De directeur van de ConsumentenAutoriteit,
Gelet op artikel 20 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ
2004;
Besluit:
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. directeur: de directeur van de ConsumentenAutoriteit;
b. hoofden: de hoofden van de afdelingen binnen de ConsumentenAutoriteit;
c. MT: het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen.
Paragraaf 2. Taakverdeling
Artikel 2
Aan de directeur is voorbehouden het nemen van besluiten, het verrichten
van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen
dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende
aangelegenheden:
a. onderwerpen waarover tussen hoofden of binnen het MT geen overeenstemming
bestaat;
b. strategische beslissingen;
c. aangelegenheden die aanmerkelijke gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering;
d. personeelsaangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden genoemd
in artikel 3;
e. het aangaan van financiële verplichtingen die een bedrag van €
25 000, exclusief BTW, te boven gaan;
f. aangelegenheden:
1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling
heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld;
2°. die door een hoofd aan de directeur ter afhandeling worden voorgelegd,
tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander hoofd moeten worden
behandeld.
Artikel 3
Aan de hoofden wordt, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen
ressorterende medewerkers, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:
a. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van medewerkers
overeenkomstig de door de directeur daartoe vastgestelde opleidingsplannen;
b. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiende uit verplichtingen
die zijn aangegaan voor de opleiding van de medewerkers;
c. het aangaan van verplichtingen inzake het aantrekken van servicekrachten
binnen het door de directeur daartoe vastgestelde jaarbudget;
d. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiende uit verplichtingen
die zijn aangegaan voor het aantrekken van servicekrachten binnen het door
de directeur daartoe vastgestelde budget;
e. het verlenen van vakantie, kort buitengewoon verlof, zwangerschaps-
en bevallingsverlof;
f. het accorderen van reisdeclaraties.
Artikel 4
Aan de hoofden wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging
verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.
Paragraaf 3. Slotbepalingen
Artikel 5
Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal,
de directeur Wetgeving en Juridische Zaken, de directeur Financieel Economische
Zaken, de directeur Personeel en Organisatie, de directeur van de Auditdienst,
de Algemene Rekenkamer en aan degenen aan wie krachtens dit besluit mandaat
is verleend.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2006.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging
ConsumentenAutoriteit 2006.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit
betrokken is binnen 6 weken na dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd
bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving
en Juridische Zaken, Postbus 20201, ALP L/1410, 2500 EC, ’s-Gravenhage.