, 132, gewijzigd Stcrt. 1998, 109) art. 7.
Periode: 1995–2001
Product: verklaringen
Waardering: V 2 jaar
Het uitbrengen van een kwartaalverslag aan de minister van SZW, ingevolge art. 6, zevende lid, BBA 1945 (Stb. 1998, 300) en de Regeling verslaglegging (Stcrt.1998, 238).
Periode: 1999–2001
Product: kwartaalverslagen
Waardering: B(3)
Het verstrekken van inlichtingen aan B&W van de gemeenten en de aangewezen rechtspersoon die deze inlichtingen nodig achten voor de uitvoering van de wet, ingevolge art. 22, eerste lid, WIW (Stb. 1997, 760).
Periode: 1998–2001
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar
Het voeren van een openbaar register voor de jaarverslagen die de werkgevers hebben opgesteld, ingevolge art. 6, eerste lid, Wet Samen (Stb.1998, 241).
Periode: 1998–2001
Product: register
Waardering: V 10 jaar
Het vaststellen, op grond van een medische beoordeling, dat niet uitkeringsgerechtigden en personen met een ANW-uitkering i.v.m. ziekte of gebrek een belemmering hebben bij het verkrijgen of verrichten van arbeid, ingevolge art. 3 derde lid, Wet REA (Stb. 1998, 290).
Periode: 1998–2001
Product:
Waardering: V 10 jaar
Het toekennen van voorzieningen aan arbeidsgehandicapten, ingevolge art. 2, eerste en tweede lid, KB reïntegratie-instrumenten arbeidsgehandicapten Arbeidsvoorziening (Stb. 1998, 291).
Periode: 1998–2001
Product: beschikkingen
Waardering: V 7 jaar
Het in eigendom overdragen van een vervoersvoorziening aan de arbeidsgehandicapte werknemer, ingevolge art. 6, eerste lid, KB reïntegratie-instrumenten arbeidsgehandicapten Arbeidsvoorziening (Stb. 1998, 291).
Periode: 1998–2001
Product:
Waardering: V 7 jaar na afwikkeling
Het afgeven van een advies aan de aanvrager inzake de toegevoegde waarde van de voorgenomen activiteiten , ingevolge art. 6, vierde lid, Bijdrageregeling knelpunten vraagzijde arbeidsmarkt 2001 (Stb. 2000, 224).
Periode: 2000–2001
Product: adviezen
Waardering: V 2 jaar
5. Actor Bestuurder Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening/Bestuurder Arbeidsvoorziening
Het vaststellen van de landelijke jaarrekening van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie over de kalenderjaren voorafgaande aan het jaar 2002 alsmede het zorgdragen voor het landelijk jaarverslag voorafgaande aan het jaar 2002, ingevolge art. 2, eerste en tweede lid (Regeling afwikkeling Arbeidsvoorzieningsorganisatie na SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2001–2004
Product: jaarrekening en jaarverslag
Waardering: B (3)
Het uitvoeren van de taak na 1 januari 2002 (liquidatie en afwikkeling Arbeidsvoorzieningsorganisatie), ingevolge art. 7, eerste tot en met vierde lid en art. 8, eerste lid (Regeling afwikkeling Arbeidsvoorzieningsorganisatie na SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2001–2004
Product: onder meer: processen-verbaal van overdracht taakonderdelen, ‘raming van de kosten’
Waardering: B(5)
Het uitvoeren van het huisvestings- en inkoopbeleid.
Periode: 2001–2004
Waardering: V 10 jaar, bouw- en technische tekeningen blijven bewaard zolang een gebouw, installatie, ruimte, netwerk e.d. in gebruik is.
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het huren of verhuren van gebouwen en terreinen
– het verzorgen en begeleiden van bouwkundige activiteiten en onderhoudswerkzaamheden
– het verstrekken, in stand houden en inrichten van technische bedrijfsbenodigdheden, installaties, ruimtes en netwerken
– het nemen van maatregelen op het gebied van beveiliging van mensen, gebouwen, bedrijfsruimten, middelen en goederen
Het uitvoeren van het kantoorautomatiseringsbeleid.
Periode: 2001–2004
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het ter beschikking stellen van software en corporate systemen
– het verzorgen van de aanschaf, installatie en reparatie van werkplekapparatuur
– het verzorgen van de aanleg van de infrastructuur, bestaande uit het netwerk en servers
– het verzorgen van gebruikersondersteuning m.b.t. systemen en werkplekapparatuur
Het verzorgen van de ter beschikkingsstelling, vervreemding, vervanging, conversie, migratie, vernietiging en overdracht van archiefbescheiden, ingevolge art. 7, 9, en 12, Kaderregeling beheer archiefbescheiden Arbeidsvoorzieningsorganisatie 1999.
Periode: 2001–2004
Product: verklaringen volgens Archiefwet 1995 en Archiefbesluit 1995 en alle metagegevens van blijvend te bewaren archiefbescheiden
Waardering: B(3)
Het uitvoeren van het archiefbeleid.
Periode: 2001–2004
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
het registeren van poststukken
het archiveren van stukken
het onderhouden en beheren van archiefbestanden
Het voeren van het financieel beheer.
Periode: 2001–2004
Product: financiële administratie, verslagen en overzichten
Waardering: V 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan: brondocumenten en boekhoudkundige bescheiden.
Brondocumenten zoals: facturen (crediteuren); kopie facturen (debiteuren); verrekeningen tussen beheerseenheden: dagafschriften van banken en giro’s: kasbescheiden; middelen toewijzing
Het uitvoeren van het arbeidsvoorwaarden- en personeelsbeleid.
Periode: 2001–2004
Product: beschikkingen
Waardering: V stukken betreffende de rechtspositie: 10 jaar na ontslag
stukken betreffende beoordelingen: 7 jaar
stukken betreffende disciplinaire maatregelen: 5 jaar
overige stukken: 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling vallen zowel rechtshandelingen zoals het aanstellen, bevorderen en ontslaan van personeel, het toekennen van vergoedingen voor reis- en verblijfkosten en studiekosten etc. als feitelijke handelingen als het betalen van salaris
Het uitvoeren van het arbeidsomstandighedenbeleid.
Periode: 2001–2004
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
het verzorgen van bedrijfshulpverlening
het nemen van maatregelen op het gebied van bescherming van medewerkers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld
het nemen van maatregelen op het gebied van ziekteverzuim
Handelingenlijst 2002– (lopende handelingen)
1. Actor Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen
1.1.1. Algemene bestuursaangelegenheden
Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid dat betrekking heeft op onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI, ingevolge art.3, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties
Waardering: B(1,2)
Toelichting: hierbij wordt ook gedacht aan de neerslag van de vergaderingen van de Raad van bestuur en door het bestuur ingestelde commissies
Het vaststellen van algemene regelingen en richtlijnen op het gebied van de uitvoering van de ondersteunende bedrijfsvoeringsprocessen, ingevolge art. 3, onderdeel a, Organisatiebesluit CWI (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: voorschriften, circulaires
Waardering: B(5)
Het instellen van commissies ter advisering over of uitvoering van bepaalde taken ingevolge art. 7, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: B(4)
Het toekennen van een vergoeding aan commissieleden, ingevolge de vergoedingsregelingen voor commissieleden.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 7 jaar
Het zorgdragen voor de inrichting en instandhouding van vestigingen voor de uitvoering van de taken, ingevolge art. 24, eerste en tweede lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: besluiten, regelingen
Waardering: B(4,5)
Het vaststellen van een regeling voor de inrichting van de Centrale organisatie werk en inkomen, ingevolge het Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: B(4)
Het opstellen van een besluit ter uitvoering van taken anders dan in de Wet SUWI genoemd, ingevolge art. 13, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Product: besluiten
Periode: 2002–
Waardering: B(5)
Het verstrekken van gegevens en inlichtingen aan de Raad van advies, ingevolge art. 3, zevende lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van gegevens en inlichtingen aan de minister van SZW die voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk zijn, ingevolge art. 72, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar
Het aan de minister van SZW verstrekken van inlichtingen voor de beoordeling van de uitvoerbaarheid van beleidsvoornemens en wettelijke voorschriften, ingevolge art. 21 onder k, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: B(1)
Toelichting: Het gaat hier om hier om adviezen
Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet bij de eigen instelling berust.
Periode: 2002–
Product: lidmaatschapsarchief
Waardering: V 5 jaar
Het voeren van bestuurlijk overleg op het terrein van werk en inkomen met gemeenten en andere partijen die op de markt actief zijn, ingevolge art. 23, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: B(1)
Het ter kennis brengen van voornemens tot het aanvaarden van nevenfuncties van de leden van de Raad van bestuur en de Raad van advies aan de minister van SZW, ingevolge art. 4, tweede en derde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 10 jaar na ontslag van betrokkene
Het ter kennis brengen van de agenda’s en verkorte verslagen van de vergaderingen van de Raad van bestuur en de Raad van advies aan de minister van SZW en de IWI, ingevolge art. 5.17, eerste lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 2 jaar
Het ter kennis brengen van voornemens tot het laten verrichten van werkzaamheden op het gebied van facilitaire dienstverlening of personeelsbeleid aan de minister van SZW en de IWI, ingevolge art. 5.17a Regeling SUWI (Stcrt. 2003, 115).
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 2 jaar
Het verlenen van medewerking aan de afwikkeling van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie, ingevolge art. 3, eerste en tweede lid, Regeling afwikkeling Arbeidsvoorzieningsorganisatie na SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: gegevens, inlichtingen
Waardering: B5)
Het vaststellen van een regeling die gericht is op de realisatie en vormgeving van een adequate cliëntenparticipatie op centraal- en decentraal niveau, ingevolge art. 10 en 11, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624 en Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: regeling
Waardering: B(5)
Het voeren van overleg met personen of vertegenwoordigers van personen die als cliënt betrokken zijn in het kader van cliëntenparticipatie op centraal- en decentraal niveau, ingevolge art. 10 en 11, tweede lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Product: agenda’s, verslagen
Periode: 2002–
Waardering: B(5)
Het voeren van overleg met de landelijke cliëntenraad over cliëntenparticipatie, ingevolge art. 12, derde lid, onder a, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Product: agenda’s, verslagen
Periode: 2002–
Waardering: V 5 jaar
Het instellen van een decentrale cliëntenraad voor elk district van de CWI-organisatie, ingevolge art. 4, tweede lid, Regeling cliëntenparticipatie CWI werkzoekenden CWI (Stcrt. 2002, 243.
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: B(4)
Het goedkeuren van een besluit van de Centrale cliëntenraad CWI tot instelling van commissies, ingevolge art. 13, eerste lid, van de Regeling cliëntenparticipatie CWI werkzoekenden CWI (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: B(5)
Het benoemen van de deelnemers voor de Centrale- en decentrale cliëntenraden, ingevolge art. 5, tweede lid van de Regeling cliëntenparticipatie CWI werkzoekenden CWI (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: brieven
Waardering: V 2 jaar na aftreden/ontslag
Het voorbereiden en vaststellen van het privacybeleid, ingevolge art. 7, vijfde lid, onderdeel b, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(3)
Het zorgdragen voor de technische en organisatorische voorzieningen ter beveiliging van gegevens, ingevolge art. 76 Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: o.m. beveiligingsplannen
Waardering: V 5 jaar na vervallen
Het vaststellen van een (jaar)verslag over de aard en frequentie van de uitwisseling van gegevens met behulp van Suwinet, ingevolge art. 68, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: (jaar)verslagen
Waardering: B(3)
Het vaststellen van (interne) regels met betrekking tot de organisatie en werkwijze.
Periode: 2002–
Product: regelingen
Waardering: B(5)
Toelichting: Het betreft hier om meer regels met betrekking tot:
– klachtenbehandeling
– vergoedingsregelingen voor bestuurs- en commissieleden
– werkwijze commissies
– mandaatregeling
– procuratieregeling
– gegevens die in het bewijs van registratie worden vermeld
– termijnen gedurende welke de registratie kan worden verlengd
– registratie van vacatures van werkgevers
– non-discriminatie
– integriteit
Het vaststellen van een bestuursreglement, ingevolge art. 3, zesde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: reglementen
Waardering: B(5)
Het vaststellen van een begroting, een jaarplan en een meerjarenbeleidsplan, ingevolge art. 46, eerste en tweede lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: begrotingen, jaarplannen en meerjarenbeleidsplannen
Waardering: B(1)
Het opstellen van jaarlijkse afdelingsplannen, vestigingsplannen, districtsplannen, ingevolge art. 5, derde lid, onderdeel b, vijfde lid, onderdeel b, zesde lid, onderdeel b, zevende lid, onderdeel a, achtste lid, onderdeel b, negende lid, onderdeel b, tiende lid, onderdeel b, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het opstellen van periodieke rapportages door afdelingen van het hoofdkantoor, districten en CWI-vestigingen (per kwartaal, 2 maanden of maand).
Periode: 2002–
Product: managementrapportages
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het rapporteren en analyseren van productieresultaten, financiële en personele informatie alsmede arbeidsmarktinformatie in onderlinge samenhang, ingevolge art. 4, onderdeel b, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: rapportages en analyses
Waardering: B(3)
Het ontwerpen en onderhouden van prestatiemeetinstrumenten, ingevolge art. 4, onderdeel c, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: B(5)
Het opstellen van periodieke verslagen.
Periode: 2002–
Product: jaarverslagen, jaarrekeningen
Waardering: B(3)
Het voeren van overleg met de minister van SZW over onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI.
Periode: 2002–
Product: verslagen, notulen
Waardering: B(1)
Het voeren van overleg met vertegenwoordigers van andere uitvoeringsorganen over onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI.
Periode: 2002–
Product: verslagen, notulen
Waardering: B(5)
Het verstrekken van een kwartaalverslag over de uitvoering van taken aan de minister van SZW en de IWI, ingevolge art. 5.12, tweede lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: kwartaalverslagen
Waardering: B(3)
Het verstrekken van een elektronisch gegevensbestand waarin opgenomen gegevens van elke afzonderlijke ingeschreven werkzoekende aan de minister van SZW, ingevolge art. 5.12, vierde lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van statistische informatie over de prestaties in het voorafgaande jaar aan de minister van SZW, ingevolge art. 5.13 , eerste lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: rapportages
Waardering: B(3)
Het verstrekken van informatie aan personen of instanties die in opdracht of met instemming van de minister van SZW en de IWI onderzoek of analyses uitvoeren, ingevolge art. 5.14, eerste lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van informatie aan personen of instanties die in opdracht van de minister van SZW en de IWI bewerker zijn van de gegevens uit de regeling SUWI, ingevolge art. 5.14, tweede lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van informatieproducten aan de RWI, ingevolge art. 5.19, eerste lid,
Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Toelichting: het gaat hier om de volgende producten:
– Kwartaalverslagen
– Gegevensbestanden
– Statistische rapportages
– Rapportage Rijksbegroting
Het verstrekken van gegevens en inlichtingen aan de minister van SZW die voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk zijn, ingevolge art. 72, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar
Het rapporteren aan de Minister van SZW en de IWI over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, ingevolge art. 5.22, eerste lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: rapportages
Waardering: B(3)
Het verzamelen van informatie over de prestaties van de CWI op al haar hoofddoelstellingen, de prestatie-indicatoren CWI en de productie die de CWI levert.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: B(3)
Het verstrekken van inlichtingen aan de Algemene Rekenkamer en de IWI.
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 5 jaar
Het opstellen van formats voor interne managementcontracten en het faciliteren van de afsluiting hiervan.
Periode: 2002–
Product: contracten
Waardering: V 2 jaar na geldigheid
Het uitvoeren van interne audits, ingevolge art. 4, vijfde lid, onderdeel b, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: rapportages
Waardering: V 7 jaar
Het verrichten van analyses ten behoeve van de bevordering van de werking van en het inzicht in de arbeidsmarkt, ingevolge art. 21, onder c, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: nota’s, notities, periodieken
Waardering: B(1)
Het vaststellen van het rapport terzake van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI.
Periode: 2002–
Product: nota’s, notities, onderzoeksrapporten
Waardering: B(1,2)
Het voorbereiden en begeleiden van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI alsmede het opstellen van de opdracht terzake.
Periode: 2002–
Product: nota’s, notities, brieven
Waardering: V 7 jaar
Het vaststellen van het rapport terzake van het in opdracht van de minister van SZW verrichten van onderzoek met betrekking tot de wettelijke taken, ingevolge art. 21, onder j, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: nota’s, notities, onderzoeksrapporten
Waardering: B(3)
Het voorbereiden en begeleiden van het in opdracht van de minister van SZW verrichten van onderzoek met betrekking tot de wettelijke taken, ingevolge art. 21, onder j, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: nota’s, notities, brieven
Waardering: V 7 jaar
Het verstrekken van informatie en advies over de arbeidsmarkt alsmede over de uitvoering van de taak aan belanghebbenden, ingevolge art. 21, onder d, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: informatie, adviezen
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van gegevens over uitvoering van wettelijke taken aan het CBS, ingevolge art. 73, derde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het verstrekken van informatie aan door de minister van SZW aangewezen internationaalrechtelijke organisaties, ingevolge art. 5.14, derde lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van de minister over onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI.
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: B(1)
Het verzamelen van informatie over de arbeidsmarkt.
Periode: 2002–
Product: gegevensbank
Waardering: V 5 jaar
Het voorbereiden en vaststellen van beleid met betrekking tot de doelgroepen, ingevolge art. 6, tweede lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(1,2)
Het voeren van overleg met sectoren van het bedrijfsleven met het oog op het signaleren van relevante ontwikkelingen en het maken van afspraken gericht op het oplossen van knelpunten in de personeelsvoorziening in specifieke branches, ingevolge art. 6, tweede lid, onderdeel d, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: verslagen, notulen
Waardering: B(5)
Het afsluiten van overeenkomsten met sociale partners in sectoren en branches gericht op vacaturevervulling en bemiddeling van werkzoekenden.
Periode: 2002–
Product: convenanten en overeenkomsten
Waardering: B(5)
Het afsluiten van overeenkomsten met sociale partners in sectoren alsmede met de centrale overheid inzake sectorale arbeidsvoorziening.
Periode: 2002–
Product: convenanten en overeenkomsten
Waardering: B(5)
Het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met intermediairs gericht op flexwerk voor ingeschreven werkzoekenden.
Periode: 2002–
Product: overeenkomsten
Waardering: B(5)
Het deelnemen aan internationale overlegstructuren die betrekking hebben op onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI.
Periode: 2002–
Product: verslagen, notulen
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: Als belangrijkste internationale organisaties kunnen genoemd worden de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte.
Het uitwisselen van informatie op het gebied van werkgelegenheidsbeleid met de correspondenten van MISEP (Mutual Information System on Employment Policies in the European Communities), ingevolge een overeenkomst Europese Commissie/directeuren van Arbeidsvoorziening 1982.
Periode: 2002–
Product: brieven
Waardering: V 2 jaar
Het leveren van een bijdrage aan de rapportages van het Ministerie van SZW inzake de toepassing van verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie, ingevolge art. 22 Statuut van de IAO.
Periode: 2002–
Product: brieven, rapportages
Waardering: V 2 jaar
Het leveren van een bijdrage aan de rapportages van het Ministerie van SZW inzake de toepassing van het Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa, ingevolge art. 21 van het handvest (Trb.1962, 3 en Trb.1963, 90).
Periode: 2002–
Product: brieven, rapportages
Waardering: V 2 jaar
Het leveren van een bijdrage aan de rapportages van het Ministerie van SZW inzake de toepassing van het Europees Verdrag over de rechtspositie van migrerende werknemers van de Raad van Europa, ingevolge art. 33 van het verdrag (Trb.1978, 70).
Periode: 2002–
Product: brieven, rapportages
Waardering: V 2 jaar
Het uitwisselen van informatie over arbeidsmarktvraagstukken en arbeidsmarktbeleid met de leden van de World Association of Public Employment Services (WAPES).
Periode: 2002–
Product: brieven
Waardering: V 2 jaar
Het afwikkelen van subsidie-aanvragen op grond van een regeling waarvan de uitvoering van rechtswege op de Centrale organisatie werk en inkomen is overgegaan.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen, rapportages en financiële bescheiden
Waardering: V 7 jaar na afwikkeling
Toelichting het betreft hier o.m. de volgende subidieregelingen:
– Bijdrageregeling knelpunten vraagzijde arbeidsmarkt (Stcrt. 2000, 224)
– Bijdrageregeling Bedrijfstaksgewijze Scholing Werklozen (Stcrt. 2000,114)
– Regionale medefinanciering ESF
Het jaarlijks verstrekken van een opgave aan de minister van SZW over de aantallen door werkgevers ingediende jaarverslagen, ingevolge art. 8, tweede lid, Wet Samen (Stb. 1998, 241).
Periode: 2002–2004
Product: opgaven
Waardering: B(3)
Het voeren van een openbaar register voor de jaarverslagen die de werkgevers hebben opgesteld, ingevolge art. 6, eerste lid, Wet Samen (Stb.1998, 241).
Periode: 2002–2004
Product: register
Waardering: V 10 jaar na intrekking
1.2.2. Kwaliteitszorg, procesbeheer en productontwikkeling
Het voorbereiden en vaststellen van beleid op het gebied van kwaliteitszorg, content management, procesbeheer en produktontwikkeling, ingevolge art. 6, derde lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het voorbereiden, vaststellen en implementeren van richtlijnen betreffende de interne werkprocessen, ingevolge art. 3, onderdeel c, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: werkinstructies, handleidingen
Waardering: B(5)
Het voeren van overleg met het UWV en de VNG over nadere invulling van de landelijk uniforme methode van de administratieve indeling van werkzoekenden, ingevolge art. 2.1, vijfde lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: verslagen, notulen
Waardering: B(5)
Het voorbereiden en vaststellen van het communicatiebeleid, ingevolge art. 6, vierde lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het uitvoeren van het communicatiebeleid.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het organiseren van evenementen (bijeenkomsten, congressen, beurzen etc.
– het verzorgen van de persvoorlichting
Het ontwikkelen en voeren van reclame- en voorlichtingscampagnes, ingevolge art. 6, vierde lid, onderdeel e, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: voorlichtingsmateriaal
Waardering: V 5 jaar na vervallen
Toelichting: van het gedrukte materiaal wordt een exemplaar bewaard.
De voorbereidende stukken worden vernietigd.
Het ontwikkelen en vervaardigen van in- en externe periodieken, ingevolge art. 6, vierde lid, onderdeel f, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: periodieken
Waardering: V 2 jaar
Het ontwikkelen en vaststellen van de huisstijl, ingevolge art. 6, vierde lid, onderdeel g, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: B(4)
1.3. Uitvoeringsaangelegenheden
Het innemen en overdragen van aanvragen voor uitkering, toeslagen en bijstand alsmede aangiften van werkloosheid aan het UWV en gemeenten, ingevolge art. 21 onder f, art. 28, eerste tot en met derde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: overdrachtsformulieren
Waardering: V 2 jaar
Toelichting: dossiers van cliënten waarvan de procedure wordt afgebroken worden 3 maanden na het tijdstip waarop duidelijk wordt dat de aanvraag niet tot een overdracht leidt vernietigd
Het registeren van werkzoekenden en werkgevers, ingevolge art. 21, lid a, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering:
Het overdragen van de basisgegevens in digitale vorm aan het Steinmetzarchief van het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten, ingevolge art. 5.11, vierde lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: processen-verbaal
Waardering:
Het adviseren van het UWV en gemeenten met betrekking tot inschakeling in het arbeidsproces van moeilijk plaatsbare werkzoekenden, ingevolge art. 21, onder e en art. 26, derde en vijfde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: V 2 jaar
Het adviseren van de gemeente/Bureau Nieuwkomers over de inhoud van het inburgeringsprogramma, ingevolge art. 6, onderdeel c, vijfde lid, Wet Inburgering Nieuwkomers (Stb. 1998, 261).
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: V 2 jaar
Het adviseren van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en gemeenten over de wijze waarop de mogelijkheden tot inschakeling in het arbeidsproces van werkzoekenden kunnen worden verbeterd, ingevolge art. 26, derde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: V 2 jaar
Het uitwisselen van gegevens met het UWV, de SVB, met gemeenten en met andere diensten en instellingen om de inschakeling van uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden in het arbeidsproces te verbeteren, ingevolge art. 8, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het afsluiten overeenkomsten met gemeenten en UWV gericht op uitkeringsintake en overdracht aanvraag door de CWI, ingevolge art. 2.6, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: overeenkomsten (SNO)
Waardering: B(5)
Het verstrekken van een verklaring aan aanvragers waarin gegevens van een werkloze staan vermeld, ingevolge art. 25 van de Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers (Stcrt 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: verklaringen
Waardering: V 5 jaar
Het ter kennis brengen aan het UWV, SVB en gemeenten over het niet nakomen van opgelegde verplichtingen, ingevolge art. 56, eerste en tweede lid, en 61 Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 2 jaar
Het ter kennis brengen aan verzekerde en aan ambtenaren, indien er vermoeden is dat het uitbetaalde loon en de vakantiebijslag van een verzekerde minder bedragen dan waarop hij op grond van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag als minimumloon aanspraak heeft, ingevolge art. 57 Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 2 jaar
Het afgeven van een waarschuwing aan een klant dat hij of zij zich dient te gedragen.
Periode: 2002–
Product: waarschuwingsbrieven, pandverboden
Waardering: V 5 jaar na uitschrijving van de geregistreerde persoon
Het voeren van periodiek overleg met de managers van de districten.
Periode: 2002–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Het voeren van periodiek intern overleg op vestigings-, districts- en landelijk niveau.
Periode: 2002–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Het voeren van periodiek intern overleg op afdelingsniveau.
Periode: 2002–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: V 2 jaar
Het voeren van operationeel overleg op het terrein van werk en inkomen met gemeenten en andere partijen die op de markt actief zijn, ingevolge art. 23, eerste lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: V 5 jaar
Het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen (Stcrt. 1994, 959).
Periode: 2002–
Product: beleidsregels
Waardering: B(5)
Het vaststellen van bepaalde categorieën functies waarvoor ontheffing wordt verleend van de verplichte vacaturemelding, ingevolge art. 3 van de Beleidsregels Wet Arbeid Vreemdelingen (Stcrt. 2002, 19).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: B(5)
Het afgeven van vergunningen voor tewerkstelling van vreemdelingen, ingevolge art. 5 van de Wet arbeid vreemdelingen (Stb.1994, 959).
Periode: 2002–
Product: vergunningen
Waardering: V 5 jaar na intrekking of afwijzing
Het verlenen van een verklaring voor het verrichten van vrijwilligers werk door asielzoekers en houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf, ingevolge art. 1a Besluit ter uitvoering van de WAV (Stb. 1995, 406, gewijzigd Stb. 1997, 405).
Periode: 2002–
Product: verklaringen
Waardering: V 5 jaar na intrekking of afwijzing
Het registreren van gegevens in het kader van het proces voor het verlenen van tewerkstellingsvergunningen.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering:
Het vaststellen van regels omtrent de voorschriften die aan de vergunninghouder worden opgelegd, ingevolge art. 5, tweede lid, WAADI (Stb. 1998, 306).
Periode: 2002.
Product: besluiten
Waardering: B(5)
Het vaststellen van regels, die door de houder van een vergunning in acht moeten worden genomen, ingevolge art. 86, eerste lid, AVW (Stb.1990, 402) en art. 5, tweede lid WAADI (Stb. 1998, 306).
Periode: 2002.
Product: besluiten
Waardering: B(5)
Het verlenen van vergunningen voor arbeidsbemiddeling aan derden, ingevolge art. 82 AVW (Stb.1990, 402) en art. 2, eerste lid, WAADI (Stb. 1998, 306).
Periode: 2002.
Product: vergunningen
Waardering: V 5 jaar na intrekking
Het verstrekken van gegevens aan de door de minister van SZW aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 14 van de Wet arbeid vreemdelingen, artikel 24 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en artikel 13, eerste lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, ingevolge art. 5.6, Besluit SUWI (Stb. 2001, 688).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van een verklaring langdurig werkloze aan de werkgever, ingevolge art. 9, tweede lid, WVA (Stb.1995, 635).
Periode: 2002–
Product: verklaringen
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het afgeven van een verklaring startkwalificatie, ingevolge art. 14, eerste lid, onder een art. 14, vijfde lid, onder c, WVA (Stb. 1995, 635).
Periode: 2003–
Product: verklaringen
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het verstrekken van een verklaring langdurig werkloze aan de werkgever, ingevolge art. 1, onder f, Regeling schoonmaakdiensten particulieren (Stcrt. 1997, 244).
Periode: 1998–
Product: verklaringen
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het afgeven van een indicatie- of herindicatiebeschikking ten behoeve van kandidaten voor de WSW, ingevolge art. 21a, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2003–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na geldigheidsduur
Het verstrekken van inlichtingen aan de minister van SZW die nodig zijn voor de beoordeling van een aanvraag van een werkgever om werktijdverkorting, ingevolge art. 21, onder h, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2004–
Product: rapportages
Waardering: V 2 jaar
Het voeren van verweer in administratiefrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures die verband houden met de uitvoering van wettelijke taken door de CWI.
Periode: 2002–
Product: verweerschriften
Waardering: V 10 jaar
Toelichting: samenvattingen van de dossiers worden bewaard [B(5)]
Het beschikken op bezwaarschriften tegen een besluit dat verband houdt met de uitvoering van een wettelijke taak door de CWI.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar
Het verzamelen van gegevens in het kader van juridische beroeps- en bezwaarschriftenprocedures.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 5 jaar
Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen over onderwerpen die verband houden met de taken van de CWI.
Periode: 2002–
Product: brieven, notities
Waardering: V 1 jaar
Het behandelen van een klacht, ingevolge de Klachtenregeling CWI (Stcrt. 2003, 2).
Periode: 2002–
Product: brieven
Waardering: V 2 jaar
Het beslissen op een verzoek van een persoon om inzage en correctie van zijn persoonsgegevens, ingevolge art. 7 en 8, Regeling inzage- en correctierecht CWI (Stcrt. 2003, 123).
Periode: 2003–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar
Het benoemen van de leden van de ontslagadviescommissie, ingevolge art. 1, eerste lid, Reglement Ontslagadviescommissie CWI (Stcrt. 2002, 53).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 1 jaar na aftreden/ontslag of opheffing commissie
Het registeren van gegevens in het kader van het proces voor het verlenen van ontslagvergunningen.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering:
Het voeren van (verweer in) civielrechtelijke procedures.
Periode: 2002–
Product: verweerschriften
Waardering: V 5 jaar na afwikkeling procedure
Het verstrekken van inlichtingen aan de Nationale Ombudsman (NOM) n.a.v. klachten van burgers, ingevolge de Wet op de Nationale Ombudsman (Stb. 1981, 35).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar na sluiting dossier door NOM
Het verlenen van toestemming tot beëindiging van de arbeidsverhouding, ingevolge art. 6, derde lid, BBA 1945 (Stb.1963, 271) en het Ontslagbesluit van de minister van SZW (Stcrt. 1998, 238).
Periode: 2002–
Product: ontslagvergunningen
Waardering: V 2 jaar na afgifte toestemming tot beëindiging arbeidsverhouding
Het verstrekken van inlichtingen aan ambtenaren van de minister van SZW, ingevolge art. 6, zevende lid, BBA 1945 (Stb.1963, 271) en het Ontslagbesluit van de Minister van SZW (Stcrt. 1998, 238).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar
Het uitbrengen van een jaarlijks verslag aan de minister van SZW, ingevolge art. 6, zesde lid, BBA1945 (Stb. 1963, 271 en het delegatiebesluit BBA 1945 Stcrt.1990, 252 en Stcrt.1993, 11).
Periode: 2002–
Product: jaarverslagen
Waardering: B(3)
Het rapporteren van een melding collectief ontslag aan de minister van SZW, ingevolge art. 6, zevende lid, BBA 1945 (1963, 271) en art. 1:3, tweede lid, Ontslagbesluit (Stcrt. 1998, 238)
Periode: 2002–
Product: rapporten, brieven
Waardering: V 2 jaar
Het adviseren van het UWV over de toets of sprake is van verwijtbare werkloosheid.
Periode: 2003–
Product: adviezen
Waardering: V 1 jaar
Het afgeven van een verklaring van onmisbaarheid aan een werknemer, ingevolge art. 13, eerste lid, Noodwet Arbeidsvoorziening (Stb.1971, 448).
Periode: 2002–
Product: verklaringen
Waardering: V 1 jaar na vertrek uit functie
Het bepalen van een bestemming van een burgerdienstplichtige, ingevolge art. 23 Noodwet Arbeidsvoorziening (Stb.1971, 448).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het oproepen van een burgerdienstplichtige tot het verrichten van werkzaamheden, ingevolge art. 24, eerste lid, Noodwet Arbeidsvoorziening (Stb.1971, 448).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
Het beslissen op een bezwaarschrift tegen een beschikking, ingevolge art. 38, eerste lid, Noodwet Arbeidsvoorziening (Stb.1971, 448).
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar
Het uitbrengen van een advies aan de minister van SZW t.a.v. een bezwaarschrift gericht tegen een beschikking, ingevolge art. 38, vierde lid, en art. 39, tweede lid, Noodwet Arbeidsvoorziening (Stb.1971, 448).
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: V 2 jaar
Het oproepen van personen ter verstrekking van inlichtingen en tot het ondergaan van een onderzoek, ingevolge art. 42 Noodwet Arbeidsvoorziening (Stb.1971, 448).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar
1.4.1. Algemene aangelegenheden
Het verzamelen van informatie t.b.v. de medewerkers van de CWI.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 5 jaar
Toelichting: Het gaat hier om Intranet
Het voorbereiden en vaststellen van het arbeidsvoorwaarden- en personeelsbeleid, ingevolge art. 7, tweede lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten, ingevolge art. 7, tweede lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: collectieve arbeidsovereenkomsten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het sluiten van een overeenkomst met de vakorganisaties voor het personeel inzake een regeling waarlangs de personele consequenties van reorganisaties wordt opgevangen.
Periode: 2002–
Product: sociale plannen
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het beschikken op ingediende bezwaren tegen een beslissing op grond van een sociaal plan.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar
Het instellen van een OR, ingevolge art. 2, eerste lid, van de Wet op de Ondernemingsraden (Stb. 1990, 91).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 10 jaar na opheffing
Het verstrekken van inlichtingen aan de OR, ingevolge art. 31, 31a en 31b, van de Wet op de Ondernemingsraden (Stb. 1990, 91).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar
Het verstrekken van inlichtingen omtrent het instellen en functioneren van de OR aan de Arbeidsinspectie, ingevolge art. 49, eerste lid, van de Wet op de Ondernemingsraden (Stb. 1991, 90).
Periode: 2002–
Product: inlichtingen
Waardering: V 2 jaar
Het organiseren van verkiezingen voor de ondernemingsraad, ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden (Stb. 1990, 91).
Periode: 2002–
Product: uitnodigingen, verkiezingslijsten
Waardering: V 3 jaar
Het voeren van overleg met de ondernemingsraad, ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden (Stb. 1990, 91).
Periode: 2002–
Product: agenda’s, notulen
Waardering: V 5 jaar
Het organiseren van personeelsactiviteiten.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het (doen) instellen van een onderzoek naar de geschiktheid of bekwaamheid van een kandidaat voor een bepaalde functie.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V Stukken van afgewezen kandidaten: V 1 jaar
Stukken van aangenomen kandidaten: V 10 jaar na ontslag
N.B. Assesment: V 5 jaar na rapportering
Het aanstellen van een medewerker (in vaste of tijdelijke dienst).
Periode: 2002–
Product: arbeidsovereenkomst
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het toekennen aan sollicitanten van reis- en verblijfkosten die voortvloeien uit het deelnemen aan een selectieprocedure.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar
Het bekendmaken van vacatures.
Periode: 2002–
Product: bekendmakingen
Waardering: V 1 jaar
Het afsluiten van een overeenkomst met een stagiair, om in het kader van haar/zijn opleiding ervaring op te doen.
Periode: 2002–
Product: overeenkomsten
Waardering: V 7 jaar na beëindiging stage
Het inhuren van externe adviseurs, deskundigen, interim-managers, uitzendkrachten en vakantiekrachten.
Periode: 2002–
Product: contracten, uurbriefjes
Waardering: V 7 jaar
Het opmaken van een overeenkomst ter detachering van een medewerker.
Periode: 2002–
Product: overeenkomst
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het opstellen van persoonlijke ontwikkelingsplannen.
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het vaststellen van een leidraad voor beoordelingen en functioneringsgesprekken.
Periode: 2002–
Product : regeling
Waardering: B(4)
Het voeren en verslagleggen van functioneringsgesprekken.
Periode: 2002–
Product : verslagen
Waardering: V 7 jaar
Het opmaken en vaststellen van beoordelingen.
Periode: 2002–
Product : beoordelingsformulieren
Waardering: V 7 jaar
Het vaststellen van het salaris.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Toelichting: Bij de vaststelling wordt rekening gehouden met salarisanciënniteit, kortingsbedragen (inhoudingen) en periodieke of extra salarisverhogingen.
Het opmaken van een werkgeversverklaring.
Periode: 2002–
Product: verklaringen
Waardering: V 1 jaar na afgifte
Het opstellen van jaarlijkse opgaven ziekteverzuim, ingevolge Wet verbetering Poortwachter.
Periode: 2002–
Product: overzichten
Waardering: V 5 jaar
Het melden van ziekte en herstelgevallen onder medewerkers aan de bedrijfsgeneeskundige dienst c.q. de bedrijfsvereniging, ingevolge de Wet verbetering Poortwachter.
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 2 jaar of 7 jaar als er financiën mee gemoeid zijn
Het geven van een opdracht aan de bedrijfsgeneeskundige dienst tot het verrichten van een periodiek geneeskundig onderzoek per individu dan wel groepsgewijs.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het behandelen van aanvragen van medewerkers om een beeldschermbril.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het melden van een ernstig ongeval van een medewerker aan de Arbeidsinspectie, ingevolge de Arbeidsomstandighedenwet.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het voeren van een ongevalsregister, ingevolge de Arbeidsomstandighedenwet.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het opstellen van de opdracht en het vaststellen van het rapport terzake van een risico-inventarisatie en -evaluatie.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het verwerken van wijzigingen in de personeelsinformatie -en salarisinformatiesysteem, ingevolge art. 7, tweede lid, onderdeel d, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: mutatieformulieren
Waardering: V 1 jaar na geldigheid
Het registreren van personeelsgegevens.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 7 jaar
Het toekennen van toelagen, (kosten)vergoedingen, schadeloosstellingen, en andere geldelijke uitkeringen ten gunste van de medewerkers ingevolge de CAO.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 10 jaar na ontslag declaratieformulieren vernietigen 7 jaar na declaratiedatum
Toelichting: Het gaat hier o.a. om:
– ziektekosten
– studiefaciliteiten
– overwerk/onregelmatige dienst
– woon/werk en dienstreizen
– verhuiskosten
– bereik- en beschikbaarheid
– bedrijfshulpverlening (BHV)
Het organiseren en geven van interne cursussen en trainingen ten behoeve van de medewerkers.
Periode: 2002–
Product: naslagwerken, syllabus, brieven
Waardering: V 5 jaar
Het regelen van externe cursussen en trainingen ten behoeve van de medewerkers.
Periode: 2002–
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Het deelnemen aan congressen, studiedagen, symposia en conferenties en het uitbrengen van rapportages.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het toekennen van gratificaties aan medewerkers.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het verlenen van toestemming aan medewerkers voor het verrichten van nevenwerkzaamheden, ingevolge art. 4, derde lid, onderdeel b, van de CAO.
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 10 jaar na beëindiging van de werkzaamheden
Het verplichten van medewerkers te gaan wonen of te blijven wonen in de standplaats.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het inhouden van een bedrag op het salaris van een medewerker en het overmaken hiervan op een spaarloonregeling of op de rekening van de instelling waarbij de medewerker een levensverzekering heeft afgesloten.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het ter beschikking stellen van een lease-auto aan medewerkers.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar na afloop geldigheid
Het ter beschikking stellen van een mobiele telefoon aan medewerkers.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar na afloop geldigheid
Het sluiten van een overeenkomst met individuele medewerkers voor het in eigendom verstrekken van PC-apparatuur en programmatuur.
Periode: 2002–
Product: contracten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het beslissen op een verzoek van een medewerker om feitelijk onjuiste gegevens te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen en verwerkte gegevens die niet langer ter zake doen te verwijderen en te vernietigen op grond van art. 9, vierde lid, Gedragscode internet- en e-mailgebruik CWI (CWI 2003/005).
Periode: 2003–
Product: beschikkingen
Waardering: V 7 jaar
Het berispen van een medewerker bij misbruik van internet, ingevolge art. 11 Gedragscode internet- en e-mailgebruik CWI (CWI 2003/005).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het voeren van de salarisadministratie, ingevolge art. 7, tweede lid, onderdeel d, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: salarisstroken, mutatieverslagen
Waardering: V 7 jaar
Het uitvoeren van loonbeslag.
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 7 jaar
Het voeren van de verlofadministratie.
Periode: 2002–
Product: verlofkaarten
Waardering: V 2 jaar
Het behandelen van aanvragen om verkorting van de arbeidstijd in het kader van het seniorenbeleid.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het behandelen van aanvragen om (ver)koop van roostervrije uren.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar
Het in overleg met de medewerker vaststellen van een 13-wekenrooster ingevolge de CAO.
Periode: 2002–2003
Product: formulieren
Waardering: V 2 jaar
Het verlenen van buitengewoon verlof.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 10 jaar
Toelichting: Deze handeling omvat het verlenen van buitengewoon verlof van korte duur, buitengewoon verlof van lange duur en ouderschapsverlof.
Het voeren van het beheer van de personeelsformatie.
Periode: 2002–
Product: formatieoverzichten
Waardering: V 7 jaar
Het indelen en vaststellen van de aard, het niveau en de waardering van de functies, ingevolge art. 7, tweede lid, onderdeel c, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: functieboeken
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het beslissen op ingediende bezwaren tegen de vastgestelde waardering van de functie.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar
Het verlenen van ontslag aan een medewerker.
Periode: 2002–
Product: ontslagbesluit
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het schorsen van een medewerker.
Periode: 2002–
Product: besluit
Waardering: V 5 jaar
Het beslissen op aanvragen voor wachtgeld bij onvrijwillig vertrek, ingevolge de bovenwettelijke regelingen bij werkloosheid.
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 10 jaar na ontslag
Het inschakelen van externe bureaus t.b.v. loopbaanbegeleiding en outplacement van medewerkers.
