Regeling dualisering gemeentelijke en provinciale medebewindsbevoegdheden OCW

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 maart 2006, nr. WJZ/2006/2375(8183), houdende de wijziging van enige regelingen op het beleidsterrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met de dualisering van gemeente- en provinciebesturen (Regeling dualisering gemeentelijke en provinciale medebewindsbevoegdheden OCW)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 28, tweede lid, en 118i, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 8.1.8, tweede lid, en 8.3.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de artikelen 47a, tweede lid, en 162c, derde lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 7.52, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en artikel 17, vijfde lid, van de Financiële Verhoudingswet;

Besluit:

Artikel I

Wijziging Regeling CRI-HO 1996

Artikel 3 van de Regeling CRI-HO 1996 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘door de gemeente uit de basisadministratie persoonsgegevens verstrekt’ vervangen door: door burgemeester en wethouders uit de basisadministratie persoonsgegevens verstrekt.

2. In het vierde lid wordt ‘Indien de gemeente de gegevens, bedoeld in het derde lid, niet kan verstrekken’ vervangen door: Indien burgemeester en wethouders de gegevens, bedoeld in het derde lid, niet kunnen verstrekken.

Artikel II

Wijziging Uitvoeringsregeling Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten

In artikel 5, vijfde lid, van de Uitvoeringsregeling Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten wordt ‘Het gemeentebestuur dient’ vervangen door: Burgemeester en wethouders dienen.

Artikel III

Wijziging Regeling verbreding onderwijskansenbeleid

In artikel 8, eerste lid, van de Regeling verbreding onderwijskansenbeleid wordt ‘Gemeenten die op grond van deze regeling een specifieke uitkering ontvangen werken mee’ vervangen door: Burgemeester en wethouders van gemeenten die op grond van deze regeling een specifieke uitkering ontvangen werken mee.

Artikel IV

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 8 maart 2006.

Artikel V

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling dualisering gemeentelijke en provinciale medebewindsbevoegdheden OCW.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

In 2002 en 2003 heeft de dualisering zijn intrede gedaan in de gemeenten en provincies. Daarmee werd beoogd de posities van de gemeenteraad en provinciale staten (PS) enerzijds en het college van burgemeester en wethouders (B&W) en college van gedeputeerde staten (GS) anderzijds te ontvlechten en te verduidelijken. Onderdeel van die ontvlechting is een herverdeling van bestuursbevoegdheden met als uitgangspunt dat bestuursbevoegdheden zoveel mogelijk worden geconcentreerd bij het college van burgemeester en wethouders respectievelijk gedeputeerde staten. Daartoe zijn met ingang van 8 maart 2006 de medebewindswetten en medebewindsbesluiten aangepast (zie Stb. 2005, 530, 531, 532, 533, 534, 535, 574 en Stb. 2006, 109). Met deze aanpassingsregeling worden de ministeriële regelingen op het beleidsterrein van OCW, die zijn gebaseerd op de gewijzigde medebewindswetgeving en besluit, met de dualiseringsgedachte in overeenstemming gebracht. Bepalingen die niet meer relevant zijn, worden niet aangepast teneinde onnodige regelgeving te voorkomen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven