Wijziging Regeling tarieven scheepvaart 2005, de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 en de Regeling tarieven Spoorwegwet

Regeling van 12 december 2006, nr. HDJZ/SCH/2006-1963, Hoofddirectie Juridische Zaken, tot wijziging van de Regeling tarieven scheepvaart 2005, de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 en de Regeling tarieven Spoorwegwet in verband met aanpassing van de tarieven voor het jaar 2007

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 16, eerste en tweede lid, van richtlijn nr. 95/21/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1995, betreffende havenstaatcontrole (PbEG L 157), de artikelen 12, derde lid, 12a, tweede lid, 12b, tweede lid, 12c, derde lid, 26, derde lid, en 26a, tweede lid, van de Binnenschepenwet, artikel 5, derde lid, van de Loodsenwet, de artikelen 4, tweede lid, 17, eerste lid, en 21, eerste lid, van de Meetbrievenwet 1981, artikel 14, derde lid, van de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 2, derde lid, en 10 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 9 van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, artikel 311a, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 56 van de Wet vervoer binnenvaart, de artikelen 6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, artikel 37, derde lid, van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, artikel 62, onderdelen a tot en met d,f, h, i, en j, van de Zeevaartbemanningswet, de artikelen 15 en 18 van het Binnenschepenbesluit,artikel 2 van het besluit van 28 februari 1976, ter uitvoering van artikel 29 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen, artikel 3.07 van het Reglement Rijnpatenten 1998, artikel 40 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 12, tweede lid, 17, tweede lid, 28, vierde lid, 29, tweede lid, 76, derde lid, 87, eerste lid en 94 van het Besluit personenvervoer 2000 en artikel 91 van de Spoorwegwet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling tarieven scheepvaart 20051 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.2 komt te luiden:

Artikel 1.2

metingen

1. Voor de meting of de hermeting van een schip of een ponton ten behoeve van de afgifte van een meetbrief, hieronder begrepen het aanbrengen van ijkmerken of ijkplaten, is een tarief verschuldigd, van € 907.

2. In afwijking van het eerste lid is voor de meting of de hermeting van een schip dat niet bestemd is voor het vervoer van goederen een tarief verschuldigd van € 575.

3. Voor de controlemeting is een tarief verschuldigd van € 163.

B

Artikel 1.3 vervalt.

C

Artikel 1.4 vervalt.

D

Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 89’ vervangen door ‘€ 94‘ en wordt ‘€ 160’ vervangen door: € 170.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 34’ vervangen door: € 36.

E

Artikel 1.6 vervalt.

F

In artikel 1.7, onderdeel a, wordt ‘€ 68’ vervangen door € 72.

G

In artikel 1.8 wordt ‘€ 68’ vervangen door: € 72.

H

Artikel 1.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 60’ vervangen door: € 64.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 60’ vervangen door: € 64.

3. In het derde lid wordt ‘€ 60’ vervangen door: € 64.

I

In artikel 1.11 wordt ‘€ 72’ vervangen door: € 76.

J

Artikel 1.12 vervalt.

K

Artikel 1.13 komt te luiden:

Artikel 1.13

Tarief onderzoek bestaande en nieuw gebouwde schepen

1. Voor het onderzoek nodig voor de eerste of hernieuwde afgifte van een certificaat van onderzoek, een communautair certificaat, een communautair aanvullend certificaat of een certificaat van goedkeuring ten behoeve van bestaande schepen, dan wel voor het wijzigen van die certificaten ten behoeve van deze schepen is een tarief verschuldigd dat wordt berekend aan de hand van het aantal inspecties aan boord van het schip.

2. Voor de inspecties aan boord van het schip zijn de volgende tarieven verschuldigd:

a. voor de eerste inspectie, voor de eerste afgifte of vernieuwing van de geldigheidsduur van een certificaat € 298;

b. voor de tweede en volgende inspecties en voor inspecties gedurende de looptijd van een certificaat € 259 voor bestaande schepen en € 428 voor nieuw gebouwde schepen;

c. in afwijking van onderdeel a, voor open rondvaartboten, voor de eerste inspectie € 207.

3. Indien bij de inspecties aan boord van het schip gelijktijdig een elektrotechnisch onderzoek en een scheepsbouwkundig onderzoek plaatsvindt, worden deze onderzoeken als afzonderlijke inspecties aangemerkt.

4. Indien een inspectie aan boord van een schip tevens een uitgebreide proefvaart omvat, wordt het verschuldigde tarief voor die inspectie, ongeacht het aantal gelijktijdig uitgevoerde onderzoeken, bedoeld in het derde lid, verhoogd met € 378 voor bestaande schepen en € 478 voor nieuw gebouwde schepen.

