Wijziging Regeling zorgaanspraken AWBZ

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2006, nr. Z/VU-2733079, tot wijziging van de Regeling zorgaanspraken AWBZ in verband met uitbreiding van het aantal zittingen psychotherapie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2, derde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

Besluit:

Artikel I

Het tweede lid van artikel 7 van de Regeling zorgaanspraken AWBZ komt te luiden:

2. De verzekerde heeft slechts aanspraak op psychotherapeutische behandeling van meer dan:

a. vijfentwintig zittingen indien, tenzij hij jonger dan 18 jaar is, uiterlijk op de twintigste zitting door of namens hem aan de zorgverzekeraar gemeld is dat hij hierop is aangewezen, waarbij wordt aangegeven of de extra zittingen noodzakelijk zijn in verband met een persoonlijkheidsstoornis dan wel in verband met een andere stoornis;

b. vijftig zittingen indien uiterlijk op de vijfenveertigste zitting door of namens hem aan de zorgverzekeraar gemeld is dat hij hierop is aangewezen in verband met een persoonlijkheidsstoornis of, indien hij jonger is dan 18 jaar, in verband met een persoonlijkheidsstoornis dan wel een andere stoornis.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2007 is de op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) geregelde aanspraak op psychotherapie uitgebreid met extra zittingen indien die voor de verzekerden noodzakelijk zijn blijkens de normen die door de desbetreffende beroepsgroepen zijn aanvaard. Daartoe zijn het tweede en het zesde lid van artikel 8 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ met het koninklijk besluit van 25 september 2006 tot wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met het regelen van vormen van zorg waarvoor een persoonsgebonden budget kan worden verstrekt alsmede wijziging van de inhoud en omvang van de in artikel 2.4 van dat besluit geregelde prestatie en wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Stb. 464) gewijzigd.

De maatregel betreft een aanpassing van de pakketmaatregel psychotherapie zoals die in 2004 is getroffen. Het is namelijk gebleken dat het in 2004 ingevoerde maximum van vijfentwintig, respectievelijk – ingeval van persoonlijkheidsstoornissen – vijftig zittingen, zowel positieve als negatieve effecten heeft. Met betrokken partijen is het kabinet tot de conclusie gekomen dat de positieve effecten van de pakketmaatregel (efficiëncyslag in de psychotherapeutische behandeling) behouden moeten blijven en de negatieve effecten (afgebroken behandelingen) moeten worden gedempt. Er is een indicatiestellingsprotocol ingevoerd op basis waarvan het mogelijk is om toch de noodzakelijke psychotherapeutische zorg te leveren aan de patiënten die niet uitbehandeld zijn binnen het maximum aantal zittingen waarop tot nu toe aanspraak bestond. Het gaat daarbij om ongeveer vijftien procent van de patiënten.

Het indicatiestellingsprotocol is ontwikkeld door de beroepsgroepen zelf. Met behulp van het protocol beoordeelt de behandelaar of een patiënt in aanmerking komt voor het doorbehandelen na afloop van de vijfentwintig respectievelijk vijftig behandelingen psychotherapie. Het aantal behandelingen dat wordt gegeven, zal worden geregistreerd. Zo kan inzicht gekregen worden in de gerealiseerde zorg, waardoor het ook mogelijk wordt goede diagnose behandelingscombinaties (dbc’s) voor de psychotherapie te ontwikkelen. De dbc’s gaan uit van een gemiddeld aantal behandelingen.

Voor verzekerden jonger dan 18 jaar gold de maximering van 25 zittingen niet, maar was er in alle gevallen sprake van maximering tot vijftig zittingen.

Artikel 7, tweede lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ regelde dat de verzekerde slechts aanspraak heeft op meer dan 25 zittingen psychotherapie als uiterlijk op de twintigste zitting bij de zorgverzekeraar is gemeld dat de verzekerde wegens een persoonlijkheidsstoornis hierop is aangewezen. Deze bepaling gold, gezien het vorenstaande, feitelijk alleen voor verzekerden vanaf 18 jaar. Omdat de verzekerde per 1 januari 2007 recht kan hebben op meer zittingen dan vijfentwintig respectievelijk vijftig, is de bepaling aangepast.

Indien de verzekerde 18 jaar of ouder is, moet door of namens hem uiterlijk op de twintigste zitting aan de zorgverzekeraar gemeld zijn dat hij aangewezen is op meer dan vijfentwintig zittingen, waarbij moet worden aangegeven of er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis of een andere stoornis.

Gaat het om een andere stoornis dan een persoonlijkheidsstoornis, dan moet tevens worden aangegeven waarom de toepassing van het protocol leidt tot meer zittingen. Dat geldt niet voor persoonlijkheidsstoornissen, omdat dan zonder toetsing door gegaan kan worden tot vijftig. Als de verzekerde meer dan vijftig zittingen nodig heeft, moet uiterlijk op de vijfenveertigste zitting nogmaals een melding plaatsvinden ingeval van een persoonlijkheidsstoornis.Dan moet hij wel aangegeven waarom de toepassing van het protocol leidt tot meer zittingen. Voor verzekerden jonger dan 18 jaar, voor wie geen maximum van 25 zittingen was geregeld, hoeft pas, indien het aantal van 50 zittingen zal worden overschreden, uiterlijk op de vijfenveertigste zitting een melding te worden gedaan. Dit geldt zowel voor persoonlijkheidsstoornissen als voor andere stoornissen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven