Tijdelijke regeling kentekening klassieke bromfietsen

Regeling, houdende de administratieve wijziging van de constructiesnelheid van een bromfiets in het kentekenregister en op het kentekenbewijs (Tijdelijke regeling kentekening klassieke bromfietsen)

8 februari 2006

Nr. HDJZ/AWW/2006-55

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel IV, dertiende lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281);

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. bromfiets met rolaandrijving: bromfiets waarbij de motor een wiel aandrijft door middel van een op de band van dat wiel geplaatste aandrijfrol;

b. bromfiets uitgevoerd als fiets met hulpmotor: bromfiets uitgevoerd als een fiets met een hulpmotor die van fabriekswege is uitgerust met wielen waarvan de banddiameter minimaal 24 inch (610mm) of de velgdiameter minimaal 20 inch (508 mm) bedraagt.

Artikel 2

In het kader van de afgifte van een kentekenbewijs als bedoeld in artikel IV, eerste lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281), wordt ná de afgifte dan wel tijdens de aanvraag van het kentekenbewijs op aanvraag van de eigenaar of houder van een bromfiets op het kentekenbewijs en in het kentekenregister vermeld dat de desbetreffende bromfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h, indien het motorrijtuig voldoet aan de in deze regeling vastgestelde eisen.

Artikel 3

De aanvraag van de vermelding, bedoeld in artikel 2, wordt bij de Dienst Wegverkeer ingediend op door deze dienst vastgestelde wijze.

Artikel 4

Bromfietsen voldoen voor het verkrijgen van de vermelding, bedoeld in artikel 2, aan de volgende eisen:

a. de bromfiets is geconstrueerd voor 1 januari 1974;

b. het betreft een bromfiets met rolaandrijving, dan wel een bromfiets uitgevoerd als fiets met hulpmotor.

Artikel 5

Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing op een bromfiets die op basis van artikel IV, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281) reeds is geschouwd en van een kenteken voorzien voor de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op het tijdstip dat artikel IV van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281) vervalt.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling kentekening klassieke bromfietsen

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling maakt het mogelijk dat, in het kader van de afgifte van een kentekenbewijs, voor bepaalde bromfietsen de in het kentekenregister en op het kentekenbewijs vermelde constructiesnelheid wordt verlaagd van 45 km/h naar 25 km/h, zonder dat hiervoor een keuring door de Dienst Wegverkeer (RDW) behoeft plaats te vinden. Het gaat hierbij om bromfietsen met een rolaandrijving, de zogenaamde solexen, en om bromfietsen uitgerust als een fiets met hulpmotor, die voldoen aan de in deze regeling opgenomen eisen. Deze wijziging van de constructiesnelheid heeft positieve gevolgen voor de verkeersregels die op deze groep bromfietsen van toepassing zijn. Doordat de constructiesnelheid administratief wordt aangepast, wordt de eigenaar of houder van de bromfiets daarnaast de kosten van een keuring door de RDW bespaard. De regeling heeft hiermee op twee wijze een begunstigend karakter.

Door middel van deze regeling wordt vervolg gegeven aan een brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2005/2006, 29 398 nr. 33) waarin is uiteengezet welke verkeersregels van toepassing zijn op bromfietsen en snorfietsen en hoe een solex desgewenst onder de categorie snorfiets zou kunnen worden gebracht. De enige mogelijkheid hiertoe voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling, een keuring door de RDW, blijkt in het geval van bromfietsen met een rolaandrijving en bromfietsen uitgerust als een fiets met hulpmotor onnodig en relatief duur voor de eigenaar of houder van de bromfiets.

Op 1 september 2005 is een kentekenplicht voor bromfietsen ingevoerd. Nieuwe bromfietsen moeten vanaf die datum zijn voorzien van een kenteken. Een reeds voor 1 september 2005 tot de weg toegelaten bromfiets dient uiterlijk op 31 december 2006 gekentekend te zijn. De kentekening van reeds voor 1 september 2005 tot de weg toegelaten bromfietsen geschiedt op de wijze neergelegd in artikel IV, tweede lid, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281). Dit artikel bevat de verplichting voor de aanvrager van een kentekenbewijs om met het voertuig naar een erkend bedrijf te gaan om de zogenoemde ‘schouwing’ te laten verrichten. Het erkende bedrijf stelt in het kader van de schouwing een aantal voertuiggegevens vast die op het voertuig aanwezig zijn, en geeft deze door aan de RDW. Tevens worden deze gegevens op een registratieformulier vermeld. De aanvrager dient vervolgens persoonlijk bij een aangewezen instantie (het postkantoor) te verschijnen teneinde een identificatie van de aanvrager mogelijk te maken. Indien de RDW vervolgens geen omissies constateert, wordt een kentekenbewijs afgegeven. Nadat een kentekenbewijs is afgegeven, kan de inmiddels geregistreerde eigenaar of houder van het voertuig een kentekenplaat gaan bestellen bij een erkende kentekenplaatfabrikant.

