Besluit mandaat, volmacht en machtiging ConsumentenAutoriteit 2006

13 februari 2006

De directeur van de ConsumentenAutoriteit,

Gelet op artikel 20 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. directeur: de directeur van de ConsumentenAutoriteit;

b. hoofden: de hoofden van de afdelingen binnen de ConsumentenAutoriteit;

c. MT: het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen.

Paragraaf 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de directeur is voorbehouden het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

a. onderwerpen waarover tussen hoofden of binnen het MT geen overeenstemming bestaat;

b. strategische beslissingen;

c. aangelegenheden die aanmerkelijke gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering;

d. personeelsaangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden genoemd in artikel 3;

e. het aangaan van financiële verplichtingen die een bedrag van € 25 000, exclusief BTW, te boven gaan;

f. aangelegenheden:

1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld;

2°. die door een hoofd aan de directeur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander hoofd moeten worden behandeld.

Artikel 3

Aan de hoofden wordt, ieder voor zich, met betrekking tot de onder hen ressorterende medewerkers, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

a. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van medewerkers overeenkomstig de door de directeur daartoe vastgestelde opleidingsplannen;

b. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiende uit verplichtingen die zijn aangegaan voor de opleiding van de medewerkers;

c. het aangaan van verplichtingen inzake het aantrekken van servicekrachten binnen het door de directeur daartoe vastgestelde jaarbudget;

d. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiende uit verplichtingen die zijn aangegaan voor het aantrekken van servicekrachten binnen het door de directeur daartoe vastgestelde budget;

e. het verlenen van vakantie, kort buitengewoon verlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof;

f. het accorderen van reisdeclaraties.

Artikel 4

Aan de hoofden wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 5

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken, de directeur Financieel Economische Zaken, de directeur Personeel en Organisatie, de directeur van de Auditdienst, de Algemene Rekenkamer en aan degenen aan wie krachtens dit besluit mandaat is verleend.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2006.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging ConsumentenAutoriteit 2006.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Den Haag, 13 februari 2006.
V.J.W.C. Esman-Peeters, wnd. directeur ConsumentenAutoriteit.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit betrokken is binnen 6 weken na dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20201, ALP L/1410, 2500 EC, ’s-Gravenhage.

Naar boven