Wijziging Beleidsregels kwaliteit kinderopvang

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2006, nr. AV/A&Z/06/101195, tot wijziging van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 57a, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Dit besluit berust op artikel 57a, eerste lid, van de wet.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel C, van de Wet van 20 november 2006 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt (Verzamelwet arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 2006) (Stb. 647) in werking treedt.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 december 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Bij de Wet van 20 november 2006 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt (Verzamelwet arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 2006) (Stb. 647) is onder meer in de Wet kinderopvang een nieuw artikel 57a ingevoegd, op grond waarvan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Minister van SZW) de bevoegdheid is toegekend om beleidsregels vast te stellen op het terrein van de kwaliteit van de kinderopvang. De tot nu toe door de Minister van SZW vastgestelde Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (Stcrt. 2004, 222) waren gebaseerd op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij nader inzien is gebleken dat genoemde beleidsregels geen betrekking hebben op aan de Minister van SZW toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheden. Geconcludeerd is dan ook dat genoemde beleidsregels geen regels zijn in de zin van artikel 4:81, eerste lid, Awb en dat de basis voor de bevoegdheid tot vaststelling van deze beleidsregels dus niet in dat artikellid gevonden kan worden. Die basis wordt evenmin geboden door de artikelen 49, 50, 51 en 56 van de Wet kinderopvang, die immers geen betrekking hebben op de bevoegdheid tot vaststelling van beleidsregels doch de algemene normen met betrekking tot de kwaliteit van de kinderopvang betreffen, waaraan de beleidsregels bedoeld zijn invulling te geven.

Omdat de kinderopvangsector en de gemeenten gebaat zijn bij een helder juridisch kader met betrekking tot het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang is zoals gezegd, aan de Minister van SZW alsnog de bevoegdheid toegekend om beleidsregels vast te stellen op het gebied van kwaliteit van de kinderopvang door middel van het eerdergenoemde artikel 57a, eerste lid, van de wet. Teneinde onduidelijkheid over de nieuwe wettelijke grondslag van de bestaande beleidsregels te voorkomen, is in de onderhavige wijzigingsregeling die wettelijke grondslag expliciet vermeld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

  • 1

    Stcrt. 2004, 222; laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 april 2005 (Stcrt. 80).

Naar boven