5. Indien een beperkte proefvaart, een hellingproef of een diepgangscontrole deel uitmaakt van een inspectie aan boord van het schip, wordt het verschuldigde tarief voor die inspectie verhoogd met € 177 voor bestaande schepen en voor nieuw gebouwde schepen.

6. Voor het afstempelen plaatjes, het opnieuw verzegelen van lensafsluiters en andere werkzaamheden op verzoek is een tarief verschuldigd van € 82 per manuur.

7. Indien een inspectie aan boord van het schip niet kan plaatsvinden op de geplande tijd en plaats, doordat het schip of de eigenaar van het schip of zijn vertegenwoordiger niet aanwezig is, is voor de wachttijd van de expert een tarief verschuldigd van € 82 per uur. Indien de inspectie geheel vervalt wordt een tarief van € 162 in rekening gebracht.

L

Artikel 1.14 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In het eerste lid wordt ‘€ 234’ vervangen door: € 248.

2.

In het tweede lid wordt ‘€ 69’ vervangen door: € 73.

M

In artikel 1.15 wordt ‘€ 106’ vervangen door: € 235.

N

In artikel 1.17 wordt ‘€ 163’ vervangen door: € 128.

O

Artikel 1.18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘€ 186’ vervangen door: € 128.

2. In onderdeel b, wordt ‘€ 150’ vervangen door: € 104.

P

Artikel 1.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 64’ vervangen door: € 61,76.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 54’ vervangen door: € 51, 46.

Q

Artikel 1.20 komt te luiden:

Artikel 1.20

Tarief examen Rijnpatent

1. Voor het examen voor het Schippersdiploma Rijnvaart ter verkrijging van het Rijnpatent is een tarief verschuldigd van € 31,50 per onderdeel voor de schriftelijke examens en € 89,25 per onderdeel voor de mondelinge examens.

2. Voor het herexamen voor het diploma, bedoeld in het eerste lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

R

Artikel 1.21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 16’ vervangen door: € 16,80.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 6’ vervangen door: € 6,30.

S

Artikel 1.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 18’ vervangen door: € 18,90.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 6’ vervangen door: € 6,30.

3. In het derde lid wordt ‘€ 6’ vervangen door: € 6,30.

T

In artikel 1.23 wordt ‘€ 48’ vervangen door: € 51.

U

Artikel 1.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 87’ vervangen door: € 85.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 77’ vervangen door: € 82.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 362’ vervangen door: € 384.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 117.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 117.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 117.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 117.

8. In onderdeel h wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 117.

9. In onderdeel i wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 43.

10. In onderdeel j wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 43.

11. In onderdeel k wordt ‘€ 362’ vervangen door: € 384.

12. In onderdeel l wordt ‘€ 362’ vervangen door: € 384.

13. In onderdeel m wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 43.

14. In onderdeel n wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 117.

15. In onderdeel o wordt ‘€ 26’ vervangen door: € 28.

V

Artikel 1.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 64’ vervangen door: € 61,76.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 54’ vervangen door: € 51, 46.

W

Artikel 1.26 komt te luiden:

Artikel 1.26

Tarief examen groot vaarbewijs

1. Voor deelname aan het examen voor het Schippersdiploma Rivieren, Kanalen en Meren ter verkrijging van het groot vaarbewijs voor de vaart op rivieren, kanalen en meren en voor deelname aan het examen voor het Schippersdiploma Alle Binnenwateren ter verkrijging van een groot vaarbewijs voor de vaart op alle binnenwateren, is een tarief verschuldigd van € 31,50 per onderdeel voor de schriftelijke examens en € 89,25 per onderdeel voor de mondelinge examens.

2. Voor het herexamen voor het diploma, bedoeld in het eerste lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

X

Artikel 1.28 komt te luiden:

Artikel 1.28

Tarief examen Reglement radarpatenten

1. Voor het afnemen van een examen als bedoeld in artikel 3.03, eerste lid, van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 225,75.

2. Voor het afnemen van een theorieherexamen als bedoeld in artikel 3.03, vierde lid, van het reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 63.

3. Voor het afnemen van een praktijkherexamen als bedoeld in artikel 3.03, vierde lid van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 162,75.

Y

Artikel 1.29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 64’ vervangen door: € 61,76.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 54’ vervangen door: € 51, 46.

Z

In artikel 1.30 wordt ‘€ 54” vervangen door: € 51, 46.

AA

Artikel 2.2 komt te luiden:

Artikel 2.2

Tarief onderzoek afgifte Internationale Meetbrief (1969)

1. Voor de meting van een schip ten behoeve van de afgifte van een Internationale Meetbrief (1969) is een tarief verschuldigd genoemd in de onderstaande tabel:

Lengte

Tonnage (GT)

Tarief

tot 24 meter

€ 739

vanaf 24 meter

< 500

€ 1.370

2. In afwijking van het eerste lid is voor de meting van:

a. een vissersvaartuig met een lengte in zijn totaliteit van minder dan 15 meter een tarief verschuldigd van € 194;

b. een pleziervaartuig met een lengte van minder dan 24 meter een tarief verschuldigd van € 167.

3. Bij de meting van zusterschepen is voor het eerste schip het op grond van het eerste lid van toepassing zijnde tarief verschuldigd.

4. Hermeting geschiedt tegen een uurtarief van € 107.

BB

Artikel 2.3 komt te luiden:

Artikel 2.3

Tarief onderzoek bijzondere meetbrief

1. Voor de meting van een schip , ten behoeve van de afgifte van een bijzondere meetbrief, speciaal ingericht voor gebruik bij de vaart door het Suezkanaal, is het tarief verschuldigd, genoemd in de onderstaande tabel:

Lengte

Tonnage (GT)

Tarief

tot 24 meter

€ 1.688

vanaf 24 meter

< 500

€ 2.739

2. Hermeting geschiedt tegen een uurtarief van € 107.

3. Bij de meting van zusterschepen is voor het eerste schip het op grond van het eerste lid van toepassing zijnde tarief verschuldigd. Voor de meting van de volgende schepen is een tarief verschuldigd van € 1.489 per schip voor schepen met een lengte > 24 meter en € 955 per schip voor schepen met een lengte van < 24 meter.

CC

In artikel 2.4 wordt ‘€ 243’ vervangen door: € 258.

DD

In artikel 2.5 wordt ‘€ 622’ vervangen door: € 659.

EE

Artikel 2.6 komt te luiden:

Artikel 2.6

Tarief afgifte document

1. Voor de afgifte van een meetbrief of een bijzondere meetbrief is een het tarief verschuldigd van € 94.

2. Voor het aanbrengen van een wijziging in een Internationale Meetbrief (1969), een bijzondere meetbrief of een inhoudsverklaring als bedoeld in artikel 2.4, zonder dat hiervoor een meting of hermeting plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 36.

FF

In artikel 2.7 wordt ‘€ 68’ vervangen door: € 72.

GG

In artikel 2.8, onderdeel a, wordt ‘€ 68’ vervangen door: € 72.

HH

In artikel 2.9 wordt ‘€ 68’ vervangen door: € 72.

II

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.065’ vervangen door: € 1.129.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 125’ vervangen door: € 119.

3. In het derde lid wordt ‘€ 76’ vervangen door: € 81.

4. In het vierde lid wordt ‘€ 356’ vervangen door: € 341.

JJ

Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 95’ vervangen door ‘ € 87’.

2. , onderdeel b, wordt ‘€ 42’ vervangen door ‘€ 52‘ en wordt ‘€ 47’ vervangen door: € 42 .

KK

In artikel 2.12 wordt ‘€ 96’ vervangen door: € 102.

LL

In artikel 2.13, onderdeel a, wordt ‘€ 68’ vervangen door: € 72.

MM

In artikel 2.14 wordt ‘€ 68’ vervangen door: € 72.

NN

Artikel 2.15 komt te luiden:

Artikel 2.15

Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. MARPOL-verdrag: het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag te voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1978, 188);

b. verklaring: de verklaring als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen;

c. certificaat: Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door olie, als bedoeld in voorschrift 7 van bijlage I van het MARPOL-verdrag.

OO

Artikel 2.16 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In het eerste lid wordt ‘ € 211’ vervangen door: € 188.

2.

In het tweede lid wordt ‘€ 137’ vervangen door: € 128.

