Wijziging Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 februari 2006, Directie Juridische Zaken, nr. TRCJZ/2006/254, houdende wijziging van het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel I

Het Mandaatbesluit LNV Dienst Regelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 3 komt te luiden:

3. Bestuursdwang, last onder dwangsom, dwangbevel, bestuurlijke boete, invordering, aanwijzing deskundigen, hertaxatie

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In de onderdelen a tot en met b wordt ‘artikel 71a van de Meststoffenwet en artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij’ telkens vervangen door: artikel 49 van de Meststoffenwet en in onderdeel c wordt ‘artikel 71a van de Meststoffenwet of artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij’ vervangen door: artikel 49 van de Meststoffenwet.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd:

g. het opleggen van de bestuurlijke boete, bedoeld in de artikelen 51 tot en met 54, 55, tweede lid, 59, 61 en 67 van de Meststoffenwet;

h. het rapport, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Meststoffenwet;

i. de schriftelijke mededeling van de beslissing, bedoeld in artikel 65, tweede lid, van de Meststoffenwet;

j. uitstel van betaling, bedoeld in artikel 70, eerste, tweede, vierde en vijfde lid van de Meststoffenwet;

k. het vaststellen van het bedrag aan verschuldigde rente, bedoeld in artikel 71, derde lid, van de Meststoffenwet;

l. de aanmaning, bedoeld in artikel 72, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet;

m. de invordering bij dwangbevel, bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Meststoffenwet.

4. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel g, zijn de teammanagers uitvoering en de sectormanagers van de Dienst Regelingen gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het opleggen van een bestuurlijke boete, bedoeld in de artikelen 51 tot en met 54, 55, tweede lid, 59, 61 en 67 van de Meststoffenwet, indien de bestuurlijke boete ten hoogste € 340 bedraagt.

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel d vervalt;

2. de onderdelen e tot en met j worden geletterd d tot en met h en het leesteken puntkomma na onderdeel h wordt vervangen door een punt.

D

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

De teammanagers uitvoering en de sectormanagers van de Dienst Regelingen, zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het verlenen van de vergunning, alsmede het daaraan verbinden, wijzigen, aanvullen of intrekken van nadere voorschriften en het intrekken van de vergunning en het registreren van de kennisgeving van overgang, bedoeld in artikel 13, eerste en tweede lid, van de Meststoffenwet;

b. het verlenen van de vergunning, bedoeld in artikel 15, tweede lid, onderdeel c van de Meststoffenwet alsmede het verbinden, wijzigen, aanvullen of intrekken van daaraan verbonden voorschriften;

c. het vaststellen van de aantallen op enig moment gehouden kippen en kalkoenen, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Meststoffenwet;

d. het registreren van de kennisgeving van overgang, bedoeld in de artikelen 27, tweede lid, en 31, tweede lid, van de Meststoffenwet;

e. het ongedaan maken van de registratie, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Meststoffenwet;

f. de registratie, bedoeld in de artikelen 31, eerste lid, 38, eerste lid en 43, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

g. het verzoek om gegevens uit de administratie, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, te verstrekken, de wijze waarop en de termijn waarbinnen de gegevens uit de administratie worden verstrekt, bedoeld in de artikelen 35, 40, tweede lid, 45, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

h. het verzoek om bewijsstukken te verstrekken, bedoeld in de artikelen 37, 42, 47 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

i. het opleggen van de verplichting tot het voorafgaand melden van het vervoer van dierlijke meststoffen en de bepaling van de termijn waarbinnen deze verplichting geldt, bedoeld in artikel 51, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

j. het verzenden van de kennisgeving, bedoeld in artikel 59, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

k. de erkenning, bedoeld in artikel 70, vierde lid, onderdeel c van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

l. de mededeling, bedoeld in artikel 105, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

m. de mededeling, bedoeld in artikel 107, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

n. het doorhalen van de registratie, bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

o. het besluit, bedoeld in artikel 108, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

p. het verlenen van de ontheffing, bedoeld in artikel 112, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, alsmede het verbinden van nadere voorschriften aan en intrekken van de ontheffing;

q. het vragen van nadere gegevens, bedoeld in artikel 115, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

r. de beslissing, bedoeld in artikel 116, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

s. het registreren van de persoonlijke gebruikerscode, bedoeld in artikel 122, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet;

t. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, onderscheidenlijk 8, derde lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment ‘Het Zuivere Ei’;

u. de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, onderscheidenlijk 14, tweede lid, van de Kaderregeling ontheffingen experiment ‘Golden Harvest’;

v. de beantwoording van brieven waarin de Staat der Nederlanden aansprakelijk wordt gesteld voor schade die verband houdt met de invoering van de Wet herstructurering varkenshouderij, het stelsel van mestafzetovereenkomsten, het stelsel van gebruiksnormen of de vereenvoudiging van productierechten indien het antwoord zich beperkt tot een gestandaardiseerde afwijzing van de aansprakelijkheid.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Dienst Regelingen, afdeling Recht en Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 februari 2006.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Naar boven