Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2006, 40 pagina 14 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2006, 40 pagina 14 | Besluiten van algemene strekking |
Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 februari 2006, nr. TRCJZ/2006/550, houdende wijziging van het besluit vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelezen de aanvragen van de Nederlandse Fruittelers Organisatie, de Nederlandse Bond van Boomkwekers, LTO-Nederland, LTO-groeiservice, Plantum NL en het Hoofdproductschap Akkerbouw;
Gezien de adviezen van TNO en NOTOX;
Gezien de beoordeling van de aanvragen door de Plantenziektenkundige Dienst;
Gelet op artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
Besluit:
Het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2005, TRCJZ/2005/3455, houdende vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 20061 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan deel I, van de bijlage, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
I.A. Knelpunt Bloemisterij – emelt
Merknaam: Talstar 8 SC
Gehalte werkzame stof: 80 g/l bifenthrin
Toelatingsnummer: –
Toelatingshouder: Belchim Crop Protection
Knelpunt: Bloemisterij – emelt
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast als grondbehandeling met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen met gebruikmaking van minimaal 90% driftreducerende doppen en met een teeltvrije zone van 150 cm en met dien verstande dat maximaal 6 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de onbedekte teelt van zomerbloemen vanaf 1 maart tot en met 30 september 2006.
Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
a. Stof en spuitnevel niet inademen.
b. Aanraking met de ogen en de huid vermijden.
c. Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.
d. Draag geschikte handschoenen, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.
e. Draag een beschermingsmiddel voor de ogen/het gezicht.
f. In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
In de onbedekte teelt van zomerbloemen, ter bestrijding van emelten.
Als er problemen met emelten verwacht worden, het product verspuiten en inwerken vóór het zaaien of planten.
1,25 liter middel per ha.
B
Aan deel II, van de bijlage, worden de volgende 19 onderdelen toegevoegd, luidende:
II.M. Knelpunt Zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras
Merknaam: Boxer
Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb
Toelatingsnummer: 10701 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV
Knelpunt: zaadteelt van veldbeemdgras – straatgras
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de zaadteelt van veldbeemdgras vanaf 1 augustus tot en met 31 oktober 2006.
Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
– Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen.
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras goed bestreden.
Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligst in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.
200–400 liter per hectare.
In de zaadteelt van veldbeemdgras, ter bestrijding van straatgras.
In veldbeemdgras het middel toepassen na de oogst van de dekvrucht of na de oogst van het eerste jaars graszaad. Het tijdstip hangt af van de straatgras ontwikkeling. Kleiner straatgras is gevoeliger voor Boxer dan het grotere.
4 l middel per hectare.
II.N. Knelpunt Meekrap – onkruid
Merknaam: Lontrel 100
Gehalte werkzame stof: 100 g/l clopyralid
Toelatingsnummer: 11526 N
Toelatingshouder: Dow AgroSciences BV
Knelpunt: Meekrap – onkruid
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van meekrap in de periode van 1 april tot en met 31 juli 2006.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding
– Niet roken tijdens gebruik
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Lontrel 100 is een systemisch bladherbicide. Het middel bij voorkeur spuiten bij groeizaam weer, bij temperaturen van ± 15 °C en hoge luchtvochtigheid. Niet spuiten bij temperaturen hoger dan 25 °C of als binnen 6 uur regen wordt verwacht.
Hoeveelheid spuitvloeistof 150–400 liter water per ha.
Voorkom overwaaien van de spuitvloeistof naar gevoelige gewassen.
Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van akker- en melkdistel. De akker- en melkdistel dient pleksgewijs te worden bestreden.
Stadium van de akkerdistel: ± 15–30 cm, vóórdat de bloemknop is gevormd.
Stadium van de melkdistel: 6 à 10 bladeren.
Met een rugspuit: 0,3% oplossing (30 ml Lontrel 100 in 10 l water).
Met een veldspuit: 1,5 liter Lontrel 100 per ha voor de te behandelen perceelsgedeelten.
Onbedekte teelt van meekrap, ter bestrijding van diverse onkruiden.
Bij voorkeur spuiten op zeer jonge onkruiden. Lontrel 100 bestrijdt hondspeterselie en driedelig tandzaad en heeft een goede nevenwerking tegen o.a. veelknopigen, zwarte nachtschade, kamillesoorten, akkerkool en klein kruiskruid.
– 1,5 liter Lontrel 100 per ha, maximaal 1 maal toepassen direct na het planten of
– 0,5 liter Lontrel 100 per ha, maximaal 3 maal toepassen gedurende het groeiseizoen.
II.O. Knelpunt Raketblad – onkruiden
Merknaam: Titus
Gehalte werkzame stof: 25% rimsulfuron
Toelatingsnummer: 11393 N
Toelatingshouder: Dupont De Nemours (Nederland) B.V.