In het kader van de kentekening van een reeds tot de weg toegelaten een bromfiets wordt de door de constructie bepaalde maximumsnelheid van het voertuig vermeld op het kentekenbewijs en in het kentekenregister. Bromfietsen hebben volgens de in de Wegenverkeerswet 1994 opgenomen definitie een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h. Binnen de voertuigcategorie bromfiets valt een groep te onderscheiden die beschikt over een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 25 km/h, de zogenaamde snorfietsen. De door de constructie bepaalde maximumsnelheid snelheid komt ook tot uiting in de kleur van de kentekenplaat. Geel voor een bromfiets, blauw voor een snorfiets. In het kader van de kentekening is gebleken dat een kleine groep voertuigen is typegoedgekeurd als bromfiets toen er nog geen definitie van snorfiets bestond, en waarbij nu dus op het kentekenbewijs en in het kentekenregister wordt vermeld dat de desbetreffende bromfiets beschikt over een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, terwijl het voertuig in de praktijk niet harder kan dan 25 km/h. Dit heeft ongewenste gevolgen voor de in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) neergelegde gedragsregels die van toepassing zijn op bromfietsen en snorfietsen. Met betrekking tot snorfietsen is in het kader van de verkeersveiligheid in het RVV 1990 bepaald dat de gedragsregels die van toepassing zijn op fietsen en fietsers ook van toepassing zijn op snorfietsen en snorfietsers (artikel 2b). Dit heeft tot gevolg dat snorfietsers gebruik mogen maken van het fietspad. Het is namelijk zowel voor de snorfietsers als voor de overige weggebruikers niet veilig als voertuigen met een dergelijk lage snelheid gebruikt moeten maken van de rijbaan. De genoemde groep voertuigen, waarbij is vermeld dat de desbetreffende bromfiets beschikt over een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, maar die in de praktijk niet harder kunnen dan 25 km/h, moet op basis van het Rvv 1990 gebruik maken van de rijbaan, terwijl ze qua snelheid vallen in de categorie snorfiets en daarmee thuishoren op het fietspad. Het gaat hierbij met name om klassieke bromfietsen, dat wil zeggen bromfietsen van voor 1974, met een rolaandrijving, de zogenaamde solexen, en om fietsen met een hulpmotor. De onderhavige regeling maakt het dan ook mogelijk dat de eigenaar of houder van een dergelijke bromfiets In het kader van de afgifte van een kentekenbewijs bij de RDW een aanvraag kan indienen om op het kentekenbewijs en in het kentekenregister alsnog te vermelden dat de desbetreffende bromfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h. Dit betekent dat voor de toepassing van het RVV 1990 dit voertuig wordt aangemerkt als een snorfiets (artikel 1, onderdeel af).

Voor 1 september 2005 zijn er ongeveer 7000 solexen toegelaten tot de weg. Deze voertuigen worden nu gekentekend. Het merendeel hiervan is voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling nog niet gekentekend (mede omdat de RDW heeft opgeroepen hiermee te wachten) en kan, indien de eigenaar of houder dit wenst en het voertuig voldoet aan de regeling, meteen van een snorfietsplaat worden voorzien. De meerkosten hiervoor, dat wil zeggen de kosten die niet samenhangen met de reguliere kentekenprocedure, neemt de RDW voor haar rekening. Circa 1450 solexen zijn reeds gekentekend. Ook deze groep valt onder de onderhavige regeling (zie artikel 5) en ook voor deze groep zal de RDW de meerkosten voor haar rekening nemen. Van deze groep hebben naar verwachting 600 solexbezitters inmiddels ook al een bromfiets-kentekenplaat aangeschaft. Indien zij gebruik willen maken van deze regeling zullen zij een nieuwe kentekenplaat moeten bestellen bij een erkende kentekenplaatfabrikant. De gele bromfietsplaat moet worden vervangen door een blauwe snorfietsplaat. De kosten hiervan bedragen ongeveer € 20,–. Deze kosten komen voor rekening van de eigenaar/houder. Op het totaal van de solexbezitter betreft dit echter een kleine groep en deze kosten zouden ook gemaakt zijn bij het alternatief, een fysieke keuring van het voertuig door de RDW. Overigens blijft het kenteken (de cijfers en letters) zelf gelijk.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 zijn de omschrijvingen van begrippen opgenomen die worden gehanteerd in de onderhavige regeling. Het gaat om bromfietsen met een rolaandrijving, de zogenaamde solexen, en om bromfietsen uitgevoerd als fietsen met een hulpmotor. Om te voorkomen dat niet ‘fietsachtige’ voertuigen ook van deze regeling gebruik kunnen maken wordt met betrekking tot fietsen met een hulpmotor een minimale wieldiameter opgegeven. Fietsachtige voertuigen beschikken over een grotere wieldiameter dan niet fietsachtige voertuigen.

Artikel 2

In artikel 2 is geregeld dat de eigenaar of houder van een bromfiets die reeds voor 1 september 2005 is toegelaten tot de weg in het kader van de afgifte van een kentekenbewijs een aanvraag kan indienen om op het kentekenbewijs en in het kentekenregister te vermelden dat de desbetreffende bromfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h. Voor een beschrijving van de procedure voor de aanvraag en afgifte van een kentekenbewijs wordt verwezen naar het algemeen deel van de toelichting. Deze procedure wordt door middel van de onderhavige regeling aangevuld. De aanvraag van de eigenaar of houder zal in het merendeel van de gevallen tot gevolg hebben dat na de standaard afgifte het kentekenbewijs wordt aangepast. De standaard procedure voor de afgifte van een kentekenbewijs blijft hiermee intact. Hiervoor is gekozen, omdat het niet wenselijk is om de procedure voor de afgifte van ongeveer 500.000 kentekenbewijzen aan te passen voor de zeer kleine groep bromfietsen die onder deze regeling valt. Dit zou gepaard gaan met een onevenredig hoeveelheid onduidelijkheid voor de schouwbedrijven en kosten voor zowel de schouwbedrijven als voor de RDW.

In sommige gevallen is de RDW reeds voor de afgifte van een kentekenbewijs op de hoogte van het feit dat een bromfiets voldoet aan de in deze regeling vastgestelde eisen. Deze situatie doet zich voor wanneer de RDW de aanvraag van een kentekenbewijs weigert omdat (een deel van) de gegevens omtrent de bromfiets ontbreken die bekend moeten zijn voor de afgifte van een kentekenbewijs. De RDW treedt vervolgens in contact met de eigenaar of houder van de bromfiets om deze in de gelegenheid te stellen alsnog de gegevens aan te vullen. Indien hierbij duidelijk wordt dat het een bromfiets betreft die voldoet aan de in deze regeling vastgestelde eisen en de eigenaar of houder ook wenst dat het kentekenbewijs en in het kentekenregister vermeld dat de desbetreffende bromfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h, dan wordt dit meteen meegenomen bij de afgifte.

Artikel 3

De aanvraag om op het kentekenbewijs en in het kentekenregister te vermelden dat de desbetreffende bromfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h dient te worden ingediend bij de Dienst Wegverkeer. De Dienst Wegverkeer stelt vast op welke wijze dit dient te gebeuren.

Artikel 4

Om te verzekeren dat alleen die bromfietsen waarbij op het kentekenbewijs onterecht is vermeld dat de bromfiets is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 45 km/h in aanmerking komen voor een andere vermelding, moet een bromfiets hiervoor aan een aantal eisen voldoen. De bromfiets moet zijn geconstrueerd voor 1974 en moet beschikken over een rolaandrijving of over een hulpmotor. Deze combinatie van eisen borgt dat alleen bromfietsen in aanmerking komen waarbij zonder aanvullende technische keuring met zekerheid kan worden gesteld dat ze vallen in de categorie bromfietsen geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h. Met de in artikel 1 opgenomen definities van een bromfiets met een rolaandrijving en een bromfiets uitgevoerd als een fiets met hulpmotor, wordt verzekerd dat alleen solexen en fietsachtige voertuigen met een hulpmotor onder de regeling vallen. De datum 1 januari 1974 is opgenomen, omdat het overgrote deel van de voertuigen die zijn typegoedgekeurd als bromfiets terwijl het voertuig in de praktijk niet harder kan dan 25 km/h, is geconstrueerd voor deze datum. De door de constructie bepaalde maximumsnelheid van na 1973 geconstrueerde voertuigen ligt aanzienlijk hoger en is wegens per 1974 ingevoerde anti-opvoermaatregelen technisch gezien zeer moeilijk of onmogelijk te verlagen naar 25 km/h.

Artikel 5

Het kentekenen van een reeds tot de weg toegelaten bromfiets was mogelijk vanaf 1 september 2005. Het is dan ook mogelijk dat een bromfiets die onder deze regeling valt reeds is gekentekend. In artikel 5, wordt daarom artikel 2 van overeenkomstige toepassing verklaard op bromfietsen die voor de inwerkingtreding van deze regeling op basis van artikel IV, van de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee (Stb. 281) reeds zijn geschouwd en van een kenteken voorzien.

Artikelen 6 en 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op het tijdstip dat artikel IV van de wet vervalt die de kentekening van reeds tot het verkeer toegelaten bromfietsen mogelijk maakt. Het betreft daarmee een tijdelijke regeling, hetgeen ook tot uiting komt in de citeertitel.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Naar boven