PP

Artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de tabel vervangen door de volgende tabel:

Scheepstype

< 500 GT

500–9000 GT

> 9000 GT

Passagiersschip

   

Onderzoek eerste afgifte

€ 225

  

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 225

€ 454

€ 570

Aannemersmateriaal met voortstuwing

   

Onderzoek eerste afgifte

€ 225

  

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 225

  

Aannemersmateriaal zonder voortstuwing

   

Onderzoek eerste afgifte

€ 225

  

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 225

  

Scheepstype

< 9000 GT

> 9000 GT

Vrachtschip/Chemicaliëntanker/Gastanker

  

Onderzoek eerste afgifte

€ 806

 

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 454

€ 570

Olietanker/Olie-chemicaliëntanker

  

Onderzoek eerste afgifte

€ 2.599

 

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 1.008

€ 2.843

Scheepstype

< 500GT

> 500 GT

< 24 m

> 24 m

Supply- en supportschip/Special purpose schip/MODU met voortstuwing/vissersvaartuig

    

Onderzoek eerste afgifte

€ 225

  

€ 225

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 225

  

€ 225

MODU zonder voortstuwing/Hotelplatform

    

Onderzoek eerste afgifte

€ 225

   

Onderzoek hernieuwde afgifte

€ 225

   

Sleepboot/Personentender/Patrouille-, peil- en meetvaartuig

    

Onderzoek eerste afgifte

  

€ 225

€ 225

Onderzoek hernieuwde afgifte

  

€ 225

€ 225

2. In het tweede lid wordt de tabel vervangen door de volgende tabel:

Scheepstype

< 500 GT

500 GT–9000 GT

>9000 GT

< 24 m

> 24 m en < 400 GT

Vrachtschip

€ 298

€ 383

€ 383

  

Aannemersmateriaal met voortstuwing

€ 298

€ 383

€ 383

  

Aannemersmateriaal zonder voortstuwing (incl bemand werken)

€ 298

€ 383

€ 298

  

Supply- en supportschip/vissersvaartuig

€ 298

€ 383

€ 383

€ 225

€ 225

Sleepboot/Personentender/Patrouille-, peil- en meetvaartuig

   

€ 298

€ 298

3. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 212’ vervangen door: € 225.

QQ

In artikel 2.19 wordt ‘€ 212’ vervangen door: € 107.

RR

Artikel 2.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Voor het onderzoek aan boord nodig voor de afgifte of tussentijdse aanpassing van een AFS-certificaat als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van verordening (EG) nr. 782/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 houdende een verbod op organische tinverbindingen op schepen (PbEU L115), is een tarief verschuldigd van € 107.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 211’ vervangen door: € 188.

3. In het derde lid wordt ‘€ 137’ vervangen door: € 128.

SS

Artikel 2.21 komt te luiden:

Artikel 2.21

Tarieven Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in samenhang met Bijlage II van het MARPOL-verdrag

1. Voor de afgifte, tussentijdse controle of verlenging van het Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging voor het vervoer van schadelijke vloeistoffen in bulk, als bedoeld in voorschrift 9 van Bijlage II van het MARPOL-verdrag is een tarief verschuldigd van € 188.

2. Voor de afgifte van een duplicaat van een Internationaal certificaat als bedoeld in het eerste lid is een tarief verschuldigd van € 128.

TT

Artikel 2.21a komt te luiden:

Artikel 2.21a

Tarieven Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in samenhang met Bijlage IV van het MARPOL-verdrag

1. Voor het onderzoek, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit voorkoming verontreiniging van door schepen is een tarief verschuldigd van € 102.

2. Voor de afgifte of tussentijdse vervanging van een Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door sanitair afval, als bedoeld in voorschrift 5 van Bijlage IV van het MARPOL-verdrag is een tarief verschuldigd van € 188.

3. Voor de afgifte van een duplicaat van een certificaat als bedoeld in het tweede lid is een tarief verschuldigd van € 128.

UU

Na artikel 2.21a wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 2.21b

Tarieven Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in samenhang met Bijlage VI van het MARPOL-verdrag

1. Voor het onderzoek aan boord nodig voor de afgifte van een Internationaal certificaat betreffende voorkoming van luchtverontreiniging, als bedoeld in voorschrift 6 van Bijlage VI van het MARPOL-verdrag of een Internationaal certificaat betreffende voorkoming van luchtverontreiniging door motoren, behorende bij Nox-Code als bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen, is een tarief verschuldigd van € 107 per manuur.

2. Voor de afgifte of vervanging van een certificaat, als bedoeld in het eerste lid is een tarief verschuldigd van € 188.

VV

Artikel 2.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘€ 101’ vervangen door: € 142.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 211’ vervangen door: € 188.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 137’ vervangen door: € 128.

WW

In artikel 2.24 wordt ‘€ 46’ vervangen door: € 49.

XX

Artikel 2.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 72’ vervangen door: € 76.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 48’ vervangen door: € 51.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 72’ vervangen door: € 76.

YY

In artikel 2.26 wordt ‘€ 101’ vervangen door: € 107.

ZZ

In artikel 2.27 wordt ‘€ 72’ vervangen door: € 76.

