Wijziging Tijdelijke regeling invoering Wft

Regeling van de Minister van Financiën tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft

15 december 2006

Nr. FM 2006-02936 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 176 van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Afdeling 5.2.2 van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing op het houden van een markt in financiële instrumenten, niet zijnde een gereglementeerde markt in Nederland, door een houder waaraan een erkenning is verleend als bedoeld in artikel 5:26 van die wet en op het houden, verwerven of vergroten van een gekwalificeerde deelneming dan wel het uitoefenen van enige zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming in een zodanige houder.

B

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

In afwijking van artikel 178 van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht wordt artikel 11, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, voorzover het de grondslag vormt voor artikel 32a van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995, geacht niet te zijn ingetrokken.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

De Tijdelijke regeling invoering Wft bevat tijdelijke voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de invoering van de Wet op het financieel toezicht (Wft) of van de Invoerings- en aanpassingswet Wft. Gebleken is dat, in aanvulling op de al gepubliceerde regeling, twee andere tijdelijke voorzieningen nodig zijn.

Artikel I, onderdeel A

Onderdeel A houdt verband met de reikwijdte van afdeling 5.2.2 van de Wft. Afdeling 5.2.2 bevat regels voor het houden van een gereglementeerde markt in Nederland. Dit houdt onbedoeld een beperking in ten opzichte van de overeenkomstige bepalingen in hoofdstuk VI (over effectenbeurzen) van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995), aangezien niet elke markt in financiële instrumenten (dat is de vertaling in Wft-termen van het begrip ‘effectenbeurs’) een gereglementeerde markt is. Door afdeling 5.2.2 van overeenkomstige toepassing te verklaren op markten in financiële instrumenten, niet zijnde gereglementeerde markten, wordt dit hersteld.

Artikel I, onderdeel B

Artikel 178 van de Invoerings- en aanpassingswet Wft voorziet in de intrekking van de Wte 1995, met uitzondering van (onder andere) de regels inzake het openbaar bod. Daarbij is verzuimd een uitzondering te maken voor artikel 11 van de Wte 1995, voor zover het de grondslag vormt voor artikel 32a van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995. Artikel 32a bepaalt dat een effecteninstelling (thans: beleggingsonderneming) geen medewerking verleent aan de uitvoering en afwikkeling van een openbaar bod indien het bod in strijd met hoofdstuk IIA van de Wte 1995 wordt uitgebracht. Hoofdstuk IIA bestaat uit de artikelen 6a, 6b en 6c, welke op grond van artikel 178 van de Invoerings- en aanpassingswet Wft niet zijn ingetrokken. Onderdeel B zorgt ervoor dat artikel 32a van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 ook in de periode tussen 1 januari 2007 en de inwerkingtreding van de wet die dient ter uitvoering van de overnamerichtlijn1 , van kracht is.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven