Regeling vaststelling subsidieplafonds en tenderperiodes EZ 2007

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 december 2006, nr. WJZ 6105643, tot vaststelling van enkele subsidieplafonds en tenderperioden voor het jaar 2007, en verhoging van enkele subsidieplafonds voor het jaar 2006 (Regeling vaststelling subsidieplafonds en tenderperiodes EZ 2007)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 5 van het Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling, de artikelen 6, eerste lid, en 7, eerste lid, van de Subsidieregeling prekwalificatie ESA-programma’s, artikel 4, eerste lid, van het Besluit borgstelling scheepsnieuwbouw, artikel 4, eerste en tweede lid, van de Subsidieregeling aanpak urgente bedrijfslocaties, artikel 7, eerste lid, van de Regeling Groeifaciliteit, artikel 4 van het Besluit subsidies Topprojecten herstructurering bedrijventerreinen, artikel 5, eerste lid, van de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004, artikel 6 van de Regeling subsidieprogramma kennisexploitatie, de artikelen 3, eerste lid, en 5, tweede lid, van de Regeling seed capital technostarters, artikel 2, derde lid, van de Uitdagersregeling, artikel 28 van de Subsidieregeling IOP-TTI module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten, artikel 5, eerste lid, van de Subsidieregeling kennisoverdracht brancheorganisaties MKB, artikel 9, eerste lid, van de Subsidieregeling kennisoverdracht ondernemers MKB, artikel 6, eerste lid, van de Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences, artikel 7 van het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten 2000 en artikel 12, eerste lid, van de Regeling exportfinancieringsarrangement zware matching;

Besluit:

Artikel 1

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van het Besluit subsidies civiele vliegtuigontwikkeling bedraagt € 14.000.000,–.

Artikel 2

1. Als periode in 2007, na afloop waarvan aanvragen op grond van de Subsidieregeling prekwalificatie ESA-programma’s worden behandeld, die in die periode zijn ontvangen, wordt vastgesteld: de periode van 1 januari tot en met 28 februari 2007.

2. Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ontvangen in de daar genoemde periode bedraagt € 5.899.143,–.

Artikel 3

Het subsidieplafond voor het in 2007 verlenen van borgstellingen op grond van het Besluit borgstelling scheepsnieuwbouw bedraagt € 1.000.000.000,–.

Artikel 4

1. Als periode in 2007, na afloop waarvan de aanvragen op grond van de Subsidieregeling aanpak urgente bedrijfslocaties worden behandeld, die in die periode zijn ontvangen, wordt vastgesteld: de periode die aanvangt op 21 mei 2007 en eindigt op 1 juni 2007, om 16.00 uur.

2. Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies op aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ontvangen in de daar genoemde periode, bedraagt € 1.500.000,–.

Artikel 5

Het subsidieplafond voor het in 2007 toekennen van reserveringsquota op grond van de Regeling Groeifaciliteit bedraagt € 119.000.000,–.

Artikel 6

1. Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van het Besluit subsidies Topprojecten herstructurering bedrijventerreinen bedraagt € 20.500.000,–.

2. Het subsidieplafond voor het in 2006 verstrekken van subsidies op grond van het Besluit subsidies Topprojecten herstructurering bedrijventerreinen wordt verhoogd tot € 25.550.000,–.

Artikel 7

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004 bedraagt € 9.940.000,–.

Artikel 8

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Regeling subsidieprogramma kennisexploitatie bedraagt € 4.500.000,–.

Artikel 9

1. Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van geldleningen op grond van de Regeling seed capital technostarters, met betrekking tot aanvragen, ontvangen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 maart 2007, bedraagt € 12.000.000,–.

2. Het in artikel 3, eerste lid, van de Regeling seed capital technostarters bedoelde plafondbedrag bedraagt € 4.000.000,– voor het in 2007 verstrekken van een geldlening op grond van die regeling.

Artikel 10

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Uitdagersregeling bedraagt € 6.100.000,–.

Artikel 11

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van TTI-subsidies op grond van de Subsidieregeling IOP-TTI module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten bedraagt € 0,–.

Artikel 12

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieregeling kennisoverdracht brancheorganisaties MKB bedraagt € 0,–.

Artikel 13

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieregeling kennisoverdracht ondernemers MKB bedraagt € 0,–.

Artikel 14

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieregeling zaaiprojecten life sciences bedraagt € 0,–.

Artikel 15

1. Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten 2000 bedraagt € 0,–.

2. Het subsidieplafond voor het in 2006 verstrekken van subsidies op grond van het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten 2000 wordt verhoogd tot € 47.634.000,–.

Artikel 16

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Regeling exportfinancieringsarrangement zware matching bedraagt € 0,–.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling subsidieplafonds en tenderperiodes EZ 2007.

Artikel 18

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 december 2006.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, C.E.G. van Gennip.

Toelichting

In deze regeling worden enkele subsidieplafonds en tenderperiodes vastgesteld voor het jaar 2007, en wordt een tweetal subsidieplafonds voor het jaar 2006 verhoogd.

De subsidieplafonds worden verdeeld op de wijze, aangegeven in de betrokken subsidieregelingen.

Door deze vaststelling van de subsidieplafonds worden de betrokken regelingen inhoudelijk niet gewijzigd; mogelijkheden tot vereenvoudiging van administratieve verplichtingen worden bezien wanneer de regelingen inhoudelijk worden gewijzigd. Het totaal van de administratieve lasten per regeling blijft dus, zoals eerder is berekend: artikel 1 CVO 4,54% van het voor subsidie beschikbare bedrag (€ 635.600); artikel 2 PEP 5,2% (€ 306.755); artikel 3 BBS 0,01% (€ 100.000); artikel 4 AUB geen AL (betreft subsidie aan gemeenten); artikel 5 Groeifaciliteit 0,06% (€ 71.400); artikel 6 Topper 2,44% (€ 500.200 voor 2007 en € 120.780 voor de verhoging 2006 met € 4.950.000); artikel 7 PSB nog niet gekwantificeerd; artikel 8 SKE 0,50% (€ 22.500); artikel 9 Seed 0,78% (€ 93.600); artikel 10 Uitdagersregeling 4,5% (€ 274.500); artikel 15, tweede lid, BSRI 3,08% (€ 770.000 voor de verhoging 2006 met € 25.000.000).

De in artikel 11 tot en met 16 genoemde regelingen kennen in 2007 een plafond van € 0,–. De administratieve lasten nemen daardoor af tot een zeer gering niveau, het kennisnemen van het feit dat het plafond (wederom) op € 0,– is gesteld en het indienen van aanvragen niet zinvol is. Het tijdsbeslag voor deze activiteit is begroot op 15 minuten per aanvrager tegen een uurtarief van € 60,–. Uitgangspunt is het aantal aanvragers per regeling in de afgelopen periode. De administratieve lasten komen daarmee uit op: artikel 11 IOP-TTI € 150 (10 aanvragers); artikel 12 SKB € 360 (24 aanvragers); artikel 13 SKO € 11.925 (795 aanvragers); artikelen 14–16 (zaaiprojecten, BSRI en zware matching) telkens € 0 (geen aanvragers). Gezien het feit dat de plafonds voor deze regelingen op € 0,– zijn gesteld is het niet mogelijk de administratieve lasten in een percentage uit te drukken.

Artikel 11. Beoordeling van aanvragen en verstrekking van subsidie aan Technologische Topinstituten vindt plaats in het kader van de innovatieprogramma’s.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C.E.G. van Gennip

Naar boven