Periode: 2002–
Product: contracten, brieven
Waardering: V 7 jaar
Het voeren van het secretariaat van de ontslagcommissie werknemers CWI, ingevolge art. 41, achtste lid, Invoeringswet Wet SUWI (Stb. 2001, 625).
Periode: 2002–
Product: secretariaatsarchief
Waardering: V 5 jaar
Het voor benoeming voordragen van leden van de ontslagcommissie werknemers CWI, ingevolge art. 41, achtste lid, Invoeringswet Wet SUWI (Stb. 2001, 625).
Periode: 2002–
Product: voordrachten
Waardering: V 1 jaar na aftreden/ontslag
Het vaststellen van een regeling ten aanzien van de toekenning van een aanwezigheidsvergoeding en van een vergoeding voor reis- en verblijfkosten aan de voorzitter en leden van de ontslagcommissie werknemers CWI, ingevolge art. 41, achtste lid, Invoeringswet Wet SUWI (Stb. 2001, 625).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het toekennen van een aanwezigheidsvergoeding en van een vergoeding voor reis- en verblijfkosten aan de voorzitter en leden van de ontslagcommissie werknemers CWI, ingevolge art. 41, achtste lid, Invoeringswet Wet SUWI (Stb. 2001, 625).
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 7 jaar
Het instellen van een onderzoek naar aanleiding van een ingediende klacht inzake ongewenste omgangsvormen.
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 5 jaar
Het ter kennis brengen aan de Minister van SZW van aanmerkelijke verschillen tussen de werkelijke en de begrote baten en lasten dan wel inkomsten en uitgaven, ingevolge art. 48, derde lid, Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: kennisgevingen
Waardering: V 7 jaar
Het afsluiten van interne managementcontracten.
Periode: 2002–
Product: contracten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het vaststellen van de beschrijving administratieve organisatie, ingevolge art. 7, derde lid, onderdeel e, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: handboeken
Waardering: B(5)
Het voeren van het financieel beheer.
Periode: 2002– F&C
Product: financiële administratie, verslagen en overzichten
Waardering: V 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan: brondocumenten en boekhoudkundige bescheiden.
Brondocumenten zoals: facturen (crediteuren), kopie facturen (debiteuren), memorial boekingen, dagafschriften van banken en giro’s, kasbescheiden, middelen toewijzing, projectrekeningen, financiële transacties
Het openen en opheffen van bank- en girorekeningen.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar na opheffing van de rekening
Het registeren van financiële gegevens.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 7 jaar
Het sluiten van contracten met verzekeringsmaatschappijen ter dekking van de financiële gevolgen van schades.
Periode: 2002–
Product: contracten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het voorbereiden en vaststellen van het informatiebeleid, ingevolge art. 7, vierde lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het vaststellen van een procedure voor het opstellen en instandhouden van een register waarin ten aanzien van blijvend te bewaren digitale archiefbescheiden gegevens over de toepassingsprogrammatuur en het platform zijn opgenomen, ingevolge art. 20, vierde lid, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt.2003, 124).
Periode: 2002–
Product: procedures
Waardering: B(5)
Het uitvoeren van het informatiebeleid, ingevolge art. 7, vierde lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt o.m. verstaan:
– aanvragen van wijzigingen die betrekking hebben op ICT-infrastructuur en KA.
– het verstrekken van opdrachten
– onderhoud van vaste telefonie, voor wat betreft centrales en vaste lijnen.
Het ontwikkelen en onderhouden van bedrijfsapplicaties.
Periode: 2002–
Product: het systeem als zodanig (applicatie) met toebehoren (criteria voor invoer, gebruiksinstructie, etc)
Waardering: V 7 jaar na vervanging systeem of 1 jaar na conversie van de digitale gegevens naar een nieuwe applicatie ingeval van registratie van: basisgegevens inkomende en uitgaande post, gegevens t.a.v. inkoop en facilitair management en personeelsgegevens
– 7 jaar na vervanging systeem of 7 jaar na conversie van de digitale gegevens naar een nieuwe applicatie ingeval van registratie van financiële gegevens
– 5 jaar na vervanging systeem of 1 jaar na conversie van de digitale gegevens naar een nieuwe applicatie ingeval van registratie van gegevens t.a.v.: het verlenen van ontslagvergunningen, juridische beroeps- en bezwaarschriftenprocedures, het verlenen van tewerkstellingsvergunningen, werkzoekenden en werkgevers en het verzamelen van informatie over de arbeidsmarkt alsmede het verzamelen van gegevens ter informatie van de medewerkers (intranet)
– 5 jaar na vervanging systeem en na conversie van de digitale gegevens naar een nieuwe applicatie ingeval van het verzamelen van informatie over de prestaties van de CWI op al haar hoofddoelstellingen, de prestatie-indicatoren CWI en de productie die de CWI levert.
Het voeren van het functioneel beheer van de informatiesystemen en de informatie-infrastructuur, ingevolge art. 7, vierde lid, onderdeel b, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het instellen van werkgroepen waarin de uitvoeringsorganen samenwerken op het gebied van het beheer van centrale voorzieningen binnen Suwinet, ingevolge de toelichting van art. 6.3 Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: V 5 jaar na opheffing
Het inrichten en het beheer van een centrale elektronische voorziening waarvan de CWI, het UWV en B&W van de gemeenten in het kader van de Wet SUWI gebruik dient te maken, ingevolge art. 6.3, eerste lid, onderdeel a, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar na wijziging
Het inrichten en het beheer van een gemeenschappelijke faciliteit voor de toegangsbeveiliging binnen Suwinet, ingevolge art. 6.3, eerste lid, onderdeel b, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar na wijziging
Het doen van voorstellen aan de minister van SZW over wijziging of aanpassing van Suwinet en het Gegevensregister, ingevolge 6.3, eerste lid, onderdeel d, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: voorstellen
Waardering: V 5 jaar
Het voeren van het beheer van het Gegevensregister SUWI, ingevolge de toelichting van art. 6.3 Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 2 jaar na wijziging
Het voorbereiden en vaststellen van het huisvestingsbeleid.
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s, projectplannen
Waardering: B(4)
Het uitvoeren van het huisvestingsbeleid.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 15 jaar, bouw- en technische tekeningen blijven bewaard zolang gebouw, installatie, ruimte, netwerk e.d. in gebruik is.
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan:
– het verzorgen en begeleiden van bouwkundige activiteiten en onderhoudswerkzaamheden
– het verstrekken, in stand houden en inrichten van technische bedrijfsbenodigdheden, installaties, ruimtes en netwerken
– het nemen van maatregelen op het gebied van beveiliging van mensen, gebouwen, bedrijfsruimten, middelen en goederen
Het sluiten van overeenkomsten tot het (onder)huren, verhuren, kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
Periode: 2002–
Product: overeenkomsten
Waardering: V 10 jaar na vervallen belang
Het sluiten van overeenkomsten met bedrijven over de levering van nutsvoorzieningen (gas, elektra en water).
Periode: 2002–
Product: contracten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het doen van aangifte bij de politie van inbraak en diefstal.
Periode: 2002–
Product: processen-verbaal
Waardering: V 7 jaar
Het opstellen van (meerjaren) onderhouds- en beheersplannen voor gebouwen,
meubilair, machines en apparatuur.
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 10 jaar na vervallen belang
Het opstellen van verhuisplannen.
