Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2006, 54 pagina 18 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2006, 54 pagina 18 | Besluiten van algemene strekking |
Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 9 maart 2006, nr. WJZ 6018558, houdende de aanwijzing van een rechtspersoon als elektriciteitsbeurs en de goedkeuring van het beursreglement van een elektriciteitsbeurs
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 86e van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. minister: de Minister van Economische Zaken;
b. de wet: de Elektriciteitswet 1998;
c. elektriciteitsbeurs: een beurs als bedoeld in artikel 86e van de wet;
d. reglement: het beursreglement, bedoeld in artikel 86e, tweede lid, van de wet.
De minister wijst een rechtspersoon die overeenkomstig artikel 3 een aanvraag heeft ingediend als elektriciteitsbeurs aan en keurt het reglement goed als die rechtspersoon aan de in artikel 4 gestelde criteria voldoet.
Onverminderd artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, overlegt een rechtspersoon die als elektriciteitsbeurs wil worden aangewezen bij de aanvraag:
a. het reglement;
b. de statuten.
De minister wijst een rechtspersoon als elektriciteitsbeurs aan en keurt het beursreglement goed indien naar zijn oordeel tenminste:
a. voldoende voorzieningen zijn getroffen om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de elektriciteitsbeurs, alsmede van het bestuur en het personeel te waarborgen;
b. voldoende voorzieningen zijn getroffen om de leveringszekerheid te waarborgen;
c. voldoende voorzieningen zijn getroffen om de financiële soliditeit van de elektriciteitsbeurs te waarborgen;
d. voldoende voorzieningen zijn getroffen om de vertrouwelijkheid van gegevens die de elektriciteitsbeurs bij de uitvoering van de werkzaamheden ter beschikking krijgt te waarborgen;
e. voldoende voorzieningen zijn getroffen om manipulatie, malversatie of het nemen van onverantwoorde risico’s door marktdeelnemers te voorkomen;
f. de praktische uitvoerbaarheid van de elektriciteitsbeurs voldoende is gewaarborgd.
Deze beleidsregel is ook van toepassing op aanvragen die zijn ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel, maar waarop op dat tijdstip niet is beslist.
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze beleidsregel wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.
De Minister van Economische Zaken wijst op grond van artikel 86e van de Elektriciteitswet 1998 één of meerdere rechtspersonen aan die tot taak hebben een beurs tot stand te brengen of in stand te houden. Daarnaast dient de minister op grond van artikel 86e van de Elektriciteitswet 1998 het beursreglement van zo’n rechtspersoon goed te keuren. De bedoeling van artikel 86e is veilig te stellen dat er tenminste één beurs is. Een elektriciteitsbeurs is immers van belang voor de liquiditeit en transparantie van de elektriciteitsmarkt. Een aanwijzing is niet-exclusief: er kunnen meerdere rechtspersonen worden aangewezen als elektriciteitsbeurs. In deze beleidsregel worden criteria geformuleerd die ik hanteer bij de uitoefening van mijn bevoegdheid een rechtspersoon aan te wijzen als elektriciteitsbeurs en het beursreglement van zo’n rechtspersoon goed te keuren.
2. Verhouding met andere wetgeving
Het spreekt vanzelf dat de aanwijzing als beurs op grond van artikel 86e van de Elektriciteitswet 1998 andere wetgeving die van toepassing is op beursactiviteiten onverlet laat. Zo is, als de elektriciteitsbeurs onder het bereik van de Wet Toezicht effectenverkeer 1995 valt, een erkenning op grond van die wet van de Minister van Financiën nodig.
3. Non-exclusiviteit van de aanwijzing
Een aanwijzing is, zoals hierboven reeds opgemerkt, niet exclusief in die zin dat slechts één rechtspersoon wordt aangewezen als elektriciteitsbeurs. Integendeel, elke rechtspersoon die daarom verzoekt en voldoet aan de criteria die in deze beleidsregel worden gesteld, wordt aangewezen. Bovendien is een aanwijzing juridisch geen voorwaarde om een beurs te mogen oprichten of in werking te mogen hebben. Dit niet-exclusieve karakter spoort met de bedoeling van de wetgever.
Indien geen rechtspersoon als elektriciteitsbeurs is aangewezen en geen aanvraag tot aanwijzing van een elektriciteitsbeurs is ingediend of geen aanvraag is ingediend die voor toewijzing in aanmerking komt, wijst de minister ambtshalve een rechtspersoon als elektriciteitsbeurs aan en keurt hij het reglement van die elektriciteitsbeurs goed. In dat geval is artikel 4 van overeenkomstige toepassing.
De administratieve lasten van deze beleidsregel zijn naar verwachting laag. Degene die als beurs wil worden aangewezen, moet éénmalig een tweetal documenten overleggen, die essentieel zijn bij de uitoefening van de bevoegdheid een elektriciteitsbeurs aan te wijzen en de reglementen goed te keuren, te weten de reglementen en de statuten. De administratieve lasten bestaan uitsluitend uit toezending van deze twee documenten. De informatieverplichtingen zijn zo beperkt mogelijk gehouden. Er is bijvoorbeeld van afgezien jaarrekeningen en dergelijke op te vragen. Hierbij kan nog worden aangetekend dat de verplichting de beursreglementen te overleggen impliciet al uit artikel 86e van de Elektriciteitswet 1998 volgt. Gelet op de beperkte kosten van de toezending van genoemde documenten en dat naar verwachting slecht enkele bedrijven een aanwijzing zullen vragen, zullen de administratieve lasten van deze beleidsregel naar alle waarschijnlijkheid zeer beperkt zijn en in ieder geval ruim beneden de € 10.000,– liggen.
6. Uitvoering, toezicht en handhaving
De aangewezen rechtspersoon is in eerste instantie verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de beurs. De raad van bestuur van de Nederlandse mededingingsautoriteit houdt toezicht op de beurs, voor zover die wordt gereguleerd door bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 gestelde regels (artikel 5 Elektriciteitswet 1998). Indien de raad van bestuur een overtreding van deze regels constateert, kan zij overgaan tot handhavend optreden, bijvoorbeeld door het opleggen van een last onder dwangsom (artikel 77g en 77h Elektriciteitswet 1998) of een bestuurlijke boete (artikel 77g en 77i Elektriciteitswet 1998). Het toezicht door de raad van bestuur op basis van de Elektriciteitswet 1998 laat uiteraard het toezicht door andere toezichthouders of op grond van andere wetgeving onverlet.
De Minister van Economische Zaken zal een aangewezen elektriciteitsbeurs in het licht van de belangen die de Elektriciteitswet 1998 beoogt te beschermen, kritisch volgen. Dit kan er in voorkomende gevallen toe leiden dat een aanwijzing of een goedkeuring wordt ingetrokken.
In dit artikel worden enkele in deze beleidsregel gebruikte begrippen gedefinieerd.
In onderdeel c wordt het begrip ‘elektriciteitsbeurs’ gedefinieerd. Een beurs is een fysieke of virtuele plek waar vraag naar en aanbod van goederen of diensten – in dit geval elektriciteit – bijeen worden gebracht en vervolgens transacties tot stand komen.
Onderdeel d heeft betrekking op het beursreglement. Hierin worden regels gesteld met betrekking tot de rechten en plichten die de beurs en marktdeelnemers jegens elkaar hebben. In verband met het belang van het reglement voor het eerlijk, transparant en efficiënt functioneren van de beurs, behoeft het reglement de goedkeuring van de Minister van Economische Zaken (artikel 86e, tweede lid van de Elektriciteitswet 1998).
Dit artikel bepaalt dat elke rechtspersoon die een (volledige) aanvraag indient en voldoet aan de aanwijzingscriteria, als beurs wordt aangewezen. Hieruit blijkt dat een aanwijzing niet exclusief is. Verwezen wordt naar punt 3 van het algemene deel van deze toelichting.
In dit artikel is bepaald welke gegevens, onverminderd artikel 4:2 Awb, bij een aanvraag om aanwijzing als elektriciteitsbeurs moeten worden overlegd.
In onderdeel a is bepaald dat het reglement moet worden overgelegd. Dit spreekt vanzelf. Het reglement is aan goedkeuring van de Minister van Economische Zaken onderworpen. Een rechtspersoon die niet beschikt over een goedgekeurd reglement zal niet als elektriciteitsbeurs worden aangewezen.
Onderdeel b bepaalt dat de statuten van de rechtspersoon die om een aanwijzing verzoekt, moeten worden overgelegd. De statuten bevatten naast en in aanvulling op het reglement relevante gegevens voor de beoordeling of de beurs voldoet aan de criteria in artikel 4. Zo kunnen de statuten regels bevatten die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van de beurs en bij die beurs betrokken personen.
In dit artikel worden de materiële criteria gesteld die de minister hanteert bij de beoordeling of een rechtspersoon kan worden aangewezen als elektriciteitsbeurs.
In onderdeel a is bepaald dat voldoende gewaarborgd moet zijn dat de beurs, alsmede het bestuur en het personeel, onpartijdig en onafhankelijk is. Het spreekt vanzelf dat voor het goed functioneren van de beurs essentieel is dat de beurs zelf of bij de beurs betrokken personen onafhankelijk zijn, in die zin dat zij direct noch indirect een eigen belang mogen hebben bij de transacties die op de beurs plaatsvinden. Hiervoor zouden in de statuten voorzieningen kunnen worden getroffen, onder meer door regels te stellen ten aanzien van de zeggenschapsverhoudingen binnen de rechtspersoon en de samenstelling van het bestuur (incomptabiliteiten). Ook in het reglement zouden voorzieningen kunnen worden getroffen. Hierbij kan worden gedacht aan een bepaling waarin de beurs zich verplicht zich ten opzichte van de marktdeelnemers onpartijdig en onafhankelijk op te stellen. Dit biedt die marktdeelnemers een extra waarborg. Overigens bevat artikel 86e, vijfde lid, van de Elektriciteitswet 1998 een waarborg voor onafhankelijkheid van de beurs.
In onderdeel b is bepaald dat de leveringszekerheid voldoende moet zijn gewaarborgd. De elektriciteitsbeurs zal zo vorm moeten zijn gegeven dat er geen risico’s voor de leveringszekerheid ontstaan. Het beursreglement lijkt de meest geschikte plaats om daarvoor voorzieningen te treffen. Hierbij kan worden gedacht aan toelatingseisen aan markdeelnemers, de wijze waarop de transacties tot stand komen, en bewaking van de kredietwaardigheid van marktdeelnemers.
Onderdeel c bepaalt dat de beurs zo vormgegeven moet zijn dat de financiële soliditeit is gewaarborgd. Financiële soliditeit is van groot belang voor het vertrouwen van de marktdeelnemers in de beurs en in het verlengde daarvan voor hun bereidheid elektriciteit via de beurs te verhandelen. Hoewel waterdichte garanties nooit te geven zijn, kunnen er wel voorzieningen worden getroffen die de financiële risico’s voor de beurs kunnen beperken. Ook hierbij kan gedacht worden aan toelatingseisen aan de marktdeelnemers, eisen aan de kredietwaardigheid van de marktdeelnemers, en de wijze waarop het tot stand komen van transacties op de beurs is vormgegeven.
In onderdeel d is bepaald dat de vertrouwelijkheid van gegevens waarover de beurs bij de uitvoering van zijn taak de beschikking krijgt voldoende moet zijn gewaarborgd. Hieraan kan uitvoering worden gegeven door in het beursreglement vertrouwelijkheidsbepalingen op te nemen voor zowel de beurs als de marktdeelnemers. Dit kan (gedeeltelijk) worden gezien als een concrete invulling van artikel 86e, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998.
In onderdeel e is bepaald dat voorzieningen moeten zijn getroffen om te verzekeren dat de marktdeelnemers niet manipuleren, malverseren of onverantwoorde risico’s nemen. Het spreekt vanzelf dat het voor een eerlijke en transparante handel essentieel is dat er voorzieningen worden getroffen die manipulatie, malversaties en onverantwoorde risico’s zoveel mogelijk beperken. Het beursreglement is de meest geschikte plaats om dergelijke voorzieningen te treffen. Ook hierbij kan aan toelatings- en kredietwaardigheidseisen aan deelnemers aan de elektriciteitsbeurs worden gedacht.
In onderdeel f is ten slotte bepaald dat de beurs als geheel praktisch uitvoerbaar moet zijn. Het gaat er om dat voldoende aannemelijk is dat de beurs zodanig is vormgegeven dat zij efficiënt en effectief functioneert en in het verlengde daarvan een bijdrage levert aan de liquiditeit en transparantie van de elektriciteitsmarkt als geheel.
In dit artikel is bepaald dat aanvragen die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn ingediend, maar waarop op dat tijdstip niet is beslist, worden afgedaan met toepassing van deze beleidsregel. Dit bevordert de rechtsgelijkheid tussen degenen die een elektriciteitsbeurs willen opstarten.
De Minister van Economische Zaken,
L.J. Brinkhorst
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-54-p18-SC74233.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.