AAA

In artikel 2.28 wordt ‘€ 211’ vervangen door: € 188.

BBB

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 211’ vervangen door: € 188.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 137’ vervangen door: € 128.

CCC

Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 251’ vervangen door: € 213.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 72’ vervangen door: € 76.

DDD

Na artikel 3.3 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3.4

Tarief bemanningscertificaat en beoordeling bemanningsplan Zeevaartbemanningswet.

1. Voor de afgifte van een bemanningscertificaat als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet, is een tarief verschuldigd van € 188.

2. Voor de beoordeling van een bemanningsplan als bedoeld in artikel 7, eerste lid, Zeevaartbemanningswet, is een tarief verschuldigd van € 107.

EEE

Artikel 4.2 komt te luiden:

Artikel 4.2.

Toeslag onderzoek buiten werktijd

Indien werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in het Algemeen Rijksambtenarenreglement daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief per manuur verschuldigd van € 52 voor de werkzaamheden bedoeld in § 1.1 en §1.2 en € 53 voor de werkzaamheden bedoeld in § 2.1., §2.2., § 2.3 en in artikel 2.26.

FFF

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Indien onderzoeken geheel of gedeeltelijk buiten Nederland worden uitgevoerd, is voor de reistijd buiten Nederland en voor de eventuele wachttijd tijdens het verblijf buiten Nederland een aanvullend tarief per manuur verschuldigd van:

a. € 72 voor onderzoeken bedoeld in § 1.1, § 2.1, § 2.2

b. € 82 voor het onderzoek bedoeld in § 1.2 , en

c. € 107 voor het onderzoek bedoeld in § 2.3.

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd luidende:

5. Indien onderzoek ten behoeve van de afgifte van een certificaat, vergunning, verklaring of document als bedoeld in deze regeling, buiten toedoen van de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie niet volledig is uitgevoerd en niet leidt tot de afgifte van dat document, is het geldende uurtarief verschuldigd.

Artikel II

De Regeling tarieven Spoorwegwet2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Vergunning

 

Bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet

€ 5.421,–

Beperkte bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, eerste lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest

€ 774,–

Beperkte bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, tweede lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest

€ 387,–

B

In artikel 3 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Veiligheidsattest

 

Veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 12.391,–

Veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 26.332,–

Veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie, ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 697,–

C

In artikel 4 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Hernieuwd veiligheidsattest

 

Hernieuwd veiligheidsattest voor een spooronderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 6.196,–

Hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 9.294,–

Hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie, ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 697,–

D

In artikel 5 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Wijziging veiligheidsattest

 

Wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 6.196,–

Wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen

€ 9.294,–

Wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg op één locatie, ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld

€ 697,–

E

In artikel 6 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Inzetcertificaat

 

Inzetcertificaat of het op aanvraag wijzigen hiervan, indien het een spoorvoertuig betreft waarvan voor eenzelfde type niet eerder een inzetcertificaat is verleend

€ 3.408,–

Inzet certificaat of het op aanvraag wijzigen hiervan, indien het een spoorvoertuig betreft waarvoor van eenzelfde type al eerder een inzetcertificaat is verleend

€ 155,–

F

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 310’ vervangen door: € 1.626,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 310’ vervangen door: € 1.626,–.

G

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 3.880’ vervangen door: € 4.182,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.940’ vervangen door: € 1.394,–.

H

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.500’ vervangen door: € 1.084,– en wordt ‘€ 1.060’ vervangen door: € 774,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.060’ telkens vervangen door: € 774,–.

I

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 3.880’ vervangen door: € 2.788,–.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.500’ vervangen door: € 1.084,–.

J

In artikel 11 wordt ‘€ 3.880’ vervangen door: € 2.788,–.

Artikel III

De Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 20003 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Vergunning

 

Collectief personenvervoer

€ 921,–

Collectief personenvervoer onder beperkingen

€ 921,–

Taxivervoer

€ 844,–

B

In artikel 2 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Wijzigen vergunning

 

Collectief personenvervoer

€ 307,–

Taxivervoer

€ 537,–

Taxivervoer of collectief vervoer, beperkt tot de gegevens als bedoeld in artikel 14, eerste en tweede lid, of artikel 15, eerste lid, onder b, van het Besluit personenvervoer 2000

€ 77,–

C

In artikel 3 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Document

 

EG-verklaring taxivervoer

€ 230,–

Ontheffing vakbekwaamheid

€ 230,–

D

In artikel 4 wordt de tabel vervangen door onderstaande tabel:

Document

 