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 10 jaar na geldigheid
Het opstellen van opleveringsdocumenten van achtergelaten gebouwen.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 10 jaar
Het opstellen van veiligheids- en calamiteitenplannen.
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het verzorgen van de bedrijfshulpverlening.
Periode: 2002–
Product: brieven
Waardering: V 5 jaar
Het voorbereiden en vaststellen van het inkoopbeleid.
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het openbaar aanbesteden van opdrachten.
Periode: 2002–
Product: aankondiging, offertes, gunning
Waardering: V 7 jaar na geldigheid
Het afsluiten van contracten met leveranciers met betrekking tot inkoop van goederen en diensten.
Periode: 2002–
Product: contracten
Waardering: V 7 jaar na geldigheid, offertes waar niet op is ingegaan worden na 1 jaar vernietigd
Het uitvoeren van het inkoopbeleid.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar
Toelichting: onder deze handeling wordt verstaan: het bestellen van goederen zoals kantoorbenodigdheden, inventarisgoederen alsmede apparatuur, zoals audio-visuele apparatuur, reproduktie-apparatuur, e.d. en het inhuren van diensten
Het registreren van gegevens t.a.v. inkoop en facilitair management.
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 7 jaar
1.4.5.3. Documentaire informatievoorziening
Het voorbereiden en vaststellen van beleid op het gebied van documentaire informatievoorziening, ingevolge art. 7, zesde lid, onderdeel a, Organisatiebesluit (Stcrt. 2002, 196).
Periode: 2002–
Product: beleidsplannen, beleidsnota’s
Waardering: B(4)
Het voorbereiden en vaststellen van regels en procedures op het gebied van documentaire informatievoorziening.
Periode: 2002–
Product: regelingen, procedures, handleidingen
Waardering: B(5)
Het opstellen van een basis selectiedocument.
Periode: 2002–
Product: concepten basis selectiedocument
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het vaststellen van een structuurplan documentaire informatievoorziening.
Periode: 2002–
Product: structuurplannen
Waardering: B(5)
Het vaststellen van een controleplan op het gebied van het archiefbeheer, ingevolge art. 19, eerste lid, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt.2003, 124).
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het vaststellen van een totaalrapportage van de uitgevoerde audits ten aanzien van het archiefbeheer, ingevolge art. 19, zevende lid, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt. 2003, 124).
Periode: 2002–
Product: rapporten
Waardering: B(3)
Het registreren van basisgegevens van inkomende en uitgaande documenten, ingevolge art. 7, tweede lid, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt. 2003, 124).
Periode: 2002–
Product: databank
Waardering: V 7 jaar
Het verzorgen van de ter beschikkingsstelling, vervreemding, vervanging, conversie, migratie, vernietiging, overdracht en overbrenging van archiefbescheiden ingevolge art. 11, 12, 15, 16, 17, 18 en 20, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt. 2003, 124).
Periode: 2002–
Product: verklaringen volgens Archiefwet 1995 en Archiefbesluit 1995 en alle metagegevens van blijvend te bewaren archiefbescheiden
Waardering: B(3)
Het overdragen van de basisgegevens in digitale vorm aan het Steinmetzarchief, ingevolge art. 5.11, vierde lid, Regeling SUWI (Stcrt. 2002, 2).
Periode: 2002–
Product: processen-verbaal
Waardering:
Het ter kennis brengen aan de Rijksarchiefinspectie omtrent het onmiddellijk overbrengen van archiefbescheiden naar veilige locaties en omtrent een noodvernietiging alsmede een opgetreden calamiteit die gevaar oplevert voor de archiefbescheiden ingevolge art. 22, eerste, tweede en vierde lid, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt. 2003, 124).
Periode: 2002–
Product: meldingen
Waardering: V 5 jaar
Het vaststellen van een calamiteitenplan voor archiefbescheiden, ingevolge art. 22, derde lid, Regeling archiefbeheer CWI (Stcrt. 2003, 124).
Periode: 2002–
Product: plannen
Waardering: V 5 jaar na geldigheid
Het opzetten, beheren en onderhouden van een kennis- en documentatiecentrum.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 5 jaar
Het aangaan van abonnementen en lidmaatschappen.
Periode: 2002–
Product:
Waardering: V 7 jaar
2. Actor Raad van advies van de Centrale organisatie werk en inkomen
Het adviseren van de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen omtrent het meerjarenbeleidsplan, het jaarplan, het jaarverslag en de begroting, ingevolge art. 3, eerste en achtste lid Wet SUWI (Stb. 2001, 624).
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: B(5)
3. Actor Centrale cliëntenraad van de Centrale organisatie werk en inkomen
Het adviseren van de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen omtrent zaken waarvoor door de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen beslissingen kunnen worden genomen, ingevolge art. 10 en 11 Wet SUWI (Stb. 2001, 624) en de Regeling cliëntenparticipatie, art. 2 (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: adviezen
Waardering: B(1)
Het voeren van overleg met de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen, ingevolge art. 6, eerste lid, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: B(5)
Het opstellen van het activiteitenplan en de begroting, ingevolge art. 9, eerste lid, onderdeel c, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: plannen en begrotingen
Waardering: B(1)
Het instellen van commissies, ingevolge art. 13, eerste lid, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: besluiten
Waardering: B(4)
Het opstellen van een jaarverslag, ingevolge art. 14, vierde lid, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2002–
Product: jaarverslagen
Waardering: B(3)
4. Actor Decentrale cliëntenraad van de Centrale organisatie werk en inkomen
Het voeren van overleg met de districtsmanager, ingevolge art. 7, eerste lid, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2003–
Product: agenda’s, verslagen
Waardering: B(1)
Het opstellen van het activiteitenplan, ingevolge art. 9, eerste lid, onderdeel c, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2003–
Product: plannen
Waardering: B(1)
Het adviseren van de districtsmanager omtrent zaken waarvoor door de CWI-vestigingsmanager beslissingen kunnen worden genomen, ingevolge art. 9, derde lid, onderdeel b, Regeling cliëntenparticipatie (Stcrt. 2002, 243).
Periode: 2003–
Product: adviezen
Waardering: B(1)
Het beslissen op ontslagaanvragen, ingevolge art. 41, eerste lid, Invoeringswet Wet SUWI (Stb. 2001, 625).
Periode: 2002–
Product: beschikkingen
Waardering: V 2 jaar na afgifte beslissing
Toelichting: de beslissing wordt opgenomen in het reguliere personeelsdossier.
1
De gegevens m.b.t. deze paragraaf zijn afkomstig van het rapport De geschiedenis van de openbare arbeidsbemiddeling in Nederland, Research voor Beleid, Leiden 1988 en het rapport Tien jaar tripartiete Arbeidsvoorziening, Zoetermeer 2002.
2
Kamerstuk 1987–1988, 20569, nr. 3 blz. 15.
3
Uit: Memorie van Toelichting van de AVW, Kamerstuk 1987–1988, 20569, nr. 3 blz. 16.
4
Bron: L. Exel, sectoradviseur maritiem van de afdeling Arbeidsmarktkennis &Advies, hoofdkantoor CWI.
5
Pivot is een projectorganisatie die in mei 1991 door de Algemene Rijksarchivaris is ingesteld. De aanleiding daarvoor vormde de (voorgenomen) verkorting van de overbrengingstermijn conform de nieuwe Archiefwet van 50 naar 20 jaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-56-p21-SC74139.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.