Knelpunt: Raketblad – onkruiden
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van raketblad vanaf 1 juni tot en met 31 augustus 2006, mits niet meer dan 30 gram per hectare per toepassing en niet meer dan 70 gram middel per hectare per teelt of teeltseizoen wordt toegepast.
Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag op speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
De kennis omtrent de toepassing van Titus in raketblad is zeer beperkt. Titus is niet volledig selectief in raketblad. Toepassing van Titus kan een gewasreactie veroorzaken en er kan verkleuring en sterke groeiremming optreden. Vooral het kiembladstadium blijkt erg gevoelig.
Raketblad, ter bestrijding van éénjarige, breedbladige onkruiden.
Het middel dient te worden toegepast op zeer jonge onkruiden, bij voorkeur in het kiemlobstadium.
Niet toepassen op het kiembladstadium van het gewas.
Maximaal 30 gram/ha per toepassing en maximaal 70 gram/ha per teelt of teeltseizoen. Herhaald toepassen met lage doseringen (10–20 gram per hectare). Voeg altijd 100 ml Trend per 100 liter spuitvloeistof toe. Vervolgbespuiting uitvoeren bij nieuwe opkomst van onkruiden.
II.P. Knelpunt Boomkwekerij – gal- en roestmijt
Merknaam: Vertimec
Gehalte werkzame stof: 18 g/l abamectine
Toelatingsnummer: 10020 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection B.V.
Knelpunt: Boomkwekerij – gal- en roestmijt
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als mijtenbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen vanaf 1 maart tot en met 31 augustus 2006.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.
Dit middel is schadelijk bij inademing en opname door de mond. Het middel is irriterend voor de ogen en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het middel is zeer vergiftig voor in water levende organismen en kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het kan de vruchtbaarheid en het ongeboren kind schaden.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.
– Spuitnevel niet inademen.
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).
– Blootstelling vermijden – vóór gebruik speciale aanwijzingen raadplegen.
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Het maximale effect tegen mijten wordt drie tot vijf dagen na behandeling bereikt. Verspuit het middel onder hoge druk met voldoende water om optimale verdeling over zowel boven- als onderzijde van het blad te bereiken. Gebruik minimaal 0,5 liter middel per hectare. Het is niet nodig om een uitvloeier toe te voegen.
In de onbedekte teelt van boomkwekerijgewassen, ter bestrijding van gal- en roestmijten (Eriophyidae).
Een behandeling uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. De behandeling zonodig eenmaal herhalen.
0,025% (25 ml per 100 liter water).
II.Q. Knelpunt Onkruid in de teelt van vaste planten
Merknaam: Goltix WG
Gehalte werkzame stof: 70% metamitron
Toelatingsnummer: 8629 N
Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.
Knelpunt: Onkruid in de teelt van vaste planten
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van vaste planten vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2006.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.
Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.
Onbedekte teelt van vaste planten, ter bestrijding van onkruiden
Toepassen na-opkomst. Goede ervaringen zijn opgedaan in Salvia, Pulmonaria, Achilea, Hosta en Hemerocallis.
1–2 kg/ha.
Voor alle toepassingen in vaste planten geldt:
– Goltix WG niet toepassen op spuittuinen en diepgeploegde zandgronden.
– Spuiten op een droog gewas en niet kort na of voor nachtvorst.
– Op de dag van spuiten moet het droog weer zijn.
– Op grondsoorten met meer dan 5% humus wordt de bodemwerking van Goltix WG wisselvallig.
– Indien geen ervaringen bekend zijn, dient door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting onderzocht te worden of het gewas het middel verdraagt. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG, een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.
II.R. Knelpunt Kers – kersenvlieg
Merknaam: Danadim Progress
Gehalte werkzame stof: 400 g/l dimethoaat
Toelatingsnummer: 9978 N
Toelatingshouder: Cheminova A/S
Knelpunt: Kers – kersenvlieg
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van kersen vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2006.
In verband met het off-field risico voor nuttige insecten en mijten is toepassing uitsluitend toegestaan bij éénzijdig spuiten van de laatste bomenrij in de richting van het perceel of dient er gebruik gemaakt te worden van een tunnelspuit of dient tussen aangrenzende percelen en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm aanwezig te zijn.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.
Het middel is gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is ontvlambaar en schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Het middel is vergiftig voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
– Tijdens de bespuiting een geschikte adembescherming dragen.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan twee weken.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Kersen, ter bestrijding van de kersenvlieg (Rhagoletis cerasi en Rhagoletis indifferens).
0,75 liter middel per ha.
II.S. Knelpunt Zure kers – vruchtrijping
Merknaam: Ethrel-A
Gehalte werkzame stof: 480 g/l ethefon
Toelatingsnummer: 6355 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Zure kers – vruchtrijping
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als groeiregulerend middel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen en met dien verstande dat het middel uitsluitend machinaal (dus niet met rugspuit) toegepast mag worden en dat maximaal 0,65 ha per persoon per dag behandeld mag worden in de teelt van zure kers vanaf 1 mei tot en met 30 juni 2006.
Bij gebruik van dit middel bestaat gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel is schadelijk voor in het water levende organismen en kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding, ook bij werkzaamheden aan behandeld gewas.
– Niet roken tijdens gebruik.
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.
– Een bescherming voor de ogen dragen.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 7 dagen voor zure kers.
In het algemeen moet zoveel spuitvloeistof worden gebruikt dat een goede en regelmatige bevochtiging van het gewas plaats heeft. Toevoeging van 25 ml uitvloeier per 100 liter spuitvloeistof is daarom meestal aan te bevelen. Bespuitingen uitvoeren op een droog gewas en als niet direct regen wordt verwacht.
Zure kers, ter bevordering van vruchtrijping.
Zeven tot tien dagen voor de oogst een gewasbehandeling uitvoeren.
0,75 l middel per ha.
II.T. Knelpunt Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool – bladluis
Merknaam: Admire
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 11483
Toelatingshouder: Bayer Crop Science BV
Knelpunt: rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool – bladluis
Gebruik is uitsluitend toegestaan als Gaucho Tuinbouw niet als zaadbehandeling is toegepast.
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool als traybehandeling vóór het planten vanaf 1 februari tot en met 31 augustus 2006.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het WG/GA van de reguliere toelating van Admire zijn opgenomen of een niet-consumptiegewas.
Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden tot en met het poten van behandelde planten.
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honingdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Admire is een systemisch werkend middel en het wordt door de wortels opgenomen. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.
Rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, Chinese kool, broccoli, boerenkool en spruitkool, ter bestrijding van de melige koolluis (Brevicoryne brassicae) en perzikluis (Myzus persicae; groene en rode variant):
Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.
5 gram middel per 1000 planten.
Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.
II.U. Knelpunt Rabarber – breedbladig onkruid
Merknaam: Centium 360 CS
Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone
Toelatingsnummer: 12148 N
Toelatingshouder: Belchim Crop Protection
Knelpunt: rabarber – breedbladig onkruid
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaars teelten van rabarber vanaf 1 maart tot en met 31 juli 2006.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht genomen worden:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Galium aparine), zwaluwtong (Polygonum convolvulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).
In de onbedekte teelt van uitgangsmateriaal en 1e jaarsteelten van rabarber, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen vóór of kort na het uitlopen van het gewas.
0,25 L middel per hectare.
Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode kort na toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard zonder negatieve effecten op de uiteindelijke opbrengsten.
Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan is het af te raden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.
Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.
II.V. Knelpunt Knolvenkel – breedbladig onkruid
Merknaam: Centium 360 CS
Gehalte werkzame stof: 360 g/l clomazone
Toelatingsnummer: 12148 N
Toelatingshouder: Belchim Crop Protection
Knelpunt: knolvenkel – breedbladig onkruid
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel, met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen, in de onbedekte teelt van knolvenkel vanaf 1 mei tot en met 31 augustus 2006.
Dit middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht genomen worden:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Centium 360 CS werkt als een bodemherbicide tegen éénjarige breedbladige onkruiden Het middel wordt opgenomen door de wortels en de scheuten en opwaarts getransporteerd. Gevoelig zijn kleefkruid (Galium aparine), zwaluwtong (Polygonum convolvulus), perzikkruid (Polygonum persica) en vogelmuur (Stellaria media).
Onbedekte teelt van knolvenkel, ter bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden.
Centium 360 CS toepassen direct na het zaaien vóór opkomst van het gewas of na het aanslaan van de planten op onkruidvrije, vochtige grond.
0,25 L middel per hectare.
Centium 360 CS kan in vrijwel alle teelten gewasreacties in de vorm van bladverkleuring (chlorose) en enige groeiremming veroorzaken, zeker als er veel neerslag valt in de periode kort na toepassing. Deze gewasreacties zijn doorgaans van tijdelijke aard zonder negatieve effecten op de uiteindelijke opbrengsten.
Mocht de teelt in het voorjaar van bovenstaand gewas mislukken dan is het af te raden om zomertarwe, zomergerst, haver, suikerbiet, witlof, cichorei, sla, ui of prei als vervanggewas te gebruiken.
Door drift kan het middel schadelijke effecten veroorzaken aan naburige gewassen waaronder fruitbomen en andere houtige beplantingen.
II.W. Knelpunt Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt
Merknaam: Goltix WG
Gehalte werkzame stof: 70% metamitron
Toelatingsnummer: 8629 N
Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland B.V.
Knelpunt: Onkruid in de teelt van zomerbloemen en bloemzaadteelt
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de onbedekte teelt van zomerbloemen en onbedekte bloemzaadteelt vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2006.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantastingen zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.
