Wijziging Volmachtregeling VWS en Mandaatregeling VWS

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 februari 2006, nr. DWJZ/BWJP-2657683, houdende wijziging van de Volmachtregeling VWS en de Mandaatregeling VWS

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

In overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Besluit:

Artikel I

De Volmachtregeling VWS1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10, eerste lid, komt te luiden:

1. De volgende functionarissen hebben volmacht ten aanzien van het verrichten van rechtshandelingen die tot hun werkterrein behoren:

a. de Directeuren-Generaal en de Directeuren van een beleidsdirectie, stafeenheid of facilitaire eenheid van het kernministerie;

b. de Directeur-Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de directeuren;

c. de Directeur van het Nederlands Vaccin Instituut;

d. de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg;

e. de Hoofdinspecteur Jeugdzorg;

f. de Directeur van het agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg;

g. de Directeur van het agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen;

h. de Directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau;

i. de Algemeen Secretaris van de Gezondheidsraad;

j. de Algemeen Secretaris van de Raad voor Gezondheidsonderzoek;

k. de Secretaris van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling;

l. de Algemeen Secretaris van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg;

m. de hoofden van de direct onder de functionarissen, genoemd onder a tot en met l, ressorterende organisatie-eenheden tot een bedrag van € 25.000.

B

In artikel 12, vijfde lid en artikel 13, vijfde lid, wordt steeds de zinsnede ‘artikel 10, eerste lid, onder b tot en met m’ vervangen door: artikel 10, eerste lid, onder a tot en met m.

C

In artikel 16, tweede lid, onder a en b, wordt steeds de zinsnede ‘artikel 10, eerste lid, onder n’ vervangen door: artikel 10, eerste lid, onder m.

Artikel II

De Mandaatregeling VWS2 wordt als volgt gewijzigd.

A

Artikel 10, onder f, komt te luiden:

f. de Inspecteur-Generaal, de Directeur van de Dienst Uitvoering, de Directeur Bedrijfsvoering en de Directeur Toezichtsbeleid en Communicatie van de Voedsel en Waren Autoriteit;

B

Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

2. In afwijking van artikel 10 hebben de Secretaris-Generaal en de Directeur Wetgeving en Juridische Zaken mandaat tot het nemen van beslissingen op bezwaar.

Artikel III

Deze regeling treedt voor wat betreft de bepalingen die betrekking hebben op de VWA in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006 en treedt voor wat betreft de bepaling die betrekking heeft op het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu is met ingang van 1 januari 2005 gereorganiseerd. Naast sectordirecteuren kent het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu met ingang van die datum ook directeuren van stafdirecties. Derhalve is de term ‘sectordirecteuren’ in de mandaat- en volmachtregeling VWS vervangen door de term ‘directeuren’.

Met ingang van 1 januari 2006 is de organisatie van de Voedsel en Waren Autoriteit (hierna te noemen: de VWA) gewijzigd.

– Dientengevolge wordt nu aan de Inspecteur-Generaal, de Directeur van de Dienst Uitvoering, de Directeur Bedrijfsvoering en de Directeur Toezichtsbeleid en Communicatie van de Voedsel en Waren Autoriteit de bevoegdheid verleend om namens de Minister van VWS besluiten te nemen.

– Aangezien het beheer van de VWA onder het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ressorteert, verricht de VWA de voor dat beheer noodzakelijke rechtshandelingen namens de minister van dat ministerie. De bevoegdheid om namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het beheer van de VWA noodzakelijke rechtshandelingen te verrichten is dientengevolge komen te vervallen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

  • 1

    Stcrt. 1996, 61; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 10 december 2004 (Stcrt. 246 en 254).

  • 2

    Stcrt. 1999, 182; Stcrt. 2002, 33, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 10 december 2004 (Stcrt. 246 en 254).

Naar boven