Verlening van een communautaire vergunning

€ 307,–

Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning

€ 58,–

Verlening van een vergunning geregeld vervoer

€ 1.228,–

Wijziging van een vergunning geregeld vervoer

€ 614,–

Wijziging van de naam van de onderaannemer, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van verordening (EEG) nr. 684/92, of van de gegevens, bedoeld in artikel 8, derde lid, van verordening (EEG) nr. 684/92 of in artikel 15, eerste lid, onder b, van het Besluit personenvervoer 2000 in de vergunning geregeld vervoer

€ 153,–

Vergunning bewijs geregeld vervoer

€ 46,–

Vergunning pendelvervoer

€ 614,–

Reisbladen

€ 38,–

Transitovergunning

€ 767,–

Attest eigen vervoer binnen de EU

€ 77,–

Vergunning ongeregeld vervoer met bussen

€ 77,–

Bewijs van toelating internationaal taxivervoer

€ 153,–

E

In artikel 5 wordt ‘€ 17,– vervangen door: € 31,–.

F

In artikel 7 wordt ‘€ 54’ vervangen door: € 43,–.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007 met uitzondering van artikel I, onder TT, die in werking treedt op 2 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Voor werkzaamheden in het kader van de Regeling tarieven scheepvaart 2005, de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 en de Regeling tarieven Spoorwegwet worden tarieven in rekening gebracht. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de overheid, voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel als mogelijk kostendekkende tarieven in rekening brengt. De tarieven die de Inspectie tot nu toe hanteerde waren nog niet kostendekkend. Om toe te groeien naar die kostendekkendheid zijn de tarieven de afgelopen jaren steeds verhoogd met een percentage dat iets hoger lag dan de inflatie.

Met de reorganisatie van de Inspectie en de omvorming naar een baten-lastendienst is de producten- en dienstencatalogus van de Inspectie volledig herijkt en is van ieder product en iedere dienst de integrale kostprijs berekend. Daarmee is eveneens een gedetailleerd beeld ontstaan over de mate van kostendekkendheid van de tarieven die in 2006 in rekening zijn gebracht.

De tarieven stijgen in 2007 nog niet tot het berekende kostenniveau, omdat:

a. de Inspectie VenW verwacht dat zij de komende jaren door interne efficiencyverbeteringen de kosten verder kan verlagen.

b. De performance van de Inspectie VenW op het terrein van behandeltijd/levertijd nog niet op het beoogde niveau is.

Naast het nastreven van efficiencyverbetering, zet de Inspectie VenW in 2007 vooral in op verbetering van de kwaliteit en verkorting van de doorlooptijden. Afhankelijk van de resultaten die daarbij in 2007 gerealiseerd worden, wordt bepaald volgens welk scenario de tarieven na 2007 verder zullen stijgen tot het kostendekkende niveau.

Scheepvaart

Gemiddeld is de kostendekkendheid rond de 77%, maar de variatie in kostendekkendheid over de producten heen is groot. Om te komen tot kostendekkendheid van de tarieven worden deze met 6% verhoogd, indien de kostprijs hoger is dan het tarief 2006. De tariefstijging wordt gemaximeerd op 100% van de gecorrigeerde kostprijs. Tarieven die in 2006 hoger waren dan de kostprijs zijn verlaagd tot 100% van de gecorrigeerde kostprijs. Onder een gecorrigeerde kostprijs wordt verstaan de integrale kostprijs, verminderd met de opslagen van die activiteiten die volgens het rapport ‘Maat houden’ (Kamerstukken II 1996–1997, 24 036, nr. 22) niet in externe tarieven meegenomen mogen worden.

Hierdoor stijgen de tarieven per saldo gemiddeld met 0,9% voor het domein Koopvaardij, 4,5% voor het domein Visserij en 3,6% voor het domein Binnenvaart. De gemiddelde kostendekkendheid komt daarmee op 86% voor het domein Koopvaardij, op 61% voor het domein Visserij en op 83% voor het domein Binnenvaart.

Naast tarieven die door de Inspectie Verkeer en Waterstaat in rekening kunnen worden gebracht, bevat de Regeling tarieven scheepvaart 2005 ook tarieven die door anderen in rekening kunnen worden gebracht, te weten door de Stichting Afvalstoffen Binnenvaart (SAB), ANWB en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De tarieven van het CBR betreffende de examens zijn gewijzigd zodat men nu per onderdeel kan betalen waardoor een herexamen beperkt kan worden tot die onderdelen waarvoor men gezakt is. De tarieven voor de examens zijn met 5% gestegen. Ook de tarieven met betrekking tot het dienstboekje en het vaartijdenboek die door het SAB worden geheven, stijgen met 5%. Ten slotte worden er in de Regeling tarieven scheepvaart 2005 in artikel 2.21b twee nieuwe tarieven opgenomen die samenhangen met een uit het MARPOL-verdrag voortvloeiende certificaatplicht en die betrekking hebben op de voorkoming van verontreiniging door schepen. Zie voor de verdere achtergrond hiervan de artikelgewijze toelichting.

