Ontheffing verbodsbepaling Luchtvaartwet m.b.t. medegebruik militair luchtvaartterrein Twenthe

29 december 2005

Nr. MLA/025/2005

De Staatssecretaris van Defensie en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen:

het verzoek van de Vliegclub Twente d.d. 5 september 2005;

Gelet op:

artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47);

Besluiten:

Artikel 1

Aan de leden van de vliegclub Twente te Enschede, die optreden als gezagvoerder van een luchtvaartuig, wordt ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onder a, van de Luchtvaartwet, met betrekking tot het medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe.

Artikel 2

De ontheffing geldt voor vluchten met burgerluchtvaartuigen, waarbij de vluchten een recreatief karakter hebben.

Artikel 3

De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, zoals vastgesteld in de ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202.620/11k, laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder ‘de vergunning’ deze beschikking dient te worden verstaan.

Artikel 4

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de vastgestelde geluidszone niet wordt overschreden.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006 en vervalt op 1 januari 2008.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Hoofddorp, 29 december 2005.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
De Hoofdinspecteur Toezichteenheid Luchthavens en Luchtruim,
J.H. Wilbrink.
’s-Gravenhage, 29 december 2005.
De Staatssecretaris van Defensie,voor deze,
De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit,
P.M.A. Vorderman, generaal-majoor Klu b.d.

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden, op grond van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop het besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Defensie, postbus 20701, 2500 ES ‘s-Gravenhage.

Toelichting

Het rijksbeleid voor het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen ligt vast in het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2) en de nota Regionale luchthavenstrategie (RELUS). In het SMT2 is aangegeven dat de recreatieve luchtvaart mogelijk blijft indien daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en de taakuitvoering van de militaire luchtvaart, met inachtneming van de geluidhinderproblematiek. Onderhavige ontheffing past in het huidige beleid van de betrokken ministeries.

De leden van de vliegclub Twente mogen gebruik maken van het luchtvaartterrein Twenthe met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in de algemene en bijzondere voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden. De praktijk leert dat met name buiten de openstellingstijd gebruik wordt gemaakt van het MLT Twenthe. De actuele openstellingstijden zijn en worden gepubliceerd in de MilAIP en in NOTAM’s.

Ten aanzien van de geluidsbelasting het volgende. De luchtvaartuigen van de vliegclub Twente behoren tot de kleine luchtvaart. De normstelling van de maximaal toelaatbare geluidsbelasting, die door de zogenaamde kleine luchtvaart wordt veroorzaakt, is voor de eerste maal vastgesteld in het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart (Stb. 1991, 22), een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 25, tweede lid, van de Luchtvaartwet (oud). De geluidsbelasting wordt uitgedrukt in geluidsbelastingseenheden kleine luchtvaart (bkl). Dit besluit is ingevolge artikel 3 niet van toepassing op gebieden binnen een zone waarop het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen (Stb. 1988, 151) van toepassing is.

Door een wijziging van de Luchtvaartwet in 1994 (Stb. 1994, 601) is de wettelijke grondslag voor de eerder genoemde algemene maatregelen van bestuur gewijzigd. Als gevolg hiervan vallen thans ook onder de normering van de geluidsbelasting van de grote luchtvaart (Kosten-eenheden) de vliegtuigbewegingen van luchtvaartuigen met een toegelaten totaalmassa van minder dan 6000 kg, maar meer dan 390 kg, voorzover dit hefschroefvliegtuigen betreft dan wel luchtvaartuigen die gebruik maken van dezelfde aan- en uitvliegroutes als de luchtvaartuigen van ten minste 6000 kg, dan wel de vliegpatronen van deze luchtvaartuigen overeenkomen met die van luchtvaartuigen van tenminste 6000 kg (artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a).

In de afgelopen jaren zijn veelvuldig vliegtuigbewegingen met kleine luchtvaartuigen uitgevoerd. Voor zover deze vliegtuigbewegingen moeten worden gerekend tot de Bggl-geluidsnormering tellen deze normaal mee in de berekening van de geluidsbelasting, welke wordt uitgedrukt in Kosten-eenheden.

De vliegtuigbewegingen worden op de vliegbasis geregistreerd door middel van het zogenaamde RAMZAL-systeem (Registration of Aircraft Movements for Zoning at Airbase Level). In dit systeem worden gegevens over vliegtuigen en vliegtuigbewegingen ingevoerd. Het systeem bewerkt en cumuleert deze vervolgens voor aanlevering aan het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), dat vervolgens ieder jaar met behulp van de ingevoerde gegevens de geluidsbelasting, die in het voorafgaande jaar is veroorzaakt door het totaal aantal opstijgende en landende vliegtuigen, berekent en rapporteert.

De berekening geschiedt volgens het Voorschrift voor de berekening van de geluidsbelasting in Kosteneenheden (Ke) ten gevolge van het vliegverkeer, het resultaat wordt gepresenteerd in de vorm van geluidscontouren. Door middel van vergelijking van deze berekende actuele jaarcontouren met de vastgestelde geluidszone kan worden vastgesteld of de geluidszone in het desbetreffende jaar is overschreden. De rapportages over de afgelopen jaren laten zien dat de geluidszone van de vliegbasis Twenthe in die jaren niet is overschreden.

In de onmiddellijke nabijheid van het militair luchtvaartterrein Twenthe is het Lonnekermeer gelegen dat als Habitatrichtlijngebied heeft te gelden. Ten aanzien van het verzoek om voortzetting van het bestaande medegebruik kan worden gesteld dat er geen redenen zijn aan te nemen dat als gevolg van dit voortgezette gebruik significante gevolgen zullen optreden waarvoor het gebied is aangewezen.

Toetsing aan andere milieuparameters heeft niet plaatsgevonden, aangezien de ontheffing een verlenging betreft - en er geen redenen zijn om aan te nemen dat een intensivering zal optreden van het aantal vliegtuigbewegingen - van een reeds bestaand uitvoeringsbesluit op grond van de Luchtvaartwet. Geconstateerd wordt dat de Vliegclub Twente sinds jaren een overwegend constant aantal vliegtuigbewegingen uitvoert.

In de zogenaamde Prinsjesdagbrief van 16 september 2003 kondigt de minister van Defensie vergaande maatregelen aan die de omvang en de samenstelling van de Nederlandse krijgsmacht in de komende jaren grondig zullen veranderen. Een van deze maatregelen is de sluiting van het militaire luchtvaartterrein Twenthe, uiterlijk eind 2007. Met het opheffen van het 313 squadron op het MLT Twenthe op 1 december 2005 heeft het luchtvaartterrein nog beperkte militaire taken voor onderhoud en voor de stationering van af te stoten F-16’s. Om de omgeving de gelegenheid te geven zich te beraden over de toekomst van het MLT alsmede ter uitvoering van de beperkte militaire taken geldt een transitieperiode. Deze periode loopt vanaf 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007. Hierna zal een procedure worden opgestart om de militaire aanwijzing te laten vervallen. Het spreekt voor zich dat op het moment dat een luchtvaartterrein niet meer als militair luchtvaartterrein is aangewezen, er geen medegebruik meer kan plaatsvinden. Vandaar dat de duur van de ontheffing is gesteld op twee jaar.

Naar boven