Wijziging Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II
Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 maart 2006, nr. TRCJZ/2006/768, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II (versoepeling maatregelen ten aanzien van postduiven en sierduiven)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op beschikking 2005/734/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L274);
Gelet op artikel 17, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
Artikel I
Artikel 4, derde lid, van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b komt te luiden:
b. gedurende het ganzenflappen;.
2. In onderdeel c, onder 3°, wordt ‘aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt.’ vervangen door: aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt, en.
3. Na het onderdeel c wordt het volgende onderdeel toegevoegd:
d. voor de houder van postduiven of sierduiven, niet zijnde voor consumptie gehouden duiven (columba livia), indien het verstrekken van voedsel en water aan de bedoelde duiven plaatsvindt in een ruimte die tenminste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking op 15 maart 2006.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp.
Toelichting
Sinds 20 februari 2006 is de verplichting om pluimvee af te schermen en aldus te voorkomen dat het pluimvee in contact komt met trekvogels en hun uitwerpselen opnieuw van kracht. Bij de onderhavige regeling wordt de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II1 gewijzigd en worden post- en sierduiven uitgezonderd van de afschermverplichting.
In recent onderzoek met duiven die waren geïnfecteerd met hoogpathogene AI, type H5N1 is gebleken dat slechts een beperkt aantal duiven kon worden geïnfecteerd met dit virus, en dat duiven die in direct contact met deze dieren werden geplaatst niet geïnfecteerd raakten. Bovendien is gebleken dat in dit onderzoek geen transmissie van het AI-virus naar gedomesticeerd pluimvee heeft plaatsgevonden. Voorts heeft het Permanente Comité voor de Voedselveiligheid en Diergezondheid op 8 maart 2006 een verklaring met betrekking tot de gevoeligheid van duiven voor Aviaire Influenza vastgesteld waarin de lidstaten van de Europese Unie geadviseerd worden een aantal maatregelen te treffen. Het afschermen van post- en sierduiven behoort niet tot deze maatregelen.
Gelet op het bovenstaande is het mogelijk de maatregelen ten aanzien van post- en sierduiven te versoepelen. Op grond van deze wijzigingsregeling worden houders van deze duiven derhalve uitgezonderd van de verplichting hun dieren af te schermen of op te hokken onder de voorwaarde dat zij voedsel en water aan hun dieren verstrekken in een ruimte die tenminste van de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt. Aangenomen mag worden dat de postduiven en sierduiven niet verder dan twee kilometer van het verblijf waar zij van voedsel worden voorzien zullen vliegen.
Het verbod op wedvluchten met en verzamelen van duiven blijft gehandhaafd. De maatregelen ten aanzien van voor consumptie gehouden duiven blijven ongewijzigd van kracht.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal,
R.M. Bergkamp