Wijziging Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 december 2006, nr. TRCJZ/2006/3779, houdende wijziging van het Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel I

Het Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a en b vervallen

2. De onderdelen n, bb, ee en uu vervallen.

3. In onderdeel h wordt ‘artikel 2.4.1.2’ vervangen door: artikel 2.4.1.2, eerste lid.

4. In onderdeel v wordt ‘communautaire uitvoeringsmaatregel’ vervangen door: communautaire vrijwaringsmaatregel.

5. In onderdeel rr wordt ‘de Regeling halteplaatsen’ vervangen door: de Regeling controleposten.

6. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ww door een puntkomma worden de volgende onderdelen toegevoegd:

xx. besluiten inzake de erkenning van paspoorten als bedoeld in artikel 8.14 van de Regeling handel levende dieren en levende dierlijke producten;

yy. besluiten op grond van artikel 106 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s;

zz. besluiten die op grond van communautaire uitvoeringsmaatregelen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit besluiten zijn inzake het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen, vergunningen, of registraties.

B

Artikel 3 komt te luiden:

1. De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten over en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het verlenen van erkenningen en registraties als bedoeld in artikel 10 van de Kaderwet diervoeders;

b. het schorsen en intrekken, onderscheidenlijk doorhalen van erkenningen of registraties als bedoeld in artikel 14 van de Kaderwet diervoeders;

c. het toepassen van bestuursdwang als bedoeld in artikel 30 van de Kaderwet diervoeders;

d. het verlenen van goedkeuring en erkenning als bedoeld in artikel 72, eerste en derde lid, van de Regeling diervoeders.

2. De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de regiodirecteuren en de plaatsvervangend regiodirecteuren Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten over en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 26, eerste lid en zesde lid, van de Kaderwet diervoeders, voor zover de maatregelen voor een of meer afzonderlijke zendingen of partijen zijn voorgeschreven;

b. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Kaderwet diervoeders, voor zover de maatregelen voor een of meer afzonderlijke zendingen of partijen zijn voorgeschreven;

c. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 28, eerste lid, en het derde tot en met het zevende lid, van de Kaderwet diervoeders voor zover de maatregelen voor een of meer afzonderlijke bedrijven zijn voorgeschreven.

C

Na artikel 4 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 4a

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten over en stukken te ondertekenen betreffende de navolgende bevoegdheden op grond van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en Verordening (EG) nr. 1255/97 (PbEU L3):

a. het verlenen van vergunningen als bedoeld in de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, van de verordening;

b. het verlenen van certificaten van goedkeuring als bedoeld in de artikelen 18, eerste lid, en 19, eerste lid, van de verordening;

c. het schorsen en intrekken van vergunningen en certificaten als bedoeld in artikel 26, vierde lid, onderdeel c, van de verordening;

d. het schorsen en intrekken van getuigschriften van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 26, vijfde lid, van de verordening, van de verordening;

e. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 21, derde lid, 22, eerste lid, eerste zin, 23, eerste en vierde lid, 26, eerste en vierde lid, onderdelen a en b, van de verordening.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen n en o vervallen.

2. Onderdeel q vervalt.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel x door een puntkomma, wordt het volgende onderdeel toegevoegd:

y. de toestemming, bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

E

Na artikel 5 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 5a

Het hoofd van de Afdeling Incidentenmanagement, Meldkamer en Dierziektebestrijding van de Voedsel en Waren Autoriteit is gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten over en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de besluiten, bedoeld in de artikelen 21, eerste lid, 24, 29, eerste lid, 88, tweede lid, 101, tweede lid, en 104, tweede en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

b. ontheffingen op grond van artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van het bepaalde in of krachtens artikel 25 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

F

In artikel 6 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

k. besluiten die op grond van artikel 4, eerste lid, van de Regeling vleeskeuring door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit besluiten zijn die worden genomen op grond van artikel 54 van verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165);

l. het treffen van maatregelen, bedoeld in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten;

m. besluiten die op grond van communautaire maatregelen, genoemd in artikel 1.1.1 van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden, voorzover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel d;

n. besluiten die op grond van communautaire uitvoeringsmaatregelen als bedoeld in artikel 1.1.2, onderdeel b, van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden, voorzover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel e;

o. besluiten die op grond van communautaire vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in artikel 11A.1 van de Regeling handel levende dieren en levende dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel v;

p. besluiten die op grond van communautaire uitvoeringsmaatregelen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende dierlijke producten door de bevoegde autoriteit worden genomen, voor zover dit niet zijn besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel zz.

G

In artikel 6 vervallen de onderdelen g en h.

H

Aan artikel 8 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, het volgende toegevoegd:

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

Het Hoofd van de Afdeling Incidentenmanagement, Meldkamer en Dierziektebestrijding van de Voedsel en Waren Autoriteit,’.

Artikel II

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van de in het tweede en het derde lid genoemde onderdelen.

2. Artikel I, onderdelen A, onder 2, 3, 4 en 6, D, onder 2, F en G, treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, nr. TRCJZ/2006/3746, houdende wijziging van diverse veterinairrechtelijke regelingen, wordt geplaatst.

3. Artikel I, onderdelen A, onder 1, 5, en C treden in werking met ingang van 5 januari 2007.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Afdeling Recht en Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 december 2006.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Naar boven