Wijziging Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 maart 2006, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/AMI/06/16748, tot wijziging van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 8, derde lid, onder 3°, van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

Artikel I

Paragraaf 29 van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1 komt te luiden:

29

Musici en artiesten

Voor musici en artiesten geldt een vergunningplicht behoudens voor arbeid met een maximale duur van 4 aaneengesloten weken, binnen een tijdsbestek van 13 weken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, jo. tweede lid, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen. Voor zover de vergunningsplicht wel geldt wordt bij een aantal specifieke artistieke functiegroepen in een beperkt aantal branches, te weten dans, klassieke muziek, opera, musical, theater, toneel en cultuurwerkplaatsen in afwijking van artikel 8, eerste lid, onderdeel a en b van de Wav niet getoetst op de aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod en de verplichte vacaturemelding bij de Centrale organisatie werk en inkomen.

Bij een aantal specifieke artistieke functiegroepen is namelijk sprake van een zogenoemde ‘zaaglijn’ die het geheel aan arbeidsplaatsen in de cultuursector in twee segmenten verdeelt. Boven de ‘zaaglijn’ bevindt zich het topsegment gedefinieerd op basis van het bruto jaarinkomen afgeleid maandinkomen gaat als hierna vermeld. Daaronder het segment dat niet wordt vrijgesteld van de toets aan artikel 8, eerste lid, onder a en b van de Wav.

De genoemde salarissen zijn gebaseerd op de CAO Nederlandse Orkesten, de CAO Dans, de CAO Nederlands Theater en ontleent aan de arbeidsvoorwaardenregeling analoog aan de sector Rijk en sector Onderwijs.

Beroepen/functie topsegment

Bruto maand-

salaris1 vanaf

Aanvoerder 2de violen, altviolen en contrabassen

€ 2.383

Acteur

€ 4.233

Artistiek (adjunct) directeur dans/musical/cultuurwerkplaats

€ 2.987

Artistiek leider of artistiek adviseur muziek/opera

€ 4.020

Artistiek projectcoördinator cultuurwerkplaats

€ 2.118

Choreograaf

€ 3.200

Danser/musical artiest

€ 2.071

Dirigent

€ 4.000

Eerste concertmeester

€ 4.077

Eerste- of soloblazer, eerste harpist en eerste paukenist

€ 2.383

Kernbegeleiding afdelingen cultuurwerkplaats

€ 2.536

Ontwerper/vormgever (waaronder decor, kostuum, licht, geluid, video)

€ 1.921

Plaatsvervangend eerste concertmeester

€ 2.683

Regisseur

€ 4.233

Solist muziek/opera

€ 4.000

Solocellist

€ 3.017

Technische (project)specialist cultuurwerkplaats

€ 2.118

Zanger/musical artiest

€ 2.971

1 Bruto maandsalaris wordt van het jaarinkomen herleid.

Deze vrijstelling is mogelijk op grond van de Wav, artikel 8, derde lid, sub 3.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 maart 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

In paragraaf 29 van de Uitvoeringsregels Wav behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wav was aangegeven dat voor musici en artiesten een vergunningsplicht geldt.

Binnen de kringen van werkgevers in de kunstensector is aangegeven dat daardoor knelpunten ontstaan bij het inhuren van specifieke artistieke functies binnen een aantal branches, te weten dans, klassieke muziek, opera, musicals, theater, toneel en cultuurwerkplaatsen.

Om aan deze bezwaren tegemoet te komen wordt in de onderhavige regeling geregeld dat voor deze specifieke artistieke functies niet getoetst wordt op de aanwezigheid van prioriteitgenietend aanbod en verplichte vacaturemelding bij de Centrale organisatie werk en inkomen. Het idee daarachter is dat door het vereenvoudigen van de procedure de internationale mobiliteit binnen de branche wordt bevorderd.

Genoemde specifieke functies komen voor vrijstelling van de toets aan prioriteitgenietend aanbod en de verplichte vacaturemelding in aanmerking indien wordt voldaan aan de hoogte van het maandsalaris per beroep/functie.

Deze vrijstelling is mogelijk op grond van artikel 8, derde lid, onder 3° van de Wet arbeid vreemdelingen en past in het vigerende beleid om – waar nodig – samen met sectoren te bezien hoe de tewerkstellingsvergunningsplicht zó kan worden ingevuld dat rekening wordt gehouden met arbeidsmarktkenmerken van de branche.

De genoemde bruto salarissen zullen jaarlijks worden herzien als gevolg van wijzigingen in de hier bedoelde CAO’s. Uitgangspunt blijft altijd de laatst geldende bedragen conform de branche-CAO’s.

In het algemeen wordt nog opgemerkt, dat indien de Arbeidsinspectie te kennen heeft gegeven dat uit hoofde van de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet 1998 geen bezwaar bestaat tegen het optreden van jeugdigen vreemdelingen, in het kader van de uitvoering van de Wav de in artikel 9 van het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wav vervatte leeftijdsgrens niet wordt tegengeworpen.

Met deze wijziging wordt paragraaf 29 in overeenstemming gebracht met het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, jo. tweede lid).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 1995, 168; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 december 2005, nr. 246.

Naar boven