Instellingsbesluit Verificatiecommissie monitoring- en evaluatieprogramma Near Shore Windpark

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. MEP-NSW: monitoring en evaluatieprogramma Near Shore Windpark;

b. de commissie: de Verificatiecommissie monitoring en evaluatieprogramma Near Shore Windpark;

c. de projectorganisatie MEP-NSW: het samenwerkingsverband tussen SenterNovem en het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ);

d. de minister: de Minister van Economische Zaken.

Artikel 2

1. Er is een Verificatiecommissie monitoring en evaluatieprogramma Near Shore Windpark.

2. De commissie heeft tot taak:

a. het werk te beoordelen van de projectorganisatie MEP-NSW, zoals beschreven in het monitoring en evaluatieprogramma Near Shore Windpark (26 oktober 2001) en uitgewerkt in de Protocollen projectorganisatie MEP-NSW (2001);

b. de minister te rapporteren en adviseren over haar bevindingen.

Artikel 3

1. De commissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en ten hoogste zes andere leden.

2. De leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de minister.

3. De commissie kan uit haar midden een of meer plaatsvervangende voorzitters aanwijzen.

4. Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden voor een periode van vier jaar tot lid benoemd:

a. de heer ir. J.P. van Soest, te Pijnacker, tevens voorzitter;

b. de heer ir. H.J. van Grol, te Bergen;

c. de heer drs. C. Hörchner, te Rotterdam;

d. de heer dr. G. van der Lee, te Wehl;

e. de heer ir. W. Schoonmade, te Buren;

f. de heer prof. dr. ir. J.H. Vugts, te Den Haag;

g. de heer prof. dr. W.J. Wolff, te Haren.

Artikel 4

De commissie wijst een secretaris aan.

Artikel 5

De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 6

De commissie stelt jaarlijks een rapportage op waarin zij haar bevindingen vastlegt ten aanzien van de wijze waarop de projectorganisatie MEP-NSW heeft gefunctioneerd in het bijzonder in relatie tot de Protocollen projectorganisatie MEP-NSW (2001). Het rapport wordt binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar aan de minister toegezonden.

Artikel 7

De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeslagen in het archief van het ministerie.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2005.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Verificatiecommissie monitoring- en evaluatieprogramma Near Shore Windpark.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 november 2005.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Naar boven