Wijziging Regeling vervoerbare drukapparatuur

Wijziging van de Regeling vervoerbare drukapparatuur (aanwijzing Dienst Wegverkeer als keuringsinstantie)

8 februari 2006

Nr. HDJZ/I&O/2006-148

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 8 van richtlijn nr. 1999/36/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PbEG L 138), artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen, en artikel 49, tweede lid, onderdelen b en c, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel I

De Regeling vervoerbare drukapparatuur1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De aangewezen instantie, bedoeld in het tweede lid, wordt opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

B

Aan de regeling wordt een bijlage toegevoegd waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Bijlage bij artikel I, onderdeel B

Bijlage 1 bij artikel 9, vierde lid, van de Regeling vervoerbare drukapparatuur

Artikel 1

Voor de volgende werkzaamheden is de Dienst Wegverkeer tot 1 januari 2008 aangewezen als keuringsinstantie voor het keuren van vervoerbare drukapparatuur:

a. het uitvoeren van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures inzake nieuwe vervoerbare drukapparatuur, voorzover het tanks betreft, op grond van bijlage IV, deel I, module B (EG-typeonderzoek), module B1 (EG-ontwerponderzoek), module F (EG-productkeuring) en module G (EG-eenheidskeuring) bij richtlijn nr. 1999/36/EG van de Europese Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PbEG L 138);

b. het uitvoeren van de hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling van de bestaande types of van de bestaande vervoerbare drukapparatuur, voorzover het tanks betreft, ten opzichte van de vereisten van de bijlagen bij richtlijn nr. 94/55/EG van de Europese Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PbEG L 319) en richtlijn nr. 96/49/EG van de Europese Raad van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (PbEG L 235), op grond van bijlage IV, deel II, bij de in onderdeel a genoemde richtlijn;

c. de periodieke keuringen van tanks op grond van bijlage IV, deel III, module 1, bij de in onderdeel a genoemde richtlijn.

Artikel 2

De Dienst Wegverkeer kan voor de in artikel 1 genoemde werkzaamheden vergoedingen vaststellen alsmede de wijze van betaling daarvan. De vergoedingen zijn verschuldigd aan de Dienst Wegverkeer.

Artikel 3

1. De in artikel 1 genoemde werkzaamheden en de hiervoor door de Dienst Wegverkeer vast te stellen vergoedingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

a. de exploitatie gaat niet ten koste van de op grond van de Wegenverkeerswet 1994 opgedragen taken;

b. de exploitatie leidt niet tot concurrentieverstoring.

Toelichting

Deze regeling voorziet in de tijdelijke aanwijzing van de Dienst Wegverkeer (RDW) als keuringsinstantie als bedoeld in de EG-richtlijn betreffende vervoerbare drukapparatuur 11 , voor de keuring van klasse-2-gastanks. Op basis van een onderzoek naar de geschiktheid van de RDW wordt nu de RDW aangewezen als keuringsinstantie. Wel dient de RDW nog te worden gecertificeerd volgens de norm EN-ISO/IEC 17020 (EN 45004). Tevens wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt van ‘accreditatie als ondersteuning voor een aanwijzing’, zoals verwoord in het Kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie en accreditatie in het kader van overheidsbeleid van november 20032 . Dit brengt namelijk mee dat in verband hiermee de huidige aanwijzing geldt tot 1 januari 2008. De RDW kan na certificering een verzoek indienen voor een definitieve aanwijzing.

Voor de vormgeving van deze aanwijzing is aansluiting gezocht bij vergelijkbare aanwijzingen in andere ministeriële regelingen onder de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 2000, 232; gewijzigd bij ministeriële regeling van 18 mei 2004 (Stcrt. 98).

Naar boven