Wijziging Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 december 2006, nr. WJZ 6096507, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, eerste lid, van het Coördinatiebesluit inrichting organisatie en formatie rijksdienst;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 20041 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 19°., komt te luiden:

19°. de Consumentenautoriteit;.

B

Na artikel 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

De organisatie van het Ministerie van Economische Zaken wordt vastgesteld overeenkomstig de bij dit besluit behorende bijlage.

C

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

1. Aan de hoofden van dienst wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, bedoeld in de bijlage van dit besluit, waaronder begrepen de P&O-aangelegenheden van zijn dienst, met uitzondering van aangelegenheden waarvoor mandaat, volmacht en machtiging is verleend aan de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal, of aan een ander hoofd van dienst.

D

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. bezwaar- en beroepschriften inzake personeelsaangelegenheden;.

2. Het eerste lid, onderdelen c tot en met e, komen te luiden:

c. bezwaar- en beroepschriften die gericht zijn tegen besluiten die in mandaat zijn genomen of behandeld door de algemeen directeur van SenterNovem of door hem aangewezen ambtenaren;

d. bezwaar- en beroepschriften die gericht zijn tegen besluiten die in mandaat zijn genomen of behandeld door de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom of door hem aangewezen ambtenaren;

e. bezwaar- en beroepschriften die gericht zijn tegen besluiten die in mandaat zijn genomen of behandeld door de algemeen directeur van de EVD of door hem aangewezen ambtenaren.

3. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘genoemd in artikel 1, onderdeel b, onder 12°, 14°, 16° en 17°,’ vervangen door: genoemd in artikel 1, onderdeel b, onder 12°, 14°, 16°, 17° en 19°,.

E

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

Aan de algemeen directeur van SenterNovem, de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom en de algemeen directeur van de EVD wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van niet op personeelsaangelegenheden betrekking hebbende bezwaar- en beroepschriften tegen besluiten die in mandaat zijn genomen of behandeld door hem of door hem aangewezen ambtenaren.

Artikel II

Het Organisatiebesluit EZ vervalt.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 29 december 2006.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20101, ALP L/1410, 2500 EC ’s-Gravenhage.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 december 2006.
De Minister van Economische Zaken, J.G. Wijn.

Bijlage: Organisatie van het Ministerie van Economische Zaken

I. Hoofdstructuur van de organisatie

1. Het Ministerie van Economische Zaken bestaat uit het kernministerie en de buitendiensten.

2. Het kernministerie bestaat uit:

a. de algemene leiding, waaronder het bureau secretaris-generaal;

b. de beleidsonderdelen:

1°. het directoraat-generaal voor de Buitenlandse Economische Betrekkingen;

2°. het directoraat-generaal voor Economische Politiek;

3°. het directoraat-generaal voor Energie en Telecom;

4°. het directoraat-generaal voor Ondernemen en Innovatie;

c. de stafdirecties:

1°. de Auditdienst;

2°. de directie Communicatie;

3°. de directie Financieel-Economische Zaken;

4°. de directie Informatiemanagement & Automatisering;

5°. de directie Interne Zaken;

6°. de directie Personeel en Organisatie;

7°. de directie Wetgeving en Juridische Zaken;

d. de overige onderdelen:

1°. de dienst Consumentenautoriteit;

2°. PIANOo;

3°. het Regiebureau Inkoop Rijksoverheid.

3. Onder het Ministerie van Economische Zaken ressorteren de volgende buitendiensten:

a. het Bureau voor de Industriële Eigendom, dat de naam Octrooicentrum Nederland voert;

b. het Centraal Planbureau (CPB);

c. Agentschap EVD, dat de naam EVD, agentschap voor internationaal ondernemen en samenwerken voert;

d. het Staatstoezicht op de Mijnen;

e. SenterNovem;

f. Agentschap Telecom.

II. Algemene leiding

1. De algemene leiding staat onder leiding van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal.

2. De secretaris-generaal en plaatsvervangend secretaris-generaal hebben tot taak de aangelegenheden, genoemd in de artikelen 5 en 6 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004.

3. Onder de secretaris-generaal ressorteert het bureau secretaris-generaal.

4. Het bureau secretaris-generaal staat onder leiding van een hoofd.

5. Het bureau secretaris-generaal heeft tot taak:

a. het bedienen van bewindslieden en ambtelijke top opdat zij hun politieke, inhoudelijke en bedrijfsmatige eindverantwoordelijkheid voor het functioneren van het Ministerie van Economische Zaken ten volle waar kunnen maken;

b. het coördineren van contacten met het parlement en de voorbereiding voor de ministerraad;

c. het bijdragen aan de strategieontwikkeling van het Ministerie van Economische Zaken;

d. het stimuleren en het coördineren van samenwerking tussen de dienstonderdelen waaronder de samenwerking tussen beleid en uitvoering;

e. het ondersteunen van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal bij zowel intern als extern optreden;

f. het coördineren van interdepartementaal overleg;

g. het coördineren van uitzendingen van EZ-ambtenaren naar het buitenland.

III. Het directoraat-generaal voor de Buitenlandse Economische Betrekkingen

A. Algemeen

1. Het directoraat-generaal voor de Buitenlandse Economische Betrekkingen staat onder leiding van een directeur-generaal.

2. Het directoraat-generaal heeft tot taak:

a. het vorm en inhoud geven aan de economische diplomatie;

b. de verdere vrijmaking van het internationale handels- en investeringsverkeer en versterking van de internationale economische rechtsorde;

c. het bevorderen van internationaal ondernemen;

d. het stimuleren van buitenlandse investeringen in Nederland.

3. Het directoraat-generaal bestaat uit:

a. de directie Handelspolitiek;

b. de directie Internationaal Ondernemen;

c. de directie voor Buitenlandse Investeringen in Nederland (DBIN);

d. de Eenheid Analyse, Strategie & Parlementaire Coördinatie;

e. de Eenheid Managementondersteuning & Bedrijfsvoering.

B. De directie Handelspolitiek

1. De directie Handelspolitiek staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. beleidsontwikkeling, coördinatie, beleidsinitiëring, beleidsuitvoering, kennisopbouw en dienstverlening op het terrein van:

1°. bevordering van een multilateraal handels- en investeringssysteem;

2°. maatschappelijk verantwoord ondernemen;

3°. exportcontrolebeleid;

4°. bilaterale investeringsverdragen;

5°. autonoom handelspolitiek instrumentarium van de Europese Unie;

b. het coördineren van inzet van het Ministerie van Economische Zaken in multilaterale fora zoals VN en OESO.

C. De directie Internationaal Ondernemen

1. De directie Internationaal Ondernemen staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het bevorderen van een zo groot mogelijke participatie en presentatie van Nederlandse bedrijven en producten op buitenlandse markten;

b. het ondersteunen van het Nederlands bedrijfsleven met (financiële) instrumenten gericht op de bevordering van handel en investeringen.

D. De Directie voor Buitenlandse Investeringen in Nederland (DBIN)

1. De Directie voor Buitenlandse Investeringen in Nederland (DBIN) staat onder leiding van een commissaris.

2. De DBIN heeft tot taak:

a. de promotie van Nederland als vestigingslocatie voor buitenlandse investeerders;

b. de assistentie van buitenlandse bedrijven bij het nemen van hun vestigingsbesluit;

c. de coördinatie van de acquisitie-inspanningen op nationaal, regionaal en lokaal niveau;

d. de beleidssignalering en -interventie, binnen en buiten het Ministerie van Economische Zaken, ten aanzien van het Nederlandse vestigingsklimaat in internationaal perspectief.

E. De Eenheid Managementondersteuning & Beleidsvoering

1. De Eenheid Managementondersteuning & Beleidsvoering staat onder leiding van een hoofd.

2. De eenheid heeft tot taak de aangelegenheden op het gebied van personeel en organisatie, financiële zaken en managementondersteuning.

F. De Eenheid Analyse, Strategie & Parlementaire Coördinatie

1. De Eenheid Analyse, Strategie & Parlementaire Coördinatie staat onder leiding van een hoofd.

2. De eenheid heeft tot taak:

a. het produceren van economische analyses;

b. het leveren van bijdragen aan de strategieontwikkeling;

c. de coördinatie van parlementaire en ministerraadaangelegenheden.

IV. Het directoraat-generaal voor Economische Politiek

A. Algemeen

1. Het directoraat-generaal voor Economische Politiek staat onder leiding van een directeur-generaal.

2. Het directoraat-generaal heeft tot taak het bevorderen van het functioneren van de economie en de markten in Nederland en Europa.

3. Het directoraat-generaal bestaat uit:

a. de directie Algemene Economische Politiek;

b. de directie Europese Integratie en Strategie;

c. de directie Marktwerking;

d. het Kenniscentrum voor Ordeningsvraagstukken;

e. het Stafbureau.

B. De directie Algemene Economische Politiek

1. De directie Algemene Economische Politiek staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het analyseren van en het adviseren over vraagstukken op het gebied van macro-economische ontwikkelingen, arbeidsmarkt en sociale zekerheid, overheidsfinanciën, ontwikkelingen in de publieke en semi-publieke sector;

b. het begeleiden en waar nodig het initiëren van activiteiten in het kader van het beleid gericht op structurele hervorming van de Nederlandse economie;

c. het aanjagen en coördineren van de strategische beleidsvorming van het Ministerie van Economische Zaken;

d. het coördineren van het fiscale beleid binnen het Ministerie van Economische Zaken.

C. De directie Europese Integratie en Strategie

1. De directie Europese Integratie en Strategie staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het ontwikkelen van een herkenbaar en coherent beleid van het Ministerie van Economische Zaken ten aanzien van de Europese Unie, vooral wat betreft de economische dimensie;

b. het onderhouden van een Europees netwerk;

c. het bevorderen van het functioneren van de Europese interne markt, mede gericht op economische en structurele hervorming van de Europese Unie;

d. het behartigen van de belangen van het Nederlands bedrijfsleven, onder meer door behandeling van klachten van bedrijven over concrete handelsbelemmeringen in Europa;

e. het formuleren van een visie op de uitbreiding van de Europese Unie met inachtneming van vooral de economische belangen;

f. het zorgdragen voor een samenhangend, sterk en innovatief economisch Europabeleid.

D. De directie Marktwerking

1. De directie Marktwerking staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het bevorderen van de mededinging, onder meer door het instandhouden van instituten op het terrein van metrologie, certificering en accreditatie, alsmede door het onderhouden van de Mededingingswet en andere op de marktwerking betrekking hebbende wetgeving;

b. het bijdragen aan optimale ordening van markten;

c. het ontwikkelen van consumentenbeleid en het toezicht daarop.

E. Het Kenniscentrum voor Ordeningsvraagstukken

1. Het Kenniscentrum voor Ordeningsvraagstukken staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Kenniscentrum heeft tot taak het uitwisselen van kennis over en het doen van onderzoek naar vraagstukken op het gebied van marktordening.

F. Het Stafbureau

1. Het Stafbureau staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Stafbureau heeft tot taak het adviseren aan en ondersteunen van het management ten aanzien van aangelegenheden op het gebied van beleids- en parlementaire coördinatie, personeel en organisatie, bedrijfsvoering, financieel beheer en informatisering.

V. Het directoraat-generaal voor Energie en Telecom

A. Algemeen

1. Het directoraat-generaal voor Energie en Telecom staat onder leiding van een directeur-generaal.

2. Het directoraat-generaal heeft tot taak:

a. de ordening en de zorg voor de werking van de markten van energie, telecom en post;

b. de handhaving van het niveau van voorzieningszekerheid op korte en lange termijn;

c. het bevorderen van duurzaamheid in energiehuishouding en elektronische communicatie;

d. het stimuleren van vernieuwingen in het kader van energietransitie en benutting van ICT;

e. het samenwerken en het bewaken van samenhang op nationaal en internationaal niveau ten aanzien van energie en telecom.

3. Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende onderdelen:

a. de directie Coördinatie, Strategie en Internationaal;

b. de directie Energie en Duurzaamheid;

c. de directie Energiemarkt;

d. de directie ICT & Toepassing;

e. de directie Telecommarkt;

f. het Stafbureau;

g. het Bureau DG.

B. De directie Coördinatie, Strategie en Internationaal

1. De directie Coördinatie, Strategie en Internationaal staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. de coördinatie van het ICT-beleid;

b. het coördineren van de DG-brede strategieontwikkeling;

c. het borgen van kennis en resultaten van onderzoeksactiviteiten;

d. het coördineren van de inbreng van het directoraat-generaal voor zowel EU- als mondiaal beleid;

e. het bevorderen van de internationale voorzieningszekerheid en het bijdragen aan het internationale oliecrisisbeleid;

f. het coördineren van zaken op het gebied van ruimtelijke ordening en vitale infrastructuur.

C. De directie Energie en Duurzaamheid

1. De directie Energie en Duurzaamheid staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het tot stand brengen van een duurzame energiehuishouding.

D. De directie Energiemarkt

1. De directie Energiemarkt staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. de optimale ordening en werking van energiemarkten;

b. de handhaving van het niveau van voorzieningszekerheid op zowel korte als lange termijn;

c. het zorgdragen dat de Nederlandse bodemschatten optimaal worden benut.

E. De directie ICT & Toepassing

1. De directie ICT & Toepassing staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het bijdragen aan innovatie, marktstimulering en aan het verhogen van het maatschappelijk en economisch rendement door beleidsontwikkeling en realisatie en gebruik van digitale infrastructuren en communicatiediensten voor en door diverse markten en sectoren.

F. De directie Telecommarkt

1. De directie Telecommarkt staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het ordenen van markten inclusief het creëren van voorwaarden op het gebied van elektronische communicatie en post zodat maximaal wordt bijgedragen aan duurzame economische groei.

G. Het Stafbureau

1. Het Stafbureau staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Stafbureau heeft tot taak het ondersteunen, het adviseren en het faciliteren van het directoraat-generaal op het gebied van financiën, personeel en organisatie en informatisering en huisvesting.

H. Het Bureau DG

1. Het Bureau DG staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Bureau DG heeft tot taak het ondersteunen en het adviseren van de directeur-generaal en het management bij de besturing van het directoraat-generaal op het gebied van politiek bestuurlijke aangelegenheden en de interne en externe communicatie.

VI. Het directoraat-generaal voor Ondernemen en Innovatie

A. Algemeen

1. Het directoraat-generaal voor Ondernemen en Innovatie staat onder leiding van een directeur-generaal.

2. Het directoraat-generaal heeft tot taak het realiseren van een excellent ondernemingsklimaat dat een voedingsbodem creëert voor succesvol en innovatief ondernemen.

3. Het directoraat-generaal bestaat uit:

a. de directie Industrie en Diensten;

b. de directie Innovatie;

c. de directie Ondernemerschap;

d. de directie Ruimtelijk Economisch Beleid;

e. de directie Strategie, Onderzoek en Internationale Zaken;

f. de projectdirectie Innovatieprogramma’s;

g. de projectdirectie Vereenvoudiging Vergunningen;

h. het Stafbureau;

i. de Technisch-Wetenschappelijke Attachés.

B. De directie Industrie en Diensten

1. De directie Industrie en Diensten staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het vormgeven van het beleid voor de industrie en dienstensector in Nederland door:

a. het organiseren van aanspreekpunten voor sectoren en bedrijven;

b. het verschaffen van inzicht in het Nederlandse bedrijfsleven in algemene en specifieke zin;

c. het beheren en waar nodig het stimuleren van specifieke, sectorale en individuele bedrijvendossiers.