Spoor

Gemiddeld is de kostendekkendheid rond de 37%, met een grote variatie in kostendekkendheid over de producten heen. Om te komen tot kostendekkendheid van de tarieven worden deze verhoogd tot 90% van de kostprijs, indien de kostprijs hoger is dan het tarief 2006. Tarieven die in 2006 hoger waren dan 90% van de kostprijs zijn verlaagd tot 90% van de gecorrigeerde kostprijs. Onder een gecorrigeerde kostprijs wordt verstaan de integrale kostprijs, verminderd met de opslagen van die activiteiten die volgens het rapport ‘Maat houden’ (Kamerstukken II 1996–1997, 24 036, nr. 22) niet in externe tarieven meegenomen mogen worden. Gezien de lage kostendekkendheid stijgen de tarieven per saldo gemiddeld met 144%.

Personenvervoer

Om te komen tot kostendekkendheid van de tarieven worden deze verhoogd tot 90% van de kostprijs, indien de kostprijs hoger is dan het tarief 2006. Tarieven die in 2006 hoger waren dan 90% van de kostprijs zijn verlaagd tot 90% van de gecorrigeerde kostprijs. Onder een gecorrigeerde kostprijs wordt verstaan de integrale kostprijs, verminderd met de opslagen van die activiteiten die volgens het rapport ‘Maat houden’ (Kamerstukken II 1996–1997, 24 036, nr. 22) niet in externe tarieven meegenomen mogen worden. Hierdoor stijgen de tarieven per saldo gemiddeld met 28% voor zowel het domein Taxi als het domein Busvervoer.

Administratieve lasten

De onderhavige regeling leidt niet tot extra administratieve lasten voor burgers en het bedrijfsleven. Een voorontwerp van deze regeling is derhalve niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

Artikelgewijs

Artikel I

Artikel 1.2, en 1.4 Regeling tarieven scheepvaart 2005

Dit artikel is vereenvoudigd omdat gebleken is dat de meting niet significant wijzigt door de mate van waterverplaatsing. Daarom is het niet meer nodig verschillende tarieven vast te stellen, maar kan volstaan worden met één tarief. Daarnaast komt artikel 1.4 te vervallen omdat de inhoud daarvan is verweven in artikel 1.2.

Artikel 1.3 en 1.6 Regeling tarieven scheepvaart 2005

Deze artikelen vervallen omdat de beschreven werkzaamheden niet meer voorkomen.

Artikel 1.12 en 1.13–1.15 Regeling tarieven scheepvaart 2005

Artikel 1.12 vervalt omdat een all-in tarief voor nieuw gebouwde schepen niet meer nodig is. Voor nieuw gebouwde schepen wordt aangesloten bij het stelsel van de artikelen 1.13, 1.14 en 1.15 waarin aparte tarieven voor de verschillende werkzaamheden staan opgenomen. Artikel 1.13 is daartoe gewijzigd. De leden 6 en 7 zijn aangevuld met een tarief voor nieuwbouw. Een tweede wijziging in dit artikel komt doordat het niet nodig blijkt om in kosten te differentiëren. Daardoor vervallen de leden 4,5 en 8 en kent het tweede lid een uniform tarief.

Artikelen 1.19, 1.25, 1.29 en 1.30 Regeling tarieven scheepvaart 2005

Deze tarieven stijgen niet. In de vorige wijziging van de tariefregeling zijn de tarieven van het CBR abusievelijk met 5% verhoogd terwijl die stijging 0.9% had moeten betreffen. In de praktijk heeft het CBR gerekend met de 0.9% stijging en niet met 5%. In de regeling wordt dit nu ook hersteld.

Artikel 2.2 Regeling tarieven scheepvaart 2005

Dit artikel is gewijzigd omdat gebleken is dat de meting niet significant wijzigt door het type schip. Daarom is het niet meer nodig verschillende tarieven vast te stellen, maar kan worden volstaan met één tarief.

Artikel 2.3 Regeling tarieven scheepvaart 2005

De leden twee en drie vervallen omdat de meting van Koopvaardijschepen is uitbesteed aan de Klassenbureaus. Dit geldt echter niet voor de visserij. Deze werkzaamheden komen echter zo sporadisch voor dat het moeilijk is één tarief vast te stellen, daarom verdient een uurtarief de voorkeur.

Artikel 2.6. Regeling tarieven scheepvaart 2005

Dit artikel is vereenvoudigd omdat gebleken is dat er geen significant onderscheid meer is in het opmaken van de verschillende typen meetbrief.

Artikelen 2.15., 2.20.,eerste lid, 2.21., 2.21a. en 2.21b Regeling tarieven scheepvaart 2005

De artikelen 2.15., 2.20.,eerste lid, 2.21., 2.21a zijn opnieuw vastgesteld omdat de besluiten waarnaar deze artikelen verwezen, met ingang van 1 januari 2007 zijn vervangen door het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen (hierna: Bvvs) In dat besluit wordt dynamisch verwezen naar het MARPOL-verdrag (het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147), met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb.1978, 188). Onder het nieuwe besluit is ook een nieuwe ministeriële regeling tot stand gekomen, de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen (Rvvs), waarin dynamisch wordt verwezen naar verordening (EG) nr. 782/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 houdende een verbod op organische tinverbindingen op schepen (PbEU L115). In de genoemde artikelen wordt nu in dezelfde lijn ook dynamisch verwezen naar het MARPOL-verdrag en de verordening.

Voor de leesbaarheid en duidelijkheid van deze regeling is in artikel 2.15 het MARPOL-verdrag gedefinieerd, ook al werkt de definitiebepaling van het verdrag in artikel 1, onderdeel d, van de Wvvs ook door in deze regeling.

Daarnaast vervalt het eerste lid van artikel 2.21 wegens uitbesteding van de werkzaamheden aan de Klassenbureaus.

Artikel 2.21b Regeling tarieven scheepvaart 2005

Artikel 2.21b. hangt samen met de artikelen van het Bvvs die dienen ter implementatie van Bijlage VI van het MARPOL-verdrag. Die bepalingen in het Bvvs zullen in werking treden met ingang van 2 januari 2007, de datum waarop Bijlage VI voor Nederland in werking zal treden. Om die reden zal artikel 2.21b. ook met ingang van 2 januari 2007 in werking treden.

Artikel 3.4 Regeling tarieven scheepvaart 2005

Gebleken is dat deze werkzaamheden werden gedaan op grond van artikel 24 van de Schepenwet, maar sinds de totstandkoming van de Zeevaartbemanningswet behoren de tarieven voor deze werkzaamheden in de Regeling tarieven scheepvaart te worden opgenomen. Dit wordt hiermee hersteld.

Artikel 4.2 en 4.3 Regeling tarieven scheepvaart 2005

De onderdelen a,b en c zijn samengevoegd tot twee onderdelen.

Daarnaast wordt in artikel 4.3 een vijfde lid toegevoegd omdat er met enige regelmaat vergeefse reizen worden gemaakt die tot kosten leiden. Dit artikel geeft de grondslag om die kosten door te berekenen als de schuld van de vergeefse reis ligt bij het schip of de eigenaar van het schip of zijn vertegenwoordiger niet aanwezig is op de afgesproken tijd en plaats. Voor de Binnenvaart geldt zo’n bepaling al (zie artikel 1.13 ).

Artikel II

Artikel 2 Regeling tarieven Spoorwegwet

In deze tabel is alleen de het eerste tarief vervangen door een hoger tarief. Dit betreft het tarief voor de Bedrijfsvergunning, bedoeld in artikel 28, eerste lid, Spoorwegwet. De overige tarieven in deze tabel blijven gelijk.

Artikel 3 Regeling tarieven Spoorwegwet

In deze tabel zijn alleen de bovenste twee tarieven vervangen door een hogere tarief. Dit betreffen de tarieven voor het veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen en het veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen. Het laatst genoemde tarief in deze tabel blijft gelijk.

Artikel 6 Regeling tarieven Spoorwegwet

In deze tabel is alleen het eerste tarief vervangen door een hogere tarief. Dit betreft het tarief voor het inzetcertificaat of het op aanvraag wijzigen daarvan, indien het een spoorvoertuig betreft waarvan voor eenzelfde type niet eerder een inzetcertificaat is verleend. Het laatst genoemde tarief in deze tabel blijft gelijk.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 17 februari 2006 (Stcrt. 2006, 35)

  • 2

    Stcrt. 2005, nr. 103

  • 3

    Stcrt. 2000, 245; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 20 december 2005 (Stcrt. 247).

Naar boven