Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR

De Raad van opdrachtgevers SSR,

Gelet op het Besluit instelling en bevoegdheden Raad van opdrachtgevers SSR;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. SSR: de dienst Studiecentrum Rechtspleging;

b. het college van bestuur: de leiding van SSR.

Artikel 2

1. Het college van bestuur is bevoegd om besluiten te nemen en stukken af te doen voor zover deze betrekking hebben op instandhouding, beheer en uitoefening van de taken van SSR.

2. Het college van bestuur is bevoegd om namens de Staat der Nederlanden de privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor zover deze nodig zijn voor de uitoefening van de taken van SSR.

3. Het college van bestuur is bevoegd om feitelijke handelingen te verrichten voor zover deze nodig zijn voor instandhouding, beheer en uitoefening van de taken van SSR.

Artikel 3

1. Het college van bestuur heeft de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden niet indien bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald, indien de aard van de uit te oefenen bevoegdheden zich tegen de mandaatverlening verzet of indien het betreft een besluit over aangelegenheden met een zwaarwegend belang.

2. Het college van bestuur gaat bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden geen verplichtingen aan en doet geen uitgaven die het door de Raad van opdrachtgevers SSR vastgestelde financiële kader voor SSR te boven gaan.

3. Het college van bestuur is niet bevoegd privaatrechtelijke vorderingen kwijt te schelden of buiten invordering te stellen.

4. De vaststelling door het college van bestuur van het organisatie- en formatieplan en het bestuursreglement behoeft de instemming van de Raad van opdrachtgevers SSR.

5. Het college van bestuur is niet dan met instemming van de Raad van opdrachtgevers SSR bevoegd tot het nemen van besluiten tot toepassing van artikel 69, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, voorzover de schadeloosstelling, kostenvergoeding of geldelijke tegemoetkoming op jaarbasis meer dan € 5000 bedraagt, en van besluiten tot toepassing van artikel 99 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Artikel 4

1. Het college van bestuur is bevoegd om schriftelijk ondermandaat, een nadere volmacht of een nadere machtiging te verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen, behoudens ingeval van uitoefening van bevoegdheden waarvoor de instemming van de Raad van opdrachtgevers SSR is vereist, als bedoeld in artikel 3, vierde en vijfde lid.

2. Het college van bestuur kan, bij toepassing van het eerste lid, bepalen dat de daar bedoelde bevoegdheden eveneens toekomen aan de functionarissen aan wie hij ondermandaat, een nadere volmacht of een nadere machtiging verleent.

3. Ondermandaten, nadere volmachten en nadere machtigingen als bedoeld in het eerste en het tweede lid, behoeven de instemming van de Raad van opdrachtgevers SSR.

Artikel 5

1. Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat met toepassing van dit besluit in mandaat is genomen door het college van bestuur, wordt op het bezwaarschrift beslist door de Raad van opdrachtgevers SSR.

2. Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat met toepassing van dit besluit in ondermandaat is genomen door een in artikel 4 bedoelde functionaris, wordt op het bezwaarschrift beslist door het college van bestuur.

Artikel 6

1. Indien ingevolge dit besluit door het college van bestuur besluiten worden genomen en stukken worden afgedaan, geschiedt de ondertekening door het college van bestuur SSR.

2. Indien ingevolge dit besluit door functionarissen, bedoeld in artikel 4, besluiten worden genomen en stukken worden afgedaan, geschiedt de ondertekening door die functionarissen onder vermelding van hun functie.

3. Indien ingevolge dit besluit door het college van bestuur schriftelijk een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt verricht, geschiedt de ondertekening als volgt:

De Staat der Nederlanden,

namens deze,

het college van bestuur SSR,

(handtekening of handtekeningen)

(naam of namen)

4. Indien ingevolge dit besluit door functionarissen, bedoeld in artikel 5, een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt verricht, geschiedt de ondertekening als volgt:

De Staat der Nederlanden,

namens deze,

(functie of functies)

(handtekening of handtekeningen)

(naam of namen)

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR.

Den Haag, 28 september 2005.
De Raad van opdrachtgevers SSR,
W.J.J. van Velzen,
H.J. Bolhaar.

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2005 is het Studiecentrum Rechtspleging (SSR) een dienst van de Raad voor de rechtspraak (Raad) geworden. Voorheen was SSR een gemeenschappelijke landelijke dienst van de Raad en het College van procureurs-generaal.

Bevoegdheden

Aan het college van bestuur SSR worden bevoegdheden gemandateerd ten behoeve van het integraal management van SSR op organisatorisch, personeel, financieel en materieel gebied. De bevoegdheden kunnen uitsluitend worden aangewend voor instandhouding, beheer en uitoefening van de taken van SSR. Het gaat om uiteenlopende bevoegdheden zoals:

• Het integraal management op organisatorisch, financieel en materieel gebied.

In artikel 40 van het Besluit financiering rechtspraak 2005 is geregeld dat voor onder de Raad ressorterende diensten de regels over eigen vermogenvorming voor gerechten van overeenkomstige toepassing zijn. Overigens is SSR tot nu toe de enige onder de Raad ressorterende dienst.

• Het vertegenwoordigen van SSR, onderscheidenlijk de Staat der Nederlanden, in gerechtelijke procedures waarbij SSR is betrokken.

• Het optreden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.

• Het nakomen van in de Arbeidsomstandighedenwet opgenomen verplichtingen en het uitoefenen van de daarbij behorende bevoegdheden.

• Het behartigen van de personeelsaangelegenheden van het bij SSR werkzame personeel, waaronder het aanstellen, disciplinair straffen, schorsen en ontslaan van het bij SSR werkzame personeel en het uitoefenen van rechtspositionele bevoegdheden op grond van de Ambtenarenwet en op grond van op de Ambtenarenwet gebaseerde bepalingen (bijvoorbeeld het afnemen van eed of belofte, het verlenen van buitengewoon verlof en het toekennen van een toeslag).

Voorts is het college van bestuur bevoegd om namens de Staat der Nederlanden de privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor zover deze nodig zijn voor de uitoefening van de taken van SSR (volmacht). Tenslotte kan het college van bestuur feitelijke handelingen verrichten (machtiging).

Beperking bevoegdheden

Het aan het college van bestuur verleende algemene mandaat en de algemene volmacht kennen een aantal algemene beperkingen. Het college van bestuur is onder meer niet bevoegd, indien het betreft een besluit over aangelegenheden met een zwaarwegend belang (artikel 3, eerste lid). Hier kan worden gedacht aan besluiten met grote (materiële of immateriële) gevolgen voor de dienst zelf of voor de rechterlijke organisatie of aan besluiten met grote politieke en maatschappelijke gevolgen.

Het college van bestuur is ingevolge het eerste lid van artikel 4 ook niet bevoegd ondermandaat, een nadere volmacht of een nadere machtiging te verlenen voor de uitoefening van bevoegdheden waarvoor de instemming van de Raad van opdrachtgevers SSR is vereist (bijzondere beperking).

Met de in het vijfde lid van artikel 3 geregelde beperking is aangesloten bij artikel 6, vijfde lid, van het Instellings- en mandaatbesluit Bistro (Bureau internetsystemen en -toepassingen rechterlijke organisatie) en bij artikel 1, tweede en derde lid, van het Besluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden gerechtsambtenaren en ambtenaren bureau Raad voor de rechtspraak.

Bezwaarschriften

Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift kan ingevolge artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet worden verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. Dat betekent dat, indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat met toepassing van deze regeling is genomen door het college van bestuur, op het bezwaarschrift wordt beslist door de Raad van opdrachtgevers SSR.

Het is wel mogelijk dat het college van bestuur beslist op een bezwaarschrift dat zich richt tegen een besluit dat in ondermandaat is genomen door een onder het college van bestuur ressorterende functionaris.

Ondertekening

Privaatrechtelijke rechtshandelingen worden namens de Staat der Nederlanden verricht, door zowel het college van bestuur als door de onder hem ressorterende functionarissen, uiteraard voor zover deze laatste een nadere volmacht hebben gekregen.

In artikel 6 wordt aangegeven op welke wijze stukken in de verschillende gevallen moeten worden ondertekend.

Naar boven