Wijziging bedragen Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2006, nr. W&B/URP/2006/95403, tot wijziging van bedragen genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 met ingang van 1 januari 2007

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 59h van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en 56 van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

Besluit:

Artikel I

Artikel 5 van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 261,–’ vervangen door:€ 266,–.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 2.640,– voor een uitgebreid rapport en € 1.561,– voor een verkort rapport’ vervangen door: € 2.674,– voor een uitgebreid rapport en € 1.581,– voor een verkort rapport.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 959,–’ vervangen door: € 972,–.

4. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 1.591,–’ vervangen door: € 1.612,–.

5. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘€ 3.182,–’ vervangen door: € 3.224,–.

6. In het vierde lid wordt ‘€ 1.079,–’ vervangen door: € 1.093,–.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

In de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 zijn in artikel 5 de bedragen vastgesteld voor de rijksvergoeding aan de gemeenten van specifieke en noodzakelijke onderzoeks- en begeleidingskosten in verband met de uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

De bedragen worden jaarlijks herzien voor zover de ontwikkeling van de lonen van werknemers in de overheidssector (wat betreft het eerste lid) en in de particuliere bedrijven (wat betreft het tweede tot en met vierde lid) daartoe aanleiding geeft. Op basis van de ontwikkeling van de relevante indexcijfers over de periode oktober 2005 tot en met oktober 2006 worden de bedragen genoemd in artikel 5, eerste lid, met 1,79% en de bedragen genoemd in het tweede tot en met vierde lid, met 1,31% verhoogd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Naar boven