Aanpassing Wuv-uitkeringen Indonesië 2006

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 maart 2006, nr. OHW-U-2658579, houdende aanpassing per 1 januari 2006 van de Wuv-uitkeringen Indonesië

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 18, zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945;

Besluit:

Artikel 1

1. De grondslag, bedoeld in artikel 8, derde lid, onder b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, zoals deze gold ter vaststelling van de uitkeringen sedert 1 januari 2005, wordt met ingang van 1 januari 2006 verhoogd met 34,21 procent.

2. De bedragen, genoemd in artikel 8, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, worden met ingang van 1 januari 2006 vastgesteld op 3.141.597 rupiah respectievelijk 7.869.214 rupiah.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C.I.J.M. Ross-van Dorp.

Toelichting

Op grond van artikel 18, zesde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv) worden de grondslagen van de uitkeringen ingevolge deze wet voor hen die in Indonesië wonen herzien indien de ontwikkeling van de lonen en de prijzen daartoe aanleiding geven. De uitkeringen van deze gerechtigden worden overeenkomstig de wet – in afwijking van andere buitenlanden – vastgesteld in plaatselijke valuta.

Het Indonesische Bureau voor de Statistiek heeft het officiële inflatiepercentage voor 2005 vastgesteld op 17,11. In overeenstemming hiermee worden de grondslagen van de uitkeringen voor in Indonesië woonachtige gerechtigden per 1 januari 2006 met dit percentage verhoogd.

Voorts worden de grondslagen aangepast in verband met niet-gedekte medische kosten. Op grond van de Wuv hebben gerechtigden met een uitkering rond de minimumgrondslag recht op compensatie van de premie voor hun ziektekostenverzekering. Wuv-gerechtigden in Indonesië, die bijna allemaal een uitkering op of rond de minimumgrondslag hebben, kunnen zich niet tegen ziektekosten verzekeren en moeten medische behandelingen zelf betalen. Omdat de in Indonesische woonachtige Wuv-gerechtigden dus geen premie voor een ziektekostenverzekering betalen, kunnen ze ook niet in aanmerking komen voor deze compensatie, terwijl de behoefte daaraan, in verband met de niet-gedekte medische kosten, zeker zo groot is als bij diegenen die hiervoor wel in aanmerking kunnen komen. Daarom is per 1 januari 2002 besloten, handelend in de geest der wet, de grondslagen in rupiah structureel te verhogen met 14,6 procent.

Naar aanleiding van berichten van de Nederlandse Ambassade te Jakarta dat de grondslagen in Indonesië niet langer voorzien in het door de wetgever beoogde reële inkomensniveau, heeft onderzoeksbureau PricewaterhouseCoopers in 2004 berekend op welk niveau de grondslagen in Indonesië zouden moeten worden vastgesteld om een vergelijkbaar relatief niveau te bereiken als in het peiljaar 1986. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek zijn met het besluit van 17 maart 2005 (OHW/U-2564368) de rupiah-grondslagen aangepast met terugwerkende kracht tot 1 februari 2004. Bij die aanpassing is ten onrechte de eerdergenoemde verhoging van 14,6 procent niet meegenomen.

De totale herziening per 1 januari 2006 van de uitkeringen ingevolge artikel 18, zesde lid, van de Wuv bestaat uit 34,21 procent: (100 + 17,11) × (100 + 14,6)/100–100 = 34,21 procent.

Omdat het in feite gaat om een ‘oude’ verhoging is bij de raming van de Wuv-uitgaven over 2006 en volgende jaren al met de financiële consequenties van de extra grondslagverhoging van 14,6 procent rekening gehouden (€ 275.000). De inflatiecorrectie van 17,11 procent wordt gefinancierd uit de loon- en prijsbijstelling.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C.I.J.M. Ross-van Dorp

Naar boven