Het middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
In toepassingen voor de opkomst van de gewassen werkt Goltix WG als bodemherbicide, bij naopkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Op humeuze grondsoorten dient de voorkeur uit te gaan naar uitsluitend na-opkomsttoepassingen. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.
Onbedekte teelt van bloemenzaad, toepassen vooropkomst van het gewas eventueel in combinatie met andere middelen of na-opkomst.
3 kg/ha voor opkomst, maximaal 1 toepassing of 0,5 kg/ha na opkomst, maximaal 4 toepassingen.
Onbedekte teelt van zomerbloemen, Aconitum, Astilbe, Campanula, Delphinium, Phlox, Paeonia en Helianthus annuus.
Toepassen vooropkomst van het gewas, eventueel in combinatie met andere middelen of na-opkomst.
3 kg/ha voor opkomst, maximaal 1 toepassing of 0,5 kg/ha na opkomst, maximaal 4 toepassingen.
Voor alle toepassingen in bloemenzaadteelt en zomerbloemen geldt: Indien hem geen ervaringen bekend zijn, dient de teler zelf door het uitvoeren van een kleine proefbespuiting te onderzoeken of het gewas het middel verdraagt. Een deel van het sortiment verdraagt Goltix WG, een ander deel niet. Informeer eventueel voordat u gaat spuiten bij de voorlichtingsdienst of de fabrikant.
II.X. Knelpunt Snij- en sperziebonen – trips
Merknaam: Mycotal
Gehalte werkzame stof: 1010 sporen Verticillium lecanii per gram
Toelatingsnummer: 10980 N
Toelatingshouder: Koppert BV
Knelpunt: Snij- en sperziebonen – trips
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door middel van een gewasbehandeling met maximaal 5 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van snijboon en sperzieboon vanaf 1 maart tot en met 31 december 2006.
Het middel mag op de dag van de oogst niet vóór de oogst worden toegepast.
Het middel mag uitsluitend worden toegepast indien er geen andere personen in de betreffende ruimte aanwezig zijn, tenzij deze personen de gestelde veiligheidsmaatregelen strikt in acht nemen.
Dit middel is irriterend voor de ademhalingswegen en er is gevaar voor ernstig oogletsel. Het middel kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor het gezicht.
– Draag een geschikte adembescherming (voorzien van een P3 filter) tijdens het openen van de verpakking, het mengen/laden en spuiten van het middel.
– Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Mycotal is een biologisch insecticide op basis van sporen van de schimmel Verticillium lecanii. Het middel werkt als contactmiddel.
Wanneer men nog geen ervaring heeft met het gebruik van Mycotal in een bepaald gewas, wordt aangeraden eerst een klein gedeelte van dit gewas te behandelen voordat een toepassing op grote schaal plaatsvindt. Houd tijdens de behandeling de kas goed gesloten om te voorkomen dat sporen naar buiten komen.
Na een bespuiting kiemen de sporen op het insect en dringen de schimmeldraden het insect binnen. In het insect ontwikkelt de schimmel zich verder en doodt het insect na 7–10 dagen. Bij voldoende hoge relatieve luchtvochtigheid en temperatuur produceert de schimmel daarna buiten het lichaam van het insect weer sporen, die opnieuw voor infectie van insecten zorg kunnen dragen.
De effectiviteit van Mycotal is in hoge mate afhankelijk van de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid in het gewas en het tijdstip van toepassing. Voor een goede werking moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
– relatieve luchtvochtigheid: ≥75% gedurende een aaneengesloten periode van 10–12 uur volgend op de behandeling. Omdat een hoge relatieve luchtvochtigheid de ontwikkeling van Verticillium lecanii bevordert wordt aanbevolen in de namiddag of vroeg in de avond te spuiten;
– temperatuur: 18–30 °C gedurende 10–12 uur per dag voor een periode van 4–5 dagen na de behandeling.
De vereiste hoeveelheid middel eerst met water met een temperatuur van 15–20 °C in een emmer al roerende mengen tot een dunne pap en een half uur laten staan. Gebruik 3–4 liter water per 500 gram Mycotal. De dunne pap daarna met de benodigde hoeveelheid water in de spuittank gieten en direct verspuiten. Niet in een warme omgeving of in direct zonlicht plaatsten.
Mycotal kan met normale spuitapparatuur verspoten worden.
Het middel niet mengen met andere middelen. Een fungicide-toepassing uitvoeren 3 dagen voor of drie dagen na toepassing van Mycotal.
Bedekte teelt van snijboon en sperzieboon, ter bestrijding van trips
Een behandeling uitvoeren zodra insecten worden waargenomen. De behandeling 2–4 keer herhalen met een interval van ± 7 dagen.
Het is belangrijk dat de onderzijde van de bladeren en de koppen goed geraakt worden. Voor een goede bedekking wordt aanbevolen ca. 2000 liter spuitvloeistof per hectare te verspuiten in hoog opgaande gewassen en ca. 1000 liter per hectare in lager blijvende gewassen.
0,1% (100 gram middel per 100 liter water).
II.Y. Knelpunt Aardbei vermeerderingsteelt – onkruiden
Merknaam: Goltix WG
Gehalte werkzame stof: 70% metamitron
Toelatingsnummer: 8629 N
Toelatingshouder: Makhteshim-Agan Holland BV
Knelpunt: Aardbei vermeerderingsteelt – onkruiden
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 2 toepassingen per jaar in de onbedekte vermeerderingsteelt van aardbei vanaf 1 maart tot en met 30 juni 2006.
Gebruik van dit middel in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in de Wet Milieubeheer, daaronder niet begrepen de gebieden waarbinnen uitsluitend fysische bodemaantasting zoals grondboringen zijn verboden, is niet toegestaan op gronden met een organisch stofgehalte minder dan 2% en minder dan 10% afslibbaar.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond en vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen;
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en de verpakking of etiket tonen.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Bij na-opkomsttoepassingen is Goltix WG, vooral in combinatie met minerale olie (850 g/l) werkzaam als bladherbicide en als bodemherbicide. Ongevoelig voor Goltix WG zijn wilde haver, hanepoot, bingelkruid en wortelonkruiden.
Onbedekte vermeerderingsteelt van aardei, ter bestrijding van onkruiden.
Toepassen op kleine onkruiden, eventueel in combinatie met fenmedifam.
0,5–1 kg Goltix WG per ha na het uitplanten en
0,5 kg Goltix WG per ha 10 dagen na de eerste toepassing
of
0,5 kg Goltix WG per ha later in de teelt, maximaal 2 toepassingen.
II.Z. Knelpunt Blauwmaanzaad – eenjarig tweezaadlobbig onkruid
Merknaam: Boxer
Gehalte werkzame stof: 800 g/l prosulfocarb
Toelatingsnummer: 10701 N
Toelatingshouder: Syngenta Crop Protection BV
Knelpunt: Blauwmaanzaad – eenjarig tweezaadlobbig onkruid
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de onbedekte teelt van blauwmaanzaad vanaf 1 februari tot en met 30 juni 2006.
Dit middel is irriterend voor de huid en kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. Het is zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen.
– Tijdens de bespuiting een geschikte ademhalingsbescherming dragen.
– Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren.
– Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies/veiligheidsgegevenskaart.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan 75 dagen voor blauwmaanzaad.
Boxer is een bodemherbicide met een breed werkingsspectrum. Onder ideale omstandigheden worden de volgende onkruiden goed bestreden: éénjarige grassen zoals duist, windhalm en straatgras en tweezaadlobbige onkruiden zoals kleefkruid, muur, ereprijssoorten, paarse dovenetel, hoenderbeet, muur, zwarte nachtschade (ook triazine-resistente), knopkruid, klein kruiskruid, herderstasje, vergeetmijniet, echte kamille en hennepnetel.
Melganzevoet, stippelganzevoet, uitstaande melde, éénjarige melkdistel en veelknopigen zoals perzikkruid, varkensgras, zwaluwtong, knopige en viltige duizendknoop zijn minder gevoelig hetgeen vooral onder droge omstandigheden tot tegenvallende resultaten leidt. Akkerviool, bingelkruid en hanepoot zijn ongevoelig. Voor bestrijding van deze onkruiden wordt een tankmengsel aanbevolen.
Door de beperkte werkingsduur van het middel moet rekening worden gehouden met nakieming van bijvoorbeeld duist en kamille na de toepassing.
Vochtige, bezakte grond tijdens de toepassing is ideaal voor een goede werking. Onkruiden zijn het gevoeligste in het stadium kort voor opkomst. Neerslag in de periode kort na de toepassing bevordert de bodemwerking van het middel.
200–400 liter per hectare.
In de onbedekte teelt van blauwmaanzaad, ter bestrijding van eenjarige tweezaadlobbige onkruiden.
Boxer kan zowel voor als na opkomst worden toegepast. Het optimale tijdstip van toepassing is wanneer het gewas twee tot zes echte blaadjes heeft ontwikkeld.
4 l middel per hectare.
II.AA. Knelpunt Broccoli, bloemkool en spitskool – koolgalmug
Merknaam: Admire
Gehalte werkzame stof: 70% imidacloprid
Toelatingsnummer: 11483 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience BV
Knelpunt: Broccoli, bloemkool en spitskool – koolgalmug
Gebruik is uitsluitend toegestaan als Gaucho Tuinbouw niet als zaadbehandeling is toegepast.
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel met maximaal 1 toepassing per teelt of teeltseizoen in de teelt van spitskool, bloemkool, en broccoli als traybehandeling vóór het planten vanaf 1 februari tot en met 31 augustus 2006.
Als er geen kerende grondbewerking op het productieveld plaatsvindt, zijn alleen die volggewassen mogelijk die in het WG/GA van de reguliere toelating van Admire zijn opgenomen of een niet-consumptiegewas.
Deze restrictie geldt niet als er een kerende grondbewerking op het productieveld heeft plaatsgevonden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is toepassing in bloeiende gewassen of in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Niet toegestaan is toepassing wanneer bloeiende onkruiden aanwezig zijn.
Dit middel is schadelijk bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden tot en met het poten van behandelde planten
– In geval van inslikken, onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Bijen kunnen actief vliegen op niet-bloeiende gewassen, bijvoorbeeld om honigdauw te verzamelen die door luizen is afgescheiden.
Admire is een systemisch werkend middel, het middel wordt door de wortels opgenomen en vervolgens in de plant verspreid. De werkingssnelheid wordt mede bepaald door de activiteit van het gewas.
Spitskool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van de koolgalmug (Contarinia nasturtii):
Het middel kort voor het planten aangieten op de tray. Voordat het middel wordt toegediend de planten vochtig maken met 0,2 liter schoon water per m2 tray. Het middel vervolgens toedienen met 1 liter water per m2 tray. Direct na de toepassing (voordat de planten weer aandrogen) de planten afspuiten met 1–2 liter schoon water per m2 tray. De werkingsduur van deze behandeling is ongeveer 3,5 maanden.
5 gram middel per 1000 planten.
Met Admire behandelde planten kunnen door stress (groeistilstand na overplanten, schraal weer, nachtvorst) bij de eerste hergroei tijdelijk een iets steilere geknepen bladstand laten zien. Ook kan het blad tijdelijk iets geel verkleuren. Dit effect trekt na 2–3 weken weer weg.
II.AB. Knelpunt Spaanse peper – Phytophthora
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Spaanse peper – Phytophthora
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de grondgebonden bedekte teelt van Spaanse pepers vanaf 1 september tot en met 31 december 2006.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
3 dagen voor Spaanse peper.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.
Spaanse peper in de grondgebonden bedekte teelt, ter voorkoming van uitval door Phytophthora.
Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)
0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken. Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.
Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.
0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100–150 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.
II.AC. Knelpunt Peterselie – valse meeldauw
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Peterselie – valse meeldauw
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de teelt van peterselie vanaf 1 september tot en met 30 november 2006.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
3 weken voor peterselie.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Het middel is een systemisch fungicide.
Peterselie, ter voorkoming valse meeldauw (Plasmopara spp.).
Binnen een week na het uitplanten een gewasbespuiting uitvoeren en deze behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 10 dagen.
0,5 % (500 ml middel per 100 liter water).
II.AD. Knelpunt Appel – vruchtdunning
Merknaam: Sevin SL
Gehalte werkzame stof: 480 g/l carbaryl
Toelatingsnummer: laatstelijk toegelaten onder 8786 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Appel – vruchtdunning
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als vruchtdunningsmiddel met maximaal 1 toepassing per teeltseizoen in de teelt van appels vanaf 1 juni tot en met 30 juni 2006 met dien verstande dat maximaal 1 ha per persoon per dag mag worden behandeld. Het middel mag uitsluitend met een venturidop worden toegepast.
Toepassing is uitsluitend toegestaan met een tractor met een gesloten cabine.
De toepassing door middel van een vliegtuig is verboden.
Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en hommels te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.
Het middel is schadelijk voor niet-doelwit arthropoden. Vermijd onnodige blootstelling.
Het middel is giftig voor waterorganismen, derhalve zodanig toepassen dat het niet in oppervlaktewater terecht komt. In de teelt van appels is in de buitenste bomenrij van percelen langs watergangen de toepassing uitsluitend toegestaan indien:
– tussen de watergang en de buitenste bomenrij een aaneengesloten windscherm is geplaatst en het windscherm niet wordt bespoten, en/of
– in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een tunnelspuit, en/of
– in de buitenste bomenrij langs de watergangen het middel wordt verspoten met een dwarsboomspuit die van een reflectiescherm is voorzien, en/of
– de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel wordt bespoten.
Dit middel is licht irriterend voor de ademhalingswegen, schadelijk bij inademing en bij opname door de mond.
Het volgende moet daarom in acht worden genomen:
– Buiten bereik van kinderen bewaren.
– Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.
– Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen
– Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding, zowel bij toepassen als bij werkzaamheden in behandeld gewas tot twee weken na de toepassing.
– Tijdens de bespuiting een geschikt adembeschermingsmiddel dragen.
– Een beschermingsmiddel voor het gezicht dragen.
– Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk hem/haar dit etiket tonen).
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Het middel toepassen na afloop van de bloei. Op sterk groeiende bomen bestaat grote kans op een te sterke vruchtdunning. In de kop van de boom is de dunning van nature minder. Door regelen van de vloeistofafgifte moet meer vloeistof boven in de boom komen. Nadunnen met de hand is meestal noodzakelijk.
50–200 ml per 100 liter water, afhankelijk van het ras.
– Het juiste bespuitingmoment en de geschikte dosering variëren van ras tot ras.
– Gebruik van carbaryl kan vruchtverruwing tot gevolg hebben.
II.AE. Knelpunt Andijvie – voetrot
Merknaam: Previcur N
Gehalte werkzame stof: 722 g/l propamocarb-hydrochloride
Toelatingsnummer: 7920 N
Toelatingshouder: Bayer CropScience B.V.
Knelpunt: Andijvie – voetrot
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel met maximaal 3 toepassingen per teelt of teeltseizoen in de bedekte teelt van andijvie vanaf 1 september tot en met 31 oktober 2006.
De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:
3 weken voor andijvie.
Het volgende moet in acht worden genomen:
– Niet roken tijdens gebruik.
– Draag geschikte beschermende handschoenen en kleding.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.
Het middel is een systemisch fungicide met een specifieke werking tegen schimmels, die voetrot en wortelrot veroorzaken, zoals Pythium-, Phytophthora-, Perenospora- en Aphanomyces-soorten.
Andijvie in de bedekte teelt, ter voorkoming van voetrot.
Behandeling voor het uitplanten (over de planten in de perspot of op plantenbed)
0,1% (100 ml per 100 liter water). Per m2 5 liter spuitvloeistof gebruiken.
Naregenen is noodzakelijk om het middel in de wortelzone te laten dringen en van de bladeren af te spoelen.
Kort na het uitplanten een behandeling uitvoeren door aangieten van de plantbasis.
0,1% (100 ml per 100 liter water). Per plant 100 ml oplossing gebruiken. Indien nodig de behandeling na 2 weken herhalen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (hierna: de wet) is een uitwerking van artikel 8, tweede lid, van de Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van de Europese Unie van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230) (hierna: de richtlijn). Op grond van artikel 16aa van de wet kan vrijstelling worden verkregen voor de toepassing van een gewasbeschermingsmiddel dat niet is toegelaten.
Aanleiding voor het onderhavige besluit
De Nederlandse Fruittelers Organisatie, de Nederlandse Bond van Boomkwekers, LTO-Nederland, LTO-groeiservice, Plantum NL en het Hoofdproductschap Akkerbouw hebben 21 aanvragen ingediend tot vrijstelling op grond van artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (hierna: de wet) voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen voor andere teelten dan waarvoor deze zijn toegelaten. Op grond van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gehouden binnen een redelijke termijn op voornoemde aanvragen te beslissen.
Algemene werkwijze voor vrijstellingen op grond van artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962
LTO-Nederland heeft in 2006 gesignaleerd dat naar haar opvatting in een 200-tal mogelijke combinaties van plagen of ziektes in een teelt geen bestrijdingsmiddel voor handen is (potentiële knelpunten). Vervolgens is ten behoeve van besluitvorming over deze knelpunten aan de Plantenziektenkundige Dienst advies gevraagd. Zij heeft in haar advies van 22 november 2004 geconcludeerd dat slechts 113 knelpunten voor een eventuele vrijstelling in aanmerking komen. Bij dit advies zijn de beginselen van geïntegreerde teelt uitgangspunt geweest.
Het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 22 november 2004 is de basis voor adviezen van TNO en NOTOX, onder coördinatie van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (hierna: het College). Zij adviseren bij iedere aanvraag over de vraag of de voor het knelpunt beoogde gewasbeschermingsmiddelen voldoen aan eisen inzake arbeidsbescherming, volksgezondheid en milieu. Voor de vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 zijn deze adviezen door het College nader bezien. Er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gekomen die een vrijstelling in de weg staan.
Vervolgens heeft de Plantenziektenkundige Dienst op basis van de concrete aanvraag beoordeeld of het beoogde gewasbeschermingsmiddel, gelet op de voorliggende adviezen en de aanvraag, het gestelde probleem op een aanvaardbare manier ondervangt. Indien het beoogde gewasbeschermingsmiddel niet, slechts marginaal of op een onaanvaardbare wijze het gestelde probleem ondervangt, kan geen vrijstelling worden verleend.
Toetsing van de 21 ingediende aanvragen aan artikel 16aa van de wet
Ten aanzien van de onderliggende aanvragen geldt dat de werkzame stof van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen vóór 26 juli 1993 op de Europese markt is gekomen en is opgenomen in een werkprogramma van de Commissie der Europese Gemeenschappen voor onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de richtlijn. Over de betrokken werkzame stoffen is nog geen communautair besluit genomen. Hiermee wordt derhalve voldaan aan het bepaalde in artikel 16aa, eerste lid, onderdelen a, b, en c van de wet.
Uit het advies van de Plantenziektenkundige Dienst van 22 november 2004 blijkt dat er sprake is van knelpunten in de bestrijding van een ziekte of plaag die niet volgens de methodiek van geïntegreerde teelt bestreden kunnen worden. Daarmee is aangetoond dat het belang van de landbouw de inzet van een gewasbeschermingsmiddel dringend vereist als bedoeld in het eerste lid, aanhef, van artikel 16aa van de wet. Bovendien blijkt uit de adviezen van TNO en NOTOX, gecoördineerd door het College, dat toepassing van de betrokken gewasbeschermingsmiddelen onder te stellen voorschriften geen onaanvaardbare gevolgen voor arbeidsveiligheid, volksgezondheid of milieu hebben.
Er zijn gelet op het bepaalde in artikel 16aa van de wet dan ook geen beletselen voor de betrokken gewasbeschermingsmiddelen vrijstelling te verlenen van de verboden genoemd in de artikelen 2 en 10 van de wet ten behoeve van de bestrijding van een in de aanvraag genoemde ziekte of plaag in de daarbij genoemde teelt voor een in de vrijstelling genoemde periode. De bij de vrijstellingen gestelde voorschriften zijn in vergelijking met de vrijstellingen in het jaar 2005 aangepast aan de thans geldende eisen op grond van Bijlage V van de richtlijn nr. 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.
Twee van de 21 aanvragen zijn samengevoegd in één vrijstelling. Het gaat om het middel Goltix voor zomerbloemen en bloemzaadteelt in het toe te voegen onderdeel II.W (Artikel I, onderdeel B).
In de toelichting bij het besluit Vrijstellingen gewasbeschermingsmiddelen 2006 is aangegeven dat de bijlagen I en II bij dat besluit in de loop van 2006 worden aangevuld met nieuwe vrijstellingen waarvoor een aanvraag is of zal worden ingediend. Deze werkwijze bevordert de inzichtelijkheid van de beschikbare vrijstellingen via elektronische databanken zoals www.overheid.nl en www.wetten.nl.
Het onderhavige besluit is vanwege de voorbereidingen op het nieuwe teeltseizoen op grond van het bepaalde in artikel 4:11, onderdelen a, van de Algemene wet bestuursrecht niet voorgelegd aan belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben tegen het onderhavige besluit, te weten de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie en de Stichting Natuur en Milieu.
In verband met het bepaalde in artikel 4:11, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht is van belang dat de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie herhaaldelijk heeft aangegeven dat het geven van vrijstelling tot onaanvaardbare schade leidt en in strijd is met artikel 8, tweede lid en derde lid, van richtlijn nr. 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.
Het College van beroep voor het bedrijfsleven heeft in haar uitspraak 22 maart 2005, onder nummer AWB 04876, 32010, uitgesproken dat de inzake de bij die uitspraak betrokken vrijstellingen ‘niet staande kan worden gehouden dat de verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat deze risico’s tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht, omdat de betreffende gewasbeschermingsmiddelen slechts gedurende korte tijd en op kleine schaal (in een kleine teelt en in een bepaalde dosering) mogen worden toegepast. Bovendien zijn, waar mogelijk, risicoreducerende maatregelen voorgeschreven’. Inzake de door de Stichting Zuid-Hollandse Milieufederatie naar voren gebrachte vermeende strijd tussen artikel 16aa van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 en artikel 8, tweede en derde lid, van richtlijn nr. 91/414/EEG heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven in vernoemde uitspraak vervolgens prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van de Europese Gemeenschappen. Op grond van recente jurisprudentie van voornoemd Hof (Zaak C-316/04, uitspraak van 10 november 2005) is de verwachting dat het Hof tot een uitspraak zal komen waaruit blijkt dat de vrijstellingen niet in strijd zijn met artikel 8, tweede en derde lid van voornoemde richtlijn. Voorts blijkt uit de advisering van TNO en NOTOX voor de bij de in dit besluit betrokken vrijstellingen dat er geen sprake is van onaanvaardbare schade voor volksgezondheid, arbeidsbescherming of het milieu. Er hebben zich dan ook in overeenstemming met artikel 4:11, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht sinds het besluit tot verlenen van vrijstellingen voor het jaar 2005 geen nieuwe feiten of omstandigheden voorgedaan die aanleiding zijn tot het in de gelegenheid stellen om een zienswijze naar voren te brengen.
Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de in artikel 7 bedoelde datum, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.
De stukken, die ten grondslag liggen aan dit besluit, liggen ter inzage bij de Centrale Bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Bezuidenhoutseweg 73, 2594 AC Den Haag en de Plantenziektenkundige Dienst, Geertjesweg 15, 6706 EA Wageningen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
voor deze:
de Directeur-Generaal,
R.M. Bergkamp
Stcrt. 2005, 246.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-40-p14-SC73956.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.