Wijziging Regeling inburgering
Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 12 december 2006, nr. 5458848/06, tot wijziging van de Regeling inburgering
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
Gelet op artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Wet inburgering;
Besluit:
Artikel I
De Regeling inburgering wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1.2 wordt vernummerd tot artikel 1.3.
B
Na artikel 1.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het keurmerk, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de wet is het Keurmerk Inburgeren, dat wordt toegekend en beheerd door de Stichting Blik op Werk.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2007.
Deze regeling zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.
Toelichting
In artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Wet inburgering (verder: de wet) is het begrip ‘cursusinstelling’ gedefinieerd als een rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf werkzaamheden verricht, gericht op het toeleiden van inburgeringsplichtigen naar het inburgeringsexamen en die:
1°. zolang op grond van artikel 9 van de wet geen regels zijn gesteld over de afgifte van een certificaat, in het bezit is van een door Onze Minister aan te wijzen keurmerk, of
2°. indien op grond van artikel 9 van de wet regels zijn gesteld over de afgifte daarvan: in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 9 van de wet.
In lijn met het kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie en accreditatie in het kader van overheidsbeleid (Kamerstukken II 2003/04, 29 304, nr. 1) is het uitgangspunt gehanteerd dat bij kwaliteitsborging, consumentenbescherming en transparantie zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij het zelfregulerend vermogen van de sector, omdat daarmee het draagvlak en de betrokkenheid van de branche wordt versterkt. Om deze reden zijn Boaborea, MBO-Raad (voorheen de Bve-raad), en Paepon/Fotin eind 2005 begonnen met de ontwikkeling van een keurmerk, waarbij ook vertegenwoordigers van de inburgeringsconsumenten en van de gemeenten zijn betrokken.
Begin oktober 2006 is de inhoud, en daarmee de eisen waaraan aanbieders moeten voldoen om dit Keurmerk Inburgeren te behalen, bekendgemaakt (nadere informatie is te vinden op de website van de Stichting Blik op Werk: www.blikopwerk.nl). Het Keurmerk Inburgeren is ontwikkeld en wordt beheerd door de onafhankelijke Stichting Blik op Werk, waarin de bij de arbo- en re-integratiemarkt betrokken partijen samenwerken en waarin onder meer de FNV en het VNO-NCW, namens de Stichting van de Arbeid, de VNG, de MBO Raad en de Landelijke Cliëntenraad zijn vertegenwoordigd.
In de onderhavige regeling wordt het Keurmerk Inburgeren aangewezen als het keurmerk, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Wet inburgering. Dit keurmerk wordt toegekend en is in beheer bij de Stichting Blik op Werk. Het Keurmerk Inburgeren voldoet aan de volgende criteria:
– het keurmerk voorziet in een adequaat kwaliteitsstelsel, waaronder een zorgvuldige en doeltreffende toewijzingsprocedure van het keurmerk (functionering van het kwaliteitsstelsel);
– uit de inhoud en organisatie van het keurmerk blijkt dat er sprake is van borging van de kwaliteit van inburgeringcursussen resulterend in consumentenbescherming (kwaliteitsborging van het cursusaanbod);
– de administratieve belasting van de kwaliteitszorg blijft beperkt tot hetgeen noodzakelijk is voor de kwaliteitsborging (beperking van administratieve lasten);
– het keurmerk draagt bij aan de transparantie van de markt voor inburgeringcursussen, doordat het prestatiegegevens van aanbieders onderling vergelijkt en openbaar maakt (bevordering marktwerking).
Over deze criteria is de Tweede Kamer in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel inburgering geïnformeerd (Kamerstukken II 2005/06, 30 308, nr. 7, p. 27–29).
Indien het Keurmerk Inburgeren niet meer voldoet aan deze criteria of anderszins onvoldoende blijkt te functioneren, zal de aanwijzing worden ingetrokken. Hetzelfde geldt voor het geval de Stichting Blik op Werk haar taken met betrekking tot het Keurmerk Inburgeren beëindigt of niet meer naar behoren uitvoert. In dat geval zal alsnog worden voorzien in certificering door de overheid. Over de overheidscertificering zijn in hoofdstuk 3 van de Wet inburgering regels opgenomen.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M.C.F. Verdonk