Regeling aanpassing bijlagen Richtlijn 76/768/EEG inzake cosmetische producten

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 februari 2006, nr. VGP/PSL 2659628, houdende de implementatie van richtlijn nr. 2005/80/EG tot aanpassing van de bijlagen II en III bij Richtlijn 76/768/EEG inzake cosmetische producten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2005/80/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 november 2005 (PbEU L 303) tot wijziging van Richtlijn 76/768/EEG van de Raad inzake cosmetische producten met het oog op aanpassing van de bijlagen II en III aan de technische vooruitgang, alsmede op artikel 8, tweede lid, onder b, van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten;

Besluit:

Artikel 1

In afwijking van artikel 8, tweede lid, onder b, van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten mogen producten die voldoen aan de bijlagen II en III bij richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake kosmetische produkten, zoals die luidden voordat zij werden gewijzigd door richtlijn 2005/80/EG, tot 22 augustus 2006 in de handel worden gebracht en tot 22 november 2006 aan de eindverbruiker worden verkocht of geleverd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

De bijlagen II en III bij richtlijn 76/768/EEG worden gewijzigd in verband met veranderingen in opvattingen over de risico’s met betrekking tot bepaalde stoffen in cosmetische producten.

Hoewel de bijlagen bij richtlijn 76/768/EEG middels een dynamische verwijzing kunnen worden gewijzigd, wordt de in artikel 8, tweede lid, onder b, van de Warenwetregeling nadere eisen cosmetische producten vastgelegde procedure gevolgd, omdat richtlijn 2005/80/EG voorziet in een uitverkooptermijn welke afwijkt van de termijn genoemd in artikel 8, eerste lid, van die regeling.

Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft de regeling niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en voor de burger.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven