Regeling vacatiegeld Raad van Toezicht van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Regeling van de Minister van Justitie van 16 december 2005, nr. DDS 5384157, tot toekenning van vacatiegeld aan de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 9, derde lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen;

Besluit:

Artikel 1

De voorzitter van de raad van toezicht van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen ontvangt vacatiegeld van € 315,– per vergaderdag.

Artikel 2

De leden van de raad van toezicht van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, zijnde niet de voorzitter, ontvangen vacatiegeld van € 250,– per vergaderdag.

Artikel 3

Dat de directeur van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen met de uitvoering van dit besluit is belast.

Artikel 4

Het besluit van 1997, kenmerk 600838/97/PJR wordt ingetrokken.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vacatiegeld Raad van Toezicht van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2005
De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

Zoals in artikel 9, derde lid van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen staat worden de vacatiegelden van deze regeling ten laste gebracht van het budget van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.

Zoals bedoeld in artikel 9, vierde lid van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen wordt het vacatiegeld toegekend naast het recht op de aanspraak op vergoeding van reis- en verblijfkosten die hij ten behoeve van de uitoefening van zijn functie maakt.

De hoogte van de in dit besluit genoemde vacatiegelden zijn hoger dan de in het vacatiegeldenbesluit 1988 genoemde bedragen, doordat rekening is gehouden met de hoogte van de vacatiegelden in het bovengenoemd besluit van 1997.