Vergoedingsregeling opschaling bij crises

20 februari 2006

Nr. P&O/SJZ 2006-659

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 17 en 23 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

In overeenstemming met het Departementaal Georganiseerd Overleg;

Besluit :

Artikel 1

Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

1. bevoegd gezag: de directeur van de directie of dienst;

2. opschaling: de periode gedurende welke aanspraak gemaakt kan worden op vergoedingen krachtens deze regeling;

3. medewerker: de door het bevoegd gezag aan te wijzen medewerker die rechtstreeks is belast met de bestrijding van de gevolgen van crises.

Artikel 2

Vergoedingen bij opschaling

1. In geval van opschaling is het bepaalde in de artikelen 17 eerste lid en artikel 23 eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren van overeenkomstige toepassing; met dien verstande dat voor de berekening van de onderhavige vergoedingen wordt uitgegaan van het feitelijke salaris dat voor de medewerker geldt.

2. Het begin en einde van de opschaling worden bepaald door de Secretaris-Generaal.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling is geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2006.

Artikel 4

Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Vergoedingsregeling opschaling bij crises.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:
de Secretaris-Generaal, C.J. Kalden.

Toelichting

Voor alle medewerkers die direct betrokken zijn bij de bestrijding van de gevolgen van crises geldt het vergoedingenregiem dat is vastgelegd in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984). Meer in het bijzonder de artikelen 17 en 23, resp. de reguliere vergoeding voor overwerk en de toelage voor onregelmatige dienst.

De reguliere toelage voor onregelmatige dienst wordt evenwel ten hoogste berekend over het maximumbedrag van salarisschaal 7 BBRA 1984. De gebruikelijke vergoeding voor overwerk geldt alleen voor medewerkers bezoldigd tot schaal 11 BBRA 1984.

In de onderhavige regeling wordt voor de berekening van de vergoeding voor onregelmatige dienst en voor de vergoeding voor overwerk geen onderscheid meer gemaakt in de van toepassing zijnde salarisschaal. Daarmee is uniform en duidelijk dat alle medewerkers die direct betrokken zijn bij de bestrijding van gevolgen bij crises in aanmerking komen voor een vergoeding voor overwerk en een toelage voor onregelmatige dienst indien aan de voorwaarden wordt voldaan. De overige bepalingen van de artikelen 17 en 23 van het BBRA 1984 zijn dan ook van overeenkomstige toepassing. De Secretaris-Generaal bepaalt het begin en einde waarop het vergoedingenregiem krachtens deze regeling van toepassing is.

De bevoegdheid om een afwijkende regeling te treffen, wordt ontleend aan artikel 17, negende lid, en artikel 23, elfde lid van het BBRA 1984.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

namens deze:

de Secretaris-Generaal,

C.J. Kalden

Naar boven