Wijziging Beschikking casinospelen 1996

Beschikking van de Minister van Justitie van 14 februari 2006, nr. 5375896/05/DSP, tot wijziging van de Beschikking casinospelen 1996

De Minister van Justitie,

Overwegende dat de verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken voor het beleid, de regelgeving en de uitvoering met betrekking tot casinospelen bij Besluit van 23 februari 2004 (Staatsblad 2004, nr. 78) is overgedragen aan de Minister van Justitie;

Overwegende dat de raming van de ontvangsten en het beheer van de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland per 1e suppletoire wet 2004 door de Minister van Economische Zaken is overgedragen aan de Minister van Financiën;

Overwegende dat de Minister van Justitie thans als enige verantwoordelijk is voor het beleid inzake casinospelen en dat de Minister van Financiën als enige verantwoordelijk is voor het beheer met betrekking tot de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland;

Overwegende dat de genoemde bevoegdheidsverdeling noodzaakt tot een wijziging van de Beschikking casinospelen 1996;

Overwegende het verzoek van de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland, van 7 juni 2005, tot wijziging in de Beschikking casinospelen 1996 van de naam van het casinospel Big Wheel in Money Wheel;

Gelet op de artikelen 27h en 27i van de Wet op de kansspelen;

Gezien de adviezen van het College van toezicht op de kansspelen van 24 februari 2005, nr. C.131/05 en 25 augustus 2005, nr. C.626/05;

Besluit:

Artikel I

De Beschikking casinospelen 1996 te wijzigen als volgt:

A

Artikel 1, onderdeel b komt te luiden als volgt:

b. de minister: de Minister van Justitie;

B

Artikel 3, tweede tot en met vierde lid, komt te luiden als volgt:

2. Het huisreglement en het spelreglement van de stichting, alsmede de wijziging daarvan, behoeven de voorafgaande goedkeuring van de minister.

3. De Minister van Financiën benoemt de voorzitter en de leden van de raad van commissarissen van de stichting, na daarover overleg te hebben gevoerd met de minister.

4. De raad van commissarissen van de stichting benoemt het bestuur. Van de voorgenomen benoeming van de voorzitter en de leden van het bestuur wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de Minister van Financiën en aan de minister. De benoeming vindt slechts plaats indien de Minister van Financiën binnen een periode van acht weken na ontvangst van de kennisgeving van het voornemen daartegen geen bezwaar heeft gemaakt. De Minister van Financiën voert daarover binnen deze periode overleg met de minister.

C

In artikel 3, vijfde en zesde lid, artikel 4, derde tot en met zesde lid, artikel 7, eerste en derde lid, artikel 13, eerste lid, artikel 15, tweede lid en artikel 22 (nieuw) wordt het woord ‘ministers’ gewijzigd in ‘minister’.

D

In artikel 4, eerste lid, onder g. wordt de naam van het casinospel ‘Big Wheel’ gewijzigd in ‘Money Wheel’.

E

Aan artikel 7 wordt een vierde lid toegevoegd, wat komt te luiden als volgt:

4. De kosten verbonden aan de in het eerste lid bedoelde goedkeuring en controle zijn voor rekening van de stichting.

F

Artikel 9b, eerste lid, komt te luiden als volgt:

1. De stichting kan bij casinospelen of kansspelautomaten prijzen in annuïteiten uitkeren, mits het uit te keren prijsbedrag wordt gekapitaliseerd in een contante waarde en de aanspraak daarop wordt ondergebracht bij een financiële instelling als bedoeld in de Wet identificatie bij dienstverlening.

G

Artikel 10, eerste lid, komt te luiden als volgt:

1. De stichting treft de maatregelen en voorzieningen die noodzakelijk zijn voor een behoorlijk toezicht op de toegang tot het speelcasino en die noodzakelijk zijn voor het handhaven van de orde en rust in de speelzaal. Voor zover hiervoor gebruik wordt gemaakt van beveiligingsbeambten zijn deze gediplomeerd overeenkomstig de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

H

Artikel 11 komt te luiden als volgt:

Artikel 11

Het entreebewijs wordt door de stichting slechts afgegeven nadat de identiteit en de leeftijd van de bezoeker op deugdelijke wijze zijn vastgesteld en na betaling van het verschuldigde entreebedrag.

I

Artikel 17 komt te luiden als volgt:

Artikel 17

1. De netto-opbrengst van alle krachtens deze vergunning georganiseerde activiteiten, zijnde het verschil tussen de bruto-opbrengst en de som van de voor prijzen bestemde bedragen en de exploitatiekosten, wordt, nadat ten laste daarvan nog een eventuele door de Minister van Financiën goed te keuren reservering ten behoeve van het eigen vermogen is gebracht en voorzover de liquiditeit zulks toelaat, afgedragen aan de Staat.

2. De stichting zendt binnen één maand na het einde van elk kwartaal aan de minister en aan het college een verslag betreffende het financiële verloop, alsmede andere door de minister noodzakelijk geachte gegevens.

3. De stichting verstrekt desgevraagd aan de minister alle gevraagde inlichtingen, desgewenst voorzien van een accountantsverklaring.

J

De artikelen 19, 20, 21, 24 en 25 komen te vervallen. In verband hiermee worden de huidige artikelen 22 en 23 vernummerd in de artikelen 19 en 20 en worden de huidige artikelen 26 tot en met 30 vernummerd in de artikelen 21 tot en met 26.

K

Het nieuwe artikel 19 komt te luiden als volgt:

Artikel 19

De stichting stelt na afloop van elk boekjaar een jaarrekening en een jaarverslag op welke voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek. Binnen acht weken na vaststelling van de jaarrekening, zendt het bestuur van de stichting kopieën van de jaarrekening, het jaarverslag, het accountantsverslag en de accountantsverklaring aan de minister en aan het college.

L

Het nieuwe artikel 20 komt te luiden als volgt:

Artikel 20

1. Het bestuur van de stichting zendt een afschrift van het beleidsplan aan de minister.

2. Indien verschillen van mening bestaan tussen de minister en de stichting ten aanzien van de algemene lijnen van het door de stichting te voeren beleid, met uitzondering van het financiële beleid, volgt de stichting de aanwijzingen van de minister op.

Artikel II

Deze Beschikking treedt in werking op 1 april 2006 en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 14 februari 2006.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de Directeur Sanctie- en Preventiebeleid, M.C.A. Blom.

Naar boven