Wijziging Regeling gegevensverstrekking kentekenregister

Regeling tot wijziging van de Regeling gegevensverstrekking kentekenregister in verband met een herziene vermelding van personen en instanties aan wie verstrekking anders dan onder opgave van kenteken kan plaatsvinden, alsmede enige technische wijzigingen

14 december 2006

Nr. HDJZ/AWW/2006-1897

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 44, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel I

De Regeling gegevensverstrekking Kentekenregister1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

Onderdeel 1º komt te luiden:

1º. verzekeringsmaatschappijen en de door hen aangewezen gevolmachtigden, mits door de Nederlandse Bank N.V., dan wel de Autoriteit Financiële Markten aangewezen,

2º. In onderdeel 4º wordt na ‘motorrijtuigen’ toegevoegd: of aanhangwagens.

b. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1º. In onderdeel b wordt ‘aanhangwagens, gerechtelijke procedures alsmede voor zover het de advocatuur betreft ten behoeve van faillissementen waarbij motorrijtuigen of aanhangwagens zijn betrokken’ vervangen door: aanhangwagens en gerechtelijke procedures.

2º. In onderdeel c vervallen de dubbele punt achter ‘van’, alsmede het eerste gedachtestreepje.

3º. In onderdeel d vervalt: of aanhangwagens.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Als personen en instanties of categorieën daarvan aan wie gegevens kunnen worden verstrekt anders dan onder opgave van het kenteken worden aangewezen:

a. gemeenten, ten behoeve van

1º. het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand;

2º. de heffing en de invordering die voortvloeien uit de gemeentelijke belastingverordeningen op grond van de Gemeentewet en de Invorderingswet 1990, voor zover van toepassing verklaard op grond van de Gemeentewet;

3º. de uitoefening van handhavingstaken als genoemd in hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer;

4º. het toepassen van bestuursdwang op grond van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht;

b. provincies, ten behoeve van de uitoefening van handhavingstaken als genoemd in hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer;

c. waterschappen, ten behoeve van de heffing en invordering van de op basis van de Waterschapswet ingevoerde waterschapsbelastingen;

d. uitvoeringsinstanties die belast zijn met het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van sociale uitkeringen ten behoeve van het toetsen van het vermogen van aanvragers van sociale uitkeringen;

e. gerechtsdeurwaarders, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van vonnissen, van beschikkingen van de Nederlandse rechter en van in Nederland verleden authentieke akten, alsmede van andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken;

f. curatoren, ten behoeve van de afwikkeling van een faillissement;

g. bewindvoerders als bedoeld in artikel 287, derde lid, van de Faillissementswet, voor zover zij de gegevens in het kader van een schuldsanering nodig hebben ter vaststelling van het vermogen van een onder bewindgestelde natuurlijke persoon;

h. de Fiscale Inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische Controledienst van het Ministerie van Financiën, ten behoeve van de opsporing van economische, financiële en fiscale fraude, alsmede ten behoeve van het toezicht op economisch en financieel gebied;

i. de Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten behoeve van de bestrijding van fraude op het gebied van werknemersverzekeringen, volksverzekeringen, sociale voorzieningen en arbeidsmarktregelingen;

j. de Belastingdienst in het kader van de uitvoering van het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van een huurtoeslag op grond van artikel 1a, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag;

k. de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ten behoeve van de aan deze dienst opgedragen wettelijke toezichts-, opsporings- en handhavingstaken;

l. regionale platforms fraudebestrijding, ten behoeve van de opsporing en bestrijding van fraude.

m. het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM), ten behoeve van het achterhalen en in beslag nemen van voertuigen van verdachten en veroordeelden;

n. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, ten behoeve van de in artikel 2, derde en vijfde lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen opgedragen taken;

o. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, ten behoeve van de uitvoering van de in de artikelen 9 tot en met 11 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur opgedragen taken;

p. Auto Recycling Nederland, ten behoeve van de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het Besluit beheer autowrakken;

q. de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, ten behoeve van het in stand houden van een register van vermiste voertuigen;

r. het Waarborgfonds Motorverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, ten behoeve van schadeafwikkeling en het verhaal van uitgekeerde schadevergoedingen bedoeld in de artikelen 25 en 27 van die wet;

s. de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoerorganisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet goederenvervoer over de weg, ten behoeve van het verlenen van vergunningen voor binnenlands en internationaal beroepsgoederenvervoer over de weg, alsmede voor controle op de uitgave van het juiste type vergunning;

t. de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), ten behoeve van het in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer uitvoeren van onderzoek op het gebied van luchtverontreiniging, energieverbruik en de duurzaamheid van voertuigen;

u. erkende onderzoeks- en onderwijsinstellingen, ten behoeve van het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Aan deze instanties worden geen persoonsgegevens verstrekt.

2. Er wordt een derde lid toegevoegd:

3. Aan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, bedoeld in artikel 6, eerste lid, respectievelijk artikel 7, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002, worden op verzoek een kopie van het kentekenregister of delen daarvan verstrekt, alsmede de periodieke mutaties daarvan.

C

In artikel 4 wordt ‘de houder van’ vervangen door: de verantwoordelijke voor.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

In artikel 44, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) is het beginsel neergelegd dat aan belanghebbenden slechts gegevens uit het kentekenregister worden verstrekt omtrent door hen opgegeven kentekens. Dit beginsel is destijds in de WVW 1994 neergelegd met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Op grond van het derde lid van artikel 44 kan bij ministeriële regeling in bijzondere gevallen van dit beginsel worden afgeweken. Deze uitzonderingsmogelijkheid is uitgewerkt in artikel 3 van de Regeling gegevensverstrekking kentekenregister (hierna: de regeling). Op grond van het vroegere eerste lid van dit artikel konden gegevens uit het kentekenregister worden verstrekt ten aanzien van met name genoemde natuurlijke personen en rechtspersonen aan personen en instanties met een publiekrechtelijke taak op hun verzoek en na toestemming van de Minister van Verkeer en Waterstaat.

In de praktijk is gebleken dat de behoefte van personen en instanties met een publieke taak om het register op andere wijze dan op kenteken te bevragen groter is dan indertijd werd voorzien. De Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) krijgt in toenemende mate te maken met dergelijke verzoeken. Vaak is het vanuit maatschappelijk oogpunt wenselijk om de gevraagde gegevens te verstrekken, bijvoorbeeld in het kader van fraudebestrijding of het checken van verzoeken tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Maar artikel 3, eerste lid, van de regeling bleek echter niet genoeg ruimte te bieden voor de gewenste verstrekking.

Thans is besloten om in artikel 3 de personen en instanties te noemen aan wie voortaan gegevens kunnen worden verstrekt uit het kentekenregister op andere wijze dan door opgave van een kenteken. Het betreft verstrekkingen aan personen en instanties die geacht worden een publieke taak te vervullen en waaraan tot nu toe verstrekking niet mogelijk of moeilijk was. De verstrekkingen aan de in artikel 3, eerste lid, genoemde personen en instanties dienen onder andere ten behoeve van fraudebestrijding, de betekening en uitvoering van rechterlijke besluiten en de afwikkeling van faillissementen, toezichts-, opsporings- en handhavingsactiviteiten door de overheid en schadeafwikkeling. Daarnaast is gebleken dat er behoefte is aan verstrekking van gegevens anders dan op kenteken ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Tot nu toe was het bijvoorbeeld niet mogelijk gegevens te verstrekken ten aanzien van het aantal voertuigen van een bepaalde leeftijd dat op de weg rijdt. Besloten is dit soort verstrekkingen thans wel mogelijk te maken zolang het geen verstrekking van persoonsgegevens betreft.

Ten aanzien van curatoren heeft een meer fundamentele wijziging plaatsgevonden. Zij worden thans als personen met een publieke taak aangeduid in plaats van als beroepsbeoefenaren, zoals tot voor kort het geval was. Voor hen is bij de afhandeling van faillissementen een ruimere bevragingsmogelijkheid wenselijk. Hiertoe is het tweede lid van artikel 1 aangepast.

Aan artikel 3 is een nieuw derde lid toegevoegd. Aan Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst wordt voortaan een kopie van het kentekenregister of delen daarvan verstrekt, inclusief de periodieke mutaties. Deze diensten kunnen daarmee beschikken over alle voertuiginformatie en de informatie ten aanzien van de houders van voertuigen die zij bij de uitvoering van hun werkzaamheden nodig hebben.

Een concept van deze regeling is aan het College Bescherming Persoonsgegevens (hierna: CBP) ter advies voorgelegd. Het CBP heeft positief geadviseerd, maar vraagt aandacht voor het toezicht door de RDW op het juiste gebruik van de te verstrekken gegevens nu de WVW 1994 op dit moment nog geen wettelijke inbedding voor controle en toezicht door de RDW kent. Totdat deze wettelijke inbedding er is, is het zo dat de RDW de persoon of instantie, die wordt genoemd in artikel 3, eerste lid, van de regeling, verzoekt de noodzaak voor de bevraging en het doel waarvoor de verstrekte gegevens gebruikt gaan worden aan te geven. Daarnaast geldt volgens artikel 15 van het Kentekenreglement dat verstrekkingen aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 44 van de WVW 1994, slechts gebruikt mogen worden voor de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt. Op grond van artikel 4 van de regeling kan de verstrekking aan een belanghebbende achterwege worden gelaten, indien gebleken is dat in strijd met artikel 15 van het Kentekenreglement is gehandeld.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de regeling op een aantal ondergeschikte punten aan te passen. Zo is de tekst van het eerste lid van artikel 1 aangepast als gevolg van de Fusiewet De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer. Ook is de zinsnede ‘of aanhangwagens’ uit onderdeel d van het tweede lid van artikel 1 verwijderd, omdat er op grond van de Wet op de belastingen van personenauto’s en motorrijwielen 1992 geen belasting wordt geheven op aanhangwagens. Tot slot is de tekst van artikel 4 in overeenstemming gebracht met de tekst van artikel 7 van het Kentekenreglement waarin de RDW wordt aangewezen als de verantwoordelijke voor het register, in plaats van als houder van dat register.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Regeling van 25 juni 1996, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 16 augustus 2002, Stcrt. 159.

Naar boven