Wijziging Regeling visserij-inspanning IJsselmeer

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 december 2006, nr. TRCJZ/2006/3671, houdende wijziging van de Regeling visserij-inspanning IJsselmeer

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 8, 11, 12 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985;

Besluit:

Artikel I

De Regeling visserij-inspanning IJsselmeer¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, onderdeel b wordt de zinsnede ‘om de visserij-inspanning van de aangeslotenen te reduceren met 50% voor het jaar 2000’ gewijzigd in: om de ten tijde van de inwerkingtreding van deze regeling op basis van artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 toegestane visserij-inspanning van de aangeslotenen, te reduceren met 32% met ingang van het jaar 2007.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

1. Overdracht van een gehele vergunning is slechts mogelijk

– in het geval dat ten behoeve van de ondernemer een pandrecht op een vergunning is verleend, indien een verklaring van de pandhouder is overgelegd waaruit blijkt dat deze met de overdracht instemt, en

– in het geval dat een aangeslotene is betrokken, indien een schriftelijke verklaring van de PO-IJsselmeer is overgelegd waaruit blijkt dat deze organisatie een afschrift van de desbetreffende overdrachtstransactie heeft ontvangen.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

4. In het tweede lid (nieuw), wordt ‘bedoeld in het tweede lid’ vervangen door: bedoeld in het eerste lid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 december 2006.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Door middel van de onderhavige regeling wordt de ten aanzien van de visserij-inspanning op het IJsselmeer geldende reductiedoelstelling aangepast.

In mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 2 maart 2005 (2004–2005, 29 664, nr. 2) is aangegeven dat de totale visserij-inspanning op het IJsselmeer uiterlijk op 31 december 2006 zal worden teruggebracht tot 50% van het begin 2005 geldende niveau teneinde een herstel van de visstand te bewerkstelligen en tegelijkertijd de totale omvang van de bijvangst te verminderen. Daarbij is het niveau begin 2005 vastgesteld op 34.000 vangsteenheden¹ . Dit niveau is bepaald door de op basis van artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 toegestane visserij-inspanning (45.000 vangsteenheden) te verminderen met de reductie van de visserij-inspanning die jaarlijks op basis van de onderhavige regeling is gerealiseerd (11.000 vangsteenheden). Het voorgaande betekent dat met ingang van het jaar 2007 de totale visserij-inspanning die wordt gerealiseerd met grote fuiken, schietfuiken, kisten en netten van 100 meter, 17.000 vangsteenheden mag bedragen.

Op grond van de Subsidieregeling capaciteitsvermindering IJsselmeervisserij en innovatie aquacultuur is in 2005 en 2006 reeds een permanente reductie bereikt. Met deze reductie is de op grond van artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij totale toegestane visserij-inspanning op 24.852 vangsteenheden uitgekomen. Dit betekent de leden van de Producentenorganisatie IJsselmeer ieder op basis van het visplan nog een reductie van de visserij-inspanning dienen te realiseren van 7.852 vangsteenheden (32% van 24.852). Met de onderhavige regeling wordt dit geformaliseerd. Een zelfde reductie zullen de niet bij de PO aangeslotenen moeten leveren op basis van de jaarlijkse sluiting van het IJsselmeer.

Daarnaast wordt als gevolg van de onderhavige wijziging artikel 6 niet langer als vergunningstelsel geredigeerd, maar als een algemene regeling die geldt indien op grond van artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 wordt verzocht om overdracht van een vergunning voor de visserij op het IJsselmeer.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

• 1 Stcrt. 1996, 101; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 16-12-2004, Stcrt. 246.