C. De directie Innovatie

1. De directie Innovatie staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het versterken van het innovatievermogen van de Nederlandse economie door:

a. het zich richten op kennisbescherming, meer ontwikkeling en benutting van technologische kennis door bedrijven, meer toepassing van kennis in het bedrijfsleven;

b. het versterken van de kennisbasis door het bevorderen van samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen.

D. De directie Ondernemerschap

1. De directie Ondernemerschap staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het bevorderen van ondernemerschap in brede zin en in bijzondere vormen;

b. het bevorderen van goede financieringsmogelijkheden voor ondernemingen;

c. het bijdragen aan betere juridische en fiscale structuren;

d. het bevorderen van duurzaamheid.

E. De directie Ruimtelijk Economisch Beleid

1. De directie Ruimtelijk Economisch Beleid staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het bevorderen van een aantrekkelijk ondernemingsklimaat van regio’s en steden.

F. De directie Strategie, Onderzoek en Internationale Zaken

1. De directie Strategie, Onderzoek en Internationale Zaken staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het vormgeven, onderbouwen, evalueren en vernieuwen van nationaal en internationaal ondernemingsklimaat- en innovatiebeleid.

G. De projectdirectie Innovatieprogramma’s

1. De projectdirectie Innovatieprogramma’s staat onder leiding van een projectdirecteur.

2. De projectdirectie heeft tot taak het opstellen en het uitvoeren van innovatieprogramma’s alsmede het identificeren van nieuwe innovatiethema’s.

H. De projectdirectie Vereenvoudiging Vergunningen

1. De projectdirectie Vereenvoudiging Vergunningen staat onder leiding van een projectdirecteur.

2. De projectdirectie heeft tot taak het coördineren van de acties uit de kabinetsreactie op het advies van de Taskforce Vereenvoudiging Vergunningen.

I. Het Stafbureau

1. Het Stafbureau staat onder leiding van een hoofd.

2. Het Stafbureau heeft tot taak het adviseren aan en ondersteunen van het management van het directoraat-generaal ten aanzien van aangelegenheden op het gebied van MT- en stafsecretariaat, beleids- en parlementaire coördinatie, begrotingszaken en financieel beheer, personeel en organisatie en apparaatszorg.

J. De Technisch-Wetenschappelijke Attachés

De Technisch-Wetenschappelijke Attachés hebben tot taak:

a. het informeren van Nederlandse bedrijven en instellingen over de innovaties en technologische ontwikkelingen;

b. het bevorderen van internationale contacten.

VII. De Auditdienst

1. De Auditdienst staat onder leiding van een directeur.

2. De Auditdienst heeft tot taak:

a. de controle op het gevoerde financieel en materieel beheer van het Ministerie van Economische Zaken;

b. de accountantscontrole van het departementale jaarverslag en de verantwoording van buitendiensten van het departement;

c. het verrichten van periodiek onderzoek naar de bedrijfs- en beleidsuitvoering ten behoeve van de politieke en ambtelijke leiding teneinde zekerheid te verschaffen over kwaliteit van de bedrijfs- en de beleidsuitvoering;

d. het doen van onderzoeken ten behoeve van het overig management;

e. het leveren van een bijdrage aan beleidsevaluatieonderzoeken.

VIII. De directie Communicatie

1. De directie Communicatie staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het informeren van relevante doelgroepen over beleid, uitvoering en toezicht;

b. een pro-actieve, strategische, flexibele en innovatieve inzet van gerichte, consistente en gedoseerde communicatie die aansluit bij de behoeften en belevingswereld van doelgroepen.

IX. De directie Financieel-Economische Zaken

1. De directie Financieel-Economische Zaken staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het samenstellen van de jaarlijkse begrotingen en de daarmee samenhangende suppletore begrotingen van het Ministerie van Economische Zaken;

b. het opstellen van het jaarverslag van het Ministerie van Economische Zaken en van het Fonds economische structuurversterking;

c. het uitbrengen van adviezen over begrotingsvraagstukken en financieel-economische beleidsadviezen;

d. het beoordelen van financieel-economische en budgettaire gevolgen van het beleid;

e. het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de begroting;

f. het coördineren van de evaluatiecyclus van het Ministerie van Economische Zaken;

g. het opstellen van adviezen in het kader van de werkplancyclus inclusief het ontwikkeltraject;

h. het inrichten van en toezicht houden op de totale administratie van het Ministerie van Economische Zaken;

i. het geven van nadere voorschriften voor het inrichten en bijhouden van de administratie van het Ministerie van Economische Zaken en van de daaronder ressorterende buitendiensten;

j. het coördineren van het onderhoud van de departementale administratieve organisatie.

X. De directie Informatiemanagement & Automatisering

1. De directie Informatiemanagement & Automatisering staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het voorzien in de behoefte aan externe en interne informatie;

b. het beschikbaar stellen en houden van ICT-toepassingen, ondersteuning bij het gebruik van toepassingen;

c. het adviseren over en het ontwikkelen van nieuwe informatieproducten, informatiekanalen, toepassingen en functionaliteiten;

d. strategische- en beleidsadvisering over ICT-toepassingen.

XI. De directie Interne Zaken

1. De directie Interne Zaken staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het adviseren van de departementsleiding terzake van de departementale en interdepartementale beleidsontwikkeling op het gebied van de facilitaire diensten en huisvesting;

b. het concreet uitvoeren van de diensten genoemd in onderdeel a;

c. het uitvoeren van de centrale betaal-, administratie- en interne controle-functie van het kernministerie;

d. het coördineren van de inkoop van het Ministerie van Economische Zaken.

XII. De directie Personeel en Organisatie

1. De directie Personeel en Organisatie staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak het zorgdragen voor een organisatie die mensen en kennis optimaal benut, zodanig dat het Ministerie van Economische Zaken maximaal in staat is om zijn missie waar te maken.

XIII. De directie Wetgeving en Juridische Zaken

1. De directie Wetgeving en Juridische Zaken staat onder leiding van een directeur.

2. De directie heeft tot taak:

a. het vervaardigen van wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen;

b. het verstrekken van juridische adviezen;

c. het behandelen van bezwaar- en beroepszaken.

XIV. De dienst Consumentenautoriteit

1. De dienst Consumentenautoriteit staat onder leiding van de Consumentenautoriteit.

2. De dienst Consumentenautoriteit heeft tot taak:

a. de handhaving van consumentenregelgeving;

b. de Europese coördinatie van grensoverschrijdende verzoeken om wederzijdse bijstand genoemd in Europese consumentenregelgeving;

c. het vergroten van kennis van consumenten en aanbieders over consumentenrechten en consumentenplichten en mogelijkheden om recht te halen.

XV. PIANOo

1. PIANOo staat onder leiding van een directeur.

2. PIANOo heeft tot taak het stimuleren en het faciliteren van een vergroting van de expertise over aanbestedingen bij alle aanbestedende diensten zodat deze zelf het best mogelijke aanbestedingsresultaat kunnen behalen door:

a. de aanwezige kennis en ervaring beschikbaar te maken ten behoeve van alle aanbestedende diensten;

b. bijdragen aan een verdergaande professionalisering van de opdrachtgeversfunctie door het vergroten van de inhoudelijke en praktische samenwerking van aanbestedende diensten.

XVI. Het Regiebureau Inkoop Rijksoverheid

1. Het Regiebureau Inkoop Rijksoverheid staat onder leiding van een directeur.

2. Het Regiebureau Inkoop Rijksoverheid heeft tot taak de inkoopfunctie binnen het rijk te versterken door:

a. samen met de Coördinerend Directeuren Inkoop te zorgen dat de gezamenlijk opgestelde doelstellingen op het gebied van inkopen en aanbesteden behaald worden;

b. het aansturen van het interdepartementale netwerk op het gebied van inkopen en aanbesteden;

c. als aanspreekpunt binnen het Rijk te fungeren voor het bedrijfsleven op het gebied van inkopen en aanbesteden.

XVII. Het Bureau voor de Industriële Eigendom (Octrooicentrum Nederland)

1. Het agentschap Bureau voor de Industriële Eigendom (Octrooicentrum Nederland) staat onder leiding van een directeur.

2. Het Bureau voor de Industriële Eigendom (Octrooicentrum Nederland) heeft tot taak:

a. het uitvoeren van de in de Rijksoctrooiwet 1995 genoemde taken;

b. het als nationaal voorportaal samenwerken met het Europees Octrooi Bureau ter bevordering van de kennisbescherming;

c. het verzamelen, het analyseren en het voor derden toegankelijk maken van alle relevante octrooi-informatie;

d. het ontsluiten en het klantvriendelijk beschikbaar stellen van informatie over industriële eigendomsrechten;

e. het aan derden aanbieden van zoeksystemen in de octrooiliteratuur;

f. het leveren van bijdragen voor de beleidsvoorbereiding van het kernministerie op het gebied van industriële eigendom;

g. het in samenwerking met het kernministerie deelnemen aan internationaal overleg over onderwerpen van industriële eigendom;

h. het geven van voorlichting over beschermingsvormen voor innovatieve ontwikkelingen.

3. Het Bureau voor de Industriële Eigendom (Octrooicentrum Nederland) bestaat uit:

a. de afdeling Algemene Zaken;

b. de afdeling Financiën, Facilitair Beheer en Automatisering en Informatisering;

c. de afdeling Kennisontwikkeling en Voorlichting;

d. de afdeling Octrooiverlening.

XVIII. Het Centraal Planbureau (CPB)

1. Het Centraal Planbureau (CPB) staat onder leiding van een directeur.

2. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft tot taak het maken van onafhankelijke economische analyses en prognoses die wetenschappelijk verantwoord en up-to-date zijn en die relevant zijn voor het beleid van de regering, het parlement en andere maatschappelijke organisaties, zoals politieke partijen en bedrijfsleven.

3. Het Centraal Planbureau (CPB) bestaat uit:

a. sector 1: Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat;

b. sector 2: Conjunctuur en Collectieve Sector;

c. sector 3: Groei, Kennis en Structuur;

d. sector 4: Marktordening;

e. sector 5: Economie en Fysieke Omgeving;

f. sector 6: Internationale Economie;

g. afdeling Informatie Technologie;

h. afdeling Interne Zaken en Beheer;

i. afdeling Ondersteuning Modelbouw en Databeheer.

XIX. Agentschap EVD (EVD, agentschap voor internationaal ondernemen en samenwerken)

1. Agentschap EVD (EVD, agentschap voor internationaal ondernemen en samenwerken) staat onder leiding van een algemeen directeur.

2. Agentschap EVD (EVD, agentschap voor internationaal ondernemen en samenwerken) heeft tot taak:

a. het ondersteunen van ondernemers en publieke organisaties bij het internationaal ondernemen en samenwerken;

b. het stimuleren van internationale activiteiten met informatie over buitenlandse markten, met projectmatige en financiële ondersteuning en door het leggen van contacten met zakenpartners in het buitenland;

c. het geven van informatie over kansrijke sectoren in het buitenland, over buitenlandse markten en wet- en regelgeving;

d. het uitvoeren van regelingen en programma’s ter financiële ondersteuning van sectoren en ondernemingen en het inbrengen van expertise bij het opstellen van plannen;

e. het leggen van contacten met interessante zakenpartners en relevante publieke organisaties in de markt of sector die de ondernemer wil betreden, via promotionele activiteiten;

f. het uitdragen en het versterken van de economische beeldvorming van Nederland in het buitenland.

3. Agentschap EVD (EVD, agentschap voor internationaal ondernemen en samenwerken) bestaat uit:

a. de unit Collectieve Marktbewerking & Promotie;

b. de unit Communicatie & Media;

c. de unit Cross;

d. de unit Directiesecretariaat;

e. de unit Facilitaire Zaken;

f. de unit Financiering;

g. de unit ICT;

h. de unit Informatie en Individuele Marktbewerking;

i. de unit IPS;

j. de unit Netwerk & Concordaat;

k. de unit P&O;

l. de unit PESP;

m. de unit Planning & Control;

n. de unit Project-/Productontwikkeling;

o. de unit Promotie Projecten;

p. de unit PSB;

q. de unit PSOM/OS;

r. de unit PSOM/EZ.

XX. Het Staatstoezicht op de mijnen

1. Het Staatstoezicht op de Mijnen staat onder leiding van de inspecteur-generaal der mijnen.

2. Het Staatstoezicht op de Mijnen heeft tot taak:

a. het toezien op de naleving van het bij het krachtens de Mijnbouwwet bepaalde ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het milieu, de bodembewegingen, de doelmatige winning van delfstoffen bij verkenningsonderzoeken in het kader van een planmatig beheer, het opsporen en winnen van delfstoffen en aardwarmte en het opslaan van stoffen;

b. het toezien op de naleving van het bij het krachtens de Gaswet bepaalde ten aanzien van de veiligheid van gastransportnetten;

c. het doen van aanbevelingen aan de minister die de inspecteur-generaal wenselijk acht met het oog op een doelmatige en voortdurende uitvoering in de toekomst van de in onderdelen a en b genoemde activiteiten;

d. het geven van onafhankelijk advies over voorgenomen beleid ten aanzien van de handhaafbaarheid, de uitvoerbaarheid en de fraudegevoeligheid;

e. het informeren van de bewindspersonen en van het bij de mijnbouw- en gasregelgeving betrokken beleidsonderdeel over de waargenomen effecten van bestaand beleid en over relevante ontwikkelingen in het buitenland, waaronder de Europese Unie, die invloed kunnen hebben op dit beleid;

f. het bijdragen aan beleidsevaluaties op basis van bevindingen opgedaan bij het toezicht.

3. Het Staatstoezicht op de Mijnen bestaat uit:

a. de afdeling Engineering;

b. de afdeling Geo-engineering;

c. de afdeling Operaties;

d. de afdeling Kenniscentrum;

e. de afdeling Bedrijfsbureau.

XXI. SenterNovem

1. Het agentschap SenterNovem staat onder leiding van een algemeen directeur.

2. SenterNovem heeft tot taak:

a. het stimuleren van duurzame ontwikkeling en innovatie door een brug te slaan tussen markt en overheid;

b. het uitvoeren van overheidsbeleid met betrekking tot innovatie, energie en klimaat, milieu en leefomgeving.

3. SenterNovem bestaat uit:

a. de directie Energie en Klimaat;

b. de directie Innovatie;

c. de directie Milieu en Leefomgeving;

d. de stafafdeling Communicatie;

e. de stafafdeling Facilitair Bedrijf;

f. de stafafdeling Finance, Planning en Control;

g. de stafafdeling HRM;

h. de stafafdeling Informatisering en Automatisering;

i. de stafafdeling Interne Controle;

j. de stafafdeling Juridische Zaken.

XXII. Agentschap Telecom

1. Agentschap Telecom staat onder leiding van een directeur-hoofdinspecteur.

2. Agentschap Telecom heeft tot taak het verruimen en het optimaliseren van het elektronische communicatiedomein door:

a. bijdragen aan beleidsevaluatie en beleidsvoorbereiding;

b. toelating en registratie;

c. toezicht en handhaving.

3. Het Agentschap Telecom bestaat uit:

a. de afdeling Facilitair Bedrijf;

b. de afdeling Finance en Control;

c. de afdeling Frequentie-infrastructuren en Systemen;

d. de afdeling Informatie Communicatie Technologie;

e. de afdeling Juridische Zaken;

f. de afdeling Personeel en Organisatie;

g. de afdeling Vergunningen;

h. de afdeling Toezicht;

i. het Directiebureau.

De Minister van Economische Zaken,

J.G. Wijn

  • 1

    Stcrt. 2004, 166; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 augustus 2006 (Stcrt. 159).

Naar boven